Archieven

Uw zoekacties: Stadsgerecht Rhenen

066 Stadsgerecht Rhenen

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
066   Stadsgerecht Rhenen
Inleiding
1. Stadsgerecht
2. Archief en inventaris
3. Aanwijzingen voor de gebruiker
4. Literatuur en bronnen
laatste wijziging 09-01-2024
15.229 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 156 bestanden
Inventaris
1. Criminele rechtspraak
1-3 Rol van lijfstraffelijke en vrijheidsstraffelijke zaken
1-165 Registers van sententies betreffende lijfstraffelijke, vrijheidsstraffelijke en boetstraffelijke zaken
4 1648-1650
5 1658-1732
15-6-1658: Jan Hendricksz, geb. Haarlem, heeft beleden te bedelen en te stelen.
16-6-1658: Maria Jans, geb. Luik, heeft bekend met Jan Hendricksz te bedelen.
30-8-1658: Dirck Dircksz Coster, j.m. en Geertgen de With, huisvrouw van Peter Petersz hebben verscheide malen vleselijk geconverseerd.
24-6-1659: Peter van Duppen, rooms priester, krijgt boete van 600 gulden.
24-6-1659: Op request van Maria Beernts, huisvrouw van Abram Oliphierss, ontslaat het gerecht met advies van rechtsgeleerde de suppliante bij provisie uit de detentie.
4-8-1659: Request van Petrus van Duppen, priester van Antwerpen. Hij is in februari 1654 vanuit Antwerpen naar Rhenen gekomen, op doorreis naar Arnhem. Hij is direct gevangen genomen. Hij heeft boete gekregen maar wil daarvan ontslagen worden. Hij heeft gelogeerd in een publieke herberg bij gereformeerde personen. Zijn verzoek wordt door Provinciale Staten van Utrecht als niet ontvankelijk verklaard.
15-9-1659: Anthonij Jacobs, geb. Den Haag, heeft bekend een beurs gestolen te hebben op de Abcoudese markt en te Soest twee zilveren onderriemen en een schortdoek en te Elst 4-5 hembden, een mut supra, 2 neusdoeken 3 nachthalsdoeken.
15-9-1659: Anneke Michiels, geb. Emmerich, heeft bekend met Anthonij Jacobs verkeerd te hebben en gestolen te hebben.
15-9-1659: Matthijs Petersz, geb. buiten Zwolle, heeft bekend landloper te zijn en gestolen te hebben met Anthonij Jacobs te Elst.
15-5-1660: De Staten van Holland en West-Friesland laten weten dat zij ontvangen hebben Wolphert van Brederode, gezegd Cloetingen, kapitein ter oorloge ter zee, die te kennen geeft in 1652 met zijn schip De Hoop met de scheepsvloot van de staat ten anker liggende in Noorwegen in Heffemishaven op 1-12-1652 met kapitein Adam Brederode, gezegd Cloetingen, Sijmen Ceurlam, Samuel Bomel en Francois Block, maaltijd hebben verzocht bij kapitein Robert Rojael op zijn schip Leeuwarden. Nadat ze behoorlijk gedronken hadden en Brederode naar zijn schip terug wilde, heeft Blok hem geaffronteerd en geslagen. Brederode heeft hem in zijn schouder gestoken waaraan Blok is overleden. Hij wordt vrijgesproken.
066 Stadsgerecht Rhenen
Inventaris
1. Criminele rechtspraak

1-165 Registers van sententies betreffende lijfstraffelijke, vrijheidsstraffelijke en boetstraffelijke zaken
5 1658-1732
15-5-1660: De Staten van Holland en West-Friesland laten weten dat zij ontvangen hebben Wolphert van Brederode, gezegd Cloetingen, kapitein ter oorloge ter zee, die te kennen geeft in 1652 met zijn schip De Hoop met de scheepsvloot van de staat ten anker liggende in Noorwegen in Heffemishaven op 1-12-1652 met kapitein Adam Brederode, gezegd Cloetingen, Sijmen Ceurlam, Samuel Bomel en Francois Block, maaltijd hebben verzocht bij kapitein Robert Rojael op zijn schip Leeuwarden. Nadat ze behoorlijk gedronken hadden en Brederode naar zijn schip terug wilde, heeft Blok hem geaffronteerd en geslagen. Brederode heeft hem in zijn schouder gestoken waaraan Blok is overleden. Hij wordt vrijgesproken.
Datering:
15-5-1660
laatste wijziging 13-11-2019
14-8-1661: Op request van Lucas Jansz van Tienhoven, verzoekende in submissie ontvangen te worden over de injuireuze scheldwoorden door hem de heren van Rhenen op 13-6-1661 op de wagen met volk gezegd. Hij herroept dit voor het volle gerecht op zijn knieën.
26-9-1663: Jan Fransz, geb. Duinkerken, bekent dat hij drie jaren geleden de deur van de secretarie op het stadhuis heeft open gebroken en uit een koperen bus die in een kastje stond een dubbele ducaat gestolen heeft en wat zilvergeld en ook te Brussel gestolen heeft en te Antwerpen en te Rhenen in de Koningshof en opnieuw op het stadhuis.
10-9-1664: Jan Teunisz, geb. Elst (Betuwe), heeft bekend bij Jan Dircksz te Zoelmond te hebben gestolen en te Amerongen ten huize van Grietje en Gijsbertje van Velpen en op het stadhuis.
25-6-1667: Moses Lodewijcx, geb. Brummen, heeft bekend dat hij te Kampen is gegeseld wegens diefstal en daarna te Nieuwerbrug bij Leiden heeft gestolen.
11-9-1667: Gerrit Willemsz heeft zijn vader kwalijk bejegend en geslagen. Daarna ook ten huize van Huijbert Jansz van Helden opnieuw.
24-3-1668: Thonis Jansz, won. Veenendaal, heeft bekend dat hij in februari uit het goed de Schalm onder Renswoude Bercken geplocken ende ghehaelt heeft.
24-3-1668: Jan Robbertsz, won. Veenendaal, heeft bekend dat hij op 3-12-1667 uit het goed de Vogelkoij onder Renswoude, bercken geplocken ende ghehaelt heeft.
6-4-1668: Grietje Claes, geb. Asdan, heeft bekend dat met twee kinderen vagabundeert en steelt. Zij wordt opnieuw gegeseld en verbannen.
4-12-1668: Thijs Petersz, geb. Amsterdam, die zich ook heeft laten noemen Thijs Thijsz van Scherpenzeel, en onder de vagebonden genoemd is Thijs Mattebicker, heeft bekend al van zijn jeugd af gestolen te hebben. Hij is in 1659 met ene Anthonij veroordeeld in Rhenen. Met opsomming van zijn misdaden. Hij krijgt de doodstraf.
2-12-1669: Cornelis Thonisz, in de wandeling genaamd ’t Oijke, geb. Gorinchem, heeft bekend dat hij bedelt en steelt. Lijst met wandaden. Zal gegeseld en verbannen worden.
12-3-1680: Gosuinus Goltsmith, geb. Emmerich, en won. Culemburg, heeft bekend 22 jaar geleden van enen Bogaert, die naar Engeland vertrokken is, zijn zwager, aanleiding gekregen heeft om valse munt te slaan. Sindsdien heeft hij dat gedaan. Hij krijgt de doodstraf.
28-6-1680: Jan Jansz de Roth heeft bekend dat hij te Dordrecht op de Rietdijk wonende een vrouw heeft met twee kinderen. In mei of begin juni 1680 is hij van Rotterdam gekomen tot even boven de stad Wijk. Hij heeft in Schenkeschans een meisje als dienstmaagd gehuurd en vervoerd naar Renkum in een herberg en daar met haar geslapen. Dat heeft hij met nog twee meiden gedaan te Embrick en Bommel. Hij heeft bekend met soo veele vrouwspersoonen in overspel heeft geleeft dat hij ’t getal daar van niet en weet te noemen. Hij wordt gegeseld, gebrandmerkt en verbannen.
23-12-1681: Frederick Klerck, oud-burgemeester en syndicus van Rhenen, proponeert tegen de proceduren tegen zijn broer luitenant Henrick Klerck t.a.v. manslag aan Thomas Bercheijck, in leven raad en procureur alhier, begaan. Hij is hiervan door de krijgsraad vrijgesproken.
21-2-1683: Godart Cupius en Maria Roest, wed. Johannes Cupius, in leven predikant alhier, als moeder. Godart wordt voor 10 jaren verbannen uit de stad en jurisdictie, met boete van 80 gulden.
19-3-1684: Maria Andeliere, geb. Groningen, heeft bekend met Catharijn Elijsabeth, bijgenaamd Hourville, te vagabonderen en te hebben gestolen.
4-3-1685: Charles Gratia, geb. uit een moor en een blank vrouwmens, heeft bekend te vagabunderen en te bedelen.
12-3-1685: Susanna Marie de Lucie heeft bekend te bedelen en dat zij van een vrouw te Brussel een klein kind had gekregen om daarmee te gaan bedelen.
22-3-1685: Jacob Hamel, geb. Zwitserland, heeft bekend met Jan Flick, Willem Stoppelman en Aelbert Court, alle drie valsemunters, die onlangs in Den Haag de doodstraf hebben gekregen, valse daalders te hebben uitgegeven. Hij wordt gegeseld, gebrandmerkt en verbannen.
28-9-1689: Hermen van Dam, soldaat onder de compagnie van kapitein Huijbert Vonck van Lienden, heeft bekend dat hij met andere soldaten schapen heeft gestolen, o.a. te Remmerden. Hij wordt gegeseld en levenslang verbannen.
28-9-1689: Gerrit Jansz, geb. Doornenburg, soldaat onder de compagnie van kapitein Huijbert Vonck van Lienden, heeft bekend schapen te hebben gestolen te Remmerden en in de Betuwe en achter de Grebbe.
28-9-1689: Jacob van Ommeren heeft bekend dat hij heeft geweten dat de schapen door de soldaten waren gestolen.
16-1-1693: Pieter Gillisz, geb. Yperen, heeft bekend vier jaren geleden te Yperen te zijn gegeseld en gebrandmerkt. Toch leeft hij nog als landloper en steelt.
19-10-1693: Jacob Teunisz Crommendissel heeft bekend dat hij van jongsaf steelt. Zijn vader is twee jaar geleden gestorven. Hij krijgt tuchthuis.
19-10-1693: Joost Hermsz en zijn vrouw Jacobje Dircks hebben bekend dat zij Jacob Teunisz Crommendissel hebben aangezet tot diefstal.
11-11-1693: Jacob Henricksz liedjeszanger, geb. Amsterdam, met zijn vrouw Helena Willems en zijn dochter, moeten op staande voet uit de stad en jurisdictie vertrekken.
25-5-1694: Isabel Andries, geb. Meurs, heeft bekend te bedelen. Zij heeft met diverse bedelaars contact. Ene Henrick Requiersz, zijnde scheel Elskens zoon van Arnhem, heeft haar bezwangerd. Het kind loopt nog bij haar. Zij wordt verbannen.
24-7-1694: Dirck Arisz, in de wandeling genaamd Metten Dirck, geb. Lopikerkapel, heeft 9 jaren in onecht geleefd met Metje Peters en bij haar vier kinderen verwekt. Hij is landloper en heeft vele diefstallen op zijn geweten. Hij krijgt doodstraf.
24-8-1694: Henrick Cornelisz, in de wandeling genaamd Kranckgespannen, heeft bekend aangesloten te zijn bij een grote troep fameuse landlopers en gauwdieven. Hij krijgt doodstraf.
11-10-1694: Hermen Michielsz, geb. Hanau bij Frankfurt, heeft bekend een kwaad, ergerlijk en dissoluut leven te lijden. Hij heeft zijn vader smadelijk bejegend, op de Veluwe gebedeld en heeft in valse munten gehandeld. Hij wordt levenslang verbannen.
7-11-1694: Metje Peters, geb. Leeuwarden, heeft bekend van jongsaf te bedelen en jaren in onecht te hebben geleefd met Jan van Eemnes en naderhand met Dirck Arisz, anders genaamd Metten Dirck, bij wie zij kinderen heeft geteeld. Zij assisteert bij diefstallen. Zij wordt gegeseld en krijgt tuchthuis.
24-11-1694: Elsken Peters, ook genaamd Els Lazarus, geb. Angeren, heeft bekend te bedelen en loopt met een vals lazarusbriefje uit 1654. Zij wordt verbannen.
3-1-1695: Barber Tiets, geb. Kempen, heeft bekend met Francis Storm 2 jaren in hoererij te hebben geleefd en te bedelen. Hij is getrouwd te Grave. Zij wordt verbannen.
24-1-1695: Francis Storm, geb. Oudenaarden, heeft bekend 28 jaar geleden te Heemstede getrouwd te zijn met Engeltje, bij wie hij 2 kinderen heeft. Hij heeft hen verlaten in 1674 of 1675 en is te Grave andermaal getrouwd met Bartje Jaspers. Die heeft hij ook verlaten en leeft nu samen met Barbara Tiets. Hij heeft bij haar een kind. Hij was ook betrokken bij de huisbraak bij Otto Berensz de Cock te Amerongen en heeft de wacht gehouden bij een vervallen kasteeltje omtrent twee kleijne scheuten vande huijsinge vande voorsz De Cock. Bij deze huisbraak is een Waals predikant, die bij Otto logeerde, met een pistoolschot gewond geraakt. Hij krijgt doodstraf.
27-2-1695: Op request van kapitein Hubert Foijert verzoekende aan Jacob Crommendissel geconfineerd in het werkhuis te Utrecht de resterende tijd van zijn confinement te willen remitteren, om weer als soldaat in zijn compagnie te worden opgenomen. Akkoord.
5-3-1695: Engeltje Jans, geb. Bijlevelt, heeft bekend dat zij 8 jaren geleden van haar vijf kinderen is afgegaan zonder daar ooit naar te hebben omgezien. Zij leeft nu in gezelschap van landlopers en bedelaars. Zij wordt verbannen.
12-12-1695: Alexander Morrau, geb. Schotland, heeft bekend in Veenendaal gestolen te hebben o.a. van Jan Otten. Hij bedelt. Hij krijgt werkhuis te Utrecht en verbanning.
30-1-1696: Alexander Morrau die enige weken geleden voor 3 maanden in het tuchthuis is geconfineerd, wordt daaruit ontslagen.
8-2-1696: Hermen Michielsz is gisteren gevangen genomen omdat, ondanks zijn verbanning in 1694, zich weer in de stad vertoont en bedelt. Hij moet naar tuchthuis in Utrecht.
19-4-1697: Henrick Turen, ruiter onder het regiment van kolonel Hoornbergh in de compagnie van ritmeester Noorman, heeft Jan Reijersz, in leven soldaat onder het regiment van brigadier Dedem in de compagnie van kapitein Klerck, doodgeslagen, krijgt boete van 80 gulden en verbanning levenslang.
7-12-1698: Jean Cole, geb. Dinant in Brittannië, en een vrouw Anna Elisabeth, geb. Montreaal, hebben bekend te Achterberg te hebben gebedeld.
13-2-1699: Grietje Beernts Loerebos, geb. Dortmunt, heeft bekend dat zij 4 jaar geleden bezwangerd zijnde van een getrouwde man Jan Willemsz, in de wandeling genaamd Jan de Krijger, geb. Hiesvelt (een half uur van Dingslaken), die te Schalkwijk bij Domheer Lamsweert heeft ingebroken. Zij wordt voor het stadhuis aan de kaak gesteld en levenslang verbannen.
28-3-1699: Neel Verweij heeft op 18-3-1699 en op de 21e opnieuw ten huize van Bastiaan de Leertouwer ingebroken met veele insolentien en horibel vloeken en tieren. Zij heeft hem en zijn zwangere vrouw bedreigd en geslagen. En de ramen ingegooid. Zij moet in het tuchthuis voor 6 jaren.
12-9-1699: Aelbert Roelofsz wegens gepleegde insolentien in hoven krijgt boete van 25 gulden.
12-9-1699: Geurt Abrahamsz en Jacob Abrahamsz over gepleegde insolentien in de hoven krijgen boete van 25 gulden ieder.
18-8-1704: Jan Goossensen Paesch, geb. Leiden, heeft bekend dat zijn vader voor korte jaeren tot Haarlem is gegeseld, gebrandmerkt en geschavotteerd. Jan heeft gestolen, o.a. bij zijn kleine broer Goossen in den Bosch. Hij wordt gegeseld en in tuchthuis voor 10 jaren en verbannen levenslang.
21-8-1704: Jacob Lueters, geb. Hamburgh, heeft bekend dat hij bedelt en drinkt. Hij is ook gewelddadig geweest in Veenendaal. Hij moet de justitie aanzien van Hendrick Davids, Jacobus Goossensz Paesch en Jan Goossensen Paesch, met twee garden om zijn hals en wordt levenslang verbannen.
21-8-1704: Hendrick Davids, zich ook noemende Jan Visch ende Visscher, geb. Brussel, heeft bekend vanaf zijn jeugd te hebben gevagabondeerd en gestolen. Hij wordt gegeseld, gebrandmerkt en verbannen voor 12 jaar.
21-8-1704: Jacobus Goossensen Paesch, zich noemende Jacobus van den Bosch, geb. Leiden, heeft bekend dat hij heeft gestolen en al diverse malen is gestraft. Hij wordt gegeseld, en in tuchthuis voor 6 jaar en verbannen uit de provincie Utrecht levenslang.
2-3-1707: Aeltje Pierlepomp en Hilletje Pierlepomp zijn geconfronteerd met Hendrick Evertsz en zijn huisvrouw, wagenmaker te Doorn en gevangen.
4-4-1707: Uitgebreid verhaal over Aaltje Cornelis alias Pirlapomp, geb. Ede. Zij loopt vanaf haar jeugd met een grote groep vagebonden, zoals Christiaen de Vries, Willem de Student, Lau de Speelman, Kees van Jaersvelt, Rijcken Gerrit, Jacob de Haes, Jacob Poth alias Jacob Cieraet, Daniel de Vogel, Laurens den Heijden, kLaes drie pont van Antwerpen, Jan Keesen, Zwier van Amsterdam, Kleyn Jantje alias Pisbroekje en meer anderen. Vonnis: Doodstraf.
4-4-1707: Hilletje Cornelis alias Pirlapomp, geb. Barneveld. Heel verhaal. Vonnis: Doodstraf.
19-5-1707: Jan Visch is geconfineerd in het werkhuis te Utrecht, waar hij door de Spaense pocken sodanigh geconsumeert word dat hij daer door onbequaem is om syn kost te konnen winnen. Hij wordt ontslagen en verbannen uit provincie Utrecht.
26-5-1707: Anna Dircks alias Pirlapomp, geb. De Bilt, hoort ook bij de bende van Aaltje en Hilletje. Vonnis: Doodstraf.
9-6-1707: Jan Hendricksz alias de Poep, heeft beleden het gerecht te hebben misleid. Hij krijgt tuchthuis voor onbepaalde tijd. Johan Vermeer moet hem daar brengen.
9-6-1707: Dirck Martensz, alias Mooijen Dirck, geb. Huissen, heeft beleden op de Veluwe te hebben gevagabundeerd, dat hij ondertussen getrouwd hebbende Marrigje Harms, alias Mooij Marrigje, die eerst bijzit is geweest van Dirck Jacobsz, een landloper die te Utrecht voor vele zware delicten levend is geradbraakt, en voor de tweede keer bijzit is geworden van Jan van Emmenes, die te Amsterdam is geradbraakt. Zij liepen ook met Anna Pirlapomp en zijn medeplichtig. Zij worden levenslang verbannen.
9-6-1707: Marritje Harms, alias Mooij Marritje, geb. Alkmaar, heeft beleden met Dirck Jacobsz te Utrecht .te zijn gestraft en bijzit geweest te zijn van diverse mannen (zie hierboven). Zij wordt levenslang verbannen.
11-10-1707: Gevangen genomen een oud ende bejaerd manspersoon die bedelt en suspect is aen meerder quaet. Hij is doof en kan geen gesprek voeren. Men zal hem over het veer zetten en aen hem soo veel doenlijck te beduijden dat niet wederom hierheenen sal reverteren.
11-10-1707: Missive van Thomas Bodel, geconfineerd in het werkhuis te Utrecht. Hij wil aanstonds met vrouw en kinderen naar Engeland. Akkoord.
3-12-1707: Missive van de drossaard van Gendringen nomens ene Willem van Hasselt die met brandbrieven loopt. Moet zich aanstonds uit stad en jurisdictie begeven zonder ooit terug te komen.
3-12-1707: Francois Vallant, geb. Worms, heeft bekend te bedelen. Levenslang verbannen.
13-11-1708: Jan Goossensen Paesch, geconfineerd in het tuchthuis te Utrecht, wordt daaruit ontslagen en levenslang verbannen uit provincie Utrecht.
29-1-1709: Gerecht authoriseert Rutger Budding, substituut-schout, om Anna Arentsz, alias Anna Grins, ook Anna Broers en dan mede inde wandelinge genaemt Anna van Campen, in het werkhuis te Utrecht over te brengen om aldaar bij provisie bewaard te worden.
24-5-1709: Gezien de schriftelijke attestatien van gerecht, predikant en kerkenraad van Noordwelle, en de procuratie van notaris Path in Beland op de edele Henrick Both, burger van Brouwenschagen, heeft het gerecht verstaan Jan Henricksz de poep, geconfineerd te Utrecht in het tuchthuis te ontslaan.
18-3-1710: Jean Rondeau. Ommeren diende van criminele conclusie ipv eijsch. Hij wordt verbannen en gesteld op een bank aan de kaak voor het stadhuis voor een half uur, wegens bedelen. Rutger Budding, substituut-schout, zal hem naar Utrecht brengen in het tuchthuis voor 2 jaren.
3-1-1711: Baltus Michel alias Balt den Hooghduijtscher wordt verdacht van diefstal. Hij is een bedelaar en landloper. Hij gaat naar tuchthuis in Utrecht.
5-1-1711: Anna Catharijn alias Patroontas, geb. Zutphen, bedelt en trekt met fameuse dieven op. Zij is al anderhalf jaar de bijzit van Baltus Michel. Van hem is ook het kind dat zij bij zich heeft. Zij wordt levenslang verbannen.
6-1-1711: Jean Rondeau wordt ontslagen uit tuchthuis en verbannen uit provincie Utrecht.
26-5-1711: Marij Jansse van Beeck alias Marij Pirlala. wordt gegeseld en verbannen.
26-5-1711: Pieter de Lijn wordt met een doek om zijn linkerhand geschavotteerd en gegeseld en verbannen.
2-1-1712: De twee zonen van Peter van Brummen, genaamd Gerrit en Henrick, beide in militaire dienst zijnde, hebben gisteren insolentien gepleegd door het misdoen of miszeggen van verscheide persoenen. Zij worden opgepakt.
6-1-1712: Henrick van Brummen heeft beleden op 1-1-1712 Evert Jansz, karman, met zijn broer Gerrit van Brummen in gevecht zijnde bij het huis van weduwe Ijsendoorn, met een stok te hebben geslagen. Evert is gevlucht in het huis van Willem Stenvoort. Hij heeft daarna met een stok gedreigd voor het huis van substituut-schout Rutger Budding. Hij krijgt tweemaal 24 uur water en brood.
6-1-1712: Neel Verweij, geb. Rhenen, heeft bekend dat zij door haar quaad gedragh tegen haar moeder en anderen volgens sententie van 28-3-1699 is geconfineerd in het tuchthuis. Zij is daaruit ontslagen en heeft sindsdien drie kinderen verwekt bij getrouwde mannen. In juli 1711 heeft zij haar kinderen verlaten. Zij gaat weer naar het tuchthuis.
20-9-1712: Op beschuldiging en bezwaar van Baltus Michel, alias Balt den Hoogduijtscher, geb. Hessenland, geconfineerd in het tuchthuis ter oorzake van zijn ongebonden leven en gezelschap van dieven en bedelaars. Hij wordt uit het tuchthuis ontslagen.
15-12-1712: Moses Davids alias Moses van Winterwijck, geb. Winterwijk, heeft bekend 10-11 jaar geleden te Winterswijk twee joden Mordechai en Abraham, die te Breda wegens diefstal waren gegeseld en gebrandmerkt, in huis te hebben bewaard. Hij wordt verdacht van medeplichtigheid en heling. Er worden nog meer joden genoemd.
31-1-1713: Jacob van Druten, geb. Rhenen, heeft bekend in Veenendaal op 16-5-1712 alcohol te hebben geïmporteerd zonder belasting te betalen. Hij krijgt viermaal 24 uur water en brood.
8-4-1713: Johan Comius, geb. Morra (noorden van Schotland), heeft bekend sedert 2 jaren met Lijsbet Jans, zonder getrouwd te zijn, dus in onecht te hebben geleefd en een kind te hebben geteeld. Zij bedelen. Hij wordt een half uur ten toon gesteld met stenen om zijn hals en verbannen uit stad en jurisdictie. Lijsbet Jans, geb. Schagen, krijgt dezelfde straf.
3-6-1713: Hans Gerrid Michielsz, geb. in het leger. Ommeren diende en leverde eijsch in scriptis.
11-8-1713: Johanna Hansma, geb. Leeuwarden. Ommeren diende en leverde eijsch in scriptis.
15-8-1713: Johan Henrick Weijdig, geb. Erfort in Dieringen wordt gegeseld en verbannen.
15-8-1713: Marij Dorothe Hillering, geb. Eringen (graafschap Halloij). Gerecht condemneert in de gedane eis en conclusie.
1-9-1713: Hendrik van Eijkevelt, geb. Veenendaal, en Gijsbertje van Gent, geb. Veenendaal. Ommeren diende en leverde eijsch in scriptis.
5-2-1714: Ter beschuldiging en bezwaar van Anna Arents, alias Anna Grints, ook Anna Broers en dan mede in de wandeling Anna van Campen genaamd, geb. Oldenburgerland te Diepholt, tegenwoordig in tuchthuis te Utrecht geconfineerd wegens ongebonden leven, wordt ontslagen uit tuchthuis.
6-4-1714: Pieter Fransse alias Pieter de Speelman en Jannetje Mattheusse van der Swaan. Ommeren diende en leverde criminele eijsch en conclusie in scriptis.
27-12-1714: Ter beschuldiging en bezwaar van Jan Jacobsz, ordinair genaamd Jan van Ceulen, geb. Keulen, tegenwoordig geconfineerd in tuchthuis te Utrecht, gehuwd met Aaltje Peters, tevoren wed. Christiaan Deggels, en met haar 10 jaren gewoond heeft te Wichen (Nijmegen) en een jaar op de Schepler, en bij haar twee kinderen heeft, en in de harde winter van zijn vrouw is afgegaan en zich sedertdien in gezelschap van landlopers heeft begeven en met elf verschillende vrouwen vleselijk heeft geconverseerd, en een van hen, Aaltje Jans, was een getrouwde vrouw van Toon. Hij heeft veel gestolen en gebedeld. Hij wordt ontslagen uit tuchthuis en verbannen.
27-12-1714: Henrick Jansse Paesse, gemeenlijk genaamd den Harden of Ijzeren Henrik. Ommeren diende en leverde criminele eijsch en conclusie.
23-9-1715: Frederik Uyttes Wijler, geb. Schafhausen. Ommeren diende en leverde criminele eijsch en conclusie in scriptis. Zie uitspraak op 30-9-1715.
23-10-1715: Dirkje Driessen alias Poppeschorteldoekje. Ommeren eist torture of scherper examen.
8-11-1715: Henrikjen Henricksz en Sibilla Henricksz. Ommeren diende en leverde criminele eijsch en conclusie. Zie uitspraak 16-11-1715.
9-12-1715: Neel Verweij wordt ontslagen uit tuchthuis te Utrecht en levenslang verbannen.
27-12-1715: Beernt Davidsz Klinkers, geb. Groningen, en Stijntje Jans Groothuijsen, geb. Rasburg. Ommeren diende en leverde criminele eijsch in scriptis. Zie uitspraak 30-12-1715.
27-12-1715: Maria Jans Groothuijsen, geb. Utrecht. Zij moet een uur op een bank ten toon worden gesteld en verbannen.
30-12-1715: Jan Bartse alias Meelbuijl of Meelsak. Ommeren diende en leverde eijsch in scriptis.
9-3-1716: Nu gebleken is dat Dirkje Driessen alias Poppeschorteldoekje niet zwanger is, moet Rutger Budding haar uit het tuchthuis in Utrecht halen. Zij krijgt doodstraf.
14-3-1716: Tomas Makleon, geb. Hamburg, Johan Ernst Bullink, geb. Piermond in graafschap Waldeck en Marij Jans alias Schamele Marij. Ommeren diende en leverde criminele eijsch in scriptis.
25-5-1716: Jan Bouwman. Ommeren diende en leverde criminele eijsch en conclusie in scriptis.
13-10-1716: Hendrik Jansen Paasschen, in het gemeen genaamd Den Harden of Ijseren Hendrick, ook Hendrick de Poep en den Hoesaar, geb. Raatsveld (Munsterland), wordt uit tuchthuis te Utrecht ontslagen.
8-6-1717: Anna Dorothe, alias Hermijn Knoppert, of Hermina Gristina, of Anna Hermina Christina Nagel, wordt getransporteerd naar tuchthuis in Utrecht.
22-7-1717: Coenraad Jansen, alias Coolstronk, geb. Zutphen, heeft bekend een schandaleus leven te leiden en te bedelen ook samen met andere vagebonden. Zijn bijzit was poppeschorteldoekje. Hij heeft met Jan de Bondt gevochten toen die hem zijn bijzit wilde afnemen. Vele delicten worden opgenoemd.
2-08-1717: Hoofdofficier Smissaert heeft te Utrecht met chirurgijn van Vlooten gesproken aangaande Hendrikje Hendirx alias Hendrikje Schor, bij sententie van 16-11-1715 geconfineerd in tuchthuis, die met de Spaanse pokken besmet is. Om haar te cureren is 150 gulden nodig, zelfs zonder verzekering van genezing. Zij wordt niet behandeld maar ontslagen uit tuchthuis en verbannen levenslang.
14-9-1717: Lodewijk Fredericksz, Jan Martijn Petersz, Lijsbet Jansz en Agnies Bud. Ommeren diende en leverde met de vereiste informatien.
8-3-1718: Cornelis van Laar, zich ook noemende Lambertus van Laar of Lambertus van Hooft, wordt in tuchthuis te Utrecht gebracht tot nader order.
10-5-1718: Melchior Ijsenhardt, geb. Palingen, heeft bekend gestolen te hebben bij Hendrik Jacobsen van Klinkenberg te Erecum (Buren). Een deel heeft hij gehouden en een deel verkocht te Amerongen aan Merrigje Wildeman. Hij wordt verbannen.
16-5-1718: Anna Dorothe, alias Hermijn Knoppert, of Hermina Christina of Anna Hermina Christina Nagell, zit in het tuchthuis te Utrecht. Zij heeft nadere bekentenis afgelegd. Uitgebreid interessant verhaal. Haar tuchthuisstraf wordt met een jaar verlengd en zij wordt levenslang verbannen.
30-5-1718: Cornelis van Laar, ook wel Lambertus van Laar of Lambertus van Hooft, geb. Roozendaal, tegenwoordig in tuchthuis geconfineerd, heeft nadere bekentenis afgelegd. Dat geldt ook voor Jannigje Mattheusz van der Zwaan.
28-11-1718: Henrik van Eijkeveld. Condemnatie tot publiek werkhuis te Utrecht voor 5 jaren.
11-1-1719: Willem Wagtendorp, geb. Diemermeer. Ommeren diende en leverde criminele eis en conclusie in scriptis.
31-5-1719: Lijsbet Jans. Veroordeeld conform eis.
11-7-1719: Evertje Elis, huisvrouw van Hendrik van Eijkeveldt, heeft verzoek ingediend om Hendrik te ontslaan uit tuchthuis. Akkoord.
8-11-1719: Geertruijd Ariens. Condemnatie tot publiek werkhuis te Utrecht. Zij wordt hieruit ontslagen op 23-4-1720.
20-6-1720: Cornelis van Ommeren krijgt doodstraf met het zwaard en een boete van 80 gulden.
15-7-1720: Cornelia van Santen. Veroordeeld conform eis.
15-8-1720: Catharina Willems alias Doove Keesen Caat. Wordt geschavotteerd en gegeseld en 6 jaren werkhuis te Utrecht en verbannen.
15-8-1720: Henrik Jansz. ‘t Gerecht consenteert in den eis.
10-9-1720: Jannigje Mattheusen van der Zwaan wordt ontslagen uit tuchthuis en levenslang verbannen.
6-5-1721: Anna van Welhuijsen, geb. Goch. Zij wordt levenslang verbannen.
24-6-1721: Anthonij van Ribbergen, geb. Wageningen. Ommeren diende en levede met bijgevoegde informatien. Ontslagen uit tuchthuis op 18-11-1721.
8-11-1721: Jannigje Henriks, geb. Veenendaal. Zij wordt verbannen voor 10 jaar.
6-1-1722: Guiljam Snellinx, geb. Brussel en Jacobus de Lans, geb. Antwerpen worden verbannen.
19-5-1722: Claas Frederiksz, geb. Dinsperen. Publiek geschavotteerd, gegeseld en gebrandmerkt met een mes hangende boven zijn hoofd en 6 jaren werkhuis te Utrecht. Op 2-2-1723 ontslagen uit tuchthuis.
19-11-1722: Henrik Mil wordt verbannen.
22-1-1723: Peter Jansz. Ommeren diende en criminele eis en conclusie in scriptis.
22-1-1723: Anna Hofman alias Anna Jansz. Gegeseld en gebrandmerkt en voor altijd verbannen.
29-1-1724: Annigje Willems, huisvrouw van Zeger van Druten, geb. Amerongen. Levenslang verbannen.
4-5-1725: Matthijs Jansen molenaar en Catharina van Holst worden levenslang verbannen.
20-7-1725: Gijsbert van Linster, geb. Tiel. Verbannen voor 10 jaren.
1-10-1725: Jaques Ebber, geb. Rouan in Normandië, heeft bekend met een Franse vrouw Jannigje Lemoine te hebben gereisd. Omdat hij haar mishandelde is zij weer vertrokken. Hij heeft gestolen. Hij wordt gegeseld en verbannen.
1-10-1725: Grietje Hendriks, in de wandeling genaamde de Vriesin, geb. Kollum, bekent dat zij zich heeft laten bezwangeren door Jan van Dijk, zijnde wolspinner, en daarvan gebaard heeft een zoon Hendrik Jansen, 13 jaar. Met hem bedelt zij en met Truij Klem in den bek en Ariaen van Nimwegen. Zij heeft gestolen o.a. te Achterberg bij Maaij de Wit. Zij was al eerder verbannen. Zij wordt gegeseld en verbannen.
1-10-1725: Hendrik Jansen, eb. Ede, heeft bekend te bedelen en te stelen o.a. van Gijsbert Keuter en van de weduwe Reijer Maassen te Roekel. Hij wordt ten toon gesteld en verbannen.
1-10-1725: Pieter Massier, geb. in de parochie van Quaarmond bij Oudenaarden in Vlaanderen, heeft bekend te bedelen. Zijn verklaringen verschillen zeer van zijn vrouw Christina, won. Deventer. Hij wordt verbannen.
1-10-1725: Willem Coenderman, geb. Munster, heeft bekend te bedelen. Hij wordt levenslang verbannen.
4-10-1725: Jaques Sallens, geb. vallei van Brazilië in Piemond, heeft bekend met valse attestaties door het land te lopen. Hij wordt gegeseld en verbannen.
24-1-1726: Hendrik Tijssen heeft bekend een verkeerde naam te hebben opgegeven: Hendrik Mill. Hij legt nadere bekentenis af. Hij wordt gegeseld en verbannen.
24-1-1726: Maria Willinks, in de wandeling genoemd Marij de Poepin, geb. Doesburg, heeft bekend te bedelen en met Engel van Catwijk samen te leven. Ook met Jan de meelzak en Hendrik Marcussen. Zij wordt gegeseld en verbannen.
10-9-1726: Rijk de Rooij, gewezen dienaar van de justitie, geb. Neerhasselt. Verbannen levenslang.
12-9-1726: Matthijs Pauwels, geb. Duitsland, Nivestrigt genaamd. Geschavotteerd, gegeseld en gebrandmerkt en verbannen. Zie ook 28-11-1726.
11-11-1726: Hendrik Jongmans, geb. Lit (Munsterland), heeft bekend te bedelen en suspect van meerder quaat te hebben begaen. Hij wordt een uur te pronk gesteld en verbannen.
26-4-1727: Gerrit van Veldhuijsen alias Bellegarde heeft Dirk Klerck, in leven vaandrig in het regiment van baron van Pallant, gedood. Hij krijgt boete van 80 gulden en wordt verbannen.
27-11-1727: Rebecca Samuels, huisvrouw van Abraham Meijers, die volgens decreet van 30-4-1727 in tuchthuis te Utrecht zit, vraagt om ontslag. Accoord en verbannen.
4-12-1727: Op verzoek van Marianne Samsons, huisvrouw van Sander Davids, die volgens decreet van 30-4-1727 was geconfineerd in het tuchthuis te Utrecht, wordt besloten hem te ontslaan.
10-5-1728: Anna Arents alias Anna van Campen. Verbannen levenslang.
26-6-1728: Bastiaen Matthijsen, geb. Brussel. Geschavotteerd, gebrandmerkt, gegeseld en verbannen.
26-6-1728: Catharijn Righters, geb. Rotterdam. Geschavotteerd, gegeseld, 2 jaren werkhuis en verbannen.
28-9-1728: Beernt in de wandeling Beernt de Poep genoemd. Wordt verbannen.
11-11-1728: Henrica Oostenraed, geb. Alkmaar. Publiek werkhuis te Utrecht en verbannen.
21-12-1728: Jacobus van der Kist, geb. Amsterdam. Verbannen.
23-3-1729: Francina de Wolff wordt wegens diefstal van een slaaplaken te Werkhoven, verbannen voor 6 jaren uit provincie Utrecht.
26-9-1729: Peter Tillemans alias Peter Jonkers. Gegeseld en gebrandmerkt en 6 jaren werkhuis. Hij wordt op 27-6-1730 weer ontslagen.
26-9-1729: Catharijn Barten wordt verbannen.
15-1-1730: Hendrik van Ginkel, alias Hendrik Schram, geb. Ginkel te Leersum, 39-40 jaar oud, heeft bekend in 1728 tien weken te hebben gebaggerd bij Erris Evertsz en halverwege is gestopt en met de wagen kwam rijden van Elbert Jansen en is gekomen bij Dirk van Ek. Hij heeft uit huis van Erris gestolen. Een deel heeft hij verkocht aan een jood in de Weverstraat, genaamd Adolph van Gelder. Hij heeft ook gestolen te Veenendaal bij Evert Slok aan den Boom. Daarna heeft hij de joden Godschalk Heijmans en zijn twee broers bedreigd met een mes en geld geëist. Hij wordt gegeseld en verbannen.
7-3-1730: Marie Lijsbet Jurriëns, alias Wannelappers Marie, niet wetende van waer geboortigh. Verbannen voor 10 jaar.
10-4-1731: Rut Hendriksen de Wit. Verbannen.
26-4-1731: Roelof Hendriksen alias Roelof de Beer. Verbannen.
26-4-1731: Lijsbet Hogenberg. Gegeseld en verbannen voor 12 jaren.
2-9-1731: Kristiaan Kleijkamp. Verbannen voor 10 jaar.
10-6-1732: Joost Jansen Vink alias Joosje Labent of ook wel Speemans Joosje, geb. Veenendaal, heeft beleden te bedelen. Hij was wolkammer. Hij is door Hendrijn Hopmans in het tuchthuis van Gelderland geconfineerd beschuldigd van vele diefstallen. Hij krijgt 12 jaar tuchthuis en wordt levenslang verbannen.
6 1803-1809
1-80 Rol van kleine boetstraffelijke zaken
14 Register van akkoorden met het gerecht, 1706-1724
15-17 Minuten van akkoorden met het gerecht
18-19 Ingekomen stukken van overheden en magistraten van elders over criminele, civiele en bestuurlijke zaken, waarbij de stad, dan wel de ingezetenen betrokken zijn
20 Rol van getuigenverhoren, 1707-1711
21 Adviezen van rechtsgeleerden in criminele en civiele zaken, 1651-1698
22 Lijsten van criminelen, 1693-1717
23-24 Stukken betreffende specificaties van onkosten en leges van de officier en het gerechtspersoneel
25-26 Stukken betreffende elders gevoerde criminele procedures waarvoor van de hulp van de officier in Rhenen gebruik is gemaakt
27 Minuten van akten van lijkschouw, 1657-1797 i
28-614 Stukken betreffende voornamelijk lijfstraffelijke, boetstraffelijke en vrijheidsstraffelijke processen
2. Civiele rechtspraak
3. Vrijwillige rechtspraak
4. Huishoudelijke zaken
5. Registratie van bewoners
Concordans
Erfgoedstuk
laatste wijziging 09-01-2024
15.229 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 156 bestanden

Kenmerken

Datering:
1438-1812
Plaatsnaam:
Rhenen
Omvang:
36,5
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van rechterlijke organen
Herkomst:
Overheid_R
Auteur:
D.T. Koen, D. Ruiter, H.J. Postema
Rechtsvoorgangers:
Kantongerecht, Arrondissementsrechtbank, Notarissen, ambtenaren Burgerlijke Stand
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 066 Stadsgerecht Rhenen 1438-1812
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 066
Categorie:
laatste wijziging 09-01-2024
15.229 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 156 bestanden