28-10-1625: Geertruijt Jans, wed. Bart Cornelisz, disponeert van haar goederen volgens octrooi van 6-10-1625 door het Hof van Utrecht verleend. De diaconie van Veenendaal krijgt 50 gulden. Zij stelt tot haar erfgenamen haar zoons kinderen, verwekt bij Aelken Jans en Rijck Jansz, met name Jan Aeltensz de oude, Jan Aeltensz de jonge, Rijck Aeltens, Maijken Aeltens, Jannigje Aeltens, Adriaentgen Aeltens en Neeltgen Aeltens, allen verwekt bij Aelten Jans, haar zoon, en Jan Rijksz, enige zoon van Rijck Jansz. En Cornelis Rijksz, de natuurlijke zoon van Rijck Jansz verwekt bij Adriaentgen Lamberts, zal 300 gulden krijgen. Met een memorie om te dienen voor de secretaris A. van Harn, gedateerd 3-3-1627. En een akkoord tussen ds. Gerardus Helmichius en Rijck Jansz over de schulden van Rijck aan Helmichius. Hij stelt als onderpand zijn huis achter de kerk, in gebruik bij de weduwe van Cornelis Clerck de jonge.