Archieven

Uw zoekacties: Stadsgerecht Rhenen

066 Stadsgerecht Rhenen

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
066   Stadsgerecht Rhenen
Inleiding
1. Stadsgerecht
2. Archief en inventaris
3. Aanwijzingen voor de gebruiker
4. Literatuur en bronnen
laatste wijziging 09-01-2024
15.229 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 156 bestanden
Inventaris
1. Criminele rechtspraak
2. Civiele rechtspraak
3. Vrijwillige rechtspraak
282 Lijst van transporten, gepasseerd voor het stadsgerecht in de jaren 1640 en 1641
283-384 Minuten van transporten, plechten, testamenten en overige door de schepenen opgemaakte akten, en enkele interrogatoiren
385-440 Protocollen van transporten, plechten en overige door de schepenen opgemaakte akten
385 1549-1551 juli
386 1551 mei-1553
387 1555-1559 mrt
388 1559 apr.-1561 okt. 16
389 1561 okt. 20-1564 okt
390 1564 nov.-1567
391 1570 aug.-1573 jan
392 1573 feb.-1574 aug. 5
14-2-1573: Aert Jansz, Willem Jansz, Cornelis Jansz, voor zichzelven en Guert Aelbertsz x Adriana Jansdr bekennen schuldig te zijn aan Elisabeth en Gerarda Elis Janszdr 123 gulden wegens een erfrente die Elisabeth en Gerarda voor hun vaders en moeders goed aangeërfd is volgens maakgescheid op heden gedaan.
15-2-1573: Jan Celen x Haesken bekennen schuldig te zijn aan Dirck Vonck Pelgrumsz 32-15 wegens geleverd bier.
19-2-1573: Anthonie van Drueten, Herman van Hunnen en Aelbert Verweij stellen zich borg om het gewijsde te voldoen voor Jan Willemsz geapprehendeerde in de zaak tegen Fransoys de Blijder Arrisz.
19-2-1573: Jan Willemsz constitueert Verweij en Ridder.
19-2-1573: Henrick de Cruijff te Nijmegen belooft bij ede dat hij de zes rollen was in zijn schip geladen zijnde niet weerloos zal laten.
21-2-1573: Jerefaes van Triest en Rijck Wesselsz, molenaar, constitueren Huijch van Cothen, Johan Wachtelaer, Aert Ram en Odolff van Santen, procureur voor het Hof van Utrecht, mitsgaders Bartholomeus van Bergeijck, procureur voor het gerecht van Rhenen.
22-2-1573: Mr. Jacob van Eck en Aelbert Verweij stellen zich borg voor Cors Gerritsz, Gijsbert Jansz en Jacob Gerritsz, geapprehendeerden, dat deze gevangenen niet uit de stad Rhenen zullen gaan voordat het gewijsde is voldaan op straffe van honderd gouden realen tegen de koninklijke majesteit te verbeuren. Ook belooft priester heer Eelgis Willemsz, met als borg Gerrit de Cruijff, en belooft de comparanten schadeloos te houden.
23-2-1573: Cors Gerritsz, Jacob Gerritsz en Gijsbert Jansz hebben bij ede beloofd tot vermaning van de schout van Rhenen op eigen kosten binnen Rhenen te zullen blijven.
3-3-1573: Willem Willemsz Knoppert, won. Woudenberg, heeft volgens zijn eed op 2-3-1573 te Utrecht gedaan zich in hechtenis laten nemen.
7-3-1573: Mr. Rutger de Bruijn x Hadewijch Lijsters bekennen schuldig te zijn aan de landcommandeur der balije Duitse Huis te Utrecht 100 gulden.
14-3-1573: Gerrit Berntsz heeft zijn vrouw Geertruijt Reijers gelijftocht in het huis waar zij nu wonen in de Visscherstraat, en in al hun goederen.
25-3-1573: Guert Gijsbertsz, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan Gerrit Gijsbertsz te Amerongen 54 gulden wegens geleend geld.
7-4-1573: Gerritgen Jansdr, wed. Bert Aelbertsz Quint, met Jan Claesz, haar gekoren momber, voor zichzelf en als boedelhoudster ten verzoeke van Dirck Aelberts Quint, bekent geapprobeerd te hebben al hetgeen zij comparante aan Dirck Aelbertsz Quint heeft overgegeven.
11-4-1573: Jan Alertsz bekent schuldig te zijn aan Agniet Jansdr 50 gulden vermogens zekere obligatie van 23-11-1568 en de additie daarna gevolgd op 19-11-1569. In de marge staat dat deze som is overgezet op Claes Lijster Hubertsz.
26-4-1573: Gijsbert Aertsz, won. Veenendaal op de gronden of venen van Jan Bogert, bekent schuldig te zijn aan Ot Jelisz van Ommeren, brouwer te Veenendaal, 127 gulden wegens geleverd koren en bier.
29-4-1573: Jan Alertsz van Cappel, schipper, bekent schuldig te zijn aan Gijsbert Jansz 29 gulden wegens levering van turf.
3-5-1573: Cornelis van Schoenhoven bekent schuldig te zijn aan Jan van Ee 16-18 wegens geleverde waren.
3-5-1573: Henrick Jansz Bloem bekent schuldig te zijn aan Jan van Ee 53 gulden.
3-5-1573: Cornelis Cornelisz alias de jonge Ringel bekent schuldig te zijn aan Cornelis Danielsz van Schoenhoven 42 gulden wegens levering van de helft van zulk gereedschap van vijzels, kettingen, repen gewijnd kromhout, wagenschot. En 28 gulden van koop van een huis en nog 6 gulden die hij Jan van Ee schuldig was van gehaalde waar, waar Schoonhoven borg voor was geworden. En 25 gulden van levering van planken en 6 gulden die hij Helrijck Hermensz schuldig was van koop van een koe, waar Cornelis Danielsz borg voor geworden is. Hij stelt als onderpand zijn huis onder Heijmenberg waar hij nu woont en al zijn inboedel en mobile goederen.
5-5-1573: Hubert Bertsz, schipper, bekent dat Dirck Henricksz alias Wilthuijs hem vol en al betaald heeft 50 gulden.
17-5-1573: Jan Goijeren de oude als oom en momber van de onmondige kinderen van Joest Goijersz, verwekt bij Aertge Jansdr, ratificeert de executie die gisteren op zijn verzoek is gedaan van Aelbert Guertsz voor de som van 112 gulden vermogens de akte van condemnatie daarvan zijnde van 16-6-1572 en constitueert Bartholomeus van Bergeijck.
26-5-1573: Thonis Walravens van Cronenburg stelt zich borg voor Dirck van Cronenburg om te betalen aan handen van mr. Adriaen van Stoutenburg 15-6-1.
28-5-1573: Dirck Vonck Pelgromsz x Maria de Bruijn, erfgenaam van Cristina Lijster, nagelaten weduwe van Dirck de Bruijn, haar moeder en vervangende de andere erfgenamen, en Wouter van Sulen voor zichzelf en zijn vrouw constitueren Cornelis Meertensz de Zwart, procureur voor het Hof van Utrecht, en Bartholomeus van Bergeijck, procureur voor het gerecht van Rhenen, wegens het decreet dat de gravin van Arenberch begonnen heeft te doen op de goederen behorende Rutger Valkenaer gecondemneerde.
2-6-1573: Maria Willemsdr, nagelaten weduwe van Gerrit Hermansz, bekent, met Bartholomeus van Bergeijck, haar gekoren voogd in deze zaak, schuldig te zijn aan Jan Joostensz en Jerefaas van Triest 43 gulden wegens geleverd bier en brood. Hij stelt als onderpand een lijst met goederen.
4-6-1573: Peter Bos legateert op zijn broer Gerrit Gijsbertsz Bos al zijn goederen, te weten een huis binnen Rhenen, waar hij in woont, met de hele inboedel etc.
17-6-1573: Seger Pijck constitueert Peter de Stout Jansz, Ot Goessensz van Herwerden, Gevert van Amerongen, Aert Ram, Jan Wachtelaer, procureur voor het Hof van Utrecht, Bergeijck, Verweij en Ridder, procureurs voor het gerecht van Rhenen, om te ontvangen en rekening te leveren.
066 Stadsgerecht Rhenen
Inventaris
3. Vrijwillige rechtspraak

385-440 Protocollen van transporten, plechten en overige door de schepenen opgemaakte akten
392 1573 feb.-1574 aug. 5
17-6-1573: Seger Pijck constitueert Peter de Stout Jansz, Ot Goessensz van Herwerden, Gevert van Amerongen, Aert Ram, Jan Wachtelaer, procureur voor het Hof van Utrecht, Bergeijck, Verweij en Ridder, procureurs voor het gerecht van Rhenen, om te ontvangen en rekening te leveren.
Datering:
17-6-1573
laatste wijziging 30-06-2020
19-6-1573: Guert Jansz x Adriana Rijcksdr transporteren aan Rijck Herbertsz x Elisabet de alinge huijsinge, hof en hofstede met erf en grond binnen Rhenen waar oostwaarts Jan Delen, dekker, zuidwaarts en noordwaarts de Herenstraat en westwaarts Alijt Dirck van Noert weduwe naast gelegen zijn.
22-6-1573: Cornelis ter Heerenhoeff constitueert Verweij, Bergeijck en Ridder.
3-7-1573: Brant Adriaensz voor zichzelf en Roetert Helmertsz x Adriana Jansdr, erfgenamen van Jan van Ee Adriaensz constitueren Ridder.
6-7-1573: Gerrit van Mechelen, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan Jan Willemsz als executeur of pander van des koninklijke majesteits Domeinen des lands van Utrecht 55 gulden als rest uit zaak van landaccijns in de jurisdictie van Rhenen gevallen anno 1572 en deze accijns bij Cornelis Hendricksz Stip gepacht. Gerrit is brouwer te Veenendaal.
7-7-1573: Jan Celen, won. in de Dijk Achterberg, bekent schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz, molenaar te Rhenen, een som geld wegens overdoening van de Velderbroekse tiend.
7-7-1573: Ariaen Hermensz alias Hoochbeen bekent schuldig te zijn aan Henrick van Eck, burger te Rhenen, vanwege Willem van Hattum en Jan van Hattum 15 gulden als rest wegens levering van goederen.
7-7-1573: Thomas Thomasz bekent schuldig te zijn aan Henrick van Eck vanwege Willem en Jan van Hattum 42-18 vanwege levering van vlees en bonen.
7-7-1573: Gijsbert Aertsz, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan dezelfde personen 24 gulden.
7-7-1573: Cors Aelbertsz bekent schuldig te zijn aan dezelfde persnen 27 gulden.
10-7-1573: Henrick Jansz, schoenmaker, stelt zich borg voor Franck Jacobsz, won. Scherpenzeel, om volgens het appoincte van 24-9-1571 het gewijsde te voldoen tussen Franck ter eenre en Dirck Brueren gedaagde ter andere zijde.
10-7-1573: Ariaen Petersz van Huesden, won. onder Heijmenberg, bekent schuldig te zijn aan Jasper Herbertsz 53-3 wegens geleend geld.
30-7-1573: Henrick Jansz, won. Achterberg, bekent schuldig te zijn aan Reijer Jansz, burger te Rhenen, 240 gulden wegens geleend geld. Aelbert Verweij stelt zich hiervoor borg.
26-7-1573: Jan Bruijnick bekent schuldig te zijn aan mr. Adriaen van Stoutenborg 24-14 wegens pacht, waarvan Amelis Henricksz zich borg gesteld heeft.
20-7-1573: Jonker Goijer Pieck verklaart bij ede dat hij ten achteren is aan Jacob van Renen 62 gulden van een jaarlijkse lijfrente. Hij constitueert Ot Goessensz van Herwerden die als gemachtigde van hem dit proces voor het gerecht van Rhenen sustineert.
27-7-1573: Willem Thonisz Budding x Eechgen Jansr bekennen schuldig te zijn aan Dedrick Kouffen x Cristina de Bruijn 9 gulden en 14 gulden en 14 en 14 gulden en 14 gulden en 239 gulden wegens berekende schuld. Hij stelt als onderpand zijn huis en hofstede met 20 morgen veens daarachter liggende, en door Willem bij decreet van het Hof van Utrecht gekocht, daar oostwaarts de gemene Grift, zuidwaarts Jacob de Edel c.s., westwaarts de Herenstraat en noordwaarts jonker Johan van Renes van Moermont.
2-8-1573: Claes Gerritsz stelt zich borg voor Hermen van Hunnen om achtereenvolgens de dingtalen van 27-5-1573 op de kleine rol tussen Adriaen van Stoutenburg ter eenre en Hermen van Hunnen ter andere zijde om te betalen de pachtpenningen.
5-8-1573: Willem Thonis Budding x Ferchgen Jansdr bekennen schuldig te zijn aan Herbert van Haeften, procureur voor het Hof van Utrecht, 6-5 jaarlijks. Zij stellen als onderpand een huis, hofstede, etc met 20 morgen veen, waar zij wonen. Met dezelfde beleningen als 27-7-1573.
30-8-1573: Jan Mom bekent schuldig te zijn aan Henrick Sweeren, ijzerkoper te Utrecht, 68-6 wegens levering van ijzer.
5-9-1573: Mechtelt Ulrijck Hermenszdr heeft, met Peter van Surrekesteijn, haar gekoren voogd in deze zaak, getransporteerd aan Claes de Ridder, procureur voor het gerecht van Rhenen, 50 gulden die haar van Ulrich Hermensz, haar vader, en Nelleken zijn huisvrouw volgens zekere akte van condemnatie van 26-10-1562 voor dit gerecht gepasseerd is.
7-9-1573: Guert Jansz, won. Achterberg, bekent schuldig te zijn aan Gerrit van Hees 9 gulden wegens levering van hooi.
25-9-1573: Nijclaes de Groet en mr. Rutger de Bruijn bekennen schuldig te zijn aan Agniet en Joesgen Jansdr, verwekt bij Fredericken van Groetfelt 175 gulden wegens geleende penningen die Claes de Groet wegens zijn zusters aangeteld zijn.
1-10-1573: Hermen Scherpynck x Hillegont Lijsters, mitsgaders Henrick Hol bekennen schuldig te zijn aan Aeltgen Adam van Surrekensteijnsdr 70 gulden wegens koop van het huis waar Claes Berntsz in woont.
6-10-1573: Willem van Harn x Catrina Lijsters bekennen schuldig te zijn aan jonker Dirck Kouffen x Christina de Bruijn wegens zekere gerechtelijke rentebrief bij Gerrit Lijster Henricksz x Petertgen van Voert zaliger en deze comparanten als borgen op 11-1-1554 voor dit gerecht gepasseerd 18 gouden hertog Philipsguldens van 25 stuivers het stuk en 10-8½ carolus guldens. Zij stellen als onderpand een hofstede met erf, grond, weiland, bouwland, getimmer en bepoting waar Gijsbert Cornelisz Neuten nu op woont, gelegen te Achterberg, zuidwaarts naast de hofstede van Hemersteijn, zoals zij deze bouwing bij deling van zaliger Gerrit van Harn, hun vader, ontvangen hebben. Op 3-9-1595 is deze hypotheek geroyeerd door Christina de Bruijn, wed. Dirk Coenen. Mechtelt Keijser heeft ten volle betaald.
7-10-1573: Cors Aelbertsz, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan Ot Jelisz van Ommeren, brouwer te Veenendaal, 92-4 wegens geleverd koren en bier.
13-10-1573: Johan Vos van Avesaet, scholtis, x Pancraes van Eck, mitsgaders Johanna van Eck, nagelaten weduwe van Hermen Benger, met toestand van Henrick Benger, haar zoon en gekoren voogd in deze zaak, transporteren aan Gerrit van Hees x Helmich van Eck een stuk veen, velts met de grond gelegen bij Prattenburgh, strekkende van de berg tot Bisschop Davids Group toe, daar oostwaarts Christoffel van Montfoert en westwaarts St. Pieter te Utrecht.
13-10-1573: Jonker Costen Pijck constitueert Henrick van Eck en Aelbert Verweij, procureur te Rhenen.
19-10-1573: Aelbert Verweij x Cornelia van Hattum transporteren aan Wouter Henricksz Coster x Cornelia Gerritsdr de hofstede met erf en grond met toebehoren binnen Rhenen aan de Lange Herenstraat, waar oostwaarts en noordwaarts de gemene Herenstraat, zuidwaarts het convent van Rhenen en westwaarts Goesen vander Beeck naast gelegen zijn.
26-10-1573: Jan Willemsz en Claes Jacobsz van Scherpenzeel constitueren Aelbert Verweij, Ridder en Bergeijck.
8-11-1573: Cornelis Jansz Bunt bekent schuldig te zijn aan Ot Jelisz van Ommeren, brouwer te Veenendaal, 50 gulden wegens geleverd bier en koorn.
11-11-1573: Thonis Henricksz, won. Achterberg, x Maria bekennen schuldig te zijn aan Wouter Gerritsz x Geertruijt 51-10 wegens levering van twee paarden en wagen.
18-11-1573: Nijclaes de Ridder stelt zich borg voor Evert van Voert om het gewijsde te voldoen tegen Jan Mertensz Tulleman.
11-12-1573: Gerard van Arler, factoer van de heren Thomas Granaije, raad en eerste rekenmeester in Gelderland, heeft namens Thomas de rentebrief van 8000 ponden van 40 groten Vlaams het pond t.b.v. Hieronymus Delrio op 5-3-1521 voor Anthonie van Male, openbaar notaris te Antwerpen, en naderhand bij Gielis Breton, zijns comparants volmachtigde voor het Hof op 2-5- daaraan volgend bevestigd. Hij wil meerder zekerheid op deze hypotheek stellen wegens de gevaarlijke tijden. Daartoe machtigde Thomas Gerard van Arler en Dirck Lommetsz, won. Rhenen, om zijn goederen te Rhenen te verbinden.
22-12-1573: Gijsbert Henricksz Beijer bekent schuldig te zijn aan Jasper Herbertsz 53-3.
22-12-1573: Claes de Groet bekent schuldig te zijn aan Henrick van Eck en Wouter Henricksz Coster 44-5.
10-1-1574: Pelgrum Cornelisz stelt zich borg voor Peter Claesz van der Beeck om te voldoen het contract en uitkoop heden tussen hem ter eenre en Alertgen Henricxsdr ter andere zijde gemaakt, te weten dat de erfgenamen van zaliger Goessen Claesz van der Beeck van waarde zullen houden deze uitkoop van zijn broer.
10-1-1574: Wemmer Gijsbertsz stelt zich borg voor Alertgen Henricksdr, wed. Goessen Claesz om Peter Claesz van der Beeck te betalen 50 gulden van maakgescheid.
13-1-1574: Cornelis Rijngel x Rutgertgen bekennen schuldig te zijn aan Maria Jansdr 50 gulden.
19-1-1574: Hees Claes Gerritszdr Willem Jansz weduwe bekent schuldig te zijn aan Wemmer Gijsbertsz, bakker, 34 gulden wegens geleverd brood met een vet varken en andere waren.
29-1-1574: Alzo er zekere kwestie is geschapen tussen Cunera Jans van Ee weduwe ter eenre en Brant Ariaensz van Eede voor zichzelf en namens de kinderen Rotert Helmerensz x Elisabet Adriaensdr, tezamen nagelaten ter andere zijde, betreffende de goederen die Jan van Ede aan Cunera heeft nagelaten en veraccordeerd door tussenspreken van Jan Herberts en Willem Gerritsz en Jerefaes van Triest als onpartijdig daartoe verzocht. Cunera zal Brant in zijn kwaliteit betalen 335 gulden. Op 1-3-1574 compareren Helmert en Willem Rotertsz, erfgenamen van Rotert Helmerens x Elisabet Adriaensdr, hun vader en moeder, en als mombers over Adriaen, Guertgen en Anthonie Rotersz, hun broers en zuster. Zij approberen deze akte. Op 1-7-1574 compareert Thonis Roetertsz x Maria Heijmanszdr en bedanken Cunera voor de volle betaling. Op 8-12-1579 heeft Adriaen Roetersz voor zichzelf en namens zijn zuster betaling bekend.
29-1-1574: Cornelis Woutersz bekent schuldig te zijn aan Jerefaes van Triest 30 gulden.
31-1-1574: Anthonie Quint, won. Elst, bekent als mede-momber van de onmondige kinderen van Sebastiaen Quint schuldig te zijn aan Peter Hebertsz 106-5, waarvoor Dirck van Lommetsz en Claes de Cruijff zich borg hebben gesteld.
11-2-1574: Jan Jacobsz Telick bekent schuldig te zijn aan Willem Lubbertsz Slamp 59-1½ wegens geleverd koren.
12-2-1574: Claes Lijster Henricksz bekent schuldig te zijn aan Arent Schell te Keulen 226 daalders, de daalder gerekend op 30 stuivers, volgens handschrift van 11-8-1567.
18-2-1574: Mathijs van Voerdt, burger te Utrecht, als gemachtigde van Maria Jan Spruijtendr, zijn huisvrouw, vestigt t.b.v. Catharina Alerdt van Haeftens wedu een jaarlijkse rente van 25 gulden. Hij stelt als onderpand 12 morgen veen te Rhenen, strekkende van Cuneraweg tot midden in de Grift daar zijne koninklijke majesteit oostwaarts en Jacob van Rhenen westwaarts naast gelegen zijn.
21-2-1574: Henrick Jansz Bloem bekent schuldig te zijn aan Wouter Gerritsz x Geertruijt Ariaens 53 gulden.
26-2-1574: Pons Guerts voor zichzelf, Willem de Wael x Maria Guertsz en mede vanwege Dirckgen Neeltgen Henricxsdr en Daniel Henricks, onmondige kinderen van Henrick Danen x Anna Pons, haar broer en zusters, mitsgaders Cornelis en Gijsbert Ponsz als ooms en mombers der voorschreven kinderen, samen kinderen en erfgename van Henrick Danen en Anna voorschreven, constitueren Aelbert Verweij.
10-3-1574: Mr. Johan van Harn, advocaat voor het Hof van Utrecht, x Maria van Bijler, mitsgaders Juliana en Heijlwich van Renen, zusters, met Johan van Harn, hun neef en momber in deze zaak, transporteren aan Wouter Henricksz Coster x Cornelia Gerritsdr de alinge huijsinge en hofstede binnen Rhenen zoals Willem Beijer de oude gebruikte, daar oostwaarts en zuidwaarts de Herenstraat, westwaarts mr. Johan van Harn zelf en noordwaarts Willem van Harn.
11-3-1574: Wouter Henricks Coster x Cornelia Gerrits bekennen schuldig te zijn aan mr. Johan van Harn, advocaat voor het Hof van Utrecht, en Juliana en Heijlwich van Renen, 500 gulden wegens koop van een huis.
11-3-1574: Mr. Johan van Harn, advocaat, x Maria van Bijler, mitsgaders Juliana en Heijlwich van Renen transporteren aan mr. Wouter Zuermont x Heijlwich van Harn een huis en hofstede genaamd Den Bock met de achterste hof, daar oostwaarts en noordwaarts Wouter Henricksz Coster, zuidwaarts de Herenstraat en westwaarts Wemmer Gijsbertsz. Wouter bekent zijn schuld bij hen van 425 gulden.
17-3-1574: Jan Jansz Backoven x Cunera, mitsgaders Alijt Jansdr wed Ariaen Jansz Backoven transporteren aan Dirck Rijcksz x Henrisken Mathijsdr de alinge huijsinge, hof en hofstad met erf en grond daar oostwaarts de Herenstraat, zuidwaarts de weduwe en erfgenamen van Adriaen Dircksz en westwaarts Hertger Henricksz en noordwaarts de stadswal.
3-4-1574: Ariaen Henricksz, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan mr. Adriaen van Stoutenburg 352-10 wegens levering van koren en venen.
13-4-1574: Jan de Wit, burger te Wijk, constitueert Aelbert Verweij.
14-4-1574: Gerrit Gerritsz x Vreechgen Woutersdr transporteren aan Jan Aelbertsz x Alijt Rijcksdr 2 morgen hooiland met erf en grond te Achterberg, daar oostwaarts heer Henrick van Wijck met zijn vicarie, zuidwaarts de Maatsteeg, westwaarts de Poelscampen en noordwaarts de cromme over de Grift.
15-4-1574: Cornelis Stevensz en Henrick van Eck als gemachtigde van Jacob Goessensz, tegenwoordig koster St. Jacobs te Utrecht, als ooms en mombers van de onmondige kinderen van Steven Thonisz Sprot x Ijtgen Goessensdr, transporteren aan Adriaen Zweersz Verhuijt, burger te Rhenen, x Hillegont Frans Verwaijsdochter een huis met erf en grond in de Cruijsstraat daar Steven Thonisz en IJtgen Goessensdr in hun leven gewoond hebben, daar oostwaarts de Herenstraat, zuidwaarts Wouter Henricksz Coster, westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts Cornelis van Eck, kuiper.
28-4-1574: Cornelis Ariaensz constitueert Verweij en Ridder.
1-5-1574: Jan Henricksz x Sophia van Manen transporteren aan Jan Goddere x Elisabet Elisdr de alinge huijsinge, hof en hofstede met erf en grond binnen Rhenen daar oostwaarts Jan Goddere zelf, zuidwaarts het gasthuis, westwaarts Aert Sandersz en Mechtelt van Someren en noordwaarts de Lange Herenstraat. Jan Godderen bekent schuldig te zijn aan Jan en Sophia 177 gulden.
7-5-1574: Gerrit van Estvelt als momber van zijn onmondige kinderen verwekt bij Elisabeth Verwaij, mitsgaders Jan Claesz Schalck transporteren aan Claes Berntsz x Willemken van Ham de alinge huijsinge met erf en grond binnen Rhenen daar oostwaarts en zuidwaarts Rijck Wesselsz molenaar, westwaarts Hermen Scherpynck en noordwaarts de Herenstraat. Herman Scherpynck x Hillegont Lijsters bekennen schuldig te zijn aan Claes Berntsz x Willemke 84 gulden als rest.
9-5-1574: Adriaen Henricsz, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan Adriana Henricksdr wed Cornelis Thonisz te Elst 39-8 wegens levering van turf en 25 gulden wegens levering van een koe.
9-5-1574: Lijsbet Thonisdr wed Werner Willemsz bekent schuldig te zijn aan Willem Wernersz en Hilligje Wernersdr, haar kinderen, 36 gulden wegens erfenis van hun vader.
17-10-1572: Agneta van Tilborch heeft ter begeerte van hopman Vincent Bleichor in haar huis in de nieuwe kelder laten zetten een besloten kist toebehorende Georgien Ankel van Nieuhausen.
5-6-1574: Janna van Eck, nagelaten weduwe van Hermen Benger, constitueert Gerrit van Hees, haar zwager, Bergeijck en Ridder, procureurs.
21-6-1574: Aelbert Verweij stelt zich borg voor Evert van Voert Mathijsz om het gewijsde te voldoen in de zaak tegen Jan Tulman.
22-6-1574: Jan Dircksz van Afterberch stelt in handen van de pander wegens heer Frederick van Toutenborch, door Gods genade aartsbisschop van Utrecht, al zijn gerede en ongerede goederen, te weten een huis, berg en getimmer, waar hij in woont, vier koeien, een morgen rogge op zijn hofstede op de grond van Mechtelt van Wijck, twee bedden en twee potten, om daaraan te verhalen 300 gulden.
29-6-1574: Claes Henricksz, smid te Veenendaal, bekent ontvangen te hebben 20 gulden van Goessen Gerritsz volgens maakgescheid van de goederen van zaliger Dirckgen Renners? des voorschreven Goessensz overleden huisvrouw. Op 29-4-1575 compareert Adriaentgen Rumere en bekent ontvangen te hebben van Claes Henricks Slot als haar gekoren momber in deze zaak 30 gulden.
29-6-1574: Judith Lijsters bekent schuldig te zijn aan Jan Beijer van Harn 12-10 wegens geleend geld.
29-6-1574: Claes de Cruijff bekent schuldig te zijn aan Peter Herbertsz 106 gulden wegens geleend geld.
5-7-1574: Evert van Voert verklaart bij ede dat Jan Aelbertsz Tol hem nooit gepresenteerd heeft te leveren een halve hoet weit.
15-7-1574: Henrick Gijsbertsz van Amerongen constituert Verweij, Aert Ram en Bergeijck.
19-7-1574: Dirck Vonck Pelgrumsz stelt zich borg voor Jan Vonck, zijn broer, om het gewijsde te voldoen.
19-7-1574: Ulrick Hermsz bekent schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz molenaar 150 gulden.
20-7-1574: Bartholomeus van Bergeiijck als gemachtigde van Rutger Velkener x Catrina van Middachten, bekent schuldig te zijn Gijsbertgen en Merritgen Huberts, zusters, 36 gulden en Henrick van Beijnhem, won. Appellenborn als cassie hebbende van Jan van Amerongen x Anna van Bueren, 27 gulden.
22-7-1574: Pelgrum Cornelisz bekent schuldig te zijn aan Gerrit van Hees x Helmich van Eck 212 gulden wegens geleverde penningen. Zij stellen als onderpand hun aandeel van vier morgen land genaamd De Lange Ackers, gekomen van de erfgenamen van Gerrit van Harn.
22-7-1574: Gerrit van Hees x Helmich van Eck transporteren aan Jan Aelbertsz x Alijt Rijcksdr een huis, hof en hofstede met erf en grond en schuur etc. daartoe behorende, binnen Rhenen daar oostwaarts Ulrich Hermensz met de gemene steeg, zuidwaarts de Lange Herenstraat, westwaarts het huis waar de weduwe van Jan de Leidekker in woont en noordwaarts een gemene straat.
25-7-1574: Jan Celen bekent schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz 200 gulden.
2-8-1574: Claes Lijster Hubertsz bekent schuldig te zijn aan Agniet Jansdr 50 gulden wegens een huis door hem gekocht van Jan Alertsz.
5-8-1574: Gerrit van Estvelt als voogd van zijn gewonnen kinderen bij Elisabeth Verwaij, Jan Wallen en Herman Jansdr ieder voor zichzelf en vanwege het onmondige kind dat Hermen gewonnen heeft bij Peter Verwaij, transporteren aan Willem Gerritsz Backr x Janneken, mitsgaders Cunera Jan van Ee’s weduwe een schuur met erf en grond staande binnen Rhenen omtrent de Raderput genaamd Oraninger Oert daar oostwaarts Jan Claesz Schalck, zuidwaarts Ariaen Rolofsz, molenaar, westwaarts de Herenstraat en noordwaarts een lege hofstede dat Adriaen van Lyndens schuur te wezen placht.
393 1574 aug. 11-1578
394 1584-1587 mrt
395 1587 apr.-1589 juli
396 1589 aug.-1590
397 1591-1593 mei
398 1593 juni-1594
399 1595-1602
400 1603-1606
401 1608-1610 jan
402 1610 juni-1613 apr
403 1613 juli-1617 mrt
404 1617 mei-1619 feb
405 1619 apr.-1620 juli 17
406 1620 juli 27-1622
407 1622 okt.-1628 apr
408 1628 apr.-1638 jan
409 1638 feb.-1643 feb
410 1642 okt.-1651 mrt
411 1648-1651 feb. 3
412 1651 feb. 13-1652 mei
413 1652 mei-1653 mrt
414 1653 mrt.-1654 okt
415 1654 okt.-1656 feb
416 1656 feb.-1656 dec
417 1656 dec.-1657
418 1658-1659 aug. 5
419 1659-1661 feb
420 1661-1662 mrt
421 1662-1664 jan
422 1664 feb.-1665 mrt
423 1665 juni-1674
424 1675-1686
425 1686-1694
426 1694-1698
427 1698-1702
428 1703-1704
429 1706-1717
430 1718-1723
431 1723-1730
432 1730-1741
433 1741-1746
434 1747-1756
435 1756-1765
436 1765-1772
437 1772-1782
438 1782-1792
439 1803-1809
440 1809-1811
441-444 Koopcondities betreffende openbare verkopen van bij de Bank van Lening beleende goederen en panden
445 Protocol van transport, 1803-1805
446 Minuten van boedelscheiding en akten van boedelscheiding die niet door schepenen zijn opgemaakt, 1623-1805
447-448 Protocollen van boedelscheiding
449-461 Minuten van plechten en andere aken van bezwaar
462-467 Protocollen van plechten en andere akten van bezwaar
468 Protocollen van plechten, 1803-1805
469 Kwitanties van de 40ste penning behorende bij transporten en plechten, 1661-1801
470-471 (Authentieke afschriften van) akten inzake verkoop en procuratie behorend bij transporten en plechten
472-474 Minuten van testamenten en enkele andere akten
475-477 Protocollen van testamenten
478-483 Protocollen van attestaties en interrogatoiren
484 Tolbrieven afgegeven aan burgers van de stad door het gerecht en de magistraat, 1701-1797 i
485-486 Minuten van certificaten afgegeven door de secretaris, door het gerecht en door de magistraat
487 Minuten van akten van consignatie, 1692-1755
488 Minuten van interdicties, 1570-1660
489-515 Minuten van procuraties, taxaties, autorisaties, borgstellingen en andere schepenakten
516-522 Protocollen van procuraties, taxaties, autorisaties, borgstellingen en andere schepenakten
523 Afschriften van akten die niet door de schepenen zijn opgemaakt, maar die bij het gerecht zijn ingediend om officieel te worden geregistreerd, 1670-1788
524-603 Stukken betreffende boedels die door het stadsgerecht zijn vereffend
4. Huishoudelijke zaken
5. Registratie van bewoners
Concordans
Erfgoedstuk
laatste wijziging 09-01-2024
15.229 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 156 bestanden

Kenmerken

Datering:
1438-1812
Plaatsnaam:
Rhenen
Omvang:
36,5
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van rechterlijke organen
Herkomst:
Overheid_R
Auteur:
D.T. Koen, D. Ruiter, H.J. Postema
Rechtsvoorgangers:
Kantongerecht, Arrondissementsrechtbank, Notarissen, ambtenaren Burgerlijke Stand
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 066 Stadsgerecht Rhenen 1438-1812
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 066
Categorie:
laatste wijziging 09-01-2024
15.229 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 156 bestanden