Archieven

Uw zoekacties: Burgerlijk Armbestuur Lexmond

542 Burgerlijk Armbestuur Lexmond

beacon
 
 
Inleiding
Vanouds werd de zorg voor de armen overgelaten aan kerkelijke en particuliere liefdadige instellingen. Deze instellingen waren vaak aan voorschriften van stedelijke overheden gebonden. Gemeenten konden soms subsidies verlenen op voorwaarde dat dan ook de niet-kerkelijke armen werden bedeeld. Vóór de Franse Revolutie werd de armenzorg echter meestal als een specifiek kerkelijke zaak beschouwd.
Na 1815 kwam er in elk dorp en gemeente een burgerlijk armbestuur, bestaande uit een voorzitter en twee leden, benoemd door de gemeenteraad op voordracht van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad stelde reglementen vast en de burgerlijke armbesturen waren verplicht financiële verantwoording af te leggen aan het gemeentebestuur. De kerk was niet altijd gesteld op staatsinmenging en zagen het als hun plicht om voor hun eigen armen te zorgen. Gaandeweg is er meer staatstoezicht gekomen in de vorm van armenwetten (1854 en 1912).
Na de Eerste Wereldoorlog werden de burgerlijke armbesturen omgezet in gemeentelijke instellingen als Gemeentelijke Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Eerst gebeurde dit in de grote steden, later ook in kleinere gemeenten. De bestuurlijke verantwoordelijkheid werd later overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders.
In de jaren ’30 en ’40 van de vorige eeuw kreeg een aantal gemeentebesturen het gevoel dat men te weinig greep had op de gemeentelijke armenzorg. Daar werden de burgerlijke armbesturen omgezet in een gemeentelijke Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Deze diensten waren de voorlopers van de gemeentelijke sociale diensten.
Door de toename van het welvaartspeil na de Tweede Wereldoorlog en de groei van de verzorgingsstaat met een stelsel van wet- en regelgeving op het gebied van sociale zekerheid (o.a. AOW in 1957, Algemene Weduwen en Wezenwet in 1959, Kinderbijslagwet in 1963), verloren de burgerlijk armbesturen, kerkelijke en particuliere instellingen hun belangrijkste betekenis voor de armoedebestrijding. De cruciale verandering in dit proces was de invoering van de Algemene Bijstandswet in 1965, een rijksregeling die uitgevoerd werd door de gemeenten. Van meer of minder geregelde liefdadigheid werd financiële bijstand een recht van de burger. Hiermee kwam een eind aan de taken van de gemeentelijke burgerlijke armbesturen.
In Lexmond veranderde het Burgerlijk Armbestuur in 1955 in de Sociale Dienst.
Stukken uit dit archief kunnen worden aangevraagd door vermelding van de naam van het archief en het archiefbeheersnummer tussen ronde haken:
- Burgerlijk Armbestuur Lexmond, 1794-1958 (542);
- het of de inventarisnummers van de stukken.
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1794-1958
Plaatsnaam:
Lexmond
Omvang:
0,50
Openbaarheid:
Beperkt openbaar
Herkomst:
Overheid_V
Auteur:
H.J. Postema
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 542 Burgerlijk Armbestuur Lexmond 1794-1958
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 542