Archieven

Uw zoekacties: Burgerlijk Armbestuur Leerdam

593 Burgerlijk Armbestuur Leerdam

beacon
 
 
Inleiding
De gemeente Leerdam trok de zorg voor de algemene armen naar zich toe per 1 januari 1854. Waarschijnlijk gebeurde dit onder invloed van de op komst zijnde Armenwet van 28 juni 1854. Drie personen werden benoemd als leden van het bestuur. De door de gemeente overgenomen cijnzen en erfpachten werden blijkens de rekeningen van het armbestuur ten bate van het bestuur gebracht.
Bij raadsbesluit van 30 augustus 1855 werd al een nieuwe verordening vastgesteld op de inrichting van het armbestuur. Tenslotte deden zich in 1872 weer financiƫle moeilijkheden voor. Gedeputeerde Staten ontwikkelden bezwaren tegen het verlenen door de gemeente aan het armbestuur van 2200 gulden subsidie op de begroting 1873. Mede hierdoor besloot de raad op 25 juli 1872 in overeenstemming met het gevoelen van het armbestuur dit armbestuur op te heffen met ingang van 1 januari 1873. Hierdoor werd de zorg voor de armen bijna geheel overgelaten aan de kerkelijke en bijzondere instelllingen.
De gemeente beperkte zich er hierna toe gelden beschikbaar te stellen voor de kosten van verpleging van arme krankzinnigen, van de geneeskundige armenpraktijk en van bestedelingen in de werkinrichting. Verder werden op de begroting gelden uitgetrokken voor kosten van begrafenissen van armen. De werkinrichting werd in 1856 opgericht en was bestemd om armen te ondersteunen in de vorm van werkverschaffing.
Ten gevolge van de sterke toename van de bevolking en de behoefte een aantal armen, niet behorende tot enig kerkgenootschap, te ondersteunen, besloot de gemeenteraad op 6 november 1917 een burgerlijk armbestuur in te stellen. Aan dit bestuur werd de gehele armenverzorging in de gemeente opgedragen. Dit diende echter zodanig te worden opgevat dat zij die niet of niet voldoende werden geholpen door andere instellingen zich tot het burgerlijk armbestuur konden wenden. Dit armbestuur trad in werking op 1 januari 1918. Een reglement hiervoor is vastgesteld bij raadsbesluit van 25 januari 1918, dat werd goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 4 februari 1918.
Volgens dit reglement zou het bestuur bestaan uit negen leden, door de raad benoemd en ontslagen. Aan het bestuur werd toegevoegd een voorzitter, door en uit het college van B&W aangewezen. Tevens zou er een boekhouder en een administrateur zijn.
Veel stukken die betrekking hebben op ondersteuning van armen zijn terug te vinden in het archief van het gemeentebestuur van Leerdam.
Stukken uit dit archief kunnen worden aangevraagd door vermelding van de naam van het archief en het archiefbeheersnummer tussen ronde haken:
- Burgerlijk Armbestuur Leerdam, 1854-1943 (593);
- het of de inventarisnummers van de stukken.

Kenmerken

Datering:
1854-1943
Plaatsnaam:
Leerdam
Omvang:
0,70
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Herkomst:
Particulier
Auteur:
H.J. Postema
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 593 Burgerlijk Armbestuur Leerdam 1854-1943
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 593