spraak ende memorie, soo ons klaarlijk bleek, en wij niet anders sien of merke konde, ende verklaarde te overdenken de sekerheids des doods, ende de onseekere ure van dien, daaromme alvorens van dese wereld te schijden van sijn tijdelijke goederen te willen disponeeren, en sijn ziele in de grondeloose bermhertigheijt van God almagtig beveelende, tot sijn eenige universele erfgenaam te institueeren en nomineeren als doet bij desen tot en in alle sijne na te laten goederen gerede en ongerede sijne nigte Maria Cornelis den Dunnen weduwe van Arien Keijser, en bij overlijden van de selve hare kinderen in haare moeders plaats om alle deselve sijne nalatenschap hoe die naam mogten hebben en waar gelegen als haare vrij eijgenste gebruijken ende te genieten al het welk den comparant testateur verklaarde te sijn sijn uijterste wil meening en begeerte willende ende begeerde dat het selve na sijn overlijden alsoo volkomen effect sorteeren sal, ’t sij als testament, codicille of uijterste wille sulks het selfde ten besten kragtigste kan bestaan alwaar het dat eenige solenniteijten na regten hier toe gerequireert niet waren geobserveert maar eenige van dis geomitteert. Aldus gedaan ende gepasseert voor Adriaan van Kersbergen, Johan Brouwers en Teunis Cornelis Dunnen schepenen. alles sonder erg. Actum den 22^en april 1697 en was onderteijkent  Dirk Dirksen Dunnen, Teunis Cornelissen Dunnen, en is dusdanig merk X gesteld waarom geschreve stont, dit teken heeft Johannes Brouwer eijgenhandig gestelt mijn present C: A. Kloekhof secretaris en is dusdanig merk gesteld ¬ waarom geschreve stont dit teken heeft den schepen Adrianus Kersbergen met eijgen hand geschreven, me presente en was onderteijkent C: A: Kloekhof secretaris

Compareerde voor schepenen der hoge heerlijkheid Hagesteijn Cobus Meijnsen ende Gerrigien Jans Echte luijden, den voorschreven Cobus Meijnsen gesond van lichaam ende sij Gerrigien Jans in barensnoot leggende, dog beijden bij volkomen verstand spraak ende memorie, so ons klaarlijk bleek en wij niet anders sien of merken konde, ende verklaarden te overdenken de sekerheijt des doods ende de onsekere uure van dien daaromme alvorens van dese wereld te schijden, van hare tijdelijke goederen te willen disponeeren en haar ziele in de grondeloose barmhartigheijd gods bevelende uijt pure regte liefde die d’een d’ander sijn toe dragende d’een d’ander en alsulks de langstlevende van de selfde te justitueeren en nomineeren tot eenige universele erfgenaam in al des eerste overlijden na te latene goederen, soo gerede als ongerede hoegenoemt , en waar gelegen, omme alle deselve als haar vrij eijgen te genieten hebben ende behouden, sonder contradictie of tegenseggen van imand, al het welke sij testateuren verklaarde haar uijterste wille, meening en begeerte te sijn, begeerende dat het selve na haar overlijden alsoo volkomen effect sorteeren sal ’t sij als testament, codicille of uijterste wille sulks het selfde ten bestene kragtigste kan bestaan alwaar het, dat eenige solenniteijten na regten hiertoe gerequireert niet waren geobserveert maar eenige van dien geomitteerd. Actum voor Bastiaen Jansen Rietveld, Dirk Teunissen Tienhoven en Paulus Dirksen Kuijken schepenen op den 2en april 1698