Wij Hermanus van Noorle, substituut-schout, Ernst van Westervelt en Cornelis Ramot, landtgenoten van Bolgereij en Autena, doen cond dat voor ons gecompareerd is de heer Mauricius van Vianen als executeur van den testamente van wijlen Antonia van Oostrum, ende verklaarde in zijne voorschreven qualiteijt te cedeeren, transporteeren ende in vollen eijgendom over te geven aan en ten behoeve van Isaac van Wijk de helfte van agt mergen zo bouw-, weij- als hooijland, daaronder begrepen agt hond griendinge, zijnde driejarig houtgewas, of zo groot en klijn als hetzelve gelegen is op Zouden Bolgereij in den schoutampte van Vianen, gemeen met de kinderen en erfgenamen van De Ridder, hebbende boven naast geland de Domeijnen van Vianen ende beneden de gemelde Antonia van Oostrum. Renuncieerende en vertijende den comparant in zijne voornoemde qualiteijt op, aen en ten behoeve van Isaac van Wijck voornoemt, zijne erven of regt verkrijgende, beloofde vrijding en waring als erfkoopsregt is ende bekende van de totale kooppeningen ter zomme van een en twintig gulden voldaan en betaalt te zijn. Des 't oirkonden hebben wij onze zegelen hieronder aan doen hangen op den 26e maij 1728.
In kennisse van mij secretaris Valentijn Micheell.