Die Staten van den lande van Utrecht doen kundt allen luijden dat voor onsen lieven ende getrouwen joncheer Gerard van Reede, here van Drakesteijn ende de Vuijrs, stadthouder van de leenen 's lands van Utrecht ende leenmannen naebeschreven, gecomen ende gecompareert is Dirck Janssen van Dorsten, borger alhier te Utrecht, als speciale macht ende authorisatie hebbende van vrouwe Catharina van Gent, vrijvrouwe van Gent, Appeltern ende Aeltvorst, vrouwe douagiere van wijlen heere Floris van Meverden ten Venne, in sijn leven heere van Gent, Appeltern, Aeltvorst, erfcamerlingh des Fürstendoms Gelre, vermogens hare procuratie gepasseert voor borgenmeesters, schepenen ende raedt der stadt Calcar op den 7e februari 1661, ons alhier vertoont ende in onsen leenregister geregistreert. Ende drough hij comparant in de voorschreven qualité ende in krachte van de procuratie op in onsen handen, met sijnen vrijen moetwillen twee houven lands met heuren toebehoren, gelegen in het kerspel van Zeijst, ende geheeten zijnde dat Loo, daer boven ende beneden wij selfs naest gelandt sijn. Ende den voornoemden Dirck Jansz van Dorsten in de voorschreven qualité ginck die twee houven lands met heuren toebehooren voorschreven af ende verteech daervan klaerlijk als onse mannen wijsden dat recht was ende hij schuldich was te doen soodat hij daeraen niet meer en behielt noch wachtende en was en wij onsen vrijen willen daer mede doen mochten. Doen dit geschiet was, verlijden wij aldaer rechtevoort ende beleenden, verlijen ende beleenen met desen onsen openen brieve jonckheer Bernt van Rijsenburch, here van Rijsenburch etc. met de voorschreven twee houven lands met heuren toebehooren, gelegen ende bepaelt als vooren, te houden van ons ende onse naecomelingen in alre manieren als de voornoemden vrouwe Catharina van Gent, vrijvrouwe van Gent, Appeltern ende Aeltvorst, vrouwe douagiere van wijlen heer Floris van Meverden ten Venne etc. voorschreven ende hare voorsaten die te houden plagen ende

als men die met recht schuldig is ende behoord te houden. Ende voor den gemelte jonckheer Berendt van Rijsenburch, here van Rijsenburch etc. heeft ons Willem van Velpen, borger alhier te Utrecht uijt crachte van sijne procuratie ons alhier vertoont ende in onsen leenregistre mede geregistreert, den behoorlijke eedt daertoe staende gedaen. Hier waren over ende aen daer dit geschiede Johan van Haeften, Floris Zachariasz ende Gerrit Jansz Vernoij, onse mannen van leen ende meer goede luijden genough. In oirconde 's briefs besegelt met den zegel onses leenhofs van Utrecht. Gegeven binnen den stadt Utrecht op den 16e dach augusti int jaer onses liefs Heeren ende Zaligmaekers Jesu Christi sestienhondert twee ende 't sestich.