Willem bij der gratie Godes prince van Orange & Nassau etc. etc. etc. erfstadhouder etc. misgaders de Staten van den Lande van Utrecht, doen kond allen luijden dat wij behoudens ons ende een iegelijk zijn goed recht, door onsen lieven ende getrouwen den heer Jan Pesters, here van Cattenbroek, comparerende wegens de heren geëligeerde raden t' onser vergaderinge, decan vam den capittule St. Jan alhier, stadhouder van de respective leenen etc. verleijd ende beleend hebben, verleijen ende belenen mits dezen onsen openen brieve Maria Anna Geertruijd van Bemmel, douariere van Joost Hendrik Baldewijn van Hertefelt, vrouwe van Rijsenborch, gesubstitueerde praelegatrice van het fidei-commissair praelegaat vervat in de beslote testamentaire dispositie van Johan Jacob van Heemskerk in leven vrijheer van Incourt en Longeville, heer van Rijsenborch etc. en Geertruijd Theodotia Regina van Bemmel vrijvrouwe van Incourt etc. echte lieden, den 20e maij 1719 te Bemmel getekend, tenzelven dage door amptman, richter en dijkgraaff des ampts Overbetuwe en gerechtsluijden gesuperscribeert, en den 30e januarij 1724 door den notaris Johan Andreas Becker en zekere getuijgen binnen deze stad geopend, waarvan extract authenticq alhier vertoond ende ten leenregistre geregistreert is; na doode van Hendrina Justina van Heemskerk in leven vrijvrouwe van Incourt etc. laatste fidei-commissaire prelegatrice, met twee hoeven lands met zijn toebehoren, voordezen gelegen onder den kerspele van Zeijst, en nu volgens onze resolutie ende appointement van den 28e februarij 1677 gecomprehendeert onder den gerechte van Rijsenburch, genaamt het Loo, daar boven ende beneden wij zelfs naast geland zijn geweest. Te houden van ons ende onze nakomelingen in alle manieren als meergemelde Hendrina Justina van Heemskerk de voorschreven twee hoeven lands met zijnen toebehoren van ons te houden plag, ende 

als men dezelve met recht schuldig is ende behoord te houden. Ende voor de gemelde Maria Anna Geertruijd van Bemmel, douariere van Joost Hendrik Baldewijn van Hertefelt, vrouwe van Rijsenburch, heeft ons den notaris Jan Tieleman Blekman ingevolge de procuratie den 25e junij laatstleden voor den notaris Jan de Clefaij en zekere getuijgen binnen deze stad gepasseert, mede alhier vertoond ende ten leenregistre geregistreert, huld, eed ende manschap gedaan naar behoren, mits de voornoemde Maria Anna Geertruijd van Bemmel, douariere etc. gehouden blijft bij 't overlijden van hare voornoemde hulder, binnen jaar en dag een anderen hulder te stellen. Hier waren over ende aan daar dit geschiede Abraham du Pré, mr. Gerard Munniks ende Etienne Augier, onse mannen van leen, ende meer goede luijden genoeg. In oirkonde des briefs bezegeld met het zegel onses leenhofs van Utrecht. Gegeven binnen de stad Utrecht op den 9e dag der maand september in 't jaar onses lieven Heere ende eenigen Zaligmakers Jesu Christi 1700 acht en sestig.