bestand: 
resultaat: 
152Stadsbestuur Rhenen
101677 mrt. 13-1679 apr. 4
Bestandnaam:
152_10_0024.jpg
Opmerkingen:
Transcriptie door F. Gunther en E. Verhaar, april 2017.
Ga naar dit stuk:
Volgnummer:
22 van 64
Download
Hieronder kunt u het bestand downloaden: Download
Transcriptie

cedullen waer nae deser stadts impositien genaempt de huijshoudinge hebben geint ende wtgeseth niettegenstaende meermaelen daartoe sijn gesommeert ende oock met gijselinge gecommineert authoriseren den substituut schout en deurweerder neffens den oudt cameraar Van Geijn omme ijmant vande buurmeesters van Venendaell ofte derselver cameraar te gijselen ende in cas van derselver studieuse absentie aldaar tot derselver onkosten te verblijven tot dat occasie sullen hebben van eene derselver effective te gijselen, verstaande mede dat alle de onkosten hierover te vallen sal blijven ten laste van deselve buurmeesteren en cameraar sonder dat die naderhant ten laste van de gemeente sullen mogen werden gebraght, sullende mede in gijselinge mogen werden gehaelt eenige voornaempste geerfdens die men verneempt oorsaacke vande inobedientie vande ordres vande magistraat te wesen waar vande naemen aen den oudt cameraar Van Geijn sijn opgegeven ende op dat de buurmeesteren hier van niet mogen wesen ignorant, soo sal deselfde buurmeester ende cameraar ten overvloet noch eens werden geinsinueert. Actum den 9en julij 1677.

Ende alsoo de heeren vande magistraat van eenige jaren herwaarts is gebleecken ende noch blijckende is, dat Jacob Wouters boven andere oorsaacke is vande quaatwilligheijt inde bovenstaande acte geroert, authoriseert den substituut schout Reumelaar omme derselven Jacob Wouters effective mede ende dat tot sijne eijgene kosten te gijselen ter tijt toe de ordres vande heeren vande magistraat effective sullen wesen naargecoomen. Actum den 29en julij 1677.

Relaes

Wij onderschreven sijn ten huijse van Jacob Wouterse geweest ende hem de acte verthoont waar op hij ons antwoorde niet te willen in gijselingh en alwaar de heeren den duijvel soo soude hij niet met ons gaan ende seijde dat hij het tegen heeft gesproocken en tegensprack en dat al die inde school sijn geweest het tegen hebben gesproocken en dat hij het wt die redenen doet om dat voor twintigh jaren Jan Toll hem heeft geseijt, dat hij ’t niet schuldigh sijn ende dat Govert Gerritsen seijt dattet Cornelis Boonsaeijer hem oock geseijt heeft dat hij ’t niet schuldigh sijn te betalen, soo heb ick hem bij de mouw gevat en heeft mijn ontweldight ende is heengegaan. Oircont ons op den 30en julij 1677. En was onderteeckent J.W. Reumelaer, G. Turen, H. Vastrick.

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen