Iovis den 19en april 1677 op den policie-dagh
Is nae examinatie vande opgestelde memorie concerneerende de opmaeckinge vanden hofdam buijtten de stadt geresolveert, dat in conformite vanden omslagh daar bij gedaen een ijder sijn vack hem toegevoeght en sulcx naeder sal werden aengewesen binnen den tijt van acht dagen nae publicatie deses ter behoorlijcke hooghte ende breette sal hebben optemaecken op pene dat bij naelatigheijt ende den voorschreven tijt overstreecken sijnde, den heere officier (die daar toe mits desen werdt geauthoriseert) op sijn edeles dubbelde weerpenningen sal laten doen, oock dat de paeltjes noodigh omme een ijder sijn slagh bequaemelijck aftescheijden den cameraar tot laste vanden geinteresseerde eijgenaren inde naevolgende lijste gementioneert nae proportie omteslaen, sal hebben te laten maecken en besorgen.
Fiat insertio.
Heeft den heere borgemeester Wijckerslooth noch voorgedraegen, dat sijn edele vanden Remmertse huijsluijden was aengedient en versocht omme die ordres te willen stellen dat met den eersten als sijnde nootsaeckelijck ende hoogh tijt overmits sij de beesten eerst daeghs van meeninge waren inteslaen, een bequaemen tuijn om de weerden aldaar mochte werden geseth, waar op is verstaan in loco oculaire inspectie te neemen ende huijrcedullen dienaengaende opgericht naetesien, ten welcken eijnde sijn versocht ende gecommitteert de heeren borgemeester Vonck en den pensionaris Klerck en vorders omme met eenen neffens den kerckmeerster de kribbingh aldaar de nootsaeckelijken in’t naejaar sullen dienen te werden gerepareert, te besichtigen.
Gelijck mede noch bij resumptie vande resolutie den 2en deses genoomen over het aenbrengen vande erfpachten etcetera is verstaan, dat nochmaels een ijder daar van bij publicatie ende affixie van billetten sal werden gewaarschouwt en bij naelatigheijt alsdan van’t selve te doen ten overvloet een ijder hooft voor hooft door den deurweerder sal werden aengeseght op pene als bij deselve voorige resolutie vervath.
