13
Omme door denselven geprotegeert te worden tegens de landtlopers en vagabonden, die hun in confinio van de provintien van Gelderlandt en desen gestighte onthielden.
14
Gelijck dan ten fine voorschreven de opgeseettenen van Veluwe aen de Gelderse zijde hun hebben geaddresseert aen den drost van Veluwe.
15
Dat de requiranten voor desen ter eerster instantie voor den souverain van den lande, off sijnen raide (t'welck alsnu sijn de heeren van den edele hove van Utrecht) te reght hebben behoort.
16.
Gelijck dan keijser Carell bij octroij van den 12e meert 1545 de landtgenoten van Venendaell heeft gepermitteert de schepen aldaer te arresteeren ende t'arrest te vervolgen voor den edele hove van Utrecht.
17.
Dat de heeren gerequireerdens door hun naegelegentheijt en authoriteijt wel hebben geraght 't voorschreven geasgh te usurpeeren en daerinne acten van politie te exerceeren.
18.
Gelijck oock souden connen wesen, dat sij eenige hebben gepleeght.
19.
Dan dat de requiranten daer door niet worden beleth hun reght voortestaen en 't geene van hun geursurpeert is, tegen te gaen.
