gelijck mede om voorschreven redenen verstaen is dat de drie hondert drie en vijftigh gulden elff stuijvers, dewelcke den kerckmeester Gerard Verweij in sijne tweede reeckeningh gedaen over den jare 1678 in wtgift is inbrengende als op interesse gelaten aen Aelbert Jansz op Remmerten ter sake van paght, verschenen Petrij 1678 en 1679, tot laste van den voornoemde kerckmeeser blijven sullen. En dat insgelijcks ter tijt toe den rendant produceert de ordre vande magistraet in den text van de voorschreven reeckeningh aengehaelt en voorts van behoorlijcke obligatie, sulx het slot van desselfs conclusive reeckeninge over den jare 1682 off wel de extraordinaris reeckeningh bij den oudt borgemeester Kupius als borge voor denselven Verweij gedaen met de voorschreven somme sall worden vergroot.
Bij de resumptie van de gast- en weeshuijsreeckeningh dewelcke tot den jare 1690 incluijs alle waren gedaen dogh sloten vandien nogh niet geformeert, hebben geene andere difficulteijten haer opgedaen als daer van bij den verbale en het vervolgh vande notulen wort gementioneert.
Eodem die post prandium
Sijn versoght en gecommitteert de heeren borgemeesteren Wijckersloot en Cattenburgh, den oudt borgemeester Kupius, Van Dolder, schepen, en Van Wijck, raedt, omme te examineeren en diminueeren de specificatie van vacatien en verschot van den sijndicus Klerck, nopende des convents saken inde 1e reeckeningh vanden cameraer Van Deventer ingebraght en daer van te rapporteeren.
Presentibus omnibus exceptis F. Klerck & Schade, scabinis, & C. van Wijck, senatore.