Dat opt gerepræsenteerde dienaengaende tot elucidatie vant 10e articule van de ordonnantie op de logis gelden ten platten lande gestatueert, verstaen was dat geen bierschoijers ten platten lande te gelijck tappers sullen mogen sijn op pœne van hondert gulden bij de contraventeurs te verbeuren.
Dat den heere Van Weede en andere haer edele mogenden gecommitteerdens hadden rapport gedaen vant gepasseerde op de conferentie tussen deselve en de heeren gecommitteerdens van Gelderlant in Venendaell gehouden, rakende de waterlosinge door den slaperdijck in de Schoonderbeeckse grift, tot beneficie der landen tussen de Grebbe en slaperdijck gelegen. En dat de voorschreven conferentie eijndelijck daermede afgelopen was, dat alvorens de notabelste geerfdens en geinteresseerden van Amersfoort, Leusden, Woudenbergh en Renswoude nopende de voorgeslage waterlosinge mede gehoort ende haere belangens en consideratien werden ingenomen met intentie omme de sake alsdan weder te hervatten, waerop de heeren gecommitteerdens voor haere moeijte bedanckt en versoght waren inde voorschreven commissie te willen continueeren.
Dat van't vorder gepasseerde ter hooghgemelte vergaderingh bij de overgeleverde memorie van den heere Van Helder breder kan worden gesien concerneerende saken off particuliere betreffende, off daer op geene finale conclusien genomen sijn.
Voorgedraegen sijnde het versoeck van den heere Van Gelder als commanduer van Rhenen, houdende in