julii 1696 denselven impost bij forme van collecte is gevordert, is hetselve voor desen lopende jaere alsoo weder gearresteert, met die veranderingh en redres als de memorie daer van ter vergaderingh gemaeckt, is medebrengende. Waernae verstaen is dat het voorschreven nieuwe manuael sall werden gecorrigeert en bij den secretaris ten spoedighsten verveerdight, omme vervolgens ten fine van invorderinge aen den voornoemde collecteur te werden overhandight.
Sijn gecommitteert den borgemeester Van Helder, den oudt borgemeester Cattenburgh en de raden Van Wijck en Klerck, omme haer te informeeren en haere gedaghten te laten gaen, off alhier niet bequaemelijck en tot observantie van beetter ordre soude connen worden gepractiseert een waege waarop het koorn ter molen wordende gebraght en weder daer van daen gehaelt, telcken reijse soude werden gewogen.
Præsentibus prætore, Wijckersloot & Van Helder, consulibus, Vonck, Cattenburgh, De Vael, Beeck & Van Hoeven, scabinis, Van Wijck, Van Laer, Van Dolder, C. Klerck, senatoribus.

Jovis 27e augusti 1696.
Gehoort het rapport van de heeren die op jonghstlede politiedagh sijn gecommitteert geweest tot examinatie vant requeste, wegens de onmundige kinderen van wijlen