soe ordonneren wij d’eerste jegenwoirdige verclaringe ende ordonnantie te doen publiceren alomme bijnnen onsen stadt, steden ende lande van Utrecht ende eenen ijegelicken bevelende hem daer nae te reguleren, des tedoene gheven wij d macht ende authoriteijt bij deesen want ons alsoe gelieft. Gegeven in onser voirschreven stadt Utrecht onder onse contresegel hijerop gedruckt in placcate den 23en julij int jaer 1500 vijffenveertich, soe eest dat wij verordonneren ende bevelen tselve placcate andermael te publiceren in allen steden ende plaetsen daermen gewoentlijck es publicatie te doen opdat een ijegelic ende besonders die wethouderen ende secretarissen henlieden hebben daer nae te reguleren, interdicerende den selven wethouderen ende secretarissen enige brijeven vuijt hunne handen te laten haen ten sij die selve eerst ende alvorens wel ende duechdelick gereistreert ende bij den secretaris onderteijckent zijn ende dit al op arbitrale correctie des t’oirconden hebben wij tsegel van intsicie vanden hove van Utrecht voorschreven in forme van placcate hijer onder op doen drucken den 11 maij 1571, onder stont gesien bij mijn heeren die stadthouder president ende raiden ’s conincx t’Utrecht. Onderteijckent scrijvers ende besegelt met een opgedruct zegel in forme van placcate, noch stont onderschreven gecollationeert te geven het principael placcaet onderteijckent ende besegelt als boven ende accordeert bij mij ende was geteijckent D. de Gouda. Voort stont onderschreven d’inhouden van dijen heb ic, pander onderscreven opten 29en meij 1571 gepubliceert binnen Renen vanden stadthuijse naer voorgaende clockluijdinge met adsistentie van Jan de Roij, schoudt ende tmeestendeel vande gerechte aldaer, oircondt mij ende was onderteijckent J. Quijrijnsz