Inden eersten es eendrachtelicken geresolveert, dat men Henrick Benger zall sommeren ende executeren voor de somme van twintich karolus guldens daer inne hij achtervolgende het 162 articule deeser stede ordonnantie vervallen es vuijt oirzaecke hij niet en heeft doen betimmeren de lege hoffstede tusschen Jan de Keijsers huijssinge ende het stadthuijs niet tegenstaende voorgaende beloeften als oick policie van date den 23^en novembris 1585 ende hoe well hem tzelve mede bijde regierders geordonneert ende opten 15^en augusti 1587 geinsinueert es geweest ende dat men hem andermaell zall ordonneren, gelijck hem bij desen geordonneert wordt dvoorschreven hoffstede te doen betimmeren binnen drie maenden nae datum deeses opte verbeurte van veertich karolus guldens weesende dubbelde boete.

Item alzoo die huijsluijden gern Achterberch metter woon trecken souden, om haer bauwerck te beter te moegen doen hebben, daeromme versocht vanden wacht ontslaegen te zijn twelck haer tot weerseggen geconsenteert es, mits dat zij de magistraet daer voor een recognitie doen zullen nae advenant als die van Venendaell.

Item alzoo de gemeent Achterberch niet verhuirt can worden niet tegenstaende dzelve alhier binnen Rhenen vanden stadthuijse als oick in Venendaell geveijlt es, zijn gecommitteert Scharpinck, borgemeester, Henrick van Eck, Pelgrom Corneliss ende Rochus van Dulcken, schepenen, om met de schutmeester ende gemeen schutten te spreecken dat zij voir dit jegenwoirdige jaer dzelve gemeente becroijen haer contenteren tgundt zij daervan cunnen gecrijgen.