bestand: 
resultaat: 
152Stadsbestuur Rhenen
580Register van afschriften van bisschoppelijke keuren en privileges, door Bernard Freyse van Dolre, bisschoppelijk kastelein te Duurstede en stalhouder te Wijk opgetekend, circa 1520
Bestandnaam:
152_252_003.jpg
Datering:
circa 1520
Omvang:
1 deel
Opmerkingen:
Transcriptie door H.J. Postema, mei 2018. In de stukken betreffende het gewestelijk bestuur zit een register van afschriften van bisschoppelijke keuren en privilegiën opgetekend door Bernt Freyse van Dolre, bisschoppelijk kastelein te Duurstede en stadhouder te Wijk bij Duurstede. Het stuk is ongedateerd. De laatste datum is 1477. Rond 1533 is Bernt Freyse van Dolre overleden. Het stuk is daarmee te dateren op circa 1520. Het bevat 16 ongenummerde pagina’s en is geheel getranscribeerd.
Volgnummer:
3 van 16
Download
Hieronder kunt u het bestand downloaden: Download
Transcriptie

Den dyckbreyff geregistreerd by Jan van [....]
Wij Johan byder genaden Goedts ende des stoels van Romen biscop t'Utrecht, ende wij deken ende capittel vanden Doem, deken ende capittel van Sint Salvatoers, deken en capittel van sint Peters, deken ende capittel van sint Jans, deken ende capittel van Sint Marien t'Utrecht, ende wij geystelijcke luden ende dat ghemeen lant ende dye stadt van Utrecht maken kont allen luden dat wij bij rade eens delen princen ende eens mogenden heren heren Willams grave van Henegouwen, van Hollant, van Zelant ende heer van Vreijslant ende bij rade van sijnen gemenen rade ende sijnen goeden luden van sijnen landen om dien groeten scade ende groten noet dien wij gehadt hebben ende dijen groeten vreise die wij noch hebben alse van opwater ende vanden Lecke dijck over sijn ghedragen inder maenieren als hijr nae volget, inden eersten sellen wij hebben eenen dijck greijff ende elff heemraderen daer off sollen wij Johan, biscop voerschreven, ende onse naekoemelijnghen setten enen dijck greijf ende drie heemraderen. Wij deken ende capittel vanden Doem, deken ende capittel van Sint Salvatoers, deken ende capittel van Sinte Peters, deken ende capittel van Sint Jan, deken ende capittel van Sint Merrijen twe heemraderen, die geijstelijke luden twe, dat gemeen lant twe, die stadt voerschreven twe heemraders. Dese elff heemraders sellen mytten dyck greyf voerschreven alle jaeren den dyck koemen te scouwen myt al sulken booth als dye heemraders wysen van Amerongen nederwert ten Ysseldam toe. Ende van Ysseldame ten Meern dyck toe. Ende soe wanneer dye dyckgreyf die heemraders te doen heeft opten dyck soe sal hee se ontbyeden tot eynre seker tyt wie dat daer coemt daer sal hee mede schouwe ende rechten. 

Ende wat dye meere partyen wysen dat sal recht blyven. Ende die daer ontbeden waren ende nyet en quamen alsoe dyck als hy nyet en qaume dye verboerde viertych scillinge goets telts hem en litten kenlyck syecte off dat hy buten lande waer off in herscappen gebaden off dat hy beedewast waer. Ende dese boeten sollen hewen dese dyckgreyf ende die heemraderen voerschreven enen ygelyck te deylen ende dye eerste schouwe sal wesen alle jaer acht dage nae Pynxteren op enen boet van tyen scillinge goets gelts, dye ander schouwe acht dage nae Sint Jacopts daege op een boet van XX scillinghe goets gelts. Ende de derde scouwe alle jaer op Sint Martens dach inden wynter op een boet van XL scillinge goet gelts.

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen