Opten 29^en januarij 1611 presentes den scholtus Deuverden, beijde de borgemeesters, Bartholomeus Bruel, Henrick van Amerongen, Dirck Meliss, Jacob de Leeu, Willem Eliss ende Cornelis de Veer, schepenen, Evert Donijss, Claes van Schoonhoven, Peter Henricxs, Adriaen Henricxs, Henrick Wouterss ende Johan van Altorp, raiden, Aelbert Verweij, Evert van Triest, Cornelis Thoniss Moll, Cornelis van Schoonhoven, Huijbert Lijster, Adrian Verhuijt, Wouter Henricxs ende Thomas Huijbertss vuijte borgerije.

Is geresolveert ende zijn gecommitteert borgemeester Vonck, Bartholomeus Bruel ende Henrick van Amerongen, schepen, Aelbert Verweij vuijte borgerije ende de cameraer omme henlieden te vervougen opte borger torff gemeente ende met Claes Joostens te beramen een middel omme t voorschreven veen desen aenstaende somer 1611 opt oorbaelicxt te graven ende dienvolgende metten voorschreven Claes Joostens t accorderen wel verstaende dat ijder borger vanden torff die desen aenstaende somer gegraven zall worden nijet meer en zullen mogen genieten als vier hont.

Is voorts geresolveert dat men de kettingh hangende voorde Grebbesluijs sal optrecken, ten eijnde geene sammereusschippers met hare schepen door dvoorschreven sluijs en varen dan in competenten getale volgens d’ oude costuijme ende observantie op peijne dat den voorschreven scholtus haer sal affnemen de boete daer toe staende.

De magistraet committeert mits desen den borgemeesters Bruel, Jan Vonck, Amerongen ende Stoutenburch omme haer te vervougen opt veen ende ordre te stellen op de lotinge ende voorts sveens oorbaer te doen. Actum den 21^en meij 1611.