Jonker Adolph van Oostrum, heer van Gerverskop, Breudijk, Hyndersteyn, etc., als man en voogd van juffrou Anna Cornelia van der Marsche van Hyndersteyn, is anno 1667 den 8e junij beleend med acht mergen lands, die gelegen zijn in Nederlangbroek in de Dartig Hoeven, daarvan de ses mergen lands voorschreven boven naast geland is St. Elisabeths gasthuijs tot Wijk, ende beneden St. Marien Magdalenenklooster tot Wijk, strekkende van de Hooftweteringe in die Broekerweteringe ende die andere twee mergen die zijn gelegen van de Broekerweteringe op aan die Goijerweteringe, daar boven naast geland is dat gasthuijs voorschreven ende beneden Johan van Baern.
Vrouwe Anna Cornelia van der Marsche, weduwe van de heer Adolph van Oostrum, in sijn leven heer van Gervercop, Breudijk, Hyndersteyn, etc., transporteerd anno 1679 den 10e junij ende geeft over aan ende ten behoeve van de heer Antoni van Honthorst sekere acht mergen bouland onder den gerechte van Nederlangbroek gelegen, strekkende voor uijt de Langbroekerweteringe tot achter in de Hooftweteringe toe, daar boven den voornoemden heer Honthorst ende beneden d'heer van Moersbergen med de Gasthuijsakker naast geland ende gelegen zijn.