bestand: 
resultaat: 
137Gerechtsbestuur Rijsenburg
60-11De tiend genaamd Catwijkse Blok
Bestandnaam:
137_60-11_001.jpg
Datering:
, 7 september 1782
NB:
Transcriptie door H.J. Postema, 2021.
Reden geen uitleen:
Dit stuk is gedigitaliseerd
Volgnummer:
1 van 3
Download
Hieronder kunt u het bestand downloaden: Download
Transcriptie

Willem bij der gratie Godes prince van Orange & Nassau etc. etc. etc. erfstadhouder etc. misgaders de Staten van den Lande van Utrecht, doen kond allen luijden, dat wij behoudens ons, ende een iegelijk zijn goed recht: door onsen lieven ende getrouwen den heer Jan Pesters, heere van Cattenbroek, comparerende wegens de heeren geƫligeerde raden t' onser vergaderinge, decan van den capittule St. Jan alhier, stadhouder van de respectieve leenen etc. verlijd ende beleend hebben, verlijen ende beleenen mits desen onsen openen brieve mr. J.J. van Wanraij, advocaat voor den Hove van Gelderland, in qualiteit als bij de beslote testamentaire dispositie van wijlen Maria Anna Geertruijd van Bemmel, douariere van Joost Hendrik Baldewijn van Hertefelt, vrouwe van Rijsenburg, den 29e october 1771 binnen de stad Arnhem getekent, tenselven dage door schepenen derselver stad gesuperscribeerd, en den 26e januarij 1781 voor schepenen der voornoemde stad geopend, alhier vertoond ende in onsen leenregistre geregistreerd, aangestelde executeur, en zulks ten behoeve van de kinderen en kindskinderen, als erfgenamen van evengemelte Maria Anna Geertruijd van Bemmel, douariere van Hertefelt, na doode van deselve, met een blok thienden genaamt het Catwijker Blok, wesende de helft van twee blokken thienden met zijn toebehoren, gelegen tot Werkhoven, daar boven naast geland zijn de heeren van den Dom t' Utrecht, en beneden westwaards den Rhijn. Zulks voornoemde Maria Anna Geertruijd van Bemmel, douariere van Joost Hendrik Baldewijn van Hertefelt, vrouwe van Rijsenburgh bij ons daarmede den 9e september 1768 beleend is geweest. Te houden van ons ende

onse nakomelingen in allen manieren als meergemelte Maria Anna Geertruijd van Bemmel, douariere etc. het voorschreven blok thienden van ons te houden plag, ende als men 't selve met recht schuldig is ende behoord te houden. Ende voor de voornoemde mr. J.J. van Wanraij, advocaat etc. heeft Jan TielemanĀ Blekman, notaris voor onsen hove, ingevolge de procuratie voor schepenen en raden der stad Arnhem, den 4e maart 1782 gepasseert, alhier meede vertoond ende geregistreerd, ons hiervan huld, eed ende manschap gedaan na behoren. Hier waren over ende aan daar dit geschiede Wouter van Klinkenberg, Etienne Augier, ende mr. Justus Willem van Cuijlenborch, onse mannen van leen, ende meer goede luijden genoeg. In oirconde des briefs bezegeld met het zegel onses leenhofs van Utrecht. Gegeven binnen de stad Utrecht, op den 7e dag der maand september in 't jaar onses lieven Heere ende eenigen Zaligmakers Jesu Christi 1700 twee en tagtigh.

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen