jaere bedongen, sijnde van Anna Wijnen vier en twintigh gulden ende van Bernt Aertsz acht gulden, tot welcken tijt van Paesschen voorschreven toe de voornoemde weduwe Van Thiell alle ongelden en vordere lasten niet alleen sall moetten afdoen, nemaer het selve oock vrij leveren van alle affectatien en verbanden die soo wt crachte van eenige testamenten van desselfs ouders, maeghgescheijden als andere souden connen werden gesustineert en daer van behoorlijcke acte van de crediteuren haerer boedel en quitantien respectivelijck moetten wtleveren binnen den tijt van drie maenden, gelijck mede den 40^e penning van de voorschreven vijff hondert gulden koopspenningen neffens de kosten van decreeth bij de voorschreven weduwe betaelt, en gelast sullen moetten werden. Dat boven de overgifte van de voorschreven huijsinge gemelte juffrouw Van Thiell aende stadt in gelde sall betaelen nogh gelijcke vijff hondert gulden, in twee termijnen, alsse op Corsmisse eerstcomende twee hondert ende vijftigh gulden. Ende de resteerende twee hondert ende vijftigh gulden Corsmisse des jaers daeraenvolgende sonder langer vertreck. Bij betaelinge van welcken laetsten termijn de voorschreven weduwe behoorlijck sall gequiteert ende van alle verdere naemaninge desen aengaende gevrijdt, soo wel in haer privé, als mede als erfgenaem van Judtih vander Son, die de erfgenaem is gweest van haer moeder Maria Toll en dese getrout geweest aen de voornoemde cameraer Boll en haere goederen, oock die van de voornoemde Judith vander Son geërft, ontslagen werden vant regth van legaell hypoteecq, twelck de stadt ter saecke voorschreven op deselve goederen is competeerende. Sullende soo lange het voorschreven hypothecair reght blijven continueeren, sijnde verders wel expresselijck gestipuleert dat de voorschreven weduwe geen actie sall open blijven off tegens den mede borge, off tegens den weduwe van den voornoemde Jacob Boll. Alsoo geconvenieert moet