Archieven

Uw zoekacties: Dorpsgerechten

064 Dorpsgerechten

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
064   Dorpsgerechten
Inleiding
Deze inventaris bevat de archieven van de dorpsgerechten die hebben gefunctioneerd op het grondgebied van de zes gemeenten die zijn aangesloten bij het Regionaal Archief Zuid-Utrecht.
De archieven van de dorpsgerechten, behalve van die gerechten die functioneerden op het grondgebied van de huidige gemeente Vianen, zijn in april 1997 overgebracht uit Het Utrechts Archief naar de gemeenschappelijke archiefbewaarplaats van het Streekarchivariaat Kromme-Rijngebied-Utrechtse Heuvelrug, de voorganger van het RHC Zuidoost Utrecht, in Wijk bij Duurstede.
Als gevolg van een provinciale grenswijziging werd de gemeente Vianen op 1 januari 2002 ingedeeld bij de provincie Utrecht. Naar aanleiding van deze nieuwe indeling werden in 2008 de "Viaanse" gerechtelijke archieven overgebracht van het Nationaal Archief naar Het Utrechts Archief. In maart 2014 vond vandaar de overdracht plaats naar het RHC Zuidoost Utrecht.
Eind november 2019 zijn de dorpsgerechten van de gerechten die ressorteerden onder de voormalige gemeenten Leerdam en Zederik overgebracht vanuit het Nationaal Archief in 's-Gravenhage naar het RHC Zuidoost Utrecht.
De inventaris is, wat betreft de Utrechtse dorpsgerechten, een uittreksel uit de Inventaris van de archivalia afkomstig van de dorpsgerechten in de provincie Utrecht 1489-1811, door D.T. Koen (Utrecht, 1985; Inventaris 49). Daar vindt u ook een uitgebreide inleiding op deze archieven.
Een aantal inventarisnummers ontbreekt. Deze waren al niet meer aanwezig tijdens de overdracht naar Wijk bij Duurstede. Dit is in de toegang steeds aangegeven.
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 17-04-2024
19.069 beschreven archiefstukken
57 gedigitaliseerd
totaal 1.322 bestanden
Inventaris
1. Gerecht Amelisweerd
2. Gerecht Amerongen, Ginkel en Elst
3. Gerecht Bolgarijen en Autena
4. Gerecht Bunnik en Vechten
5. Gerecht Cothen
6. Gerecht Darthuizen
7. Gerecht Doorn
8. Gerecht Driebergen
9. Gerecht Dwarsdijk
9.1. Criminele rechtspraak
9.2. Vrijwillige rechtspraak
102-103 Protocollen van akten
102 1727-1811
103 1802-1811
064 Dorpsgerechten
Inventaris
9. Gerecht Dwarsdijk
9.2. Vrijwillige rechtspraak

102-103 Protocollen van akten
103
1802-1811
Opmerkingen:
Voorin klapper. Regesten door A.A.B. van Bemmel.
laatste wijziging 17-01-2024
14-1-1802: Afschrift van een transport in de gerechtskamer te Werkhoven dd. 14-1-1802 voor Frans Engbrink, president, Hendrik van Huijs en Pieter Verkerk, door Anthony van Cooten, gerechtsbode van Cothen, als gemachtigde van Jan van Hasendonk (meerderjarige zoon), Jacobus van Rooijen en Jan Spaan, ingevolge acte door wijlen Gerdina van Rooijen (weduwe Krijn van Hasendonk) als voogdesse over haar minderjarige kinderen dd. 28-1-1800 voor het gemeentebestuur van Cothen, met name: Hendrik, Cornelis en Josyntje van Hasendonk, en autorisatie dd. 1-10-1801 vervat in een koopconditie dd. 6-10-1801 voor notaris Hendrik Jan van Loenen te Cothen gepasseerd, aan Jan Spaan van 5m bouwland onder de Dwarsdijk in de kerspel van Werkhoven, genaamd De Caspergouw, met ten weerszijde het Domkapittel, leengoed van het Domkapittel, waarvan de 40ste penning 6-11-1801 was voldaan; [was getekend] J.H. Stoltenkamp, secretaris.
voor 12-5-1803: Registratie van een afschrift van een ingekomen acte van indemniteit van het gemeentebestuur van Nederlangbroek dd. 5-11-1801 voor Wilhelmina Bering, geboren aldaar en van de roomse religie, die ingeval van armoede door de roomse armmeesters van de kerk van Cothen zal worden onderhouden.
voor 12-5-1803: Registratie van een afschrift van een ingekomen acte van indemniteit van het gerecht Schalkwijk dd. 3-3-1803 voor de kinderen van Petrus van Lemmen en Willemijntje Jansen, genaamd: Cornelia (gedoopt 23-11-1787) en Hendrik (gedoopt 31-10-1790) aldaar en van de roomse religie; Willemijntje Jansen is na het overlijden van haar man Petrus van Lemmen gehuwd met Wilem van den Berg waarvan de volgende kinderen heeft: Anthonius (gedoopt 12-10-1793), Petronella (gedoopt 19-9-1798) en Gerarda (gedoopt 7-4-1802) aldaar en van de roomse godsdienst, die voornemens zijn zich naar elders te begeven en die in geval van armoede door de roomse armmeesters van Schalkwijk zullen worden onderhouden; [in de marge] afgegeven 14-9-1808 aan Willemijntje Jansen (weduwe Willem van den Berg).
12-5-1803: Registratie van een extract dd. 30-4-1803 van (de condities van) de openbare verkoping op 16-4-1803 voor notaris Huijbert Nicolaas van Schalkwijk a Velden te Utrecht door Geertruij Johanna Sanderson (weduwe IJsbrand de Kock) van 1) een hofstede met huis, bergen, schuur, bakhuis, zijnde het huis geapproprieerd tot een optrek voor de eigenaar, met 29m boomgaard, bouw- en weiland, genaamd De Winkel, onder de Dwarsdijk waarvan 24m strekken van de Zemel, langs de Watersloot, tot aan de nagemelde 7m, en 1m, liggend ten oosten, ten westen en ten noorden van gemelde 24m, mitsgaders de overige 4m bouwland met de bomen daarop, strekkend ten oosten en ten zuiden tot aan de landen van het Domkapittel, verkocht aan Dirk Vernooij voor f8.400, 2) 7m .... [niet nader ingevuld].
12-5-1803: Transport voor Hendrik van den Berg, loco-schout en loco-secretaris, Krijn van Hasendonk en Arie van Scherpenseel, schepenen van Nijendijk, door de gerechtsbode Giel van der Louw, als gemachtigde (volgens procuratie vervat in koopconditie dd. 16-4-1803 voor notaris Huijbert Nicolaas van Schalkwijk a Velden te Utrecht) van Geertruijd Johanna Sanderson (weduwe IJsbrand de Kock Hendriksz.) aan Dirk Vernooij van aldaar een hofstede met huis, bergen, schuur en bakhuis, zijnde het huis geapproprieerd tot een optrek voor de eigenaar, met 29m boomgaard, bouw- en weiland, genaamd De Winkel, waarvan 24m strekken van de Zemel, langs de Watersloot, tot aan de 7m van de J.A. van Westrenen (door hem van Geertruijd Johanna Sanderson gekocht), en 1m liggend ten oosten, ten westen en ten noorden van de gemelde 24m, mitsgaders 4m bouwland (met de bomen daarop staand) strekkend ten oosten en ten zuiden tot aan de landen van het Domkapittel, waarvan de 40ste penning volgens kwitantie daarvan 7-5-1803 te Utrecht is betaald en geregistreerd.
12-5-1803: Openbare verhuring voor Hendrik van den Berg, loco-schout en loco-secretaris, Arie van Scherpenseel en Krijn van Hasendonk, schepenen van Nijendijk, door Dirk Vernooij en zijn huisvrouw van 1) de vier kamers staande ter wederzijde van het bouwhuis op hofstede De Winkel aldaar, met de keuken en de schuur met dubbele deuren, alsmede het gemeen gebruik met de huurders van die hofstede, van de zolder boven het voorhuis van de keuken of de zogenaamde geut, en het bakhuis, 2) de tuin liggend aan het vorige perceel met het zomerhuis in dezelve, met een onbelemmerde doorgang op de plaats en door de deur staande nevens de gemelde keuken, waarbij de vier kamers worden verhuurd aan Jan Schouten voor f33 (borg Arie Woudenberg) en de tuin door vrouw Van den Berg voor f6.
1-7-1803: Certificering door J.C. de Graaf, secretaris, dat Jan Hendrik van Lijnden tot Lunenburg als kanunnik van het Domkapittel, bezitter is van 63m land onder de Dwarsdijk, in het oudschild bekend, die onbezwaard en niet-afgepaald zijn.
1803: Afschrift van een brief van het gerecht Nijendijk aan de gedeputeerde van het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht, ingevolge aanschrijving van "12 deezer [juli]", dat Ëœde kist bij voorige heffingen gebruikt, nog voorhanden is".
26-8-1803: Certificering door het gerecht Nijendijk dat Jan Janse van Spithoven eigenaar is van 32m land aldaar, bekend in het oudschildgeld, die onbezwaard en niet-afgepaald zijn.
15-9-1803: Lijst ten behoeve van het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht van nieuwe gebouwen onder de Dwarsdijk welke tot heden niet in het huis- en haardstedengeld zijn aangeslagen: een klein keukentje op de hofstede De Winkel, behorend aan Dirk Vernooij; [was getekend] J.C. de Graaf, secretaris.
z.j.: Registratie van een afschrift van een ingekomen acte van indemniteit van het gerecht Schalkwijk dd. 9-7-1803 voor Willem van den Berg aldaar gewoond hebbend en van de roomse godsdienst, die zich naar Dwarsdijk heeft begeven; [in de marge] afgegeven op 14-9-1808 aan Willemijntje Jansen, weduwe Willem van den Berg.
21-11-1803: Afschrift van een extract alsdan uit het transportregister van het gerecht Werkhoven van een transport in de gerechtskamer van Werkhoven dd. 8-4-1802 voor Frans Engbrink, president, Krijn van Hasendonk en Hendrik van Huijs, door Pieter Verkerk en zijn huisvrouw (bij wie hij geboorte in leven heeft) aan Maria van Hasendonk (weduwe Johannes Spaan) van 11,5m bouwland onder de Dwarsdijk, alsmede 4m bouwland onder Werkhoven tussen de Voor- en Achterdijk plus nog 6m bouwland aldaar, en nog 1,5m bouwland onder de Dwarsdijk, strekkend van de Nagtdijk tot aan het land van het Duitse Huis met ten noorden de rentmeester Eduard Sanderson en ten zuiden Jan Jacob van Westrenen van Sterkenburg, waarvan de 40ste penning volgens kwitantie 13-3-1802 was voldaan; [was getekend] D. de Ridder.
22-11-1803: Afschrift van extract van alsdan uit het Register van Transporten van het gerecht Werkhoven van een transport dd. 1798-7-5, in de gerechtskamer binnen Werkhoven, voor Hendrik van Huis, president, Johannes Koot en Frans Engbrink, [leden,] door Barnardus Hontwijk, gerechtsbode van Werkhoven en Dwarsdijk, als gemachtigde (ingevolge publicatie dd. 5-8-1797 en koopconditie dd. 23-12-1797 voor notaris A. Hartman te Utrecht) van het Provinciaal Bestuur 's Lands van Utrecht, aan Pieter Verkerk van een hofstede bestaande uit een huis, bakhuis, bergen en schuur, met 94,5m boomgaard, wei-, bouw- en hooiland, waarvan de hofstede met 43m strekt van de landen van Beverweerd en van de weduwe Vernooij over de dijk, tot aan het land van de weduwe Dirk van Rijn, met ten noorden Cornelia Vernooij en het Barbara Gasthuis en ten zuiden weduwe Van Rijn en Cornelis Smorenburg, 4m gelegen tussen de voor- en achterdijk, 6m etc. en 2m onder de Nijendijk, strekkend van de Nagtdijk tot aan het land dat wordt gebruikt door Hendrik van den Berg, met ten noorden Hendrik van den Berg en ten zuiden Van Westrenen van Sterkenburg, waarvan de 40ste penning 2-2-1798 was voldaan; [onderstond] J.H. Stoltenkamp, secretaris resp. D. de Ridder, secretaris; [in de marge] geregisteerd 24-12-1803.
z.j.: I.v.m. rooiering nadien doorgehaald afschrift van een verklaring, in de gerechtskamer te Werkhoven, voor Hendrik van Huis en Frans Engbrink, door Jan Janse van Spithoven en zijn huisvrouw, dat zij f1.500 schuldig zijn aan Johanna Helena Arbon te Utrecht, tot aflossing van een kapitaal van f3.000 tbv. Harmanus van den Boogaard gevestigd, met als onderpand onder de Dwarsdijk een hofstede bestaande uit een huis, drie bergen, twee huizen, bakhuis, met 32m wei- en bouwland, waaronder een boomgaard van 4m, genaamd De Semele, zijnde leenroerig aan de provincie Utrecht, waarmee hij 22-4-1769 bij twee brieven is verleid; (onderstond) J.H. Stoltenkamp, secretaris.
z.j.: Afschrift van een transport, in de gerechtskamer te Werkhoven, dd. 20-6-1800 voor Hendrik van Huijs, president, Frans Engbrink en Krijn van Hazendonk, leden van het gemeentebestuur van Werkhoven, door Anthonie Meesters, gerechtsbode, als gemachtigde (ingevolge koopcontract dd. 15-9-1798 voor notaris Theodorus Koppen te Utrecht) van Hendrik van den Burg x Maria Vermeulen aan Eduard Sanderson, kanunnik van het kapittel van St.Marie, van twee kampen bouwland, groot 2m, onder de Dwardijk in de Beneden- of Nagtdijksepolder, waarbij in het midden van de kampen de Nagtdijk ligt, met ten zuiden het Convent van St.Servaas en ten westen J.J. van Westrenen van Sterkenburg; (onderstond) J.H. Stoltenkamp, secretaris.
4-1-1804: Afschrift door J.C. de Graaf, secretaris van Nijendijk, van het extract door Jan Vernooij van het originele transport daar de minuut ter secretarie van de gecombineerde gerechten van Werkhoven en Nijendijk niet te vinden is, waarbij voor Fransch Engbrink, president, Hendrik van Huijs en Johannes Koot, leden van het gemeentebestuur van Werkhoven en Dwarsdijk, door Anthonij Meesters, gerechtsbode, als gemachtigde (ingevolge koopcondities dd. 20-2-1801 voor notaris Philip Christiaan Popp te Utrecht) van Johannis Wigman, aan Jan Vernooij van een hofstede bestaande uit een huis, wagenschuur, schaapshok plus 1m boomgaardland, waarop een bijenstal, op de Semelen onder de Nijendijk, waarvan de 40ste penning 20-2-1801 was voldaan en 28-2-1801 is geregistreerd; (onderstond) J.H. Stoltenkamp, secretaris.
7-1-1804: Afschrift van een alsdan afgegeven acte van indemniteit van het gerecht Nijendijk voor Anthonius, Hugo, Cornelia, Bartha, Anthonius [!] en Johannes de Wit, kinderen van wijlen Gerardus de Wit en Anna van der Linden, geboren onder de Dwarsdijk en van de roomse godsdienst, die zich naar elders hebben gegeven en in geval van armoede zullen worden onderhouden door de armmeesters van de kerk van Werkhoven.
7-1-1804: Afschrift van een alsdan afgegeven acte van indemniteit van het gerecht Nijendijk voor Anthonia de Wit, huisvrouw van Jan van Putten, dochter van wijlen Gerardus de Wit en Anna van der Linden, geboren onder de Dwarsdijk en van de roomse godsdienst, die zich metterwoon naar elders heeft begeven en in geval van armoede zal worden onderhouden door de armmeesters van de kerk van Werkhoven.
10-2-1804: Ingekomen acte van indemniteit van het gerecht Schalkwijk voor Jan de Beus, geboren aldaar en van de roomse godsdienst, die voornemens is zich naar elders te begeven en in geval van armoede door de roomse armmeesters van de kerk aldaar zal worden onderhouden; [in de marge] 14-2-1804 ontvangen.
14-2-1804: Verklaring van Cornelia Geertruijd Manikus, geboren te Amsterdam, geassisteerd door haar man Jan de Beus, dat zij ingeval het gerecht Nijendijk de haar inwoning aldaar zal accorderen, dat gerecht bij haar vertrek nimmer, ingeval van armoede, op een acte van indemniteit zal worden aangesproken.
28-2-1804: Afschrift van een alsdan afgegeven acte van indemniteit van het gerecht Nijendijk voor Jannigje Vollevelde, dochter van Toon Vollevelde en Teuntje de Graaf, geboren onder de Dwarsdijk en van de roomse godsdienst, die zich metterwoon naar elders heeft begeven en in geval van armoede zal worden onderhouden door de armmeesters van de kerk van Werkhoven.
27-4-1804: Transport in het gerechtshuis voor Jacob Christiaan de Graaf, schout en secretaris, Hendrik van den Berg en Krijn van Hazendonk, schepenen van Nijendijk, door Pieter Verkerk en diens huisvrouw (waarbij hij geboorte in leven heeft) aan Dirk Vernooij van onder de Nijendijk een halve morgen bouwland, strekkend van de Nieuwendijk tot aan het land van het Duitse Huis te Utrecht en Pieter van Kooten, met ten oosten Arnaud Jan van Westrenen en ten westen de heer van Amelisweerd; [in de marge] uitgegeven op een zegel van tien stuivers ter zake het transport van de landerijen onder Werkhoven, nevens die onder de Nijendijk gelegen en bij de koper in één koop gekocht.
11-5-1804: Extract uit de resoluties van de gedeputeerden van het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht waarbij, gelet op de nominatie dd. 20-4-1804 door de fungerende schepenen van Nijendijk, wordt besloten om Arie Scherpenzeel als schepen te installeren in plaats van de schepen Hendrik van den Berg die 1-5-1804 metterwoon naar elders is vertrokken, en aan de hand waarvan Arie Scherpenzeel op 30-5-1804 door schout J.C. de Graaf wordt geïnstalleerd.
6-6-1804: Extract uit de resoluties van de gedeputeerden van het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht waarbij J.C. de Graaf wordt ontslagen als secretaris van Nijendijk, diens zoon Nicolaas de Graaf wordt aangesteld en waarbij wordt bepaald dat J.C. de Graaf, die dat secretariaat in 1784 heeft gekocht, zijn leven lang tot de recognitie van dat secretariaat gerechtigd zal zijn, en aan de hand waarvan Nicolaas de Graaf op 28-6-1804 de eed afgelegd voor schout J.C. de Graaf.
7-6-1804: Aantekening dat de acten [van indemniteit] van Jan van Delft, alsmede van zijn kinderen Wilhelmina, Petrus en Dirk van Delft en die van zijn huisvrouw Gijsbertje Vermeulen alsdan aan hem zijn teruggeven.
31-8-1804: Certificaat van schout J.C. de Graaf dat Jan Hendrik van Lijnden tot Lunenburg, als kanunnik van het Domkapittel, eigenaar is van 63m land onder de Dwarsdijk welken in het oudschildgeld bekend zijn, onbezwaard en niet afgepaald.
11-8-1804: Lijst van het gerecht Dwarsdijk ten behoeve van J.D. le Febre, agent van het Commissariaat, van wagenvrachten door ingezetenen van Dwarsdijk: op 17-7-1804 hebben gereden naar Zeist en van daar naar het Camp met 4 wagens, geladen met broodmeel, hout en steen waarvan hun komt f20; op 18-7-1804 twee dito f10; totaal f30; [was getekend] N. de Graaf.
18-8-1804: Extract van een transport alsdan voor notaris Jan de Wijs te Utrecht van Maximiliaan Louis van Utenhove, heer van Amelisweerd, te Utrecht aan Dirk Vernooij te Vechten van een hoeve van 17m boomgaard, bouw- en weiland, met een huisje daarop staand, gelegen op Heeswijk onder Werkhoven, genaamd de Zuurmaat, met aldaar nog een halve hoeve ofwel 8m, boomgaard en bouwland, leenroerig aan Sterkenburg, plus nog 0,5m bouwland onder de Dwarsdijk, strekkend met een punt van de Gooijschendijk af en voorts van het land van het Domkapittel oostwaarts op, over de Agterdijk of over de Voordijk toe, alwaar vanouds noord- en westwaarts de heer van Beverweerd en zuidoostwaarts het Convent van St.Servaas of nu Dirk Vernooij en Pieter Verkerk naast gelegen zijn, thans nog verhuurd aan Cornelis de Bie, die percelen de verkoper heeft ontvangen bij scheiding dd. 18-8-1799 voor notaris Cornelis de Wijs te Utrecht doch op last van lijftocht van zijn moeder welke bij onderhandse acte dd. 18-1-1804 is gerenuntieerd.
21-8-1804: Lijst van het gemeentebestuur van Dwarsdijk van wagenvrachten door ingezetenen van gefourneerde wagens en paarden, ten dienste van het Camp bij Zeist: op 4-8 met ieder een wagen met twee paarden, voor één dag á  f5, K. Hazendonk, A. Scherpenzeel, J.J. Spithoven en K. Hofman; op 5-8 met ieder een wagen met twee paarden, voor één dag á  f5, Jan Spaan, C. Kronenburg; totaal f30; [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris.
3-9-1804: Certificaat van secretaris N. de Graaf dat Arnoud Jan van Westrenen eigenaar is van 41m 300r land onder de Dwarsdijk, waarvan 4m erfpachtgoed van het kapittel van St.Jan te Utrecht is, die in het oudschildgeld bekend zijn, onbezwaard en niet afgepaald.
1-11-1804: Afschrift van een alsdan afgegeven acte van indemniteit van het gerecht Nijendijk voor Magtel, Willem en Jan van Delft, kinderen van Jan van Delft en Gijsbertje Vermeulen, geboren onder de Dwarsdijk en van de gereformeerde godsdienst, die zich metterwoon naar elders hebben begeven en in geval van armoede zullen worden onderhouden door de gereformeerde kerkmeesters van de kerk van Werkhoven.
14-11-1804: Transport in het gerechtshuis van Nijendijk voor schout J.C. de Graaf en schepenen Arie Scherpenzeel en Jan Spaan (in plaats van schepen Krijn Hazendonk vanwege ziekte) door Giel van der Louw, als gemachtigde (volgens vermogensprocuratie vervat in koopconditie dd. 18-8-1804 voor notaris Jan de Wijs te Utrecht) van Maximiliaan Louis van Utenhoven, heer van Amelisweerd, te Utrecht, aan Dirk Vernooij van 0,5m bouwland onder de Dwarsdijk, waarvan de 40ste penning dd. 14-9-1804 is voldaan en te Utrecht geregistreerd; [was getekend] N. de Graaf; [in de marge] uitgegeven op een zegel van tien stuivers ter zake het transport van de landerijen onder Werkhoven, nevens die onder de Nijendijk gelegen en bij de koper in één koop gekocht.
19-1-1805: Afschrift van een alsdan afgegeven acte van indemniteit van het gerecht Nijendijk voor Maria Vermeulen, dochter van Hermen Vermeulen en Adriaantje Scherpenzeel, geboren in de Dwarsdijk en van de roomse godsdienst, die zich naar elders binnen deze provincie heeft begeven en die in geval van armoede zal worden onderhouden door de roomse armmeesters van de kerk van Werkhoven.
20-2-1805: Acte van de aanstelling door schout Jacob Christiaan de Graaf van Krijn van Hazendonk als diens plaatsvervanger, als opvolger van Giel van der Louw die 9-12-1789 was aangesteld.
21-2-1805: Kennisgeving door schout Jacob Christiaan de Graaf aan het Departementaal Bestuur van de aanstelling dd. 20-2-1805 van Krijn van Hazendonk tot substituut-schout van Nijendijk.
26-3-1805: Ingekomen acte van indemniteit van het gerecht Cothen voor Maria Vernooij, geboren aldaar en van de roomse godsdienst, die zich metterwoon naar elders heeft begeven en in geval van armoede door de roomse armmeesters van de kerk van Cothen zal worden onderhouden; [was getekend] A. van Cooten, secretaris; [in de marge] ontvangen 13-4-1805.
19-4-1805: Ingekomen acte van indemniteit van het gerecht Werkhoven voor Knelis Kronenburg, geboren aldaar en van de roomse godsdienst, die zich metterwoon naar elders heeft begeven en in geval van armoede door de roomse armmeesters van de kerk te Werkhoven zal worden onderhouden; [was getekend] D. de Ridder, secretaris; [in de marge] 20-4-1805 ontvangen en geregistreerd.
20-4-1805: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan het Staatsbewind der Bataafsche Republiek dat op het aangeboden ontwerp van Staatsregeling e.d. dd. 25-3-1805, dertien stemgerechtige burgers Ëœja" hebben gestemd en zeven Ëœneen". Ingesloten een lijst der alsdan aanwezige stemgerechtigde burgers: Jan Spaan, Hendrik Spaan, Willem Spaan, Arnoldus Spaan, Cornelis Spaan, Willem van den Berg, Hermanus Hendrikze, Krijn van Hazendonk, Jan Verheul, Frans Odijk, Willem Odijk, Giel van der Louw, Johannes van der Louw, Gijsbert van Ek, Arie van Scherpenseel, Jan Janse Spithoven, Jan Spithoven, Johannes Spithoven, Nicolaas Hofman, Cornelis Croonenburg, Jan Odijk; [was getekend] N. de Graaf.
10-5-1805: Registratie van een alsdan ontvangen, ingekomen acte van indemniteit van het gerecht Beugen dd. 6-5-1789 voor Herman Hendrikse, geboren aldaar en alsdan woonachtig te Werkhoven.
4-6-1805: Registratie van een afschrift van een alsdan ontvangen, ingekomen acte van indemniteit van het gerecht Werkhoven dd. 4-6-1805 voor Gijsje Hendrikse, Johanna Hendrikse en Johannes Hendrikse, geboren aldaar en van de roomse godsdienst, die zich metterwoon naar elders hebben begeven en die in geval van armoede zullen worden onderhouden door de roomse armmeesters van de kerk te Werkhoven.
13-7-1805: Registratie van een afschrift van een alsdan ontvangen, ingekomen acte van indemniteit van het gemeentebestuur van Tull en 't Waal dd. 7-4-1800 voor Neeltje van den Brink (huisvrouw van Harmanus Hendrikse), dochter van Johannes van den Brink en Maria van der Poel, geboren aldaar en van de roomse godsdienst, die voornemens is zich naar elders te begeven en die in geval van armoede zal worden onderhouden door roomse armmeesters van de kerk van Schalkwijk.
16-7-1805: Transport in het gerechtshuis voor Jacob Christiaan de Graaf, schout, Krijn Hazendonk en Arij Scherpenseel, schepenen van Nijendijk, door Albertus van Rossum x Adriana van Spithoven (woonachtig te Wijk bij Duurstede), ingevolge koopconditie dd. 9-2-1804 voor notaris Hendrik Jan van Loenen te Utrecht, aan Claas Blaas x Cornelia van Schaick, van 2m 300r bouwland onder de Dwarsdijk, zijnde de helft van 5m land bevorens gemeender voor gelegen hebbend met het land voor deze in eigendom van Krijn Hazendonk, nu Jan Spaan, geweest leenroerig aan het Domkapittel, met aan weerszijden het Domkapittel, zijnde met 46m 121r gelegen onder Cothen en met 21m bouw- en weiland in het Wijkerbroek [onder Wijk bij Duurstede]. Het land behorend aan hofstede De Spiegel is op 18 juni jongstleden aan Claas Blaas x Cornelia van Schaick getransporteerd en waarvan de 40ste penning volgens kwitantie dd. 7-4-1804 is betaald en te Utrecht geregistreerd; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
16-7-1805: Verklaring in het gerechtshuis voor Jacob Christiaan de Graaf, schout, Krijn Hazendonk en Arij Scherpenseel, schepenen van Nijendijk, van Claas Blaas x Cornelia van Schaick (woonachtig onder Cothen) dat zij, vervat in de gustingsbrief dd. 18-6-1805 voor het gerecht Cothen gepasseerd, f10.000 schuldig zijn aan Albertus van Rossum x Adriana van Spithoven (woonachtig te Wijk bij Duurstede) uit zake van de koop van hofstede en landerijen onder Cothen en 2m 300r bouwland onder de Nijendijk, zijnde de helft van 5m land bevorens gemeender voor gelegen hebbend met het land voor deze in eigendom van Krijn Hazendonk, nu Jan Spaan, geweest leenroerig aan het Domkapittel, met aan weerszijden het Domkapittel, zijnde met 46m 121r gelegen onder Cothen en met 21m bouw- en weiland in het Wijkerbroek [onder Wijk bij Duurstede], het land behorend aan hofstede De Spiegel; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
23-9-1805: Afschrift van een bericht van het gerecht Nijendijk aan de Raad van Financiën in het Departement 's Lands van Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 17-9-1805 betrekkelijk de waag en de ronde maat ten plattelande, inhoudend dat aldaar geen waag nog een gezworen meester bestaat doch wel zou moeten worden aangesteld die in dat geval ˜in zijn eige huize de waag te houden en de meeting met de ronde maaten te doen, mitsgaders de waag en meetgelden in te vorderen, op dat deezen gerechte met het bouwen van een locaal tot dat einde, niet bezwaard worde"; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
23-9-1805: Afschrift van een bericht van het gerecht Nijendijk aan de Raad van Financiën in het Departement 's Lands van Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 27-9-1805 betrekkelijk de korenmolen ten plattelande, inhoudend dat aldaar geen korenmolen is; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
26-10-1805: Afschrift van een bericht van het gerecht Nijendijk aan het gerecht Werkhoven, ingevolge aanschrijving door het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht betrekkelijk het aantal gereformeerden en roomsen, inhoudend dat zich onder Nijendijk 9 gereformeerden en 74 roomsen bevinden; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
14-12-1805: Resolutie van het gerecht Nijendijk om de schoolmeester van Werkhoven te autoriseren om Ëœde opgaaven welken van wegens de sterfhuizen, alsvorens de lijken mogen begraaven worden, moeten geschieden, over te neemen, dezelven zorgvuldig te bewaaren, daarvan lijsten te formeeren en dezelve lijsten, alle week aan den officier der justicie, waar onder deeze gerechte ressorteerd, mitsgaders aan den secretaris van deezen gerechte in te leveren en voorts aan den geene die het lijk aangeeft een permissie billet ter begraaving uit te reiken"; dit alles ingevolge publicatie van het Bataafsche Gemeenebest; [was getekend] N. de Graaf.
11-1-1806: Afschrift van een bericht van het gerecht Dwarsdijk [ws. aan het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht], ingevolge schrijven 4-1-1806, dat dit gerecht geen doodgraver heeft aangesteld daar de lijken of te Werkhoven of te Cothen door de doodgraver aldaar worden begraven; [was getekend] N. de Graaf.
5-2-1806: Afschrift van een brief van M.J. Menso (te Rhenen), directeur der successie in het derde district (hoofdplaats Wijk bij Duurstede), aan het gemeentebestuur van Dwarsdijk, inhoudend dat, ingevolge schrijven van 9-10-1805 van .... [ws. het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht] de gemeentebesturen verplicht zijn wekelijks de sterftelijsten aan de directeur der successie in te zenden ten einde die daardoor in staat te stellen om de Ëœinsinuatie bilietten" aan de sterfhuizen te bezorgen en hij, als directeur, zodanige lijsten nog niet van Dwarsdijk heeft ontvangen.
13-2-1806: Afschrift van een brief van J.C. de Graaf, namens het gerecht Dwarsdijk, aan M.J. Menso te Rhenen [directeur der successie] in antwoord op diens brief van 5-2-1806 inhoudend dat hij had gemeend maandelijks een lijst van de aan het gerecht aangegeven lijken (indien namelijk er sterfgevallen hadden plaatsgehad) te moeten inzenden. Nu wil het toeval dat de schout voorleden zaterdag heeft gehoord dat er een eerstgeboren kind van Arie Scherpenzeel alhier overleden is. Waarschijnlijk heeft de schoolmeester van Werkhoven, die door de Dwarsdijk is gekwalificeerd tot afgifte van Ëœpermissie billetten tot begraving", niet geweten dat hij daarvan aan Menso kennis moest geven. Hem is gisteren verzocht dat abuis dadelijk te dresseren.
15-2-1806: Afschrift van een brief van M.J. Menso [te Rhenen, directeur der successie] aan J.C. de Graaf [schout van Dwarsdijk] te Utrecht in antwoord op diens schrijven van 13-2-1806 waarbij hij aankondigt het betreffende Ëœinsinuatie biljet" zal toezenden en hem verzoekt Ëœhet zelve te willen doen expliciteren, en de mensche in deesen nieuwigheyd te willen regt helpen" opdat het daardoor volgens voorschrift kan worden behandeld.
22-2-1806: Afschrift van een brief van het gerecht Dwarsdijk aan monsieur Van Cooten te Cothen dat, ingevolge aanschrijving dd. 31-1-1806 van het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht, Gijsbert van Ek als herbergier en Willem van Odijk als slachter (de enige onder het gerecht) hun daartoe verplichte eed hebben afgelegd; in kennisgeving ook aan de heer Engelbert, ontvanger te Wijk bij Duurstede; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
28-2-1806: Nota van Patenten, uitgegeven door het gemeentebestuur Nijendijk, ingevolge plakkaat dd. 2-12-1805 van het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht: 1. afgegeven patent over 1806 aan Gijsbert van Ek alhier, die zich heeft aangegeven als biertapper, tot het uitoefenen van dat bedrijf en daarmee verplicht tot het gebruik van een klein zegel van f1-10; [in de marge] heeft 19-2-1806 de eed afgelegd in handen de schepen Krijn van Hasendonk; 2. hetzelfde aan hem als smid op een klein zegel van f1-10; 3. hetzelfde aan Frans Odijk als koopman in hout op een klein zegel van f1-10; 4. hetzelfde aan Hannes van der Louw als koopman in hout op een klein zegel van f1-10; 5. hetzelfde aan Jan Verheul als barbier op een klein zegel van f1-10; 6. hetzelfde aan Willem van Odijk als schippersknecht op een klein zegel van f0-8; 7. hetzelfde aan Jan van Odijk als schippersknecht op een klein zegel van f0-8; 8. hetzelfde aan Willem van Odijk als veeslachter op een klein zegel van f0-8; [in de marge] heeft 22-2-1806 de eed afgelegd in handen van de schout; 9. hetzelfde aan Teuntje Volleveld als linnennaaister op een klein zegel van f0-8; 10. hetzelfde aan Catrina van Odijk als linnennaaister op een klein zegel van f0-8; 11. hetzelfde aan Dirkje Volleveld als kousenbreister op een klein zegel van f0-8; 12. hetzelfde aan Gijsbert van Ek als beestenslachter op een klein zegel van f0-8; [in de marge] heeft 23-3-1806 de eed afgelegd in handen van de schepen Krijn van Hasendonk. [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
9-5-1806: Afschrift van een missive van het gerecht Dwarsdijk aan de Raad van Financiën in het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 29-4-1806, dat aldaar ten behoeve van enige heren of corporatiën geen imposten zijn geïntroduceerd of gecedeerd.
5-7-1806: Verklaring op het secretarie van Willem van Dijk, woonachtig in Schalkwijk, dat hij aan Willem van den Berg, wonend onder de Dwarsdijk, een zwartbonte melkvaars in de baat heeft gegeven; [was mede getekend] J.C. de Graaf, schout.
30-7-1806: Afschrift aan de minister van Financiën van een lijst van onder het gerecht Nijendijk afgegeven 9 patenten van in totaal f10-6-0; [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris.
6-9-1806: Afschrift van een missive van het gerecht Nijendijk aan de Raad van Financiën in het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 4-9-1806, dat aldaar geen andere landmaat wordt gebruikt de Stichtsche Roede, houdende 14 voet, de voet 10 duim en dat de landmeter G. Praalder verder namens de gerechten in dit departement zal antwoorden; [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris.
8-9-1806: Afschrift van een missive van het Nijendijk aan het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 25-8-1806, dat er aldaar geen bijzondere polder- of dijksbesturen bestaan maar dat de polders door schout en gerecht zelf worden bestuurd en dat de landerijen (403m 500r) lasten in het Lekdijksgeld waarvan voor ieder morgen jaarlijks is betaald in 1796/1797 f0-15-15, in 1798/1799 f1-3-141/2, in 1800/1803 f0-15-15 en in 1804/1805 f0-19-2 en nadere specificaties van de zettingen van het klein hoefgeld over de landerijen gevonden kunnen worden de kopieën daarvan ten Landschapshuize; [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris.
13-9-1806: Estimatie door J.C. de Graaf, schout, Krijn van Hazendonk en Arie Scherpenzeel, schepenen van Nijendijk, op verzoek van het kapittel St.Marie, van de huur of pacht van 18m, bepoot met elzenhout, gelegen aldaar in de Zemelse Polder, ten westen P.C. Burman de la Bassecour, ten zuiden Jan Uitewaal en ten noorden de Capeldijk, op f198; [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris.
4-10-1806: Afschrift van een brief van het gerecht Nijendijk aan de Commissie tot het werk der verpondingen in het Resort Wijk bij Duurstede ter begeleiding van de antwoorden op de verzochte generale informatie.
12-11-1806: Specificatie van het gemeentebestuur van Nijendijk van in september 1806 gefourneerde wagen en paarden ten dienste van het kamp bij Zeist, nu Austerlitz genaamd: de weduwe Johannes Spaan voor het op één dag rijden op Utrecht, voor het laden van meel en het zelve van daar naar genoemd kamp: f5; ter zelve zaken en ieder ook voor f5: Krijn van Hazendonk, Arie van Scherpenzeel, Jan Spithoven, Klaas Hofman en Cornelis Kronenburg; [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris; [in de marge] overgeleverd aan de Landschapsbode De Vries op 15-11-1806.
24-11-1806: Registratie van een erfpachtbrief dd. 10-3-1788 van het Domkapittel aan Frans Odijk waarbij hij, vermits het transport aan Frans Odijk door Dirk Vernooij, voor zichzelf en als gemachtigde van de verdere erfgenamen van Cornelia de Kruijf (weduwe Cornelis van den Nieuwendijk), volgens procuratie in koopconditie dd. 15-1-1788 voor notaris Ernestus van Goudoever, gepasseerd in het gerechtshuis te Cothen, in erfpacht ontvangt 0,5m land onder de Nijendijk, strekkend van de Wijkerbroekse wetering tot aan het land van het Domkapittel, met ten oosten de Cappelenweg en ten westen het Domkapittel, dat door Dirk Vernooij op 10-3-1788 in erfpacht is ontvangen voor f4-5-0 per jaar.
6-12-1806: Akten van patent voor het jaar 1807 afgegeven door het gemeentebestuur van Nijendijk ingevolge plakkaat dd. 2-12-1805 aan: op 12-6 Hannes van der Louw, koopman, verplicht tot het gebruik van een klein zegel van f1-10-8; op 12-6 Frans van Odijk, koopman, op een zegel van f1-10-8; op 12-6 Jan Verheul, barbier, op een zegel van f1-10-8; op 12-6 Willem Odijk, veeslachter, op een zegel van f1-8-8; [in de marge] heeft op 22-2-1806 Willem Odijk de eed afgelegd in handen van de schout; op 12-6 Willem Odijk, schippersknecht, op een zegel van f1-8-8; op 12-6 Jan Odijk, schippersknecht, op een zegel van f1-8-8; op 12-13 Gijsbert van Eck, tapper, op een zegel van f1-10-8; [in de marge] heeft op 19-2-1806 de eed afgelegd in handen van de schepen Krijn van Hazendonk; idem, smid, op een zegel van f1-10-8; idem, slachter, op een zegel van f1-8-8.
10-12-1806: Registratie van twee leenbrieven dd. 22- resp. 27-4-1769 van de Staten van Utrecht voor Jan Janse Spithoven die, na de dood van zijn vader Jan van Spithoven (zelf beleend 2-6-1753), is beleend met de ene helft resp. de andere helft van het goed genaamd De Zemelen onder het gerecht Werkhoven of onder het gerecht Dwarsdijk, met boven naast het Domkapittel, beneden het kapittel St.Marie, zijnde de helft van een huis, bergen, schuren en boomgaard, groot 32m.
23-12-1806: Registratie van een testament dd. 10-3-1776 voor notaris Willem Gerard van Nes te Utrecht van Geertje Koot, weduwe Cornelis Vernooij, in de plaats van eerdere testamenten, speciaal welke voorheen met haar overleden broer zijn gepasseerd, waarbij zij haar neef Anthonij Koot vermaakt een door hem al gebruikte hofstede met 12m land onder Werkhoven, met het perceel land, genaamd Den Akker, onder de Dwarsdijk; gepasseerd in haar woonhuis te Werkhoven in bijzijn van de getuigen Otto van Egtelt en Hendrik Calbo.
30-12-1806: Afschrift van een aan de Raad van Financiën van het Departement Utrecht door de schout van Dwarsdijk overgeleverde lijst van gepatenteerde personen te weten: Gijs van Eck als tapper en als veeslachter, Willem van Odijk als slachter; [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris; [in de marge] 16-2-1807 voor de tweedemaal overgeleverd.
14-1-1807: Afschrift van een missive van schout en gerecht van Nijendijk aan het Departementaal Bestuur van Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 7-10-1806 en 16-12-1806, dat de volgende vaste goederen onder de Dwarsdijk zijn gelegen en op naam staan van de tegenwoordige bezitters te weten: een hofstede met huis, bergen, schuur en verdere opstal, nevens 41,5m land, gebruikt door de weduwe van Joannes Spaan; een huis en bakhuis met 0,5m boomgaard, gebruikt door Hendrik van den Berg. Volgens het manuaal of schuldboek van de gadermeester is Arnoud Jan van Westrenen, sedert het overlijden van zijn vader, daarmee gedebiteerd wat betreft de ongelden maar is de formele scheiding daarvan niet geregistreerd; [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris.
27-1-1807: Afschrift van een missive van schout en gerecht van Nijendijk aan het Departementaal Bestuur van Utrecht in verband met de interpretatie van Ëœde van hun gevorderde wordende overboeking van vaste goederen"; [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris.
31-1-1807: Afschrift van een missive van de schout van Nijendijk aan de advocaat-fiscaal over Ëœde middelen te landen in het Departement Utrecht", ingevolge aanschrijving 16-12-1806, dat de patenten over het jaar 1806 verzocht, Ëœbehoorlijk zijn afgehaalt"; [was getekend] J.C. de Graaf.
4-2-1807: Afschrift van een missive van schout en gerecht van Nijendijk aan het Departementaal Bestuur van Utrecht inhoudend dat alle vaste goederen aldaar gelegen, op de Oudschild Blaffaard en het Cohier van het Huis- en Haardstedegeld zijn gesteld ten name van de tegenwoordige bezitters en dat die cohieren in behoorlijke orde zijn gebracht; [was getekend] J.C. de Graaf.
13-2-1807: Afschrift van een missive van schout en gerecht van Nijendijk aan het Departementaal Bestuur van Utrecht inhoudend dat, ingevolge aanschrijving dd. 22-1-1807 en 3-2-1807, ten behoeven van de Leidse ingezetenen, niets is ingeschreven noch in de gestelde bussen is ingeworpen maar dat aan de huizen is gecollecteerd waarbij f15-14 is opgehaald alsmede dat aldaar geen gewezen officieren van de landmacht hun vaste woonplaats hebben of zich daar ophouden; [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris.
17-2-1807: Afschrift van een door het gerecht Nijendijk aan de Raad van Financiën in de Departement Utrecht overgeleverde lijst van afgegeven patenten mitsgaders het verloop van de geëmployeerde zegels over 1806, inhoudend: in de 7de klasse aan: Gijsbert van Eck, tapper, f1-10-8, dezelfde als smid f1-10-8; Frans Odijk, koopman in brandhout, f1-10-8; Johannes van der Louw, koopman in brandhout en fruit, f-10-8; Jan Verheul, barbier, f1-10-8; in de 8ste klasse aan: Willem van Odijk, schippersknecht, f0-8-8, dezelfde als veeslachter, f0-8-8; Jan van Odijk, schippersknecht, f0-8-8; Teuntje Volleveld, linnennaaister, f0-8-8; Catharina van Odijk, linnennaaister, f0-8-8; Dirkje Volleveld, kousenbreister, f0-8-8; Gijsbert van Ek, veeslachter, f0-8-8; totaal voor negen patenten geëmployeerde zegels: f10-12-0; [was getekend] J.C. de Graaf, schout en loco-secretaris.
17-2-1807: Afschrift van een missive van schout en gerecht van Nijendijk aan de Kerkenraad te Werkhoven inhoudend, ingevolge verzoek van de Departementale Commissie tot de Zaak der Armen, een aantal vragen: Hoe groot is het aantal ondersteuning genietende bewoners van dit gerecht, Ëœparochierend" onder Werkhoven? Uit welke fondsen of kassen worden zij bedeeld? Op welke wijze geschiedt de bedeling? In geld, etenswaren, kleding of door het verschaffen van inwoning? Wordt gelet op het goed gedrag en de werkzaamheid der armen in het bijzonder der kinderen? Waarmee verdienen de bedeelden hun kost boven de bedeling? Kan men hen desnoods werk verschaffen en waar bestaat dat werk dan uit? [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris.
17-2-1807: Afschrift van een missive van schout en gerecht van Nijendijk aan de Roomse Armmeesters te Werkhoven inhoudend, ingevolge verzoek van de Departementale Commissie tot de Zaak der Armen, een aantal vragen: oe groot is het aantal ondersteuning genietende bewoners aan de Dwarsdijk tot de roomse gezindte behorend? Uit welke fondsen of kassen worden zij bedeeld? Op welke wijze geschiedt de bedeling? In geld, etenswaren, kleding of door het verschaffen van inwoning? Wordt gelet op het goed gedrag en de werkzaamheid der armen in het bijzonder der kinderen? Waarmee verdienen de bedeelden hun kost boven de bedeling? Kan men hen desnoods werk verschaffen en waar bestaat dat werk dan uit? [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris.
18-2-1807: Afschrift van een antwoord van schout en gerecht van Nijendijk aan het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht op een missive ontvangen 10-2-1807 die zij niet kunnen beantwoorden daar zij eerst een aantal vragen hebben betreffende hun tractementen en emolumenten over 1806 waarbij wordt opgemerkt dat de schout zijn last in 1784 heeft gekocht; [was getekend] J.C. de Graaf, schout en loco-secretaris.
27-2-1807: Antwoord van het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht aan schout en gerecht van Nijendijk op hun vragen dd. 18-2-1807.
1-3-1807: Afschrift van een leenbrief dd. 30-12-1806 van het leenhof van het Domkapittel waarbij Jacob van der Monden aan het leenhof overgaf ten behoeve van Arnoud Jan van Westrenen, op een oude Frankrijkse schild, de vrije leenweer van een huis en hofstede met een boomgaardje van 3 hont gelegen onder de Dwarsdijk daar aan westzijde van het huis de gemene Herenweg langsloopt, met de heer van Houdringen ten noorden en ten oosten, en de kinderen van Hendrik van Dusseldorp ten zuiden zijn geland.
13-3-1807: Afschrift van een missive van de schout en gadermeester van Nijendijk aan het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht inhoudend dat hij beide posten in 1784 heeft gekocht en daarvoor 50 ducaten hanschoengeld aan de toenmalige ambachtsheer heeft betaald waardoor hij geen gezegelde verklaringen indient dat niet Ëœals disobient mogt worden geconsidereerd"; [was getekend] J.C. de Graaf.
13-3-1807: Afschrift van een door schout en gerecht van Nijendijk aan het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht overgeleverde lijst van ambtenaren en geëmployeerden onder dat gerecht die geen gezegelde verklaringen hebben ingezonden te weten: Giel van der Louw als gerechtsbode en Frans van Odijk als schipper; [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris.
13-3-1807: Afschrift van een missive van schout en gerecht van Nijendijk aan het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht waarbij, ingevolge aanschrijving dd. 10-2-1807, de gezegelde verklaringen der tractementen en emolumenten over 1806 van Krijn van Hasendonk en Arie Scherpenzeel als schepenen, Nicolaas de Graaf als secretaris, alsmede een lijst van ambtenaren die dat niet behoeven te doen plus een missive van onze schout en gadermeester behelsende hetzelfde; [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris.
13-3-1807: Afschrift van een door schout en gerecht van Nijendijk aan de Raad van Financiën in het 4de Departement Utrecht overgeleverde lijst van aldaar over 1807 afgegeven patenten mitsgaders het beloop der geëmployeerde zegels, inhoudend: in de 7de klasse aan: Hannes van der Louw, koopman, f1-10-8; Frans Odijk, koopman, f1-10-8; Jan Verheul, barbier, f1-10-8; Gijsbert van Eck, tapper, f1-10-8 en smid, f1-10-8; in de 8ste klasse aan: Willem Odijk, veeslachter, f0-8-8 en schippersknecht, f0-8-8; Jan Odijk, schippersknecht, f0-8-8; Gijsbert van Ek, veeslachter, f0-8-8; totaal voor zes gepatenteerde zijn geëmplooieerd negen zegels f 9-6-8; [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris.
7-4-1807: Afschrift van een missive van schout en gerecht van Nijendijk aan het de Departementale Commissie tot de Zaak der Armen, ingevolge missive dd. 2-3-1807, inhoudend dat de vijf eerste vragen ter beantwoording zijn toegezonden aan de Kerkenraad der Gereformeerde Gemeente en aan de Armmeesters der Roomse Gemeente te Werkhoven, waaronder dat gerecht kerkelijk behoort, waarbij als antwoord is gekregen van de Kerkenraad dat tegenwoordig onder de Nijendijk geen armen zijn die tot haar Gereformeerde Gemeente behoren en van de Armmeester Nicolaas Hofman die heeft verklaard dat er thans geen armen onder de Nijendijk zijn die door hun worden ondersteund en als dat wel het geval wordt, er dan zowel in de kerk als bij de huizen der ingezetenen zal moeten gecollecteerd daar er geen andere fondsen voorhanden zijn.
20-4-1807: Missive van de Gecommitteerde tot het werk der verpondingen in het arrondissement Wijk bij Duurstede aan de schout en gerecht van Dwarsdijk inhoudend dat van alle akten van transport, overboeking of registratie van eigendomsovergang de Ëœsimpele copien" daarvan zorgvuldig moeten worden bewaard en geregistreerd, plus dat moet worden ingezonden een lijst van alle transporten die sedert 20-1-1805 in het gerecht zijn gepasseerd.
25-4-1807: Afschrift van een missive van schout en gerecht van Nijendijk aan de Gecommitteerde tot het werk der verpondingen in het arrondissement Wijk bij Duurstede, ingevolge missive dd. 20-4-1807, dat sedert 20-1-1807 aldaar geen transporten van vaste goederen zijn gepasseerd doch dat met de goederen leenroering aan het Domkapittel door Jacob van der Monden in de verponding is aangegeven en nog voor 20-1-1807 daarmee is beleend geworden Arnoud Jan van Westrenen ingevolge leenbrief dd. 30-12-1806, welk betreft een huis en hofstede met een boomgaard van 300 roeden land, daar aan de westzijde van het huis de gemene Herenweg langsloopt, de heer van Houdringen ten noorden en ten oosten, de kinderen van Hendrik van Dusseldorp ten zuiden geland zijn, zijnde het huis bekend onder no. 5 en is dit perceel verkocht voor f800; [was getekend] J.C. de Graaf, schout en loco-secretaris.
8-5-1807: Afschrift van een missive van schout en gerecht van Nijendijk aan het Departementaal Bestuur 's Lands van Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 31-3-1807, dat zij niet inzien wat het nut van draagbare brandspuiten zou kunnen zijn daar ˜uit hoofden van gebrek aan water op veel plaatsen alhier" en het bepalen van het betreffende aantal ˜eyndeloze twisten en procedures" zal veroorzaken tusen de geërfden en de inwoners ten eenre (en de gemeente zelf geen geld heeft) en degene welke de schadeloosstelling ten andere en daar waar in steden en dorpen brand wordt vergoed, er dikwijls brand zal worden gesticht en ˜er geen eynden zal wezen aan schaa vergoedingen"; [was getekend] J.C. de Graaf, schout en loco-secretaris.
8-6-1807: Afschrift van een erfpachtbrief dd. 30-12-1803 van het kapittel van St.Jan te Utrecht ingevolge comparering door Giel van der Louw, gerechtsbode van de Dwarsdijk, als gemachtigde (ingevolge koopconditie dd. 16-4-1803 voor notaris Huibert Nicolaas van Schalkwijk a Velden te Utrecht) van Geertruy Johanna Sanderson (weduwe IJsbrand de Kock Hendrikse) aan Arnoud Jan van Westrenen van 7m bouwland, erfpachtgoed op een jaarlijkse canon van f12, onder 't Goy en de Dwarsdijk, liggend ten oosten de Nagtdijk, ten westen, ten zuiden en ten noorden het Duitse Huis te Utrecht, waarvan de 40ste penning volgens kwitantie dd. 28-6-1803 was betaald en geregistreerd.
23-6-1807: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de Landdrost van het Departement Land van Utrecht, ingevolge verzoek dd. 8-6-1807, inhoudend dat de populatie in het gerecht 87 zielen bedraagt en dat er geen armen publiek of door de kerken worden onderhouden.
8-9-1807: Extract uit het aardgunningsboek van het gerecht van de stad Utrecht om te mogen staan over een transport van 7m bouwland onder de Dwarsdijk door Pieter van Veersen q.q. aan Arnoud Jan van Westrenen.
9-9-1807: Registratie van een extract uit de resoluties van het Duitse Huis te Utrecht dd. 21-4-1807 waarbij wordt goedgevonden dat het Duitse Huis aan Arnoud Jan van Westrenen 28m wei- en bouwlanden onder 't Goy, Houten en de Dwarsdijk verkoopt voor f5.000.
9-9-1807: Registratie van een extract uit de koopconditie dd. 15-6-1807 voor notaris Nicolaas Wilhelmus Buddingh te Utrecht waarbij het Duitse Huis te Utrecht aan Arnoud Jan van Westrenen verkoopt 28m land onder 't Goy (13), de Dwarsdijk (7m) en Werkhoven (8m), strekkend van de Voordijk tot aan de Nagtdijk, met ten oosten en zuiden de koper, ten westen Toon Koot en ten noorden de erven Beverweerd.
12-9-1807: Transport te Utrecht voor J.C. de Graaf, schout, Krijn van Hazendonk en Arie Scherpenseel, schepenen van Nijendijk, door Pieter van Veersen, als gemachtigde van het Duitse Huis (ingevolge koopconditie dd. 15-6-1807 voor notaris Nicolaas Wilhelmus Budding te Utrecht en extract uit resolutie dd. 21-4-1807) aan Arnoud Jan van Westreenen van 7m bouwland onder de Nijendijk met ten westen Anthonij Koot en ten zuiden en ten noorden de Nagtdijk waarbij nadien dit perceel met en benevens 13m land onder 't Goy en 8m onder Werkhoven door koper was gekocht voor in totaal f5.000; verwezen wordt naar het extract uit het aardgunningsboek dd. 8-9-1807; [was mede getekend] N. de Graaf, secretaris; [in de marge] uitgegeven op 23-9-1807.
20-12-1807: Afschrift van een brief dd. 13-11-1807 van schout en gerecht van Nijendijk aan de Landdrost van het Departement Land van Utrecht, ingevolge decreet dd. 28-9-1807 van de Koning van Holland en oproepen daarna bij Publieke Nieuwspapiere, waarbij zijn meegezonden kopieën van: een lijst van requisities en leveranties door en vanuit het gerecht ten behoeve van de Engelse en Hessische militairen aldaar op het laatst van 1794 en in het begin van 1795, van 15-10-1796 ten bedrage van f853-7-0 welken nog niet zijn betaald; een lijst idem van die datum ten bedrage van f70-7-0; een bewijs dat voorafgaande lijsten op 15-10-1796 zijn overgeleverd aan de toenmalige landschapsbode; [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris.
23-12-1807: Lijst van patenten uitgegeven door de gemeente Nijendijk aan: Frans Odijk, wonend aldaar, als koopman, op een zegel van f1-10-8; Hannis van der Louw, koopman, op een zegel van f1-10-8; Jan Verheul, barbier, op een zegel van f1-10-8; Willem Odijk, schippersknecht, op een zegel van f0-8-8; Willem Odijk, veeslachter, op een zegel van f0-8-8; Jan Odijk, schippersknecht, op een zegel van f0-8-8; op 1808-1-16: Gijsbert van Ek, smid, op een zegel van f1-10-8; dezelfde, tapper, op een zegel van f1-10-8; [in de marge) op 26-7-1807 is aan dezelfde G. van Eck een suppletiezegel van f1-10-8 afgegeven; dezelfde, veeslachter, op een zegel van f0-8-8; [in de marge] zie verder fol. 69 dd. 17-9-1808.
25-1-1808: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de Landdrost van het Departement Land van Utrecht, ingevolge aanschrijving 16-12-1807, inhoudend dat er geen goederen onder het gerecht behoord hebben aan het Carthuizerklooster Mariënberg, Toewedder en het bisdom Munster; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
5-2-1808: Lijst van door het gerecht Nijendijk afgegeven patenten mitsgaders het beloop der geëmployeerde zegels over het jaar 1808: in de 7de klasse: Frans Odijk als koopman f1-10-8, Hannis van der Louw als koopman f1-10-8, Jan Verheul als barbier f1-10-8, Gijsbert van Ek als smid f1-10-8, dezelfde als tapper f1-10-8; in de 8ste klasse: Willem Odijk als schippersknecht f0-8-8, dezelfde als veeslachter f0-8-8, Gijsbert van Ek als veeslachter f0-8-8, Jan Odijk als schippersknecht f0-8-8; totaal zes gepatenteerden zijn geëmplooieerd voor negen zegels: f9-6-0; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
16-2-1808: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de Landdrost van het Departement Land van Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 27-1-1808, inhoudend dat in het gerecht geen kerk is zodat de lijken der alhier afgestorvenen ˜sedert onheuggelijke jaaren" in de kerk of op het kerkhof van het dorp Werkhoven, waaronder de inwoners van dit gerecht parochiëren, begraven zijn geworden en dat het gerecht erop vertrouwt dat ˜die van Werkhoven, het gevorderd project nopens 't begraven der dooden, aan uwe excellentie zullen inzenden of reeds ingezonden hebben"; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
7-3-1808: Afschrift van een alsdan overgeleverde lijst van ingezamelde penningen (f2-0-0) onder de Nijendijk ten behoeve van de ingezetenen van Zeeland die door de storm van 13-1-1808 het meest bijzonder zijn getroffen; [was getekend] J.C. de Graaf, schout.
17-3-1808: Afschrift van een brief van de schout en gadermeester van Nijendijk aan de Landdrost van het Departement Land van Utrecht inhoudend dat hij de posten in 1784 heeft gekocht en daarbij aan de toenmalige ambachtsheer 50 ducaten hanschoengeld heeft betaald, en dat dus, net zoals voorheen, het door hem inzenden van verklaringen van ontvangen tractement en emolumenten niet verplicht is; [was getekend] J.C. de Graaf.
28-3-1808: Afschrift van een lijst van ambtenaren onder de Nijendijk die verklaringen van over 1807 ontvangen tractementen en emolumenten hebben ingezonden, te weten Giel van der Louw als gerechtsbode en Frans Odijk als schipper; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
28-4-1808: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de Landdrost van het Departement Land van Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 26-1-1808, waarbij worden ingezonden de verklaringen van ontvangen tractementen en emolumenten van de schepenen Krijn van Hazendonk en Arie Scherpenzeel plus van Nicolaas de Graaf als secretaris, alsmede een missive van onze schout en gadermeester welke niet is gehouden tot het inzenden van zo'n verklaring: [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
17-9-1808: Door het gemeentebestuur van Nijendijk afgegeven patent (no. 10) aan Krijn Spaan, wonend aldaar, als schoenmaker, op een zegel van f1-10-0; [was getekend] J.C. de Graaf, loco-secretaris.
22-9-1808: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de Landdrost van het Department Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 13-8-1808, inhoudend dat er in dat gerecht geen fabrieken of Ëœtafrieken" bestaan; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
6-10-1808: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de Secretaris-Generaal van het Departement Utrecht dat het gerecht bevat 403m 500r waarvan: 329m 300r bouwland, 29m 200r weiland, 32m 200r bosland en 13m 200r boomgaardland, en dat aldaar geen hooilanden of heivelden gevonden worden.
25-10-1808: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de Minister van Financiën van het Koningrijk Holland ingevolge een door de landdrost opgelegde quotisatie van f262 als uitvloeisel van een belasting van 3 miljoen volgens de wet van 30-3-1808 die zij onredelijk vinden want gebaseerd op de personele middelen, die aldaar te meer drukkend is omdat er van de zes boerenhofsteden waaruit dit gerecht, buiten de daghuurderswoningen, bestaat er slechts één in eigendom is en vijf in huur zijn. Van die laatsten moeten enorme pachten worden opgebracht, meer dan in gerechten waarvan de ingezetenen hun boereplaatsen en landerijen in eigendom bezitten en zelf bewonen. Het zijn die zes boeren die bijkans de gehele last van de f262 moeten dragen. Daarnaast voelt de boerenstand zich ˜magtig" bezwaard met de belasting op de tarwe. Dit omdat zij, wegens de ˜harde en taaije kleijgrond" in het gerecht ˜noodwendig meer Dienstboden" moeten houden ter bebouwing van de gronden dan in andere gerechten terwijl de bakkers of burgers in de steden de beste tarwe gebruiken en alhier ˜het uitschot gebruijkt word". De opgelegde lasten leiden tot ˜de totale ruine en vernietiging van den Boerenstand en dus wel een van de nuttigste der Maatschappij"; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
10-12-1808: Extract uit de condities van de openbare verkoping alsdan ten huize van Gerrit van Egtelt, kastelein in de herberg De Roskam te Houten, door Fredericus Catharinus Blekman [gemachtigde van E. Sanderson] van hofsteden, huizen en landerijen onder de gerechten Maarschalkerweerd, Oud-Wulven en Dwarsdijk te weten aldaar (no. 4): een huis, erf en grond, zijnde het gerechtshuis van de Dwarsdijk, met 1m boomgaard en weiland, plus nog een kamer of woning met een achterkamertje daarnaast, met boven het Domkapittel, beneden de gemene weg, waarbij huis en boomgaard worden gebruikt door Gijsbert van Eck voor f90 per jaar en de kamer of woning door Giel van der Louw voor f25 per jaar, die elk hun huur tot 1-5-1809 hebben. Onder de koop is niet begrepen de smederij, smidswinkel mitsgaders de ooistal die aan de huurder Gijsbert van Eck behoren en die hij bij zijn vertrek Ëœzal mogen wegmaken". Gekocht door Dirk Vernooij voor f2.000 (+ f100 rantsoen) tbv. zijn broer Cornelis Vernooij.
31-12-1808: Acten van patent over 1809 uitgegeven door de gemeente Nijendijk: Frans Odijk als koopman, op een zegel van f1-10-8; Jan Verkerk als barbier, op een zegel van f1-10-8; Jan Odijk als schippersknecht, op een zegel van f0-8-8; Willem Odijk als veeslachter, op een zegel van f0-8-8; [in de marge] heeft op 22-2-1806 de eed in handen van de schout afgelegd en zijn Ëœverkregen patent door de daartoe gedesigneerde ambtenaar doen viseeren"; Willem Odijk als schippersknecht, op een zegel van f0-8-8; Johannes van der Louw als koopman, op een zegel van f1-10-8; Gijsbert van Ek als smid, op een zegel van f1-10-8; dezelfde als slachter, op een zegel van f0-8-8; [in de marge] heeft op 23-3-1806 de eed afgelegd.
20-1-1809: Afschrift van een brief van schout en gadermeester van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht inhoudend dat hij in 1784 voor de posten van schout en gadermeester 50 ducaten handschoengeld aan de toenmalige ambachtsheer heeft betaald en daarom geen, zoals voorgeschreven, verklaringen van ontvangen tractementen kan inzenden; [was getekend] J.C. de Graaf.
20-1-1809: Afschrift van een lijst van het gerecht Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht van ambtenaren onder dit gerecht die verklaringen van ontvangen tractementen en emolumenten ingezonden, te weten Giel van der Louw als gerechtsbode en Frans Odijk als marktschipper; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
20-1-1809: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 23-1-1808, inhoudend dat Nicolaas de Graaf als secretaris een verklaring heeft ingezonden van ontvangen tractementen en emolumenten; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
27-2-1809: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 9-2-1809, inhoudend dat ten behoeve van Ëœdoor de jongsten watersnood ongelukkig geworden landgenooten, onder deezen gerechte niets ingeschreveeven, nog in de gestelde busschen in geworpen is, maar dat aan de huijzen is gecollecteerd geworden eene somma van f13-12-8. En dat daar deezen gerechte parochieerende is onder de gerechten van Werkhoven en Cothen, de op de beededag gecollecteerde penningen door de armmeesters dier gemeentens aan ons niet zijn ingezonden"; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
29-2-1809: Afschrift van een lijst van door de gemeente Nijendijk over 1809 afgegeven patenten mitsgaders het beloop van de geëmployeerde zegels: in de 7de klasse: Frans Odijk als koopman f1-10-8, Hannis van der Lauw als koopman f1-10-8, Jan Verheul als barbier, Gijsbert van Ek als smid f1-10-8; in de 8ste klasse: Willem Odijk als schippersknecht f0-8-8, dezelfde als veeslachter f0-8-8, Gijsbert van Ek als veeslachter f0-8-8, Jan Odijk als schippersknecht; in totaal voor 6 gepatenteerden zijn 8 zegels gebruikt voor in totaal f7-16-0; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
4-2-1809: Afschrift van een extract uit de verkoopacte dd. 10-12-1808 voor notaris Hendrik van Ommeren te Utrecht van [het gerechtshuis van de Dwarsdijk: zie 10-12-1808]; [was mede getekend] E. Sanderson, Dirk Vernooij, Cornelis Vernooij.
7-3-1809: Afschrift van een aantekening uit het aardgunningsboek van het gerecht van de stad Utrecht om te mogen staan voor schout en gerecht van Dwarsdijk om te transporteren een huis, erf en grond, zijnde het gerechtshuis van de Dwarsdijk, met 1m boomgaard en weiland, plus een kamer of woning, met een achterkamertje naast het genoemde huis, onder Dwarsdijk met boven het Domkapittel en beneden de gemene weg, door Fredericus Catharinus Blekman, als gemachtigde van E. Sanderson, ten behoeve van Cornelis Vernooij.
10-3-1809: Transport voor J.C. de Graaf, schout, Krijn van Hasendonk en Arie Scherpenseel, schepenen van Nijendijk, door Fredericus Catharinus Blekman, als gemachtigde van Eduard Sanderson en diens huisvrouw (volgens vermogensprocuratie in koopconditie dd. 10-12-1808, gepasseerd te Houten, voor notaris Hendrik van Ommeren te Utrecht), van onder Dwarsdijk een huis (no. 9), erf en grond, zijnde het gerechtshuis van de Dwarsdijk, met 1m boomgaard en weiland, plus nog een kamer of woning met een kamertje (zijnde no. 9) naast het genoemde huis, met boven het Domkapittel en beneden de gemene weg, waarvan volgens kwitantie de verponding dd. 18-7-1808 is betaald.
24-3-1809: Afschrift van een lijst van het gerecht Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, inhoudend dat op 23-3-1809 er aldaar 13 gereformeerden en 71 roomsgezinden woonden (in totaal 84 zielen); [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
29-3-1809: Afschrift van een lijst van patenten welke na 1-1-1808 afgegeven door het gerecht Nijendijk mitsgaders van het beloop der geëmployeerde zegels te weten op 26-7-1808 aan Gijsbert van Ek als tapper op een zegel van f1-10-8 en op 17-9-1808 aan Krijn Spaan als schoenmaker op een zegel van f1-10-8, in totaal voor twee gepatenteerden twee zegels; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
29-4-1809: Door gemeentebestuur Nijendijk afgegeven patent (no. 9) aan Willem Odijk aldaar als tapper, geldig tot 30-4-1810; [in de marge] 1-5-1809 heeft hij de eed in handen van de schout afgelegd; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
5-5-1809: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Land van Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 19-4-1809, inhoudend dat geen enkele inwoner van het gerecht onderworpen is aan de betaling van enige belasting tot het onderhoud van kerken of van objecten voor de eredienst van andere gezindheden; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
15-5-1809: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de drost van het 2de kwartier Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 6-5-1809, inhoudend dat er aldaar geen Ëœgarentwijnderijen" bestaan; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
1-6-1809: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de drost van het 2de kwartier Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 17-5-1809, inhoudend dat er aldaar geen Ëœschutterijen" bestaan of immer hebben bestaan.
14-6-1809: Afschrift van een acte van registratie alsdan voor notaris Jacob Christiaan de Graaf te Utrecht van enige goederen van Anthony Beeving die hij ter leen en in bewaring heeft gegeven aan zijn schoonzoon Hannis van der Louw: een Kromme-rijnseschuit, twee tobben, vijftien Delfse schotels, twaalf Delfse borden, vijf Delfse boterschoteltjes, kopjes en schoteltjes dito, een schotel, pan, trekpotten, melkkannen, twee bedden, peluws en vier kussens, een groene wollen deken, een witte wollen deken, een laken, twee groene gordijnen en een val, drie linnen gordijnen, zes stoelen, een tafeltje, een Ëœmeytje" eikenhout, een ijzeren pot, een dito koekenpan en hangijzer, een dito rooster, een ËœDelpstel van vijven", een koperen ketel, een ijzeren blaaspijp met haal en tang, een eiken klederkast, een etenskast, een tafel, vier schotelrekken, een blikken lamp, theebusje etc., een paar koperen schalenn, een koffiemolen en strijkijzer, tinnen lepels en vorken met een rek en enige Ëœrommeling".
3-7-1809: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 12-6-1809, inhoudend dat zich aldaar geen jongelingen hebben aangeboden voor Ëœhet etablissement der Koninglijke kweekelingen" alsmede dat er geen kinderen van Ëœgealimenteerden" zijn die de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
3-7-1809: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 17-6-1809, inhoudend dat aldaar geen kerk bestaat en dat gerecht kerkelijk onder het gerecht Werkhoven behoort; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
29-7-1809: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 18-6-1809, inhoudend dat aldaar: geen gods-, wees- of armhuizen zijn; geen personen zijn die enige alimentatie uit diaconie of andere kassen genieten; niemand zich vrijwillig Ëœtot den wapendienst heeft aangegeeven, of door hunne ouders daartoe zijn aangeboden"; geen jongelingen ter dispositie van de minister van Oorlog zijn gesteld of kunnen worden gesteld en zich derhalve ook niet hebben kunnen absenteren; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
26-9-1809: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 12-9-1809, inhoudend dat op 2-9-1809 alle boeren van dat gerecht met hun wagens en paarden zijn opgekomen en vervolgens Ëœaan hunne bestemming voldaan hebben"; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
30-9-1809: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de drost van het 2de kwartier Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 15-9-1809, inhoudend dat door schepen Krijn van Hazendonk is geïnventariseerd welke wagens en paarden aldaar zijn: Arie Scherpenseel (2 wagens, 5 paarden), Krijn van Hazendonk (2 wagens, 4 paarden), Arie Hofman (2 wagens, 4 paarden), Jan de Bruin (1 wagen, 2 paarden), wed. Spaan (1 wagen, 2 paarden), Jan Janse Spithoven (1 wagen, 3 paarden), Arie Kronenburg (2 wagens, 4 paarden), in totaal 11 wagens, 24 paarden; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
24-10-1809: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 6-10-1809, inhoudend dat aldaar geen tractementen door het gerecht aan medicijnen doktoren, heel- en vroedmeesters, apothekers nog vroedvrouwen worden betaald daar die aldaar niet worden gevonden; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
24-10-1809: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de drost van het 2de kwartier Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 11-10-1809, inhoudend dat aldaar geen wetten, keuren of ordonnantiën bestaan rakende het weiden van schapen; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
1-11-1809: Afschrift van een door de gemeente Nijendijk afgegeven patent (no. 10) aan Bernardus van Wel, wonend aldaar, als huisonderwijzer, op een zegel van f0-8-8; [was getekend] N. de Graaf.
18-11-1809: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving 8-11-1809, inhoudend dat het Ëœbij ons zeer nuttig en dienstig wordt geacht dat deezen gerechte bij voortduuring op zich zelve blijve bestaan, omdat het ten uitterste ongerieflijk voor de ingezetenen zoude zijn indien het zelve met andere gerechten wierde gecombineerd en onder een bestuur gebragt en omdat daaruit opnieuw niet den verwarringen, haat, twist en oneenigheeden te verwagten zijn welke bij de te voren plaats gehad hebbende vereeniging met Werkhoven hebben stand gegreepen"; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
25-11-1809: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 8-11-1809, inhoudend dat Ëœde lijken der alhier afgestorvene zedert inheugelijke jaaren in de kerk of op het kerkhof van den dorpe van Werkhoven begraven zijn, uit hoofde dat alhier geen kerk of begraafplaatzen gevonden worden"; [was getekend] N. de Graaf, secretaris
30-12-1809: Afschrift van een specificatie van het gemeentebestuur van Nijendijk van de door de gemeente gefourneerde wagens en paarden ten dienste van het Kamp bij Naarden op 1- en 2-9-1809: Krijn Hazendonk, A. Scherpenseel, J.J. Spithoven, K. Hofman, wed. Spaan, C. Kroonenburg, Jan de Bruin met ieder een wagen met paarden voor twee dagen á f4-10, in totaal f63; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
13-1-1810: Lijst van door de gemeente Nijendijk afgegeven patenten over 1810 te weten aan: Frans Odijk, wonend aldaar, als koopman, op een zegel van f1-15-0; Jan Verheul als barbier, op een zegel van f1-15-0; Johannis van der Louw als koopman, op een zegel van f1-15-0; Willem Odijk als veeslachter, op een zegel van f0-10-8; [in de marge] heeft 22-2-1806 de eed in handen van de schout gepresteerd; dezelfde als schippersknecht, op een zegel van f0-10-8; Jan Odijk als schippersknecht, op een zegel van f0-10-8.
2-1810: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk, ingevolge aanschrijving 6-2-1810, inhoudend dat aldaar geen brandbepalingen bestaan en dat er ook geen instrumenten tot blussing zijn en dat dit ook weinig nut heeft door het gebrek op veel plaatsen aldaar, zelfs niet door draagbare brandspuiten zoals reeds op 8-5-1807 aan het voormalige Departementaal Bestuur is gemeld; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
2-3-1810: Lijst van door het gerecht Nijendijk ingezonden, gezegelde verklaringen van ontvangen tractementen en emolumenten inhoudend dat schout en gadermeester Jacob Christiaan de Graaf dit niet hoeft daar hij in 1784 aan de toenmalige ambachtsheer daarvoor 50 ducaten handschoengeld heeft betaald, alsmede wel van Frans Odijk als marktschipper en van de erven Giel van der Louw, in leven gerechtsbode; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
2-3-1810: Lijst van door het gerecht Nijendijk ingezonden, gezegelde verklaringen van ontvangen tractementen en emolumenten, te weten van Nicolaas de Graaf als secretaris; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
2-3-1810: Lijst van door het gerecht Nijendijk voor 1810 afgegeven patenten mitsgaders het beloop van de ge-emplooieerde zegels te weten: in de 7de klasse aan: Frans Odijk als koopman f1-15-0, Jan Verheul als barbier f1-15-0, Johannes van der Louw als koopman f1-15-0; in de 8ste klasse aan: Willem Odijk als veeslachter f0-10-8, dezelfde als schippersknecht f-0-10-8, Jan Odijk als schippersknecht f0-10-8; in totaal voor vijf gepatenteerden zijn zes zegels gebruikt voor f6-1-6-8; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
2-3-1810: Lijst van door het gerecht Nijendijk na 1-1-1809 afgegeven patenten mitsgaders het beloop van de ge-emplooieerde zegels te weten: op 29-4-1809 aan Willem Odijk als tapper, behorend tot de 6de klasse op een zegel van f3-7-0; op 1-11-1809 aan Bernardus van Wel als huisonderwijzer, behorend tot de 8ste klasse op een zegel van f-9-8; in totaal voor twee gepatenteerden zijn twee zegels gebruikt voor f3-16-8; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
2-3-1810: Verklaring ter secretarie van Klaas Hofman, in kwaliteit als rooms armmeester van het gerecht Nijendijk, dat aan Johannes van der Louw in leen is gegeven: een tafel en bank, enige flessen en potten, een kist, twee blikken trommels en twee kettingen, een spiegeltje, een schoorsteenkleed en twee gordijntjes, een krib, een kakstoel en een wieg, een laken en sloop, twee mansrokken, drie vrouwenrokken, twee jakken, een jak en een buis, enige Ëœrommeling"; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
27-3-1810: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 23-3-1810, inhoudend dat ter voldoening aan het contingent waarop het gerecht is aangeslagen tot de aanwerving der ËœTwaalf Bataillous Vrijwilligers", door het gerecht is geleverd: Pieter Pietersse, Johannes de Wilde, Steven Oosterbeek en Wouter van Beusekom. Medegedeeld wordt dat ondanks alle aangewende pogingen tot levering van een ËœKonings Guarde", waarop het gerecht met de stad Wijk is aangeslagen, niet aan die verplichting kan worden voldaan; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
17-4-1810: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving 4-4-1810, inhoudend dat gedurende de drie eerste maanden van 1810 geen personen of kinderen behorend tot die gemeente zijn gevaccineerd; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
17-4-1810: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 31-3-1810, inhoudend het toezenden van een copie van de schouwbrief over de watergangen en tochtsloten; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
30-4-1810: Door het gemeentebestuur van Nijendijk voor een jaar afgegeven patent (no. 7) aan Willem Odijk aldaar, als tapper, op een zegel van f3-7-0; [was getekend] N. de Graaf, secretaris; [in de marge] op ..[niet ingevuld]-5-1809 heeft Willem Odijk de eed in handen van de schout afgelegd.
25-5-1810: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 4-5-1810, inhoudend dat aldaar geen tolbomen worden gevonden; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
25-5-1810: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving 9-5-1810, inhoudend dat het koninklijk besluit dat gereformeerde predikanten geen betalingen meer mogen genieten uit de jaarlijkse korenlasten en andere Ëœprestanda" daar die lasten niet meer worden geheven, hier niet van toepassing is [er zijn immers geen predikanten]; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
6-7-1810: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 4-4-1810, inhoudend dat er aldaar in de loop van het 2de kwartaal van 1810 geen personen zijn gevaccineerd; [was getekend] N. de Graaf, secretaris; [in de marge] dito gezonden aan de Departementale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toezicht te Utrecht.
12-7-1810: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 12-5-1810, inhoudend dat aldaar geen landerijen bestaand welke kunnen worden geacht begrepen te zijn in die aanschrijving.
24-7-1810: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 4-7-1810, inhoudend dat aldaar geen pastoriehuis is alzo het gerecht kerkelijk onder het gerecht Werkhoven behoort; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
7-8-1810: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 1-8-1810 maar pas 5-8 ontvangen, inhoudend dat Ëœwij volstrekt buyten staat zijn om iets kunnen opgeeven 't welk eenigzints tot bevordering van 't algemeen belang der in- en opgezetenen onder deezen Gerechte zoude kunnen strekken en om eenige middelen aan te wijzen waardoor de Nationale industrie en Welvaart onder ons zoude kunnen worden vermeerdert"; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
8-8-1810: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijvingen dd. 27-7 en 4-8-1810, waarbij nevenstaande stukken worden toegezonden: een lijst dd. 8-8-1810 ˜der gestichten in de gemeente van Nijendijk anders Dwarsdijk welke eenige kapitalen hebben ten lasten van het voormalig Koningrijk Holland mitsgaders het montant dier kapitalen en van de daar van jaarlijks betaalde interessen". Betreft het gesticht ˜Burgerlijke Gemeente" met een inschrijvingsbiljet in het Grootboek der Publieke Schuld van f225 tegen 2,5% waarbij deze renten worden verantwoord op de zetting der buurlasten om daaruit, zover zulks strekt, te vinden het aandeel 't welk anders de mingegoed of arme ingezetenen ook daarin zouden moeten lasten. Omdat het gerecht onder Werkhoven parochieërend moeten die van Werkhoven de lijst inzenden van de 's lands effecten aan de diaconie behorend; een uitgebreid ingevulde vragenlijst.
21-8-1810: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 6-8-1810, inhoudend dat er geen gecombineerde Armendirectie tussen die gemeenten en die van Werkhoven bestaat, niet ten aanzien van de gereformeerden en niet ten aanzien van de roomsgezinden; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
8-9-1810: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de minister van Financiën, ingevolge aanschrijving dd. 24-8-1810, inhoudend een opgave van de over 1809 door de gemeente (75 zielen) aan de navolgende bedrijven verleende patenten: in de derde klasse een tapper, twee veeslachters en in de vierde klasse twee kooplieden in hout in het klein en een barbier; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
17-9-1810: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de drost van het tweede kwartier Departement Utrecht, ingevolge aanschrijving dd. 7-9-1810, inhoudend dat aldaar geen zand- of heigronden zijn; [was getekend] N. de Graaf.
19-9-1810: Afschrift van een brief van schout en gerecht van Nijendijk aan de minister van Financiën, ingevolge aanschrijving dd. 24-8-1810, inhoudend de toezending van een opgave van de deuren en vensters van de gebouwen aldaar (75 zielen) te weten: gebouw nr. 1 (12), nr. 2 (10), nr. 3 (17), nr. 4 (13), nr. 5 (10), nr. 6 (4), nr. 7 (9), nr. 8 (4), nr. 9 (9) en nr. 10 (15), totaal 103; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
6-10-1810: Afschrift van een lijst van het gerecht Nijendijk aan de landdrost van het Departement Utrecht dat in het gerecht gedurende het derde kwartaal van 1810 één persoon is gevaccineerd door K. Kennedy (chirurgijn te Werkhoven); een dito gezonden aan de Departementale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toezicht te Utrecht; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
21-2-1811: Lijst van door de gemeente Nijendijk, Departement van de Zuiderzee, uitgegeven patenten over 1811 aan: Jan Verheul, aldaar, als baardscheerder, op een zegel van f1-11-0; Frans Odijk, als koopman, op een zegel van f1-11-0; Willem Odijk, als veeslachter, op een zegel van f0-9-0; [in de marge] heeft op 21-2-1806 de eed in handen van de schout afgelegd; Willem Odijk, als schippersknecht, op een zegel van f0-9-0; Jan Odijk, als schippersknecht, op een zegel van f0-9-0; [was getekend] N. de Graaf, secretaris.
3-1811: Lijst van over 1811 afgegeven patenten en het beloop van de zegels te weten in: de 7de klasse, Frans Odijk als koopman (f1-10-0), Jan Verheul als barbier (f1-10-0); de 8ste klasse, Willem Odijk als veeslachter (f0-8-0), dezelfde als schippersknecht (f0-8-0), Jan Odijk als schippersknecht (f0-8-0); voor vier gepatenteerden zijn vijf zegels geëmplooieerd ten bedrage van f4-4-0. Nadien is nog op 30-4-1811 een patent afgegeven aan Willem Odijk als tapper, behorende tot de 6de klasse.
2-8-1811: Verklaring van Jacob Christiaan de Graaf, provisioneel maire van de gemeente Nijendijk, dat hij zich die vrijdagmiddag om vier uur heeft begeven naar het gemeentehuis aldaar, bewoond door Willem Odijk, alwaar geconvoceerd waren Krijn van Hazendonk (benoemd tot maire), Jan Spithoven Jansz. (benoemd tot adjunct-maire) en Jan Spithoven (afwezig), Hendrik Spaan (afwezig), Jan Spaan, Cornelis Kronenburg, Nicolaas Hofman, Jan de Bruin, Frans Odijk, Willem Odijk, Arie van Scherpenseel (allen benoemd tot municipaal-raad). Hij heeft die voorgelezen een missive van de onderprefect van het arrondissement Amersfoort dd. 28-7-1811 en het daarbij gevoegde extract uit een besluit van de prefect van het Departement van de Zuiderzee dd. 17-7-1811, houdend de benoeming van de genoemde personen. Vervolgens heeft hij hen gevraagd of zij bereid waren de daartoe staande eed af te leggen, die vraag Ëœzij lieden allen met ja beantwoord hebben".
104 Protocol van akten van huwelijksaangifte, -afkondiging en -voltrekking, 1728-1810
105 Minuten van akten van huwelijksaangifte, -afkondiging en -voltrekking met stukken opgemaakt door of overlegd aan het gerecht, 1707-1810
106 Minuten van akten betreffende overige zaken, 1708-1810
107 Register van uittreksels van akten over de periode 1657-1706, ca. 1710
10. Gerecht Everdingen, Zijderveld en Goilberdingen
11. Gerecht Hagestein
12. Gerecht Hardenbroek
13. Gerecht Heemstede
14. Gerecht Hei- en Boeicop
15. Gerecht Honswijk
16. Gerecht Houten en 't Goy
17. Gerecht Kedichem
18. Gerecht Grote en Kleine Koppel en Maarschalkerweerd
19. Gerecht Lakerveld
20. Gerecht Lexmond en Achthoven
21. Gerecht Maarn en Maarsbergen
22. Gerecht Meerkerk
23. Gerecht Middelkoop
24. Gerecht Nederlangbroek
25. Gerecht Nieuwland
26. Gerecht Odijk
27. Gerecht Oosterwijk
28. Gerecht Oudwulven en Waaien
29. Gerecht Overlangbroek
30. Gerecht Schalkwijk
31. Gerecht Schonauwen
32. Gerecht Schoonrewoerd
33. Gerecht Sterkenburg
34. Gerecht Tienhoven (bij Everdingen)
35. Gerecht Tienhoven (aan de Lek bij Ameide)
36. Gerecht Tull en 't Waal
37. Gerecht Werkhoven
38. Gerecht Wulven
39. Gerecht Zuilenstein, Leersum en Ginkel
Concordans
Erfgoedstuk
laatste wijziging 17-04-2024
19.069 beschreven archiefstukken
57 gedigitaliseerd
totaal 1.322 bestanden

Kenmerken

Datering:
1505-1811 (1836)
Plaatsnaam:
Amelisweerd, Amerongen, Bolgerijen, Bunnik, Cothen, Darthuizen, Doorn, Driebergen, Dwarsdijk, Everdingen, Hagestein, Hardenbroek, Heemstede, Hei- en Boeicop, Honswijk, Houten, Kedichem, Grote en Kleine Koppel, Maarschalkerweerd, Lakerveld, Lexmond, Maarn, Maarsbergen, Meerkerk, Middelkoop, Nederlangbroek, Nieuwland, Odijk, Oosterwijk, Oudwulven, Overlangbroek, Schalkwijk, Schonauwen, Schoonrewoerd, Sterkenburg, Tienhoven, Tull en 't Waal, Werkhoven, Wulven, Leersum, Ginkel, Autena, Elst, 't Goy
Omvang:
37,25
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van rechterlijke organen
Herkomst:
Overheid_A
Auteur:
D.T. Koen, H.J. Postema
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 064 Dorpsgerechten 1505-1811 (1836)
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 064
Categorie:
laatste wijziging 17-04-2024
19.069 beschreven archiefstukken
57 gedigitaliseerd
totaal 1.322 bestanden