Archieven

Uw zoekacties: Dorpsgerechten

064 Dorpsgerechten

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
064   Dorpsgerechten
Inleiding
Deze inventaris bevat de archieven van de dorpsgerechten die hebben gefunctioneerd op het grondgebied van de zes gemeenten die zijn aangesloten bij het Regionaal Archief Zuid-Utrecht.
De archieven van de dorpsgerechten, behalve van die gerechten die functioneerden op het grondgebied van de huidige gemeente Vianen, zijn in april 1997 overgebracht uit Het Utrechts Archief naar de gemeenschappelijke archiefbewaarplaats van het Streekarchivariaat Kromme-Rijngebied-Utrechtse Heuvelrug, de voorganger van het RHC Zuidoost Utrecht, in Wijk bij Duurstede.
Als gevolg van een provinciale grenswijziging werd de gemeente Vianen op 1 januari 2002 ingedeeld bij de provincie Utrecht. Naar aanleiding van deze nieuwe indeling werden in 2008 de "Viaanse" gerechtelijke archieven overgebracht van het Nationaal Archief naar Het Utrechts Archief. In maart 2014 vond vandaar de overdracht plaats naar het RHC Zuidoost Utrecht.
Eind november 2019 zijn de dorpsgerechten van de gerechten die ressorteerden onder de voormalige gemeenten Leerdam en Zederik overgebracht vanuit het Nationaal Archief in 's-Gravenhage naar het RHC Zuidoost Utrecht.
De inventaris is, wat betreft de Utrechtse dorpsgerechten, een uittreksel uit de Inventaris van de archivalia afkomstig van de dorpsgerechten in de provincie Utrecht 1489-1811, door D.T. Koen (Utrecht, 1985; Inventaris 49). Daar vindt u ook een uitgebreide inleiding op deze archieven.
Een aantal inventarisnummers ontbreekt. Deze waren al niet meer aanwezig tijdens de overdracht naar Wijk bij Duurstede. Dit is in de toegang steeds aangegeven.
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 17-04-2024
19.069 beschreven archiefstukken
57 gedigitaliseerd
totaal 1.322 bestanden
Inventaris
1. Gerecht Amelisweerd
2. Gerecht Amerongen, Ginkel en Elst
3. Gerecht Bolgarijen en Autena
4. Gerecht Bunnik en Vechten
5. Gerecht Cothen
6. Gerecht Darthuizen
7. Gerecht Doorn
8. Gerecht Driebergen
9. Gerecht Dwarsdijk
10. Gerecht Everdingen, Zijderveld en Goilberdingen
11. Gerecht Hagestein
12. Gerecht Hardenbroek
13. Gerecht Heemstede
14. Gerecht Hei- en Boeicop
15. Gerecht Honswijk
16. Gerecht Houten en 't Goy
17. Gerecht Kedichem
18. Gerecht Grote en Kleine Koppel en Maarschalkerweerd
19. Gerecht Lakerveld
20. Gerecht Lexmond en Achthoven
21. Gerecht Maarn en Maarsbergen
22. Gerecht Meerkerk
23. Gerecht Middelkoop
24. Gerecht Nederlangbroek
25. Gerecht Nieuwland
26. Gerecht Odijk
27. Gerecht Oosterwijk
28. Gerecht Oudwulven en Waaien
29. Gerecht Overlangbroek
30. Gerecht Schalkwijk
31. Gerecht Schonauwen
32. Gerecht Schoonrewoerd
33. Gerecht Sterkenburg
34. Gerecht Tienhoven (bij Everdingen)
35. Gerecht Tienhoven (aan de Lek bij Ameide)
36. Gerecht Tull en 't Waal
37. Gerecht Werkhoven
38. Gerecht Wulven
39. Gerecht Zuilenstein, Leersum en Ginkel
39.1. Criminele en civiele rechtspraak
734-738 Rol van boetstraffelijke en van civiele zaken; achterin protocollen van akten van vrijwillige zaken, voornamelijk van overdracht en hypotheek
734 1662-1699
735 1682-1692 dec
736 1692 juni-1703
064 Dorpsgerechten
Inventaris
39. Gerecht Zuilenstein, Leersum en Ginkel
39.1. Criminele en civiele rechtspraak

734-738 Rol van boetstraffelijke en van civiele zaken; achterin protocollen van akten van vrijwillige zaken, voornamelijk van overdracht en hypotheek
736
1692 juni-1703
Opmerkingen:
Met aantekeningen betreffende bestuurlijke zaken. Regesten door H.J. Postema, december 2011.
laatste wijziging 17-01-2024
28-6-1692: Gerechtsvergadering. Er zijn veel mensen die hun ongelden niet voldoen en daar rechtzaken van maken.
28-6-1692: het gerecht heeft getaxeerd in de zaak tussen Gerrit van Zwoll en Aert Huijgen van Wulven op 3-13.
21-7-1692: Antonij Keppel contra Evert Jansz en Jan Cornelisz Egdam. Hij uijt de middelen van den requeste en verder ist noot het deduceren concludeert te samen en elx in het bijsonder; off der aggresseur in desen over de begane transgressie sal off sullen werden gecondemneert in een boete ten minsten van 150 gl … Evert Jans ontkent den inhoud van de requeste. Jan Cornelisz begeert niet ontvankelijk verklaart te worden. Evert Jansz stelt een keureed dat hij op 7-7-1692 des voor- off ontrent de middagh niet en is gecomen bij Jan Cornelisz Egdam op de haer ontrent sijn schot daer hij stont en mede in sijnen boeckweijt aldaer gelegen, seggende jegens hem soo gaet gij al uijt, alsmede het is een dagh off meer al koutachtigh geweest, off Jan Cornelisz daer op niet en heeft geantwoort het en heeft genen noot gehadt replicerende Evert Jansz daer op jegens Jan Cornelisz, jou schelm wat doet gij mijn schaep te schutten, hem voorts in toornigen moede aengrijpende, en jegens de aerde smijtende, sodanigh dat hij boven op het lijf van Jan Cornelisz is gecomen, en vorders seer jammerlijck heeft geslagen, en een quetsure in sijn hooft gejnfligeert, dat den mede gedaegde daer aen seer heeft gebloeijt, alsmede dat hij daer aen eenige dagen bedlegerigh is geweest, dat Evert Jansz nae dat begane feijt van den mede gedaagde is gaen lopen dwars door den boeckweijt nae sijn huijs toe
29-7-1692: Antonij Keppel contra Evert Jansz van Ginkel en Jan Thijsz. Hij eist boete van 100 gl.
31-10-1692: Antonij Keppel contra Gerard van Zwoll, procureur te Rhenen en Georgius Bosch. Hij alvorens tot obedientie en decretement vanden arreste en interdictie gedaen op de actien vanden eersten gedaagde in de Requeste vermelt, alsmede vanden arreste van detentie op den persoon vanden tweden gedaagde en verder uijt de middelen vanden requeste concludeert ten fine ….boete van 25 gls. Heel verhaal!
14-11-1692: Ant. Keppel contra Gerard van Zwoll. Voortzetting van vorige zaak.
14-11-1692: Evert Jansz van Ginckel contra Ant. Keppel. Hij ontkent gevochten te hebben met Jan Cornelisz Egdam
22-11-1692: Sententie tussen Govert en Aert Huijgen c.s. contra de wed Aert Woutersz en Peter Dircksz Brure. Het gerecht condemneert de eerste gedaagden voor 1/3 en de tweede gedaagden pro portione heriditatas in gelijcke derdepart te betalen 300 gl als het gerecht van Rhenen op 7-12-1691 heeft verstaen dat de eijsers in desen aen de kinderen en erfgenamen van Sibilla van Hattum in voldoeninge van twee jaren pacht penn van de Nobileweert betalen zullen.
8-12-1692: In de zaak van Berent Aelten contra Evert Jansz taxeert het gerecht de kosten op 45-14.
9-2-1693: Gerrit Jacobsz Blotenburgh schepen van Leersum constitueert zich borg voor Cornelisz Jansz om aen Evert Jansz, won in de Ginkel te restitueren sodanige 20 schapen die hij Evert Jansz van Cornelisz Jansz eijgener authoriteijt heeft afgehaelt
9-2-1693: Lambertus Harderwijck, won. Amersfoort, voor zichzelf en voor de verdere erfgenamen van Anna van der Meulen, wed Gijsbertus Harderwijck, constitueert Godart Quint advocaat voor desen Ed. Gerechte tegen de wed van Arris Jansz won bij Zuijlensteijn als moeder en erfgenaem van haeren overleden soon Jan Errissen.
16-2-1693: Jan de Wael, won. Veenendaal, als vader en voogd over zijn twee onmondige kinderen en mede als testamentaire voogd over het onmondige kind van Borgert van Beckum en oock geauthoriseerde vande mede momboir Jacobus van Solingen won Amsterdam volgens acte van authorisatie van 17-2-1693, transporteert aan Jan Willemsz Knoppert een halve strijp landt groot omtrent 2,5 hond, daar Aert Huijgen oostwaarts als eigenaar en Gerrit Zeman ww als bruiker.
1693: Cornelis Morren moet betalen wegens sijn tappen 11 gl.
2-3-1693: Gerecht taxeert in de zaak van Jan Cornelisz Egdam op 14 en 18 gl.
4-3-1693: Gerecht taxeert in de zaak van Aert Huijgen van Wulven c.s. tegen Peter Dircksz Brure op 17-10.
22-3-1693: Peter Dircksz Brure constitueert zich appellant aen den Hove van Utrecht voor bovengemelde taxatie.
18-4-1693: Gerrit van Westrenen x Maria Meertensz Lodder, won. Eck in de Nederbetuwe, verklaart te constitueren Johan Boschman tegen Peter Aertsz Zeman en Willem Petersz, won. Werkhoven.
2-5-1693: Sententie in sake van Gijsbert Dircksz Nellesteijn eijser contra Jan Jansz Meijnsz. Gerecht verklaart de eis niet ontvankelijk noch gefundeerd.
2-5-1693: Ant. Keppel contra Jan van Dael en Tonis Wildeman. Hij eist ter sake van het begane gewelt, ontrovinge en vervoeringh van een vaatjen seep en een nieuw touw dat de gedaagden sodanigh aenden lijve off anders sullen werden gecorrigeert.
2-5-1693: De drossaard is van tijt tot tijd uitgezet ten laste van Wouter Jacobsz wegens familiegelt en gemaal sedert 1688-1692 tot 40-13-12 en van Dirck Aertsz 1691-1692 voor 8-5-8. Dit wordt op de volgende zetting omgeslagen.
3-5-1693: In de zaak van Cornelis Jansz tegen Evert Jansz, won. Ginkel, taxeert het gerecht op 104-18-8.
29-5-1693: In de zaak van Jan Cornelisz Egdam tegen Evert Jansz taxeert op 21-6-8.
1-6-1693: Jan Jansz Haarman, won. Sterkenburg, verklaart te constitueren Simon de Moij jegens Peter van Nellesteijn als sigh borge geconstitueert hebbende voor Willemina van Kesteren wed Gijsbert Bie Bael
6-6-1693: Georgius Bosch verklaart van twee acten en condemnatien van taxatien van costen, de ene ten voordele vanden wed Lijster ende andere ten voordele van Gerrit van Zwoll bij die vanden Ed: gerechte van Rhenen den 25e april 1693 gegeven, waarvan hij op zondag 28 mei 1693 kennis heeft gekregen per missive, protesteert voor het Hof van Utrecht.
12-6-1693: Ant. Keppel contra Jan van Dael en Tonis Wildeman. Gedaagden verschijnen opnieuw niet.
27-7-1693: Ant. Keppel verzoekt aan de secretaris van Zuijlensteijn etc verzoekt om de notulen over Jan van Dael en Tonis Wildeman te roijeren. Deze zaak wordt niet verder vervolgd.
31-7-1693: Simon de Moij heeft als gecommitteerde van het gerecht van de heerlijkheid van Amerongen wederom overgenomen t gemaal en segel voor een jaar.
31-8-1693: Cornelis Jordensz Vos voor zichzelf en als gemachtigde van Jan Jordensz zijn broer en Geertje Jordens Vosch en zich sterkmakende voor Jan van Wijck x Luijtjen Jordens Vos, won. London in Engeland, transporteren aan Jan Teunisz Bosch seeckere huijsinge met ontrent een mergen land en nog een stuckje aenden boomgaert annex ander genaamt den Eijckelhoff alwaar ten oosten zuiden en westen de heer van Broekhuizen en ten noorden Wouter Jansz van Ginkel, omtrent de kerk tot Leersum.
28-8-1693: Cornelis en Geertje Jordensz kinderen van Jorden Cornelisz Vos verklaren dat zij morgen hun vader zullen begraven, sonder nochtans te willen gehouden sijn in de betalinge der schulden des boedels. Zij willen geen erfgenaam van hem zijn.
4-10-1693: Jacob Lauwen en Gerrit Evertsz hebben wederom aangenomen t maken van den Crommenrijn en snel
4-10-1693: Op 2-5-1693 heeft de drossaard de tuijnier op Zuijlensteijn Hendrick van Westbroeck doen manen en naderhandt sommeren tot betaling van het familiegelt. Hendrick wil niet betalen, want hij woont buiten de provincie etc. Heftig verhaal.
4-10-1693: is Crijn van Tuijl geaccordeert met het gerecht van Leersum voor sijn backen off impost van t gemael voor acht ducatons voor dit loopende saijsoen mits houdende sijne optie van met een vierendeel jaers aftekomen
1-10-1693: Ant. Keppel contra Huijbert Errissen en Jan Versteegh. Hij zegt dat de gedaagden op 24-5-1693, sijnde Bededagh gelust heeft contrarie de ordinantie en bededaghs brieff op haer landt te wercken met saeijen en eggen waerdoor de gedaagden elck hebben verbeurt een boete van 3 gl.
1-10-1693: Ant. Keppel contra Tonis Hendricksz. Op sondagh den 9-7-1693 met 20 personen rogge geweijt concludeert ut supra.
1-10-1693: Idem contra Peter Brure. Op sondag 13-8-1693 met 8 personen boeckweijt geweijt concludeert uts
20-10-1693: Geertje Jordens Vos verklaart dat door overlijden van haar vader Jorden Cornelisz Vos de tins van seecker campje landts gelegen tot Leersum is vervallen, waar ow wouter Janssen en ww Franck Rijcksz en nw heren van den Dom en zw gemene bunt. Zij wil de thins voor haar leven overnemen.
13-11-1693: Peter Dircksz Woudenberg triumfant Jean fort de Belgarde gecondemneerde. De commissarissen hebben de kosten getaxeerd op 44-4 behalven t specigelt en acte van taxatie welck specigelt, segel en acte bij den triumphant sijn betaalt tot 3-3
17-1-1694: in de zaak van Gerard van Zwoll en Peter Dircksz Brure taxeert het gerecht op 31-16
29-1-1694: gerecht verpacht aan Geertje Jordensz de impost op de logiesgelden voor soo wel tappers off weerden tot Leersum belangt
30-1-1694: Ant. Keppel contra Huijbert Errissen en Gerrit Haan. Hij eist boete van 200 gl ter sake de gedaagden op 24-1-1694 des avonds bij de kaars ten huijse van Jan Toll waart aenden veertighgarden sijn handtgemeen geweest en gevochten hebben, als hebbende den eersten gedaagde de agressie begonnen met een vuijst slagh en voorts den tweden gedaagden onder de voet gestoten die hem daer op met een stock heeft geslagen
30-1-1694: Idem contra Huijbert Errissen. Hij eist boete van 50 gl bij den gedaagde volgens de ordinantie verschuldigd ter oorzake met Tonis Wijers tegens steven de Leeuw handt gemeen is geweest en gevochten heeft ten huijs van Jan Toll aenden 40 garden en dat des avonts naer sonnen ondergangh den 24-1-1694, sijnde den gedaagde boven op steven de Leeuw gevallen hem dapper slaende in soo verre dat Cornelis Janssen hem daer van moeste trecken die hij daar voor de deur en als in Duel
10-4-1694: Ant. Keppel contra Wouter Hendriksen dienstknecht van Aert Huijgen en Hermen Willemsz van Brummen dienstknecht van Peter Brure alle wonende tot Leersum. Hij seijde dat de gedaagden op gisteren sijnde den 9 april 1694 ten huijse van Geertje Jordens des naghts ontrent elff uijren naer dat den eerste gedaagde met den persoon van Huijbert Errissen vele harde woorden hadde gehadt en tot slaans toe gekeven, t welck den 2e gedaagde voor den voorsz huijbert errissen heeft opgenomen. Nadat zij heftig hebben gescholden, zijn ze gaan vechten ende uijt de keucken inde geut off kleijnkamer sijn gerolt. Hermen heeft zelfs de duim van de linkerhand van Wouter afgebeten. Wouter beet de kleinste vinger van Hermen af. Jae beijde hare aengesighten door bijten ende krabben soo beschadight dat men bij nae geen vinger daer op soude konnen geseth hebben sonder de wonden aenteraecken. Keppel eist 300 gl boete.
17-4-1694: Wouter Hendrixen verklaart sigh appellant te constitueren aenden Ed: Hove van Utrecht.
1694: Cornelis Morren uts accoort voor 16 gl
25-4-1694: Gerrit Jansz van Garderen, won. Amerongen, verklaart te constitueren Ijda Jacobs van Os, zijn huisvrouw, om te mogen compareren voor de stad Leerdam en aldaar te transporteren voor soo veel hem compt den eijgendom aengaet seeckere huijsinge en erve staende in de hooghstraet inde voorsz stadt laets bewoont bij de hr Jasper van Steenwijck.
28-4-1694: Uitzetting van het huisgeld. Hierin moeten betalen wed Aert Woutersz 10,-, Peter Dircksz Brure, 10,-, Jan Willemsz Knoppert idem, Hendrick van Westbroeck idem, Peter Dircksz Woudenberg idem, En ook wegens het gat van den berg. De heer van Zuilensteijn 9 gl, de hr Morraij idem, de hr van Amerongen 8 gl, de hr van Broekhuizen 9 gl, Wijer van Ginckel 8 gl, Jorden Vos 8 gl, Aert Huijgen 7 gl, Wouter Jansz 6 gl, Gerrit Zeman 3-12-8, Jan Meijnsz 3-10, Gijsbert van Dijck 3 gl, Reijer Gijsbertsz 1-4, Arien Bastiaensz 1-4, Huijbert Evertsz 1-10, Peter Jansz van Doorn 1-4, Jan Jansz Lodder 1-4, Jan Joosten 1-4, Wouter Jacobsz 0-10, Franck Rijcksz 1-4, wed Hendrick Errissen 1 gl, wed Hermen Jansz 0-10 en Jacob Lauwen 1 gl. In Ginkel moeten bijdragen: dhr Zuilenstein 30 gl, de hofstede aenden oosterzijde van Zuilenstein sijn hoogh ed voornt competerende 10 gl, Cornelis Flore 10 gl, Evert Jansz idem, Gerrit Jacobsz idem, dhr Houwert 9 gl, Elbert Jansz 8 gl, wed Hannes Jacobsz 2 gl, Gijsbert Jacobsz 6-10, Jan Cornelisz Egdam 4-10, Cornelis Jacobsz Drost 4-10, Meeuwis Willemsz 1-10-6, Kinderen van Claas Woutersz 2-10, Maas Petersz Kuijp 4 gl, Klaas Gerritsz 2 gl, en Elis Aelbertsz 1 gl.
1-5-1694: Joost Taats van Amerongen, heer van Natewisch etc representerend luijtenant opper houtvester s lants van Utreght triumphant contra Wouter Jansz van Ginckel. Hij also den triumphant voor den voldoeninge vanden condemnatie bij het Ed: Mo: jaghtgeright ter somme van 66-11- geen roerende nogh onroerende goederen den gecondemneerde toebehorende niet te bekomen, om sijne executie daer aen te dirigeren dan alleen de actie die denselven gecondemneerde tot lasten vanden gedaagden is hebbende
1-5-1694: Uitzetting van eerste familiegeld. Hierin betalen wed Aert Woutersz 18 gl, Peter Dircksz Brure idem, Jacob Lauwen 1 gl, Gerrit Evertsz 2 gl, Jan Willemsz 2 gl, Huijbert Evertsz 1 gl, Jan Jansz Lodder 2-5, Roeter Gerritsz 10 gl, Jacobus Teunisz, Hendrick Jansz, Jan Meijnsz 2-10, Reijer Gijsbertsz 2-5, Franck Rijcksz 2-5, Dirck Vereem 2 gl, Geertje Jordensz, Dirck Lambertsz 2 gl, Wouter Jansen 6 gl, Wijer Jansz 5 gl, Arien Bastiaensz c.s. 5 gl, Peter Dircksz Woudenberg 30 gl, Jan Willemsz Knoppert 18 gl, Jan Joosten 2-2, Gerrit Zeman 2-10, Philips Rijksen 10 gl, Aert Huijgen 7-10, secretaris de Moij 2 gl, Peter Jansz c.s. 2-10, Huijbert Errissen c.s., 18 gl, Jan Bosch en Geertje Jordensz 10 gl, Peter Gerritsz 10 gl, Hendrick Westbroek 12-10. En te Ginkel: Cornelis Floren 11-10, Gerrit Jacobsz 18 gl, Cornelis Morren 4 gl, Jan Cornelisz Egdam 7-10, Elbert Janssen 6 gl, Elis Aelbertsz 1 gl, Maas Kruijp 5 gl, Claas Woutersz kinderen 2-5, Claas Gerritsz 2 gl, Tonis Hendricksen 11 gl, Evert Jansz 14-10, wed Hannes Jacobsz 1 gl en Meeuwis Willemsz 3 gl. Vergeten waren: Gijsbert Tonisz onder Leersum met 10 gl en Hendrick Jansz tot Ginckel met 7 gl.
26-6-1694: Ant. Keppel contra Wouter Jansz van Ginckel en Rijck Woutersz. Hij zei dat de gedaagden op 6-5-1694 met den anderen in hevigen moede sijn handt gemeen geweest en den anderen met stokken sodanigh geaggresseert dat onder de voet sijn geraeckt, waer door sijne verbeurt een boete van 100 gl.
9-8-1694: Frans van Dam verklaart dat de heer van Berckesteijn van hem in arrest genomen heeft derdehalve mergen weijt, 3 koeien, 2 kalveren, en zijn inboedel en huisraad voor een jaar pacht over 1693 ter somme van 230 gl. Hij is nu niet in staat om te betalen.
27-8-1694: het gerecht van Amerongen en Leersum accorderen nopende het gemaal en zegel over 1694 dat die van Zuilensteijn c.s. zullen contribueren 372 gl en Amerongen idem.
9-10-1694: Ant. Keppel contra Adriaan Bastiaansz mitsgaders Dirk Aartsz. Hij eist boete van 300 gl. Gedaagden verschijnen niet.
3-1-1695: Idem contra Jan Jansz Lodder. Hij seijde dat den gedaagde is eijgenaer en possesseur van seeckere hoffstedeken op de Bunt onder desen gereghte, waer uijt des eijers heere principael een erfpaght is competerende van 10 strs jaerlijx, het laetste bij den gedaagde betaalt over den jare verschenen martinij 1674. Hij is nu dus 20 jaar schuldig tot 10 gl.
3-1-1695: Idem contra wed Aert Woutersz en Peter Dircksen Bruren als een mede erfgenaem nomine uxoris vanden wed van Willem Tijmansz en vanden verdere erfgenamen de erffenisse hebbende overgenomen. Hij seijde dat de gedaagden in eijgendom hebben en beseten hebben seecker hoffstedeken en annex landt gelegen op de Bunt onder dese hoge heerlijckheijt en bewoont werdende bij Huijbert Evertsz, waer uijt des eijsers here principael is competerende jaerlijx een somme van 2-10 verschenen tsederd den jare 1671 maeckende tot kersmis 1694 incluijs een somme van 57-10, dat den eijser niet voorsiende die penn maghtigh te werden genootsaeckt is geworden de gedaagden voor desen Ed: gereghte te convenieren om te horen eijsch doen. De gedaagden willen hierover wel met hun heer spreken.
3-1-1695: Idem contra Peter Dircksen Bruren. Hij seijde dat de gedaagde heeft gekocht van Gijsbert van Dijck seeckere hofstedeken en erve gelegen op de Bunt onder dese hoge heerlijckheijt Leersum waer uijt des impts here principael tot een Thins off Erfpaght is competerende jaarlijx een somme van 1-2- die door voorsz van Dijck prompt en precijs op Martinij in ijder jaer op pene van verval vanden Erfpaght sijn betaalt. Peter heeft 1693 en 1694 niet betaald.
3-1-1695: Idem contra Wouter Jansz van Ginckel oud burgemeester alhier. Hij seijde dat bij pnll op veijlinge gedaen doen door den hre van Natewisch etc als representerend Lt Opperhoutvester deser provincie hadde gekoght seckere resterende actie van geschotene penn ter so van 100 gl die Johan Wilbennick gewesen Drossaart van Amerongen tot lasten vanden gedaagde was competerende, dat alhoewel den gedaagde hadde aangenomen die selve somme op sijn tijt en naer behoren prompt te voldoen was hij egter tot dato in mora gebleven niet tegenstaende verscheijde aenmaningen. Wouter zegt dat hij wel wil betalen, maar dat sijn swager het gelt van hem inhielde en die de obligatie wilde nader hebben omdat hij borge was.
8-5-1695: Idem contra PeterDircksz van Woudenbergh. Het gerecht houdt deze zaak in state tot den naesten regtdagh.
24-6-1695: Idem contra Peter Dircksen van Woudenberg. Hij eist ter saecke van het dreijgen met een Brandend houdt ende naerlopen vanden officier in euvelen gemoede tot aenden trappen vanden gereghtskamer sal werden gecondemneert in een boete ten minsten van 100 gl.
24-6-1695: sijn voort gereght geconvenieert de naervolgende personen tot het ligten van nieuwe Thinsbrieven en betalingen vanden achterstallige thinsen als volgt Wed Aert Woutersz, Jan Jansz Lodder, Franck Rijxen, Wouter Jansz, wed Hendrick Teunissen, Jan Meijnsz, Reijer Gijsbertsz, Adriaen Bastiaensz
4-7-1695: Peter Dircksz van Woudenberg contra Ant. Keppel. Hij seijde uijtdruckelijck te ontkennen dat den gedaagde ten huijse van Geert Jordensz anders is gekomen als alleen om in gerustigheijt de ongelden die den Eijser van hem pretendeerde te voldoen, sonder dat hij daer over heeft gemort off geknort over de settingh van dien, en nogh veel meer wort ontkent dat hij jegens den eijser woorden soude hebben gemaeckt off gesegt, waeromme hij niet in het geregt was, en posito tamen non confesso dat hij over de 40 gl op de settinge t sijnen laste moght hebben gebraght gedoleert dat hem vrij gestaen soude mogen hebben om sijn ontlastinge aen te hebben mogen tonen. Heel verhaal!
23-7-1695: Ant. Keppel contra Peter Dircksz Woudenberg.
30-7-1695: Idem contra Willem Hendricksen Brus en Jan Evertsz. De gedaagden komen niet opdagen.
2-10-1695: Idem contra Willem Hendriksen Brus en Jan Evertsz. Zij hebben gevochten. Jan zegt dat Willem eerst sloeg. Willem wordt veroordeeld tot een boete van 150 gl.
2-10-1695: Idem contra Jacob Gerritsz Blotenburgh aenden Ginckel. Hij seijde dat den gedaagde sigh niet ontsien heeft op laatstleden danck en bededagh contrarij de aenschrijvinge van hare Ed: Mo: te arbeijden en te doen mennen mitsgaders nogh met twee wagens op sondagh achtermiddagh den 29e 7b voorleden waer door den selven respectivelijck hadde verbeurt een boete van ses gl concludeert derhalven den eijser tot decretement vanden voorsz boeten oock bij provicie cum expensis.
2-10-1695: Idem contra Peter Dircksz Woudenberg.
2-10-1695: Gerecht gezien de zaak van Gerard van Zwoll, procureur te Rhenen tegen Peter Dircksz Brure, won. Leersum, heeft de declaratie getaxeert en gemodereert ter somme van 33-16.
4-10-1695: Gerecht gezien de zaak van Ant. Keppel contra Peter Dircksz Woudenberg hebben de declaratie getaxeerd op 70-6.
6-11-1695: Peter Dircksz van Woudenberg contra Ant. Keppel. Hij komt met een verzoek. Het gerecht taxeert.
6-11-1695: Idem contra idem. Hij dient van repliek. Bladzijden lang.
7-1-1696: Ant. Keppel contra Peter Dirckszn Bruren en Cornelis Flore. Hij eist boete van 200 gl. Cornelis zegt dat eerst geaggresseert was.
7-1-1696: Ant. Keppel contra Peter Bruren nomine uxoris en Grietje Peters. Hij seijde dat des eersten gedaagdens huijsvrouw met den 2e gedaagde gelust hadde woorden te maken en deselve op den 9e xb 1695 te slaen waer door verbeurt sijnde een boete van 25 gl
20-1-1696: heeft Cornelis Floren wegens Meerten Meijnsz die heij schaapsweijde gehuijrt
20-1-1696: item Tonis Hendrixen den jonghsten uts gehuert
20-1-1696: idem Dirck Lamberts won onder Maersbergen de heij schaapsweij gehuert. In margine staat: dese huijre geexpireert bij den huerder op geseijt.
20-1-1696: Berent Aelten nu Heijherder in plaats van Meeuwis Willemsz. In margine staat: nogh een jare te verschijnen petrij 1698
14-2-1696: quaedtaerdige menschen hebben de drossaard soecken nae te geven en debiteren even off hij de ordinantie van afschrijvinge van dubbelt huijsgelt over de jaren 1677 1679 en 1680 mitsgaders het overschot op paesschen 1681 door ordere vanden heere deser hoge heerlijckheijt gevordert, als mede het overschot op paesschen 1682, tot 15-15-8 soude hebben geprofiteert en in sijn sak gestoocken, sonder dat te hebben verreeckent, off ten voordele van den dorpe geemplojeert, daer hij noghtans deselve ten dienste van dese heerlijcheijt hadde gebruijckt, lange verreeckent, en volgens ordere van onsen gebiedenden heere in den jare 1683 en vervolgens ten profijte van den selve, wegens nodige schulden en lasten hadde uijtgegeven als in specie volgens conditie bij den gerechte van Amerongen tot lasten deser ingesetenen bij haer Ed: Mo: over geaccordeert logijsgelt en verdere lasten geobtineert. Aenden Advocaet van Cleeff volgens taxatie en quitante tot 63-9-8. Aenden exploicteur Cuijlemborgh de Costen van gijselinge 37-12. Aenden gijselmeester woudenbergh de gijselcosten van den bode van Amerongen, die dit gereght cost en schadeloos moesten ontslaen 19-4. Aen den Secretaris Doorslagh volgens assignatie van den Drost van Amerongen over te kort bet: logijsgelt 44-19. Nogh aenden Drost van Amerongen over het selve, als mede 17 gl over het part dat Leersum moeste contribueren inden verhogingh van het Gemael julij 1681 te samen 30-0. Nogh aen den ontfanger Bosschaert wegens te kort uijtgeseth Logijsgelt in plaetse van 190 gl maer 184-7- over 1679 5-13 en over 1680 van gelijcken 5-13-0 maeckende 11-6. Dat selfs eenige vanden inwoonders en die wel het meeste in dese lasten verschuldigt sijn als Peter Dircksz van Woudenbergh en Wijer Jansz van Ginckel sigh laten verluijden van hare penningen uijt de afschrijvens etc die bij den drossaert tot betalinge van dese lasten geemplojeert sijn van hem Drossaert te sullen weder eijsschen, versoeckende ingevalle hem hier over eenige moejenissen moghten werden aengedaen, dat dan de voorsz betaelde en versoeckende lasten en penningen bij den gereghte aen hem moghten werden gerestitueert, om daer door in staet te sijn, van ijders aenpart in de afschrijvinge te komen voldoen, immers dat de gereghten middel wilden beramen van hem die pretensien aftehouden, ten minsten die lasten onder de nogh in wesen sijnde opgesetenen van Leersum te verdelen om dan van des gereghtswegen die met het pretensie door quaetwillige te komen compenseren. Is geresolveerd de lasten te verdelen over de inwoners: Wed. Aert Woutersz 30 gl, Peter Bruren idem, Peter Woudenbergh voor het gat van den bergh idem, uts voor sijn selfs idem, Wijer Jansz 25 gl, Jan Meijnsz 10 gl, Jan Willemsz Knoppert 30 gl, Aert Huijgen 20, Gerrit Zeman 6, Jorden Vosch off nu sijne erfgenamen 10, Wouter Jansz 18, Arien Bastiaensz 7, Franck Rijxen 5, Peter Jansz van Doorn 5, Gijsbert Tonisz 13-5-8, Reijer Gijsberts 5 en Dirck Lambertsz 5 gl.
14-2-1695: in de zaak tussen Peter Dirxen Bruren jegens Gerard van Zwoll heeft het gerecht getaxeerd op 20-4-0
14-2-1695: In de zaak tussen peter Dircksen Bruren en Georgius Bosch heeft gerecht getaxeerd op 12-8-8
7-4-1695: Opt versoeck van Cobus Teunisz is geappoincteerd dat nopens de timmeringe van een huijsie voor den suppliant op de Bunt eerst met dhr Zuilenstein sal werden gesproocken consenterende niettemin bij loco dat den supplnt met consent van Dirck Lambertsz bij denselven magh intrecken
8-5-1695: de drossaard verzoekt om 5% loonsverhoging. Blijft nog in discussie
23-5-1695: Het blijkt dat de drossaard toch goed heeft gehandeld met het geld. Alhoewel den eenen Peter Dirxen, meer inden voorsz lasten soude moeten contribueren, en beijde hare huijsen soo weijnigen en minder door de franssen sijn geruineert geweest als een vanden andere ingesetenen
8-5-1695: Uitzetting van t familiegelt 1695: wed Aert Woutersz 19-10, Peter Dirxen Bruren idem, Jacob Lauwen 1, Gerrit Evertsz 2-5, Jan Willemsz 2-10, Jan Lodder 2-5, Roeter Gerritsz 10, Jan Meijnsz 2, Reijer Gijsbertsz 2-5, Franck Rijxen 2-5, Dirck Vereem 1-10, Dirck Lambertsz 2, Wouter Jansz 8, Wijer Jansz 5-5, Adriaen Bastiaensz en sijn Soon 5-5, Peter Dirxen Woudenberg 32, Jan Willemsz Knoppert 19-10, Jan Joosten 2, Gerrit Zeman 2-5, Philips Rijxen 10-10, Aert Huijgen 8, de secretaris d: moij 2, Gijsbert Tonisz 9, Peter Jansz en sijn Soon 2-5, Huijbert Errissen c.s. 19-10, Jan Bosch 9, Hendrick Westbroeck 12-10. En te Ginkel: Cornelis Cornelis Flore 10, Gerrit Jacobsz 14, Cornelis Jacobsz Drost 4-10, Jan Cornelisz Egdam 7, Elbert Jansz 6, Elis Aelbertsz 1, Maas Petersz Knuijp 4, d hr van Claas Woutersz 2-5, Claas Gerritsz 2, Tonis Hendrixen 9, Evert Jansz van Ginckel 14, Hannis Jacobsz wed 1, Meeuwis Willemsz 3, Hendrick Jansz 6-10, Peter Gerritsz 5-10, Jan Woutersz 2, en Hendrick Evertsz 1 gl.
23-7-1695: Roeter Gerritsz van Soest en Gijsbert Tonisz van Venendaal zijn schepen. Peter Dircksen Bruren neemt hypotheek op bij de diaconie van Driebergen van 200 gl. Deze hypotheek is afkomstig van Gijsbert Hendrixen van Dijck op een hofstede en huijsinge met de landerijen groot ontrent vierdehalff mergen. Geroyeerd op 7-3-1729.
23-7-1695: Gijsbert Hendriksen van Dijck transporteert aan Peter Dirksen Bruren seecker huijsinge hoffsteken en annexe landerijen, groot 3,5 morgen alwaar ow Peter Dirksen Bruren zw de Bunt en nw en ww de heer Burgemeester Morraij.
29-8-1695: Wouter Jansz van Ginkel geeft over de vrije tinsweer van een stuk land daar voor desen een huijsie opgestaen heeft groot ontrent 1,5 morgen en gelegen te Leersum ww geertien Jordensz nw hr Broekuijsen zw en ow de gemene Bunt. Hij wil daarmee opnieuw verleid worden. Dat gebeurt in presentie van Wijer Jansz van Ginckel en Franck Rijcksz Schelburg, tinsgenoten.
29-8-1695: Truijghje Gerrits Bosch wed Aert Woutersz van Schevichoven en zich sterck maeckende voor Jelis Bock schout van Rencum als ijder voor de helfte competerende seecker stuckje landts aengemaeckt vanden Bunt groot ontrent een halff mergen ow Jan Jansz Lodder nw Jan Willemsz als bruiker, ww Peter Brure, zw de Bunt. Zij willen opnieuw hiermee verleid worden.
29-8-1695: Jan Jansz Lodder draagt op de vrije tinsweer van een hoeckje landt daer des compts huijsie opstaet met het vordre daer annex groot ontrent een halff mergen en gelegen te Leersum ww Peter Brure, nw de wegh, zw de gemene Bunt en ow wed Hendrick Errissen. Hij wil hiermee opnieuw verleid worden.
29-8-1695: Franck Rijxen Schelburgh en Reijer Gijsbert dragen op de vrije tinsweer van een stuckje lants alwaer des eersten compts huisie opstaet breet ontrent 12 roeden en langh ontrent 35 roeden haer compten bij erffenisse aengekomen van Gijsbert Reijersz ow Geertje Jordens zw gemene bunt ww Jan Jansz Meijnsz en nw de comp zelf. Zij willen hiermee opnieuw verleid worden.
2-10-1695: Er wordt volgens de drossaard gepraat over zaken die in de gerechtskamer worden besproken terwijl alle aanwezigen onder ede beloofd hebben niets uijtteklappen. Hij weet niet wie het doet. De drossaard wordt opgedragen met bewijzen te komen.
2-10-1695: Gerrit Petersz Zeman en zich sterk makende voor Jan Jansz Lodder transporteert aan Adriaen Bastiaensz seeckere huijsinge met den hoff en een campie landts daer voor gelegen sulx t selve goet opden 16e april 1678 bij voorsz Adriaen Bastiaensz is gekoght vanden compt en den voorn Jan Jansz Lodder streckende ten noorden aen het goet vanden heer Morraij ww de Bunt en ow Jan Jansz Meijnsz
2-10-1695: Omslag van het 2e familiegeld over 1695: wed Aert Woutersz 19-10, Peter Brure, idem, Jacob Lauwen 1, Gerrit Evertsz 2-5, Jan Willemsz 2-10, Jan Lodder 2-5, Roeter Gerritsz 10, Jan Meijnsz 2, Reijer Gijsbertsz 2-5, Franck Rijxen idem, Dirck Vereem 1-10, Dirck Lambertsz 2, Wouter Jansz 8, Wijer van Ginckel 5-5, Arien Bastiaensz en sijn Soon idem, Peter Dirksen Woudenberg 32, Jan Willemsz Knoppert 19-10, Jan Joosten 2, Gerrit Zeman 2-5, Philips Rijxen 12, Aert Huijgen 8, den secretaris S:d:Moij 2, Gijsbert Tonisz 9, Peter Jansz c.s. 2-5, Huijbert Errissen c.s. 19-10, Jan Bosch 9, Hendrick Westbroek 12-10. En te Ginkel: Cornelis Floren 10, Jacob Gerritsz 16, Cornelis Morre 4-10, Jan Cornelisz Egdam 7, Elbert Jansz 6, Elis Aelbertsz 1, Maas Knuijp 4, Cornelis Claesz 2-5, Claas Gerritsz 2, Tonis Hendriksen 9, Evert Jansz 14, Hannis Jacobsz wed 1, Meeuwis Willemsz 3, Hendrick Jansz 6-10, Jan Woutersz Driftharder 2-10 en Hendrick Evertsz 1 gl.
2-11-1695: Pieter Leijden van Leeuwen als speciale gemachtigde van vrouwe Geertruijt van Alteren, transporteert onder anderen een huijsie met sodanige acht mergen land en enig heetvelt gelegen inden Ginckel en bij wed Lambert Dircksz en Mees Willemsz in huur gebruikt wordt sijnde begrepen onder den naam van Lageweijde ende dat aen en ten behoeve van Aeltien Claes wed van Lambert Dirxen, won op de hofstede voornt merendeel onder Woudenbergh gelegen
16-11-1695: Truijgjen Gerritsz Bosch wed Aert Woutersz komt voor Wijer van Ginckel en Wouter Jansz van Ginckel als tinsgenoten van Leersum. Zij verklaren dat de heer Rochford sijn misnoegen toonde over het aanmaken van eenigh heijlandt gelegen ten eijnde aen der compte landt ontrent het Gadt vanden Bergh. Zij verzoekt nu om tinsbrieven voor dat stukje land.
3-12-1695: is Jacob Lauwen als schutter aangesteld.
7-1-1696: Georgius Bosch gedraagt zich niet goed. Hij heeft onlangs nog weer een request aan het Hof van Utrecht gebracht over de drossaard. Waer bij nogh accedeert dat hij nergens anders toe dient, als om processen te smeden en de lieden vele kosten te maken, soo met verteringen als het practiseren van nodelose differenten ende dat de Geregten sijne Dronckenschap vloecken, sweren en lieber en irreverent spreecken genoeghsaem bekent was. Dat hem oock om dese en andere redenen de regtbanck tot Amerongen was ontseijt. De bode moet hem aanzeggen dat hij zich van het postuleren voor dese Banck sal hebben te onthouden en ook zijn schriftelijke verzoeken zullen niet meer behandeld worden.
7-1-1696: de wed Aert Woutersz moet de wal rond haar nieuwe land in het gat van de berg binnen 14 dagen slechten.
6-1-1696: de familie Tuijll van Serooskerken maakt bekend dat de plecht van 7-3-1658 ten laste van Johan Casembroot als testamentaire voogd over Maria Elisabeth van Ree vrouwe van Zuijlen ter somme van 4000 gl is voldaan.
7-1-1696: Cornelis Jordensz pacht de impost op de Logiesgelden alleenlijk over de tappers voor de tijd van een jaar. En Cornelis Jacobsz tot Ginckel de impost aldaar
26-3-1696: wed Aert Woutersz vertelt dat zij vele en excessive kosten hadde geleden over het omwallen van eenigh velt genaamt de hoge Bunt. Zij heeft de wal weg gehaald zodat er weer met wagen en paarden de heiplaggen gehaald kunnen worden.
30-3-1696: Op de requeste vanden drossaard jegens Aeltje Wouters dienstmeijt van Peter Dircksz Woudenberg den 30-3-1696 gepresenteert is geappnt als volgt: T Geregt verleent apprehensie corporeel jegens Aeltie Woutersz in requeste vermelt met Jnterdictie jegens Peter Dircksz Woudenberg van het kint vanden voorsz Aeltje Woutersz t welck nu jegenwoordigh in sijn huijs wert bevonden te doen begraven voor en al eer de behoorlijcke visitatie aen het selve is gedaen ordonnerende onsen deurwaarder t voorsz appnt (voor soo veel voorn Peter Dircksz is aengaende) op morgen aen hem persoonlijck te instrueren.
1-4-1696: Is Aeltje Wouters dienstmeijt van Peter Woudenberg scherpelijck geexamineert. Zij zegt dat vader van haar kind was Hendrick Stevensz uit Callenbroeck. Zij heeft in de somer 1695 een keer gemeenschap met Hendrick gehad. Zij wist niet dat ze zwanger was. Waarom bleef ze dan op 29-3-1696 toen zij 's avonds enige pijn voelde niet thuis? Er was niet als manvolck in huijs. Zij wist niet waarvan de pijn kwam. Zij heeft nooit eerder kinderen gehad. In de boomgaard heeft zij haar kind gebaard in haar rok. Het kind kwam dood ter wereld. Er was alleen een jongen in de buurt die haar vroeg of ze een kind had. Dat heeft ze ontkend om dat voor den jongen niet en wilde weten. Zij heeft het kind in het bakhuis verborgen. Het gerecht wil met de heer van Natewisch overleggen. Maar die is nu absent. De chirurgijn Dirck van Orduijnen heeft het kind alsnog gevisiteerd en heeft het kind gantsch gaaff en onbeschadigt gevonden. Het gerecht heeft niets kunnen vinden waar door Aaltje eenige lijffstaffe soude hebben geincureert, dan alleenlijck dat bij haar een groot versuijm en nalatigheijt ontrent de behoorlijcke besorginge in desen is gepleegt, welcke sake bij ons sijnde overwogen hebben te overleggen met de heer van Natewisch.
4-5-1696: Ant. Keppel contra Huijbert Errissen mitsgaders voor soo verr het noot sij mede adjudicium adducerende Cornelis Aelbertsz. Hij eist ter oorsake vanden voorgevallene moeijten en mestrecken ten huijse vanden 2e ged op den 13e april 1696 een boete van 200 gl.
4-5-1696: Bij den Drossaerd desen Geregte sijnde voorgestelt dat Dirick Petersz en Megteltje Jans behalven dat deselve megteltje jans gereeds hoogh swanger is (contrarie de ordonnantie te samen wonen) en op een onbehoorlijcke wijse ongetrouwt met den anderen verkeren, niettegenstaende hij Drossaerd op gisteren door den Deurwaerder de voornoemde personen hadde den aenseggen hare Egt te voltrecken en haer behoorlijck in den kercke te doen trouwen op pene daer toe staende. Het gerecht besluit dat hij nogmaals de deurwaarder hen zal laten aanzeggen om uiterlijk aanstaande zondag te trouwen op poene van 50 gl
8-5-1696: Rechtzaak tussen Antonij Keppel en Arien Jansz. Arien heeft in maart sekere jonge juffr genaamt Dina van Beaumond wonende tot Lingen op een ehele? uijt den Hage te vervoeren deselve tot Leijden Utregt, Amerongen en Elders te brengen, hare ouders te ontrekken, immers met deselve door te gaen, contrarie te placcaeten en ordinantien van den lande, waer over de geappoincteerde ten hooghsten strafbaer is, en waeromme den eijser hem alhier heeft doen apprehenderen, om vervolgens nae rigeur van justitie over het voorsz delict gestraft te werden na behoren. Hij eist boete van 600 gl. Arien bekent het feit maar zegt dat het doorgaen, niet alleen met de wille vanden voorsz Dina van Beaumond maer oock tegens sijne wille is geschied etc etc biddende om vergifffenisse etc. Het gerecht verklaart Arien inhabiel om eenige ampten off bedieningen ind ese heerlijckheden te bekleden en condemneert denselven in een amende van vijff hondert gulden tbv den officier
12-5-1696: Ant Keppel contra Aeltje Wouters. Hij verzocht default.
12-5-1696: Huijbert Errissen contra Cornelis Aalbertsz won onder Amerongen. Enkele bladzijden.
23-6-1696: Ant. Keppel contra Peter Dircksz van Woudenberg.
23-6-1696: Ant. Keppel contra Huijbert Errissen.
23-6-1696: Cornelis Aelbertsz contra Huijbert Errissen.
23-6-1696: De drossaard is gekomen met een aantal attestaties over zaken die in de gerechtskamer secretelijck zijn gezegd en toch op straat zijn gekomen. Sommigen blijven ook weg van de vergadering, hoewel ze wel uitgenodigd zijn. De sfeer is om te snijden blijkbaar. Als ze nog eens wegblijven zonder reden op te geven kost hen dat 2 kannen wijn.
27-6-1696: Cornelis Woutersz van Hattem, won. Amerongen, verklaart te constitueren Johan Boschman, procureur voor het Hof van Utrecht, jegens de hr Adriaen Hardenbergh drossaard te Amerongen
27-10-1696: Ant. Keppel contra Huijbert Errisz, Reijer Roelofsen, Dirk Aartsz, Aart Hendricksz en Arien Elisz. Hij eist wegens het begane gevecht op 5-10 een boete van 300 gl. Het gerecht spreekt Huijbert, Reijer en Dirck vrij. De andere twee zijn niet op komen dagen. Zij worden veroordeeld in een boete van 150 gl.
27-10-1696: Peter Dircksz Woudenberg contra Ant. Keppel. Nog steeds over dezelfde zaak.
3-11-1696: Wouter Hendricksz en Dirck Petersz Woudenberg zijn al verschillende keren in de zettingen vergeten.
18-1-1697: Idem contra idem. Idem. En ook 10-5-1697. Vele bladzijden. En 24-6-1697. En 13-7-1697.
18-1-1697: Discussie over salaris van de drossaard.
25-1-1697: de heren decan en capttielen van St Marie transporteren aan Willem van Nassau grave van Rochford sekeren akker lants te Leersum tussen de landen van sijne excelltie voornt soo die tot nogh toe bij Gerrit Petersz Zeman in huere vanden voorn caple is gebruijckt geweest.
18-2-1697: Conditie en voorwaarden van verpachting van seeckere landerijen behorende aende hofstede van het convent van st Servaer in het Gadt vanden Bergh, soo deselve sig in parcelen uijtstrekken. Gijsbert Dircksz Nellesteijn pacht 8 morgen in t Broeck, 1,5 morgen in den heetcamp vor 132 gl. Gerrit Evertsz pacht de huijsinge en boomgaard met ontrent dardehalff mergen
25-2-1697: Jan Teunisz van Ommeren neffens Cornelis Woutersz huren ontrent 15-16 morgenland gelegen int Gadt vanden Bergh neffens de schaapsstreke daer aen behorende
23-4-1697: de drossaard mag geen betaling meer doen aan Wijk bij Duurstede voordat de stad zijn verplichtingen in betaling van vis is nagekomen zoals vanouds.
1697: Jan Jansz Meijnsz heeft niettegenstaende onverdiende beleeftheden soo van desen Geregte als van den Drossaard in specie in het niet uijtvoeren vande sententie tot sijnen lasten, bij hem genoten, sig niet ontsien heeft van gemelten drossaerd opden 20e Martij 1697 in den sale van den staten kamer tot Utregt geheel impertinent te bejegenen en na te roepen en dat denselven bedugt was dat voorsz Jan Jansz Meijnsz wel meer tot sodanige buijtensporigheden mogte komen, soo wel ontrent het Geregt en Secretaris als ontrent hem, en dat het selve exempel van andere quaedwillige wel soude werden opgevolgt vermeijnende in cas van justitie eenigesints door den drossard en geregte beledigt te sijn. De deurwaarder moet Jan aanzeggen dat hij dit niet meer mag doen, anders zal hij enige dagen worden verbannen.
22-5-1697: Wijer Jansz van Ginckel geeft te kennen dat de drossaard hem crimineel aan heeft geklaagd als had hij een attestatie geschreven en gegeven dat verscheijdene huijsen voor den oorlogh gestaen hebbende, ten tijde van t geven van die attestatie geruineert jae weg waren daer nogtans deselve huijsen opden 14e Martij 1678 (date van t geven van die attestatie) nogh inwesen ende ongeruineert souden sijn geweest. Hij zou ook anderen hebben geinduceert te tekenen. Heel verhaal van 7 blz.
22-5-1697: de magistraat van Wijk bij Duurstede blijft weigerachtig om hun rantsoen te betalen.
3-6-1697: Hoewel de drossaard van Hendrick van Westbroeck, in sijn leven hovenier op Zuijlesteijn, het familiegeld over 1695 moest vorderen heeft hij dat om verscheijde redenen niet geexecuteert. Het geld is inmiddels wel betaald.
3-6-1697: Voortaan zal op dinsdag de rechtdag gehouden worden om de week.
3-6-1697: Anthonij van Rhee als ontfanger vande gebenificeerde goederen slands van Utregt transporteert aan Peter Dircksz Brure seeckere camp lants gelegen ontrent de molen van Darthuijsen ow en zw wed Aert Woutersz nw de bunt, jtem seeckeren acker gelegen in het Broeck strekkende vande Leersumse Bund tot aende goijerwetering zz Peter Dircksz voornt en nw voorsz wed. Op de blaffaard staat dit op naam van de pastorie van Leersum voor 6 morgen. Peter huurde dit land al.
21-6-1697: Johan Breijer, drost van Zeist, als gemachtigde van Willem de Nassau, heer van Odijck etc, transporteert aan Guillaume de Nassau, vrij heer van Zuilenstein etc, graaf van Rochford, etc eerst seeckere woninge met bergh en de schueren met nogh ontrent 24 morgen bouwland, gebruikt wordende bij Cornelis Cornelisz Floren strekkende met een streep over de bergh tot aenden amerongse engh toe, ow wed Johannis Jacobsz ww het Leersumse velt, nw dhr verkoper en zw dhr Zuilestein. Jtem nogh de kleijne bouwinge en woninge met bergh ende schueren met ontrent 9 morgen bouwland gebruikt wordende bij Cornelis Jacobsz Morren ow graaf van Rochford zw verkoper ww Leersumse heijvelt en nw Jacob Dircksz en Jan Tijssen.
5-9-1697: De drossaard heeft van Peter Dircksz Woudenbergh een acte van erkentenis gekregen dat hij hem houdt voor een eerlijck man. Hij heeft onbedacht en in haastigheid verkeerd gesproken van de drossaard. Verder heeft hij bomen gerooid en verkeerd een acte getekend van huizen die in de oorlog van 1672 en 1673 en door de winden van 1674 souden weg geraeckt sijn geweest.
27-11-1697: Gijsbert Jacobsz van Coudijs x Gerritje Rutgers van Ginckel hebben verkocht seeckere hofstede, huijsinge, bergh en schuer schaepschot en vordere getimmer etc staende mitsgaders de hoeve landts groot ontrent sestien margen daer aen behorende gelegen onder Ginkel daar ow erfgenamen Rutger Hermansz van Ginckel zw en Ginkelse eng ww Domproostdij van Utrecht nw Jan Cornelisz., strekkende van de ginkelse eng tot aen het walt ofte de Groep toe, leenroerig aan Culemborg. Hij is hiermee op 27-10-1688 verleid. En nog een campjen lants groot eene margen ow Gerrit Jacobsz Blotenburg ww dhr Zuilestein zw Ginkelse eng en nw domproostdij van Utrecht. Nog een kampje lants inden engh daer ow dhr Zuilestein zw en ww dhr Cannenberg en nw de vorige kamp. Nog een akkertje lants langes het bosch groot ontrent een mergen. Nog een hoeckel lants gelegen inden eng. Nog drie hoeckjes land in den engh. Ende dit op de lasten van alle Jaere te helpen maecken en onderhouden gemeen met Teunis Hendricks opt goed vanden heer Houwert. Een roede dijcx opde Amerongensen Dijck. Dit alles is hem ten dele gevallen van wijlen Rutger Hermansz van Ginckel sijn vrouwen vader, soo en in dier voegen als het selve in huere gebruijckt word bij Hendrick Janssen x Aeltjen Gerrits. Hij verkoopt dit aan Cornelis Cornelisz Floore
29-12-1697: Gijsbert Jacobsz van Coudijs bekent ontvangen te hebben van Cornelis Cornelisz Floor 1700 gl in mindering vande koopsom vant erff en lant te Ginckel, gebruijckt wordende bij Hendrick Jansz
25-1-1698: Nog 300 gl ontvangen.
6-6-1699: 1000 gl ontvangen.
29-12-1697: De drossaard neemt per nieuwjaar ontslag als drossaard. Hij is 16 jaar drossaard geweest.
29-12-1697: Jacob Lauwen pacht het heijvelt om heide te placken voor de tijt van 6 jaar.
29-12-1697: Adriaen Bastiaensz pacht voor 6 jaar de kerckenlanden
19-1-1698: bekent Ant. Keppel dat hij een plecht van 200 gl heeft tbv hem compt op 14-4-1690 voor desen ed. gerechte gevestigd op een huijsinge en hofstede met bergh en schuer etc competerende Wouter Jansz van Ginckel ow en nw dhr van Hoensbroeck ww Jorden Cornelisz Vosch zw de Utrechtse weg, nevense de landerijen tot ontrent 2 mergen daar bij behorende, mitsgaders nogh drie mergen sijnde twee akkeren gelegen inde weijen strekkende van het voetpad tot aende stege van sijne excell den hre grave van Rochford ow Jan Willemsz Knoppert ww Jacob Jordensz
1698: peter Woudenberg pacht de impost over Leersum waer onder de houters off eeckers, biere is begrepen
5-2-1698: Cornelis Jacobsz tot Ginckel heeft de impost van de logiesgelden gepacht
31-3-1698: Rochford heeft gekocht van Willem Adriaen Marquis tot Hoensbroeck 12 morgen broekland, twee akkers in den heetkamp, met het stukkje genaemt de diependaal, den kalverkamp, de grote en kleijne kercksteegh, schot kampje het duijvestukje, den heuwel, de Lijntsteegh met nogh een akkertje daer ontrent het stukje het damsackertje mitsgrs het block genaemt de weijde, met nogh het stukje beneden de uijtregtse wegh en het stukje boven het dwarsakkertje en den vulakker als mede een mergen bouwland ontrent de hofstede van burgmeester Morraij
23-5-1698: Willem Adriaen Marckgraag van Hoensbroeck transporteert aan de graaf van Rochford bovengenoemde landerijen.
4-6-1698: Paulus Staal, notaris te Utrecht, als gemachtigde van Antonij Baron van Linden, transporteert aan Cornelis Cornelissen Floren seeckere partije soo weij bouwland als driest, heij, bergh en veld, bestaende in verscheijde stukken groot ontrent 8 mergen te Ginkel, zoals het voorheen door Jan Cornelisz Egdam en nu door Gerrit Jacobsz van Blotenburgh in huur wordt gebruikt, met de schaapsdrift inde eng op en aan den bergh met het houtgewas etc, vanouds genaemt de Cannenburg.
20-6-1698: Frederick vanden Honaard contra Jan Jansz soon van Jan Teunisz, won. in de Maarsbergse meent en Hendrick Meertens soon van Meerten Meijnsz beijde woonagtig onder Leusden. Hij eist boete van 150 gl. Hendrick zegt dat Jan hem eerst met een bloot mes in de hand in de paardenstal van Cornelis Jacobsz hadde geaggresseerd. Hij moest zich wel verdedigen. Zaak wordt op 16-11-1698 voortgezet.
7-8-1698: Johannis Keppel als rentmeester van het convent van Maria Magdalena te Wijk bij Duurstede transporteert aan Rochford seeckere ontrent 5 mergen gelegen beneden de ridderhofstad Wajesteijn.
9-8-1698: Jelis van Dam neemt aan het maken van de weg bij Dirck Vereem tot aan d paal getekend met een kerf. En het tweede perceel tot aen de huijsinge van Jan Joosten is ingezet bij Cornelis van Hattum en bij Wouter Jacobsz aangenomen voor 19 gl.
5-8-1698: Acte te Utrecht. Everhard Houwert, adcovaat te Utrecht en Gerrit Jacobsz Blotenburgh als gelaste van Jacob Gerritsz van Blotenburgh zijn zoon en Jan Jacobsz, won. Leusderbroek ter andere zijde en verklaart Everhard aan de andere partij, ieder voor de helft, verkocht te hebben seeckere huijsinge etc te Ginkel groot ontrent 41 mergen en nog seeckere dartien ackeren landts zoals Herberg Houwert dat op 11-2-1662 is getransporteerd
30-8-1698: Everhard Houwert transporteert deze hoeve aan Jan Jacobsz en Jacob Gerritsz Blotenburg.
25-9-1698: afspraak over gemaal en zegel.
1698: Cornelis Morren moet betalen voor sijn impost wegens sijn tappen 10-10
17-1-1699: Jelis Jansz van Dam pacht de impost op de wijnen en bieren te Leersum
17-1-1699: Rochford wil dit dorp met eenige huijsen vermeerderen en wel eenige van dien in desen Jare 1699 mogten werden getimmert
9-3-1699: Er is een vrouw in Leersum inde kraem bevallen van een dogter ten huijse van Jan Willemsz Knoppert op 5-3-1699 en bij voors knoppert voor den tijt van drie dagen (opt advijs vanden drossaerd bij provisie en tot naerder resolutie ten huijse van Wouter Jacobsz inwoonder alhier in kost en dranck onderhouden. Jan moet die vrouw nog 6 dagen onderhouden
26-3-1699: Cornelis Flore als diaken van Leersum heeft met Jannitje op de Hoogt geaccordeert dat de wed Dirck Jansz Vereem de tijd van een jaar bij voorsz Jannitje zal inwonen
20-3-1699: Extract uit het dagelijks resolutieboek van Amersfoort. Over transport aan de graaf van Rochford van 22-10-1698
23-3-1699: Jacob Morraij, oud-burgemeester als superintendent van het convent van St Jans binnen Amersfoort, transporteren aan Rochford zeker erf en hofstede in huur gebruikt bij Jan Willemsz Knoppert groot 28 morgen 4 hont en 40 roeden
13-4-1699: klachten over het lekkendijksgeld. Hierin moeten bijdragen: Graaf van Rochford voor 58 morgen maar last 15 morgen 1 hond 0 roeden, Peter Dircksz Woudenberg 6-2-50, de Westbroeck 0-3-50, Jan Willemsz Knoppert 4-5, Aert Huijgen van Wulven 3-3, de heer burgemeester Morraij 4-4, de heren vanden Dom 1-1, Peter Dricksz Brure 4-4, dhr van Amerongen 3-3, dhr van Obdam 6, Capittel van St Maria 4, capittel van st Servaas 2-2 en dhr Broekhuizen 1-1, samen 58 morgen
13-4-1699: discussie over belastingen.
13-4-1699: Uitzetting van enkeld huisgeld. Wed Aert Woutersz 10 gl, Jan Willemsz Knoppert idem, Philips Rijcks nu eigenaar zijne excellentie Rochford 9 gl, Peter Dircksz Woudenberg 10, t Convent van St Servaas int gadt vanden bergh 6, Peter Dircksz Brure 10, Peter Gerritsz Pluijm eigenaar sijne excellentie voornt 9, dhr Morraij, bruiker Roeter Gerritsz 9, graaf van Athlone, bruiker Wouter Jansz 8, Dirck Lambertsz nu eigenaar Rochford 7, Wijer van Ginkel 5, Dirck Aertsz Woudenberg 7, Aert Huijgen van Wulven 7, Jan Sandersz eigenaar Wouter Jansz 6, Gerrit Zeman 3-12-8, Tonis de Langh nu eigenaar Gijsbert Tonis 5, Jan Willemsz 3-18, Reijer Gijsbertsz 2-4, Arien Bastiaensz 2-4, Huijbert Evertsz nu eigenaar Dirck Teunisz 2-4, Peter Jansz van Doorn idem, Jan Jansz Lodder idem, Jan Joosten eigenaar de kinderen van Hendrick Westbroeck idem, Franck Rijcksz nu eigenaar de secretaris de Moij idem, wed Hermen Jansz 0-10 en Jacob Lauwen 2-4. En te Ginkel: Rochford 30, hofstede aan de oostzijde van Zuilestein sijne extie voornt competerende 10, Cornelis Flore nu eigenaar Rochford 10, Evert Jansz idem, Jacob Gerritsz idem, Dirck Petersz Woudenberg nu eigenaar Jacob Gerritsz Blotenburg c.s. 9, Elbert Jansz 5, Cors Jansz 4, Hendrick Jansz van Renswoude nu eigenaar Cornelis Flore 6-10, Gijsbert Cornelisz 3-10, Jan Cornelisz Egdam 7, Cornelis Jacobsz Drost eigenaar Rochford 5, Berent Aelten nu eigenaar wed Lambert Dircksz 2-0-6, Cornelis Klaessen 2, Claes Gerritsz 1-10 en Elis Aelbertsz nihil.
17-5-1699: Gerecht van Leersum ten verzoeke van graaf van Rochford transporteert zich naar seeckere stuckje land groot ontrent vier hond genaamt de kalvercamp gelegen tot Leersum voornt sijne Excell: competerende en bij permutatie verhandelt jegens een stuck land toebehorende Wouter Jansz van Ginkel genaamt de papencamp gelegen achter de kerck tot Leersum. Beide stukken land worden verruild
15-6-1699: voor gerecht van Woudenberg verschijnt Elbert Jansz voor zichzelf en samen met Hermen Jansz als mombers van het onmondige soontje van Brant Jansz x Errisje Jans en Elbert Jansz met Jacob Gerritsz als mombers vande drie onmondige kinderen van de voornde Brant Jansz x Maijgie Kosters, en Hendrick Hermensz x Jannitje Jans, voor hemzelf en voor Luijtje Cornelis, idem Geertje Jans, Meijndert Veenhuijsen x Grietje Jordensz, Gerrit Teunisz, Jan Teunisz voor zichzelf en voor Aert Roelen x Geertje Teunis, Gerrit Teunisz Overeem, Aelbert Teunisz x Metje Teunisz van Overeem. Zij constitueren Matthijs Lagerweij, secretaris van Woudenberg, om voor het gerecht van Leersum optedragen aen Elbert Jansz en zijn huijsvrouw een huijs, berge en schuere en ontrent dartigh mergen lants etc inden Ginckel onder Zuijlesteijn sodanigh als het door haer compten opden 26e Novemb 1698 is verkoft
27-1-1699: Elbert Jansz van Eckdom heeft gecocht opden 29e Novemb 1698 van Elbert Jansz c.s. ene huijsinge hoff en hofstede etc.
16-6-1699: Matthijs Lagerweij als gemachtigde etc transporteert aan Elbert Jans van Eckdom etc.
18-6-1699: Gijsbert Jacobsz Coudijs, won. Scherpenzeel, transporteert aan Cornelis Cornelisz Flore, won. Ginckel, seeckere acht percelen landts te samen groot ontrent vijff mergen alwaar graaf Rochford, Gerrit Jacobsz, dhr van Cannenburg en verder de Beuckenbergh etc naest en rontsom gelegen sijn.
16-8-1699: Peter Dircksz Woudenberg en Wijer van Ginckel burgemeesters tot Leersum besteden aan Jacob Lauwen het maecken en onderhouden vanden Snel en t slagh inden Krommenrijn
26-3-1698: Paulus Staal, rentmeester van Anthonij Baron van Lijnden, heer van Cronenburgh, etc, verkoopt aan Cornelis Cornelisz Floor seeckere partije, soo bouw, weijland als driest heij, bergh en veld bestaende in verscheijde stukken ontrent acht mergen te Ginkel, soo het selve voor desen bij Jan Cornelisz Egdam en tegenwoordig bij Gerrit Jacobsz van Blotenburgh in huere gebruijckt word, met de schaepsdrift in den Engh op en aenden Bergh met het houtgewasch aldaer etc. vanouds genaamd Cronenburgh, voor 1250-15-0.
23-9-1699: Frederick vanden Honert als gemachtigde van decan en capittulaire van st Marie te Utrecht, volgens procuratie geinsereert in de coopcedulle van 19-9-1699, transporteert aan graaf van Rochford seeckere hoeve landts gelegen te Leersum strekkende uijt de gemene Bunt tot aenden Goijerweteringe ow Peter Brure ww convent van St Servaas. Seeckere percelen van landerijen bij Gerrit Petersz Zeman int gebruijck gelegen inden weijen tot Leersum ww Rochford ow Aert Huijgen van Wulven en Jan Willemsz Knoppert . En nog verscheijdene stukken landt inden engh tot Leersum alles in huijre gebruijckt werdende bij Peter Dircksz Brure en Gerrit Zeman
25-9-1699: vergadering over het different vanden Wijckerwegh ende de onbruijckbaerheijt van dien
20-11-1699: Gerecht estimeert ten verzoeke van Wijer van Ginckel seeckere landerijen genaamt schelborgh groot ontrent een mergen waer op ene huijsinge is staende en gelegen in den dorpe van leersum, competerende Rochford, en welcke hofstede huijsinge en lant bij permutatie is verhandelt aenden voorsz Wijer van Ginckel op 500 gl.
5-1-1700: Cornelis Jordensz Vos verzoekt dat commissarissen het different tussen hem en de drossaard nopende seecker geval bij den comparant geperpeteert in dato den 1e der voornde maand januarij voor de huijsinge van Dircks Aertsz met het inslaen van eenige glasen inden selve huijsinge bij den compt door onvoorsigtigheijt en alte haestigh begaen etc. De commissarissen condemneren Cornelis tot betaling van vijff silvere ducatons en de kosten van de rechtzaak.
17-1-1700: Dirck Aertsz pacht de impost op de logiesgelden voor de som als hij en Jan Sanders voorleden jaar aen Jelis van Dam (als pachter) hadde belooft te weten bij Dirck 32 gl en Jan Sandersz 15 gl. Exempt de nieuwe te bouwene herbergh sullende staen aenden westzijde vanden kerck tot Leersum.
17-1-1700: Den impost tot Ginckel is bij Cornelis Morre gepacht.
26-8-1700: Gerrit Huijbertsz wonende in den nieuwe herberge sal betalen voor impost vanden wijnen bieren tot ultimo janrij 1701 sijnde nogh vijff maenden 9-9.
5-5-1700: Wijer van Ginkel, burgemeester, is gecommitteerd wegens het gerecht van Leersum om de slag inden Somerwegh te doen aannemen.
21-6-1700: Dirck Jans en zijn zuster Aertje Jans dragen op de tins van seeckere huijsinge boomgaerd en campie landts daer annex etc groot ontrent 1,5 morgen te Leersum ow Morraij ww Jan Jansz Lodder nw Middelweg off voetpad zw de Bunt volgens koopconditie van 21-5-1700, tinsgoed van Zuilenstein. Dit is verkocht aan Simon de Moij.
6-8-1700: Wijer van Ginckel transporteert aan Rochford seeckere huijsinge en hofstede van outs genaemt Spiegelenborgh met ontrent drie a vierde halve mergen lants te Leersum ow Jan Willemsz Knoppert nw kerkesteeg, strekkende vande gemene utrechtse weg tot aen de bunt
6-8-1700: Wouter Jansz van Ginkel transporteert aan Rochford seeckere huijsinge hofstede en boomgaerd daer annex etc inden dorpe van Leersum ow Rochford nw en ww kercke off costerije tot Leersum zw gemene Utrechtse weg, groot ontrent een halff mergen mitsgaders nog 4 hond inden engh tot Leersum mede digt bij t voorsz goet gelegen waer sijne excelentie voornt rontsomme naest gelant is.
6-8-1700: Wouter Jansz van Ginkel meldt dat de vorige 4 hond was verbonden en geaffecteerd geweest tot bewijs van sijne twee voorkinderen moederlijk goed. Dat hij compt in plaets vant voorsz land sijne kinderen aenwees en tot voldoeninge van haer voorsz moederlijck goet veroppignoreerde seecker stuk lant genaemt de kalverkamp voor dato bij permutatie verhandelt met hooggemelde sijne excellentie jegens een stuk land genaemt de papenkamp.
10-9-1700: is de hofstede en aenhorige landerijen vanden hofstede in leven gecompeteert hebbende Jan Jansz Meijnsz tot Leersum door Jan Willemsz Knoppert en Wijer van Ginckel borgemeesteren deser heerlijckheden ten versoecke van Gijsbert Tonisz x Jannitje Jans geestimeert op 1200 gl. Sullende daer over acte in forma naerder uijtgelevert werden
10-9-1700: Frederick vanden Honert contra Dirck Aertsz van Woudenberg en Wijer van Ginckel. Hij eist boete van 150 gl wegens agressie. Dirck weet niets meer omdag hij geheel hoogh beschoncken was.
10-9-1700: Idem contra eodem en Jan int Poortje. Hij eist boete van 200 gl. Dirck weet weer van niets.
10-9-1700: Idem contra Tonis Hendricksz dienstknecht van Jan Knoppert en Jan Jordensz Vos. Hij eist betaling van 300 gl.
1-10-1700: Idem contra Arien Elisz won Woudenberg en Jan Ros, won bij Jan Hendricksz op Waijesteijn. Op 29-9-1700 hebben zij 's nachts ten huize en herberge van Jan Sanders alhier tot Leersum gevochten met messen, sulx den 2e ged door de val over een stoel een gad in t hooft heeft bekomen dat merckelijck bloeijde. Hij eist boete van 200 gl. Jan zegt dat Arien eerst is begonnen.
15-10-1700: Stijntie van Versevelt wed Hendrick van Westbroeck, in sijn leven casteleijn tot zuijlesteijn en Cornelis van Westbroeck meerderjarige soon en zich sterkmakende voor zijn zuster Grietje van Westbroeck, transporteren aan Rochford seeckere huijsinge, hofstede bergh en schuer met sijn boomgrt weij en bouland groot ontrent 29 morgen in verscheijdene percelen gelegen te Leersum jegenwoordig in huere gebruijckt werdende bij Philips Rijcksz tot Leersum. Hendrick Westbroek kreeg dit goed op 14-5-1690.
26-11-1700: Honert contra Dirck Aertsz mitsgaders Arien Bogert, won. Wijk bij Duurstede. Hij eist betaling van 50 gl omdat zij op 21-10-1700 ten huize van wed vanden Bergh en buitenshuis gevochten hebben. Dirck komt met een attestatie van Jacob Jansz en Geurt Danielsz.
26-11-1700: Idem contra idem. Hij eist ter sake de gedaagde op 29-10-1700 Rochus van Eede nae vele scheltwoorden in euvelen moede heeft aengegrepen en desselfs parrijck in vuer geworpen. Hij eist boete van 40 gl en 150 gl. Op 15-1-1701 voortgezet.
1-1-1701: besluiten over burgemeesters
15-2-1701: vergadering over de hoogte van de impost van herbergiers. Wed van den Bergh 30 gl, Dirck Aertsz 12 gl en Jan Sandersz 10 gl. En te Ginkel Cornelis Morren 7-7.
6-4-1701: Idem contra Berent Aelten en Teunis Hendricksz. Hij eist boete van 300 gl. Enkele bladzijden.
17-5-1701: vergadering met Amerongen over impost op gemaal.
23-5-1701: Idem contra Willem Jansz Blotenburgh zoon van Jan Petersz, meestersmid te Woudenberg nu cavallier ten dienste deser landen en Jacob van Gerderen won Leersum. Hij eist ter sake van mestrekken op pinxtermaendagh 16-5-1701 lange naer sonnen ondergangh boete van 300 gl. Op 30-5-1701 wordt dit voortgezet. Jacob levert attestatie van Jacob Knoppert en Cornelis van Westbroeck. Hiermee is zijn onschuld bewezen.
14-6-1701: Jannitje Keuning? laatst wed Gerrit Huijbertsz van Bergh boedelhouster vanden overledenen eijserse contra Dirck, Floris, Huijbert, Jan, Joost en Tonis Gerritsz van Bergh, mitsgaders Hendrick van Brugge x Aeltje Gerrits, won. Amsterdam, alle kinderen van Gerrit Huijbertsz zaliger. Zij moet boedelinventaris opmaken. Zaak wordt 21-6-1701 voortgezet. En op 5-7 en op 19-7
14-6-1701: Simon de Moij en Wijer van Ginkel zijn kerkmeester. Vergadering over het luiden over den doden voor en tijdens de begrafenis.
20-10-1701: Frederick vanden Honert contra Dirck Aertsz van Woudenberg. Hij seide dat den eijser soo op den 10e septemb als 26e 9b des voorleden jaers 1700 over verscheijdene actien moetwil en gevegten den gedaagde voor desen Ed. gerechte hadde doen citeren en geconcludeert tot betalinge vanden boetens bij de ordinantie gestatueert. Op verzoek van verschillende personen en uit pure mededogenheijt en op voorwaarde dat hij niet meer de fout in zou gaan, heeft hij met Dirck een akkoord gemaakt voor 80 gl.
14-11-1701: Idem contra Cornelis en Gijsbert Aertsz van Schevichoven. Hij zegt dat zij op 2-11-1701 aenden Stenenbrugge onder den Geregte van Overlangbroek ten huijse van Arien Gerritsz Hospes aldaer met Cornelis Jordensz en Gerrit van Soest beijde won Darthuizen waren hand gemeen geweest en den anderen met messe bevochten sulx den 1e ged merckelijck is gequetst geworden dat seer bloeijde en vermits t voors gevegt is geschiet in de nagt en meer dan 3 ueren naer sonnen ondergangh eist hij 300 gl boete.
8-3-1703: Peter Betelaere is met den drost en gerecht akkoord voor een jaar logiesgeld rakende sijn tappen
20-3-1703: Dirck Aertsz is met Wijer van Ginckel accoort voor de somme van vijftien gulden.
8-7-1692: Truijgen Gerritsz Bosch wed Aert Woutersz heeft aan de secretaris twee bijsteden aangebracht: een staande op haar hofstede bij het huis off daer ontrent genaamt schevichoven, competerende de heer van Obdam en de andere op de engh opt hofsteetje haar toebehorende. Op 28-1-1700 doet zij opnieuw aantekening hiervan.
2-7-1693: Aert van Wulven tekent twee bijsteden aan: een op de hofstede waar hij woont en een in de vierde camp vande bunt aff in sijn landt genaamt het Broeck.
4-7-1693: Cornelis Jacobsz Drost tekent bijstede staende achter den hoff bij sijn huijs tot Ginckel.
4-7-1693: Cornelis Flore tekent twee bijsteden aan staande de ene bij zijn hofstede en de andere achter het nieuwe schoth aenden nieuwe wal
4-7-1693: Hendrick Jansz tekent bijstede inden bogaert opde hofstede Gijsbert Jacobsz competerende.
4-7-1693: Evert Jansz een bijstede op de hofstede aenden Haer bij hem bewoont wordende.
5-7-1693: Wouter Jansz van Ginkel tekent een bijstede in de weijen en de andere op sijn hofstede in den Bogaert.
6-7-1693: Jan Willemsz Knoppert tekent bijstede op sijn landt in t Broeck.
10-7-1693: Peter Dircksz Brure tekent drie bijsteden aan: een in zijn hofstede en de andere in zijn land genaamt het Broeck en de derde in zijn land gekocht van Jorden Cornelisz Vosch met het Broeck genaamt alle gelegen onder Leersum
12-7-1693: Evert Jansz tekent bijstede aan de Beuckenbergh in Ginkel.
28-6-1694: Heeft Roeter Gerritsz twee bijsteden aangetekend de ene in sijn hofstede daar op woont ende andere in t lant genaamt het Broeck
18-2-1695: Cornelis Jordensz tekent bijstede aan int land genaamt het Broeck bij den rentmeester en notaris Gijsbert van Bijlevelt verhuurd en gelegen te Leersum
3-6-1699: Aert van Wulven tekent bijstede aan een in sijne hofstede daer hij woont en ene in sijn land genaemt het Broeck inden Jare 1693 alhier ter Secretarie van desen Ed. Geregte mede aengebragt.
3-6-1699: Cornelis Flore twee bijstede ook in 1693 aangebracht.
8-6-1699: Wijer van Ginckel bijstede staende int broeck competerende sijne excelentie van Rochford en voor desen toebehoort hebbende de baron van Hoensbroeck.
10-6-1699: Wouter Jansz van Ginckel twee bijsteden waarvanden ene is staende achter sijne huijsinge bij Jan vanden Buijs bewoont, en ene inde weijen off op de soo genaemde weijakkers voorsz Wouter Jansz in eijgendom competerende.
11-6-1699: Jacob Jordensz ene bijstede op sijn land in de weije tot Leersum alwaer sijn schuer op staat
12-6-1699: Roeter Gerritsz wed ene bijstede staende bij haer huijs op de hofstede daer sij woont
28-6-1700: Een bijstede in ‘t broeck van de genoemde weduwe.
14-6-1699: Jan Willemsz Knoppert ene bijstede
14-6-1699: Jacob Gerritsz blotenburg drie en een halve bijstede de ene op sijne hofstede en de overende op sijn land tot Ginckel
6-7-1699: Dirck Aertsz herbergier tot Leersum ene bijstede staende in sijne boomgaerd en ontrent den eijckelhoff off daer inne soo hij best geraden vind
16-6-1700: Peter Brure bijstede alse twee inden broecken en ene op sijne hofstede bij sijn huijs
5-7-1700: Peter Dircksz Woudenberg twee bijsteden ene int broeck voor aen en een in sijne hofstede.
1-7-1701: Jacob Blotenburg brengt bijstede aan op sijne hofstede met sijn oom Jan Jacobsz te Ginkel bij Dirck Petersz bewoont.
12-7-1701: Gijsbert Tonisz brengt bijstede aan staende inden Engh tot Leersum opt Dwarseind soo genaemt aenden westzijde gelegen
12-7-1701: Cornelis Floren ene bijstede staende tot Ginckel aent vosterbosch ontrent het Land genaemt het Bijltje en t land van Cannenburg hem nu competerende
12-3-1702: Philips Rijcksz bijstede staende in t Broeck competerende Rochford
19-3-1702: Klaas Gerritsz, won. Ginkel, bijstede staende opt land bij hem in gebruijck tot Ginckel
26-4-1702: Cornelis Westbroeck ene bijstede staende op den Bieserakker bij de Goijerweteringh alwaer t huijsie van Dirck Vereem gestaen heeft
27-6-1702: Aert Huijgen twee bijsteden ene int broek en een in sijn hofstede
9-9-1702: Jacob Blotenburg ene bijstede staende opde hofstede tot Ginkel nu in huere gebruijckt bij Dirck Petersz Woudenbergh digt bijt schaepschot aenden Venensteijnse engh off heijvelt onder de aldaer sijnde wall
18-3-1703: Jacob Blotenburg ene bijstede onder Ginckel in den hoff van Hendrick Jansz van Renswoude
10-6-1703: Jan Roelofsz van Cooten bijstede staende agter de huijsinge bij hem bewoont in den boomgaert voor desen gecompeteert hebbende Wouter Jansz van Ginckel nu Rochford.
10-6-1703: Franck Rijxen Schelborgh bijstede hem en Reijer Gijsbertsz competerende staende opt hofstedeke bij Reijer Gijsbertsz bewoont laatst aengebracht bij de wed van Gijsbert Reijersz in dato den 27-6-1669.
17-6-1703: Jorden Jacobsz Vos voerman tot Amerongen bijstede staende op een akker inde weijen tot Leersum alwaer onlanghs ene schuer gestaen heeft
25-6-1703: Jan Tijssen brengt aen door Cornelis Flore een bijstede staende agter t Bos aenden Dwarswegh onder Ginckel.
737 1701-1723
738 1724-1804
739 Rol van lijfstraffelijke en boetstraffelijke zaken, 1725-1792
740-741 Stukken betreffende voor het gerecht gevoerde lijfstraffelijke en boetstraffelijke processen
742 Stukken betreffende voor het gerecht gevoerde civiele processen, 1675-1785, z.j
39.2. Vrijwillige rechtspraak
39.3. Bestuurlijke aangelegenheden
Concordans
Erfgoedstuk
laatste wijziging 17-04-2024
19.069 beschreven archiefstukken
57 gedigitaliseerd
totaal 1.322 bestanden

Kenmerken

Datering:
1505-1811 (1836)
Plaatsnaam:
Amelisweerd, Amerongen, Bolgerijen, Bunnik, Cothen, Darthuizen, Doorn, Driebergen, Dwarsdijk, Everdingen, Hagestein, Hardenbroek, Heemstede, Hei- en Boeicop, Honswijk, Houten, Kedichem, Grote en Kleine Koppel, Maarschalkerweerd, Lakerveld, Lexmond, Maarn, Maarsbergen, Meerkerk, Middelkoop, Nederlangbroek, Nieuwland, Odijk, Oosterwijk, Oudwulven, Overlangbroek, Schalkwijk, Schonauwen, Schoonrewoerd, Sterkenburg, Tienhoven, Tull en 't Waal, Werkhoven, Wulven, Leersum, Ginkel, Autena, Elst, 't Goy
Omvang:
37,25
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van rechterlijke organen
Herkomst:
Overheid_A
Auteur:
D.T. Koen, H.J. Postema
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 064 Dorpsgerechten 1505-1811 (1836)
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 064
Categorie:
laatste wijziging 17-04-2024
19.069 beschreven archiefstukken
57 gedigitaliseerd
totaal 1.322 bestanden