Archieven

Uw zoekacties: Dorpsgerechten

064 Dorpsgerechten

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
064   Dorpsgerechten
Inleiding
Deze inventaris bevat de archieven van de dorpsgerechten die hebben gefunctioneerd op het grondgebied van de zes gemeenten die zijn aangesloten bij het Regionaal Archief Zuid-Utrecht.
De archieven van de dorpsgerechten, behalve van die gerechten die functioneerden op het grondgebied van de huidige gemeente Vianen, zijn in april 1997 overgebracht uit Het Utrechts Archief naar de gemeenschappelijke archiefbewaarplaats van het Streekarchivariaat Kromme-Rijngebied-Utrechtse Heuvelrug, de voorganger van het RHC Zuidoost Utrecht, in Wijk bij Duurstede.
Als gevolg van een provinciale grenswijziging werd de gemeente Vianen op 1 januari 2002 ingedeeld bij de provincie Utrecht. Naar aanleiding van deze nieuwe indeling werden in 2008 de "Viaanse" gerechtelijke archieven overgebracht van het Nationaal Archief naar Het Utrechts Archief. In maart 2014 vond vandaar de overdracht plaats naar het RHC Zuidoost Utrecht.
Eind november 2019 zijn de dorpsgerechten van de gerechten die ressorteerden onder de voormalige gemeenten Leerdam en Zederik overgebracht vanuit het Nationaal Archief in 's-Gravenhage naar het RHC Zuidoost Utrecht.
De inventaris is, wat betreft de Utrechtse dorpsgerechten, een uittreksel uit de Inventaris van de archivalia afkomstig van de dorpsgerechten in de provincie Utrecht 1489-1811, door D.T. Koen (Utrecht, 1985; Inventaris 49). Daar vindt u ook een uitgebreide inleiding op deze archieven.
Een aantal inventarisnummers ontbreekt. Deze waren al niet meer aanwezig tijdens de overdracht naar Wijk bij Duurstede. Dit is in de toegang steeds aangegeven.
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 17-04-2024
19.069 beschreven archiefstukken
57 gedigitaliseerd
totaal 1.322 bestanden
Inventaris
1. Gerecht Amelisweerd
2. Gerecht Amerongen, Ginkel en Elst
3. Gerecht Bolgarijen en Autena
4. Gerecht Bunnik en Vechten
5. Gerecht Cothen
6. Gerecht Darthuizen
7. Gerecht Doorn
8. Gerecht Driebergen
9. Gerecht Dwarsdijk
10. Gerecht Everdingen, Zijderveld en Goilberdingen
11. Gerecht Hagestein
12. Gerecht Hardenbroek
13. Gerecht Heemstede
14. Gerecht Hei- en Boeicop
15. Gerecht Honswijk
16. Gerecht Houten en 't Goy
17. Gerecht Kedichem
18. Gerecht Grote en Kleine Koppel en Maarschalkerweerd
19. Gerecht Lakerveld
20. Gerecht Lexmond en Achthoven
21. Gerecht Maarn en Maarsbergen
22. Gerecht Meerkerk
23. Gerecht Middelkoop
24. Gerecht Nederlangbroek
25. Gerecht Nieuwland
26. Gerecht Odijk
27. Gerecht Oosterwijk
28. Gerecht Oudwulven en Waaien
29. Gerecht Overlangbroek
30. Gerecht Schalkwijk
31. Gerecht Schonauwen
32. Gerecht Schoonrewoerd
33. Gerecht Sterkenburg
34. Gerecht Tienhoven (bij Everdingen)
35. Gerecht Tienhoven (aan de Lek bij Ameide)
36. Gerecht Tull en 't Waal
37. Gerecht Werkhoven
38. Gerecht Wulven
39. Gerecht Zuilenstein, Leersum en Ginkel
39.1. Criminele en civiele rechtspraak
734-738 Rol van boetstraffelijke en van civiele zaken; achterin protocollen van akten van vrijwillige zaken, voornamelijk van overdracht en hypotheek
734 1662-1699
735 1682-1692 dec
736 1692 juni-1703
737 1701-1723
064 Dorpsgerechten
Inventaris
39. Gerecht Zuilenstein, Leersum en Ginkel
39.1. Criminele en civiele rechtspraak

734-738 Rol van boetstraffelijke en van civiele zaken; achterin protocollen van akten van vrijwillige zaken, voornamelijk van overdracht en hypotheek
737
1701-1723
Opmerkingen:
Met aantekeningen betreffende bestuurlijke zaken. Regesten door H.J. Postema, december 2011.
laatste wijziging 17-01-2024
31-7-1701: Splinter Teunisz, Jasper Cornelisz van Holten en Gerrit Teunisz en zich verder sterkmakende voor Dirck van Leersum, won. Maarssen, alle kinderen en erfgenamen van Tonis Tonisz in sijn leven gewoond hebbende tot Doorn, dragen op de tinsweer van seecker huijsinge en erve, met sijn boomgaert en een kampje land daar annex te samen groot ontrent een mergen te Leersum ow Jan Jansz Lodder ww Jan Willemsz strekkende vande bunt tot aende Middelweg tinsgoed van Zuilenstein. Hiermee worden verleid Geertruij Gerrits Bosch wed Aert Wouter en Jelis Bock schout van Renkum x Jannitje Willems, dochter van Willem Tijmensz welcke portie hen was ten dele gevallen bij separatie vanden boedel vanden voorsz Willem Tijmensz.
31-7-1701: Transport van dit goed.
31-7-1701: Geertruij Gerrits Bosch draagt de tinsweer van dit goed op. Hiermee worden de kinderen van Dirck Teunisz in sijn leven gewoont hebbende tot Leersum verleid.
31-7-1701: Geertruij Gerritsz Bosch en Peter Dircksz Brure als exhiberende ene acte van consent van Jelis Bock schout van Renkum, transporteren aan kinderen van Dirck Teunisz seecker akker land gelegen inden hitcamp tot Leersum groot ontrent 8 hond strekkende vande utrechtse weg tot aen het voetpad
31-1-1702: Jacob Lauwen en Gerrit Evertsz hebben aangenomen het slag inde krommerijn en snel
31-1-1702: Pieter Ketelaer maakt akkoord voor sijn tappen. Dirck Aertsz uts. Cornelis Jacobsz tot Ginckel uts.
2-3-1702: Gerecht estimeert ten verzoeke van Peter Dircksz Brure seeckere hofstedeken en annex campje land mitsgrs nog een ackertje daer ontrent gelegen onder Leersum groot ontrent twee mergen bij Peter Dircksz aengenomen vande voogden vande onmondige kinderen van Dirck Teunisz ten fine om daer voor te alimenteren en optevoeden de voorsz onmondige tot haer agtien jarigen ouderdom toe.op 600 gl.
16-3-1702: Idem contra Aelbert Jansz en desselfs knegt Hendrik Teunisz. Hij eist boete van 150 gl ter oorsaecke de gedaegdens op 7-3-1702 naer wisselinge van eenige questieuse woorden met den anderne hebben gevogten ook sodanig dat de medegedaegden Aelbert Jansz gelust heeft gehadt desselfs voorn knegt Hendrik Teunisz sijnde den ander mede gedaegde met eene viertandige griep in sijn lincker schouder te quetsen dat den sirurgijn tot genesinge van dien heeft moeten gebruijcken
10-4-1702: Idem contra Aelbert Jansz, won. Ginkel. Voor 75 gl ten laste van Hendrick Teunisz
27-6-1702: Adriaen Hardenberg drossaard van Amerongen contra Aalbert van der Klift. Hij eist betaling van 6-15 per rest van seeckere vegt boete bij den ged begaen met Hendrik Woutersz en voorgevallen ten huijse van Jan Bouwen tot Amerongen op 13-3-1701.
31-6-1702: Frederick vanden Honert contra Peter Woudenberg en Huijbert Arrissen. Hij eist betaling van 300 gl omdat zij op 4-11-1701 laet inden avondt den anderen in de herbergh alhier Alwaer den koning van engelant uijthangt met messen soodanigen hebben bevogten dat beijden in hare handen sijn gequest geworden
17-7-1702: Gerrit Jacobsz Blotenburg en Jacob Blotenburg contra Claes Gerritsz in cas van ontruijmingh. Zij hadden een bijstede op een hofstede te Ginkel. Claes heeft op 1-7-1701 de voorsz bijstede aangebracht. Daarnaast heeft hij een plaets aen een hegge buijten sijn hofstede tot een bije stede verhuurd. Daar is voorheen nooit een bijstede geweest. Bovendien staat hij nog geen 100 roeden van de bijstede van Gerrit en Jacob. Claes mag in de toekomst zijn bijstede hier niet meer zetten.
24-7-1702: Op 23 juli zijn ten huize van Pieter Ketelaer vele insolentien en geweldenarijen gepleegt soo met inwerpen vanden glasen en merckelijck quetsen van verscheijdene personen
31-7-1702: Adriaen Hardenberg, drossaard van Amerongen contra Aelbert vander Klift.
31-7-1702: Frederick van den Honert contra Hendrick onder knegt van Johannis Jansz op Meijenhorst. Hij eist boete van 25 gl op het schutten van beesten. Hendrick komt niet opdagen. Zaak wordt op 16-10-1702 voortgezet.
28-8-1702: Cornelis van Alewijk bakker te Leersum maakt akkoord over de impost van gemaal en zegel.
26-9-1702: Frederick vanden Honert en Peter Dircksz Brure en Aelbert van der Klift. Hij eist boete van 300 gl. Peter seijde dat hij sig in geen gevegt heeft ingelaten. Dat hij direct nogh indirect niet heeft gevogten off den mede gedaegde geaggresst veel min gebloeijt wond. Er waren moeilijkheden tussen zijn zoon en Aelbert. Nog heel verhaal.
26-9-1702: Idem contra Tijmen Petersz Brure en Aelbert van der Klift. Hij eist boete van 200 gl.
16-10-1702: Peter Dircksz Woudenberg als gewezen momber vande kinderen van Tonis Dircksz contra Jacob Petersz van Doorn als erfgenaam van sijn vader Peter Jansz. Hij eist betaling van 33 gl ter saecke van landpagt vande Collanden onder Amerongen gecompeteert hebbende de kinderen van Teunis Dircksz
19-12-1702: Idem contra Berent Aelten en Dirk Aertsz. Hij eist boete van 25 gl vanwege vechten. Dirck Aertsz seijde soo hoge beschoncken te sijn geweest dat vant gevegt in questie ingurant is en concludeert dienvolgende tot niet ontfanckelijk int versoeck Berent Aelten seijde van Dirck Aertsz sonder enige rederven geslagen te sijn presenterende sulx met ede te verklaren en concludeert als voren.
19-12-1702: Idem contra Mees Aertsz en Jacob Aertsz. Hij eist boete van 200 gl wegens vechten.
19-12-1702: Rechtzaak Gijsbert Tonisz contra Tonis Jansz de Lang. Gijsbert zegt dat Tonis van Gijsberts schoonvader had gehuurd een huijsinge berg schuur boomgaeert neffens ontrent vijf mergen en drie mergen englant ingegaan 1690. Hij moet zijn pacht betalen.
11-1-1703: Jan Schipper tot Zeijst heeft aangenomen het slag inde somerwegh
22-1-1703: geen partijen
15-5-1703: Jannitje Willemsz laatst wed Hermen Petersz van Doorn verklaerde sij compte (ter oorsaecke sijne Excell. de hre Grave van Rochford etc haer leven langh gedurende de kost en dranck int gasthuijs tot Wijck hadde bestelt en gekogt) te cederen en in vollen eijgendom overtegen haers compts huijsie met een akkertje land daer annex etc te samen groot ontrent een halfff mergen alwaer sijne excell. rontsomme naest geland is strekkende vanden utrechtse weg tot aan mergen middelweg komende vanden bunt, alle t selve bij Aert van Wulven en Wijer van Ginckel schepenen tot Leersum geestimeert ter somme van 98 gl.
15-5-1703: Frederick van den Honert contra Peter Dircksz Brure schepen van Leersum. Hij zegt dat Peter wegens het vegten en andere insolentien bij hem en sijne sonen op den 23e Julij 1702 begaen, met den eijser is geaccordeert voor een somme van twee hondert vijff en vijftigh gulden
15-5-1703: Idem als gemachtigde van Rochford contra Dirck Aertsz. Hij zegt dat Rochford op 14-12-1698 van Jan Boch gekocht heeft seeckere actie van coop vanden huijsinge met ontrent 2 morgen boomgaerd en bouwland in het dorp van Leersum tegen over en ontrent de kerck, o.a. op voorwaarde dat de koper tot mindering van zijn kooppeningen van Dirck Aertsz x Geertie Jordens zou ontvangen drie jaren rente van 784 gl.
15-5-1703: Idem contra idem. Peter is nog schuldig aan Frederick wegens geleverde bieren de som van 92-5.
15-5-1703: Adriaen Hardenberg contra Aelbert vande Klift. Over gevecht in Amerongen.
15-5-1703: Cornelis Willemsz contra Peter Dircksz Woudenberg. Cornelis heeft zich aan Peter verhuurd voor 57 gl. Hij heeft getrouw zijn werk gedaan maar Peter heeft hem weg gestuurd zonder redenen op een onbehoorlijke manier op 23-4
18-5-1703: Peter Ketelaer akkoord impost consumtie van bier en wijn. Cornelis Morren uts.
26-6-1703: Frederick vanden Honert als rentmeester van Rochford contra Dirck Aertsz van Woudenberg. Zie 15-5-1703.
26-6-1703: A. Keppel, advocaat, contra Gerrit Soest. Hij eist betaling van landpacht over 1702 in t gadt vanden bergh. De schepenen Aert van Wulven en Wijer van Ginckel treden op als commissarissen
29-7-1703: Brief van Rochford over het weggooien van hete as en het gevaar van brand.
7-8-1703: Frederick vanden Honert contra Dirck Aertsz en Gerrit Soest. Hij eist boete wegens gepleegde geweld van 25 gl. Dirck is niet aanwezig maar zijn vrouw.
7-8-1703: Idem contra Gerrit Huijgen en Dirck Aertsz. Hij eist boete van 100 gl wegens geweld nae het gevecht. Gerrit zegt niet gevochten te hebben maar dat Dirck Aertsz hem met een bloot mes uijt sijn huijs is naergelopen tot aen het raathuijs en hem daer mede door de mouw vandenn rok gesneden sonder dat hij eenigsints defendeerde off dat oock een mes bij sigh hadde. Ieder moet 25 gl betalen.
7-8-1703: Frederick vanden Honert contra Aelbert vanden Klift nomine uxoris. Zijn vrouw heeft brand achter het huis veroorzaakt. Boete van 6 gl.
20-9-1703: Cornelis van Alewijk bakker tot Leersum akkoord wegens gemaal.
25-9-1703: Gerrit Gijsbertsz, won. aan de Amerongsen Dijck, Jan Jansz Lodder en zijn moeder, mitsgaders Jacob Lauwen alle woonachtig te Leersum transporteren aan Rochford seecker huijsie en boomgaertie daer annex staende aende bund jegenwoordigh in huijre gebruijckt en bewoont bij Jacob Lauwen nw en ow Peter Dircksz Brure en zw en ww Bunt.
30-9-1703: Elis Aelbertsz, won. tot Ginkel, wordt verleid met seeckere hoeckje heijveld groot ontrent 4 hond land omme het selve aen te maken en tot land te appropreren daer opte timmeren en te gebruijcken naer sijn wel gevallen in erfpacht.
9-10-1703: Declaratie van kosten overgegeven uijt den naem en van wegen Simon de Moij in qualiteijt als exploicteur vanden gemelden geregte en verdient in saecke vande executie en vercopinge van seeckere regt of actie van naestinge opde huijsinge boomgaerd (te samen met het bouland (groot ontrent twee mergen staende en gelegen bij en ontrent de kercke tot Leersum competernde Dirck Aertsz van Woudenbergh, getaxeerd op 34-6.
9-10-1703: Taxatie van kosten op en jegens Dirck Aertsz van Woudenbergh gecondemneerde en gevallen in saecke vanden gecondemneerde Gerrit Huijgen tot Coten en Gerrit Soest tot Leersum alle wegens seecker gevegt bij haer gepertetreert op 18-9-8
22-10-1703: ettelijcke weecken geleden heeft Aelbert vande Klift inwoonder alhier seecker libel of pasquil (soo hij verklaert geassigeert te sijn geweest aenden oost al vanden smit, en proprior authoutate daer afgehaelt behelsende voorsz libel eene seer schandaleuse Calumne en lastering jegens enige onser ingesetenen en oock daer buijten dat oock geseijden vanden klift t selve allomme gelust te divulgeren en uijttebreijden sonder dat hij sulx aenden officier alhier hadde ter hand gesteltalles contrarie de resp placcaten vanden hoogmo: hren staten generael van tijt tot tijt doen eemaneren. Aelbert moet dit paskwil inleveren en zweren dat hij de auteur niet kent en als hij daar toch achter komt dit bekend zal maken aan het gerecht
22-10-1703: geen partijen
12-1-1704: Frederick van den Honert contra Hendrick van Wijckersloot en Hermen Jansz Koster gearresteerdens gedetineerdens en gerequireerdens. Zij zijn op 11-3-1704 gevangen genomen door schepen Wijer van Ginckel en secretaris De Moij als deurwaarders. Die dag hebben zij ten huijse van Pieter Keveler hospes in de Koninck van Engeland binnen Leersum gevogten off sodanigh exces gepleegt waer in denselven Ketelaer is gesneden en gequetst geworden Rijndert Gerritsz stalknegt vanden hre grave van Rochford in een kamer overvallen en slagen als anders. Omdat nog niet alle informatie binnen is verzoekt Honert om hen langer vast te houden.
29-1-1704: geen partijen
29-1-1704: Pieter Ketelaar akkoord nopens de herbergiers logiesgelden. En Cornelis Morren te Ginkel.
14-3-1704: Idem contra Idem mitsgrs Reijnier Gerrits stalknegt van Rochford en Peter Ketelaer hospes inden koningh van Engeland alhier. Heel verhaal bladzijden lang met diverse stukken.
5-8-1704: F:V:Honert contra Hendrick van Wijckersloot. Veroordeling.
28-5-1704: Aert Huijgen en Peter Dircksz burgemeesters hebben ten huize van Peter Ketelaar voor een escorte soldaten die twee criminele gevangens van Utrecht hadden gehaelt om nae t leger gevoert te werden en bij Ketelaer moesten vernagten afgsproken de somme van 6 gl.
1-6-1704: Jacob Lauwen pacht de besemheijde en mosvelden. Deze huur wordt op 22-10-1709 nogmaals aangegaan.
31-10-1703: Simon de Moij heeft op last van Rochford ten laste van Dirck Aertsz van Woudenbergh verkocht seeckere actie of regt van naestinge opde huijsinge boomgaert en bouland staende en gelegen bij over en ontrnet de kercke tot Leersum neffens nog een kamp lants gelegen aenden bund alwaer nw Rochford ow Wouter Jansz ww Franck Rijxen zw de Bunt, groot ontrent 4 hond.
12-6-1704: Weijer Jansz van Ginckel x Cornelia van Dam transporteren aan Simon de Moij seeckere huijsinge en ontrent seven hond land etc vanouds genaamd de Schelborgh gelegen tot Leersum ow en nw Rochford ww en zw Wouter Jansz van Ginckel, strekkende nw van het voetpad aff tot aende sloot vande boomgaerd off in weijland leggende landt van gemelde Wouter Jansz, tiendvrij.
21-8-1704: Frederick vanden honert doet zijn rekening over 1698, 1699, 1700 en 1701.
6-9-1704: Cedulle vande personen onder Leersum wonende en aldaer vier mergen landts off meer gebruijckende die ten dijk komen. Eerste beurt: Huijbert Errissen, Haesien Errissen, Philips Rijxen, Aert Huijgen, Jacob Knoppert en Peter Woudenberg. Tweede beurt: Jan Woutersz, Gerrit Soest, wed Roeter Gerritsz, Peter Brure, wed. Aert Woutersz en Jan Jansz. Peter Dircksz Woudenberg gebruikt onder Overlangbroek 5 morgen. Wed Aert Woutersz 4 morgen, nu over 1707 negen mergen. Jan Hendriksen op Waijestein gebruikt hier 5 morgen. Jan Woutersz 10 morgen.
28-10-1704: Maria Verweij wed Wijkersloot wil 50 gl betalen aan boete op 26-6-1704 toegewezen aan haar zoon Hendrick van Wijkersloot.
28-10-1704: Frederick vanden Honert contra Tijmen Petersz en Jan Jansz. Hij eist boete van 25 gl. wegens vechten.
10-2-1705: Dirck van Orduijnen chirurgijn contra Pieter Ketelaer. Hij eist betaling van 24 gl wegens geleverde medicijnen en verdiend meesterloon. Dirck woont in Amerongen en moest 2-maal daags naar Pieter om hem te verbinden gedurende 14 dagen van zijn kwetsuren door Wijkersloot gepleegd. Pieter zegt dat Hendrik Wijkersloot moet betalen.
10-2-1705: Peter Ketelaer akkoord impost wijn en bier
10-2-1705: vergadering over Wijk bij Duurstede en de uitwatering naast de Wijckerweg genaamt de snel.
12-5-1705: geen partijen
12-5-1705: Gerrit Ambergh als hospes inde herberg bij voorsz Ketelaer bewoont maakt akkoord over impost
29-6-1705: koster Benhamin Geelkoot vergadering over zijn tractement.
29-6-1705: Frederick vanden Honert contra Aelbert vanden Klift, won Leersum en Steven de Leeuw, won. Amerongen. Hij zegt dat zij op dinsdag van pinksteren 2-6-1705 ten huijse van Gerrit Ambergen na enige twistwoorden sijn hand gemeen geworden en den anderen met vuijsten hebben geslagen en gebloetreijst. Dus boete 25 gl.
29-6-1705: Idem contra Jan Hendricksen knecht van Gerrit Soest. Hij heeft op 21-6-1705 met Rijck Jansz, won. Doorn, hand gemeen geweest aenden Capel tot Darthuijsen en den anderen met messen bevogten waer door den gedaegde selfs (die aggresseur is geweest) merckelijck is gequetst geworden ende dewijle t selve is geprepetreert langh naer sonnen ondergangh soo was een boete van 300 gl.
27-7-1705: Idem contra Thijmen Petersz Brure. Omdat Tijmen geen goederen of effecten heeft waaraan Honert sijne executie kan dirigeren tot voldoeninge van seeckere condemnatie tot 12-10 dd 28-10-1704 heeft hij hem laten gijzelen.
27-10-1705: geen partijen gecompareerd.
4-2-1706: Geen partijen gecompareerd.
7-2-1706: Gerrit Ambergh akkoord met sijn tappers logijsgelt. Hendrick van Barnevelt gepagt de logijsgelden tot Ginckel.
1-5-1706: Jan Crijnen, won. Maarsbergen, akkoord over sijne schapsweije in de heijde.
21-5-1706: Pieter Ketelaer x Aeltjen Hemingh contra Aelbert vander Klift x Cornelia. Op 10-5-1706 is Aelbert in toornigen moede gelopen ontrent de woninge van Pieter binnen Leersum en hem uitgescholden voor schelm en dief van Amsterdam was gelopen ende in specie dat hij de posterije (aldaer bedienende) meer dan eenmael hadde bestolen. Heel verhaal.
14-6-1706: Sr Libos van Lewenbergh, won. Zeist, x Johanna Wingelaer, neemt hypotheek van Willem van Weeren, koopman te Utrecht van 200 gl op seeckere huijsinge en hofstede met ontrent sestien mergen landt te Ginkel., jegenwoordig bij Jan Tromp in hure gebruijckt.
29-6-1706: rekening
29-6-1706: Rechtszaak Frederick van den Honert contra Gerrit Otten en Tijmen Petersz Bruren. Hij eist boete van 25 gl wegens vechten op 10 mei. Zie ook 29-6-1706, 13-7-1706 en 14-10-1706. Ook genoemd Cornelia Joosten.
14-10-1706: Frederick vanden Honert contra Gerrit Ambergh. Gerrit moet zijn pacht van 147-3 betalen.
14-10-1706: Frederick vanden Honert contra Aelbert van der Klift en Gerrit Ambergh. Hij eist boete van 100 gl wegens vechten.
14-10-1706: Idem contra Jan Jordensz en Jan Hendricksz. Hij eist boete van 150 gl wegens mestrekken en vechten in de nacht van 3 en 4-10-1706.
25-1-1707: Dirck van Orduijnen chirurgijn contra Pieter Ketelaer. Hij eist betaling van 96-2 onder afslagh van 20 gl daer op betaalt ter saecke van verdient mr loon en geleverde medicamneten.
8-2-1707: Idem contra Idem.
14-2-1707: Libos van Liewenbergh x Justina van Wingelaer nemen hypotheek bij Warnard Jacob van Lennip van 600 gl op 14 morgen land ow dhr Bergeijck nw de Grift zw dhr Obdam ww erfgenamen van dhr Oukoop. Tegenwoordig gebruikt door Jan Rutgersz Tromp te Ginkel.
24-2-1707: Jan Jacobsz Toll, Jan de Bisschop en Cornelis Aelbertsz als administrerende de goederen van Wouter Jansz x Aeltje Evertsz, gewoond hebbende te Leersum, mitsgaders Jan Woutersz van Ginkel meerderjarige zoon van Wouter Jansz x Annitje Vos voorgaende huijsvrouw van gemelde Wouter Jansz, en zich sterkmakende voor de onmondige kinderen van Wouter Jansz x Aeltje Everts, transporteren aan Philips Rijxen, won. Leersum, seeckere ontrent drie mergen gelegen inde soo genoemde weijen tot Leersum ow wed Knoppert ww wed Jacob Jordensz.
5-4-1707: Aelbert moet voor het gerecht verschijnen om opentlijck te bekennen dat de uijtgesproken injurien bij hem sijn verdigt en gelogen en diensaengaende vanden eijser nogh sijne huijsvrouw niet te weten. Verder moet hij de kosten van het proces betalen.
5-4-1707: Frederick vanden Honert contra Dirck van Orduijnen en Pieter Ketelaer. Op 8-2-1707 gedane transgressie en vegten. Dus boete van 25 gl.
5-4-1707: idem contra Dirck Aerts van Orduijnen. Hij eist boete van 100 gl ter oorsaecke van t gevegt den 24 feb 1707 voorgevallen
11-4-1707: Jan Aris Schipper tot Zeist heeft zijn slag in de Zomerweg opgezegd. Het gerecht wil hem tot zijn plicht constringeren.
12-5-1707: Frederick van den Honert contra Jan Tijmensz won ontrent Nieuwkerck en Jan Jansz dienstknecht van Hendrick Aertsz won Maarsbergen.Hij zegt dat zij op paasmaandagh seer laat ten huijs van Cornelis Jacobsz tot Ginckel inde nagt gelust hebben den anderen met messen te bevegten. Jan Jans is door Jan Tijmensz seer merckelijck in sijn arm gesneden dat seer bloeijde. Dus boete van 300 gl.
12-5-1707: Idem contra Jan Roelofsz van Cothen. Hij eist betaling van 4 jaren huijs en lanthuijr jaarlijks 42 gl onder afslag van 49-16 betaald. Komt niet opdagen, dus uitstel.
12-5-1707: Pieter Ketelaer contra Aelbert vander Klift. Hij eist papieren.
23-5-1707: over slag in de Bilt.
5-7-1707: Frederick vanden Honert contra Jan Tijmensz. Gerecht verleent 2e default.
5-7-1707: Pieter Ketelaar contra Aelbert vander Klift. Hij eist betaling van kosten.
26-8-1707: over kosten van Pieter Ketelaar.
18-10-1707: Frederick vanden Honert contra Willem Petersz Brure en Evert Woutersz. Hij eist boete van 100 gl wegens vechten.
18-10-1707: Idem contra Franck Wildeman timmerman tot Amerongen en Aelbert vander Klift metselaar alhier. Hij eist boete van 200 gl
18-10-1707: Idem contra Gerrit Wildeman, won. Amerongen op sijne effecten en Aelbert vander Klift. Hij eist boete van 200 gl.
18-10-1707: Aelbert vander Klift contra Jan Hendrick jager op Zuilenstein. Hij zegt dat hij op 18-7-1707 is gecomen vanden Zuijlensteijn van meijninge om naer sijn huijs te gaen dat Jan hem is ontmoet aen gene sijde vande woning van Philips Rijxen en geseijt wie daer waer op het selve antwoort vanden eijser is gevolgt dat den ged. gewapent sijnde met een roer off snaphaen den eijser itterative heeft geforceert van met hem te slaen het welck bij den eijser in beleefde termen is gedeclineert. Jan slaat hem toch met zijn snaphaan in het gezicht. Aelbert valt op de grond en ligt 8 dagen op bed. Daardoor kon hij niet werken en moest Dirck Orduijnen weer komen.
12-11-1707: Simon de Moij x Stijntje Tretouwer testeren op elkaar. Hij heeft een huijs bewoond door Huijbert Evertsz aan de Bunt en 2 percelen van ieder 4 hond gelegen boven de Utrechtse weg. Verder oudste zoon Gerrit de Moij en jongste zoon Nicolaas de Moij.
14-12-1707: Frederick vanden Honert contra Willem Peters Brure en Evert Wouters. Op 18-10-1707 heeft hij boete geëist.
14-12-1707: Idem contra Franck Wildeman en Aelbert van der Klift. En Honert contra Gerrit Wildeman en Aelbert vande Klift. Idem als bij Willem Peters Brure en Evert Wouters.
1-2-1708: Frederick vanden Honert contra Franck Wildeman en Aelbert vander Klift. En Gerrit Wildeman. Bladzijden lang.
7-2-1708: Idem contra Willem Peters Brure en Gerrit Otten. Op 6-11-1707 hebben zij 's avonds op de hofstede van Jan Willemsz met stokken en messen gevochten.
7-2-1708: Uitspraken over Willem, Franck, Aelbert, Evert en Gerrit.
16-3-1708: Op 2 maart heeft Willem Bruren het gerecht seer gescholden en geinjurieert in off over t waernemen van derselvert functie en bediening.
14-5-1708: Frederick vanden Honert contra Willem Petersz Bruere. Hij eist verbanning uit het gerecht voor het leven. Willem komt niet opdagen.
14-5-1708: Jan Jacobsz Toll, Jan den Bisschop, Cornelis Aelberts, Jan Woutersz van Ginckel en zich sterkmakende voor Gijsbert Bastiaensz x Marritje Wouters van Ginckel als voogden vande minderjarige kinderen van Wouter Jansz van Ginkel x Aeltjen Everts en de meerderjarige kinderen van Wouter Jansz x Annitje Vos, transporteren aan Philips Rijcks seeckere huijsinge met ontrent derdehalve mergen bouwland te Leersum ww en nw Rochford en ow secreris de Moij en zw Philips Rijcksz met een stuck land gent de hofstede gelegen sijn. Tiendplichtig aan Zuilenstein.
25-6-1708: geen partijen
19-8-1708: Cornelis Aelewijck bakker te Leersum akkoord wegen gemaal en zegel.
10-10-1699: Te Utrecht. Rochford revoceert alle voorgaende dispositie makingen en codicillen. Testeren op elkaar.
18-10-1708: Frederick vanden Honert contra Aelbert vander Klift en Dirck Aertsz. Op 7-10-1708 hebben zij naer eenige twistwoorden met een stock en mes gevochten en seer geweldigh geslagen. Dus boete van 150 gl.
18-10-1708: Frederick van den Honert contra Jan Gijsbertsz won Darthuizen en Jan Hendricksz, Hendrick Hendricksz, Tonis Hendricksz en Jan Hendricksz, de laatste vier zonen van Hendrick Jansz won Leersum. Op 1-10-1708 hebben zij ten huize van Cornelis Westbroek hospes alhier met messen gevochten. Dus boete van 150 gl.
18-10-1708: Idem contra Gerrit Soest en Roelof Willemsz. Hij eist boete van 25 gl omdat zij op 17-7-1708 elkaar hebben geslagen en met vuijsten hand gemeen sijn geweest.
26-11-1708: Frederik van den Honert contra Willem Brure. Uitstel omdat Willem niet komt opdagen.
17-12-1708: Idem contra Willem Petersz Brure. Idem.
9-1-1709: Idem contra Idem. Idem.
30-1-1709: Idem contra idem. Gerecht zal uitspraak doen. Deze volgt 4-3-1709. Willem wordt voor 2 jaar verbannen uit Leersum. Op 24-6-1709 komt de rekening van 246-2-4.
30-1-1709: Aris Jansz, won. Zeist, neemt slag in de Somerweg aan.
30-1-1709: akkoorden over logiesgelden.
29-4-1709: Frederik van den Honert contra Bernard van der Weijden Geertruij en Henrica de Waal won Wijck en Jan Nieuwkerk mitsgaders Arien Bastiaensz en Cornelis van Alewijck won Leersum. Hij eist boete van 1000 gl boven verbeurte van de gecoghte en verkogte boeckweijt. Jan is knecht bij Bernard en Geertruijda en Henrica. Arien en Cornelis hebben de boekweit verkocht. Zij zeggen niet te hebben geweten dat deze was gepermuteerd.
14-5-1709: Frederik van den Honert contra Bernard van der Weijden. Zaak loopt nog vele blz door.
27-7-1709: Te Utrecht. Cornelis Cornelisz Floor, won. Ginkel, ratificeert zijn testament van 21-12-1705 te Leersum gepasseerd omdat zijn zoon is overleden. Hij testeert opnieuw.
2-10-1709: Willem Petersz Bruren komt dagelijks nog in Leersum. Hij woont gewoon thuis. Scheldend loopt hij door het dorp. Hij moet opgepakt worden.
3-2-1710: Is bij Drost en geregte geresolveert dat den mr rademaker van af nu jegenwoordigh tot leersum wonende sal geeximeert sijn vanden ongelden bij t geregt om de slag off uijtesetten en dat voor den tijt van twee jaren te expireren 1712
13-5-1710: enige disputen onstaan over het repareren vande pomp of put t Dorp van Leersum soo bij den huijsinge van Gerrit Soest als Aelbert vande Klift resp mitsgrs dat verscheijene der inwoonders diensaengaende onwilligh waren haer contingent daer toe te contribueren. Tot put- en pompmeester wordt aangesteld Gerrit Soest en Gerrit Otten omme het nodige daer toe te besorgen.
13-5-1710: geen partijen. 27-6-1710 en 30-10-1710 idem.
27-6-1711: Frederick vanden Honert contra Aelbert Dircksz dienstknecht van Haasien Errissen en Dirck van Orduijnen knegt van Jacob van Gerderen. Op 26-10-1710 hebben zij ten huize van Cornelis Westbroek na sonnen ondergang met messen gevochten. Dus boete van 200 gl.
4-5-1711: Idem contra Hendrick van Wijckersloot, Peter Vise en Jelis de Vrind. Op 22-3-1711 hebben zij gevochten. Dus boete van 300 gl. Bladzijden lang.
30-6-1711: geen partijen
27-7-1711: Cornelis Westbroek akkoord over logiesgelden. Dirck Petersz Woudenberg idem.
27-7-1711: is de drost voorgestelt de onmagt vande wed Wouter Jacobsz en voor haer onmogelijck het schoorsteengelt op haer arm hutje staende te betalen, dat Philips Rijxen in een nieuw huijs is wonende t welck hem in eijgendom competeert. Het gerecht wil die wed ontlasten.
8-8-1711: Cornelis van Alewijck akkoord over gemaal
29-9-1711: Frederick vanden Honert contra Huijbert Errissen en Claes Fuijck. Hij eist boete van 50 gl wegens vechten.
29-9-1711: kinderen van Jan Toll aenden Amerongense dijck contra Gijsbert Lodder. Zij eisen betaling van 44 gl wegens een jaar huijs en lantpaght vanden huijsinge tot amerongen bij den gedaagde bewoont en t lant daer annex gebruijkt
1-1-1712: Aert van Wulven heeft als buurmeester de heijschapsweijde aen Aelbert Willemsz op Altena onder Maarsbergen verhuurd voor 6 jaren.
1-2-1712: Frederick vanden Honert contra Willem van Dijck, Jan Jansz hovenier op Zuilenstein, Huijbert Gijsbertsz, Cornelis Erris, en Peter Versteegh, Reijnier Gerritsz en Gerrit Cornelisz. Op 24-1-1712 hebben zij gevochten.
15-2-1712: Willem van Dijck contra Jan Jansz Volckrijck hovenier op Zuijlesteijn. Over het gevecht ten huize van Cornelis Westbroek.
12-5-1712: Jan den Haer voor zijn vrouw contra Aelbert van der Klift voor zijn vrouw. Jan zegt dat de vrouw van Aelbert gezegd heeft dat de vrouw van Jan wist dat het meijsie van Aelbert, genaamd Neeltje, het goed van haar ouders gestolen heeft toen zij 14 neusdoeken, 8 tekmutsen, 4 borsthemden, 2 paar voor mouwen, 4 knoplassen en nog een doekje aan haar verkocht. Jan eist bewijs. Er is ook nog hout gestolen. Heel verhaal.
30-6-1712: Frederick vanden Honert contra Aelbert Dircksz. Uitstel.
4-7-1712: eenige vanden geregte op occasie tot Ginckel sijnde, hebben verhuert aen Antonis Himbertsz? de heijschaapsweijde
1714: Cornelis Westbroek akkoord logiesgeld.
13-10-1712: Idem contra Johannes Thomasz speckoper, won. Amersfoort, en Aelbert vander Klift. Hij eist boete van 25 en 100 gl wegens vechten.
13-10-1712: Idem contra idem. Uitstel. Voortgezet 27-10-1712 en 24-1-1713
22-10-1712: Gerrit Rochussen contra Jan Evertsz. Hij wil betaling van 41 gl wegens huur van schaapsweijde.
2-5-1713: geen partijen. 27-6-1713 idem.
25-7-1713: Frederick vanden Honert contra Neeltje van der Klift. Zij heeft transgressie en geweldenarije gepleegd aenden huijsinge van Jacob van Gerderen. Hij eist boete van 100 gl.
11-10-1713: idem contra idem.
22-1-1714: geen partijen
26-1-1714: Frederick vanden Honert contra Willem Petersz Brure. Willem woont in Barneveld. Hij heeft 50 gl bij Cornelis Westbroek in bewaring gegeven. Cornelis moet dit aan Honert geven.
4-4-1714: Grietje Everts van Davelaar wed Elbert Jansz Ekdom, won. Leusderbroek, geassisteerd met Hendrick Evertsz haar broer en Gerrit Jansz als voogd van de nagelaten onmondige kinderen vande voorn Elbert Jansz, transporteren aan Aelbert Jansz seeckere huijsinge hofstede en annexe landerijen groot (behalven de hofste) ontrent dartigh mergen landt gelegen te Ginkel. Het goed is op 29-11-1698 verkocht en 16-5-1699 getransporteerd, waar ow Cornelisz Tijssen zw de Grift ww en nw Frans Floor.
8-5-1714: Cornelis Floor c.s. contra Aelbert Jansz. Hij eist betaling van 380 gl wegens huijs en landpacht van de hofstede in de Ginkel enige jaren bewoond. Aelbert is getrouwd met Geertje Cornelis gewesene huijsvrouw van Tonis Floor, broer van Cornelis en Frans. Zij hadden twee kinderen Cornelis en Willempje Tonis die nog onmondig zijn.
8-5-1714: Hendrik Hendriksen contra Jan Woutersz van Ginkel. Hendrick heeft zich tot victoris 1714 verhuurd als dienstknecht. Jan heeft hem om gewigtige redenen de huere opgezegd.
28-5-1714: geen partijen. Evenals 16-10-1714.
14-1-1715: Jacob van Garderen burgemeester. Gerecht estimeert seeckere landerijen groot 45 morgen competerende Brand en Hendrick Aalten in leven gebroeders waer vanden helft bij donatie causie mortis is aengekomen Hendrick Aalten conform acte 8-12-1714 gepasseerd. Huis en landerijen geëstimeerd op 2600 gl.
4-2-1715: geen partijen
4-2-1715: restanten van de erfgenamen van de overleden drost Frederick vanden Honert.
1715: akkoord over de Zomerweg
18-5-1715: akkoord over de Zomerweg
20-6-1715: request van Aert Huijgen van Wulven als kerkmeester. Het gerecht kan hier niets over zeggen voordat zij de kerckenstaet heeft gezien.
20-6-1715: Frederick vanden Honert contra Dirck Aertsz Woudenberg. Dirck was verbannen maar is toch terug gekomen.
11-8-1715: Cornelis van Alewijck akkoord gemaal
10-5-1715: Jacob Lauwen huurt de besemheijde
21-6-1715: Dirkje Bruure transporteert aan Hendrik Jansz van Haage seckere ontrent 8 hondt te Leersum sijnde een akker inden heetcamp
22-10-1715: geen partijen.
1-1-1716: de ongelden van Jan Tijsen en Antonij Lambertsen sedert 1711
4-2-1716: geen partijen
28-4-1716: Frederick vanden Honert contra Johannes Tijssen. Op zondag 5-4-1716 heeft Johannes in de herberg van Cornelis Westbroek onder de voor en nademiddagen predicatie sitten drincken contrarij de ordinantie opt vieren van den sondagh geemaneert. Dus boete van 3 gl. Dit geldt ook voor Hendrick Aalten en Jan Vos.
12-5-1716: Frederick vanden Honert contra Cornelis Flooren. Hij eist boete van 50 gl en verbeurd verklaren van zijn 28 schapen.
8-6-1716: Voorwaarden voor de uitwatering.
23-6-1716: Request aan de gedeputeerde Staten van Utrecht van het gerecht Leersum over de uitwatering. Verschillende mensen blijven in gebreke om die te maken.
7-7-1716: Jacob van Gerderen meestertimmerman alhier contra Aart van Wulven als cameraar kerkmeester te Leersum. Hij eist 45-2 ter sake van arbeijtsloon en geleverde materialen aen het schoolhuijs sedert 12-1-1713. Aart zegt dat hij voor verschillende posten geen opdracht heeft gegeven.
21-7-1716: Frederick vanden Honert contra Huijbert Errissen. Hij eist boete van 50 gl en dat de schapen van Huijbert zullen worden verbeurd verklaard.
11-8-1716: klachten over het wegnemen van plaggen in de Leersumse venen en velden.
1716: Cornelis Westbroek akkoord logiesgelden. Dirck Petersz tot Ginckel gadergeld.
1717: Cornelis Alewijck akkoord
2-2-1717: Cornelis Westbroek hospis te Leersum akkoord voor den tap van bieren en wijnen
8-3-1717: Gerecht estimeert ten verzoeke van Gerrit Otten Hoefelaak seeker stuk landt ontrent groot een mergen alwaer een huijsje opstaet en een schuurtje te Leersum op 25 gl voor het huis en 300 gl voor het land.
26-4-1717: Stijntje Treeton? Wed Sijmon de Moij transporteert aan Hendrik Hendriksen van Ederveen seekere huijsinge en erve met een stukje lant daer rontom leggende te Leersum zw en ww Philips Rijksen ow de gemene stegen en nw Rochford.
26-4-1717: Hendrik Hendriksen van Ederveen neemt hypotheek op bij Stijntje Treetouwer wed Sijmon de Mooij van 500 gl.
26-4-1717: Stijntje Treetouwen wed Simon de Mooij transporteert aan Jacob Knoppert seekere ontrent 5 hond land te Leersum ow en ww Rochford.
18-5-1717: schouw van exter en kraaijenesten gehouden.
12-7-1717: Cornelis Jordense van Steenbeek, won. Leersum, verklaart dat hij aan dhr Rochford ten achteren was verscheidene jaren pacht van de hofsteden en landerijen die hij huurt. Hij kan niet betalen en geeft al het koorngewas.
24-6-1717: Voorwaarden voor aanbesteding van de schijtsteeg beginnende van Jan Joosten tot aan de Heul.
24-6-1717: Voorwaarden voor aanbesteding voor het maken van een nieuwe heul aan Jacob van Wageninge en Aelbert van der Clift.
1717: Evert Woutersz, won. Leersum, heeft aangenomen het maken van de drift van het water in de biesersloot en de gooijerwetering.
6-8-1717: Geen partijen
23-8-1717: Francois van Velthuijsen, ontfanger vande bisdoms thiende slands van utreght, transporteert aan George Roeters, heer van drakenborg, de bisdoms thient te Leersum gaende uijt 59 morgen 693 roeden
9-7-1717: Extract uijt de resoluties van de gedeputeerden van Utrecht over goedkeuring aan Francois van Velthuijsen.
25-8-1717: Willem Braemhorst, exploiteur van de staten van Utrecht, transporteert aan Hendrik Aelten een huijsinge en hofsteden etc gecompeteerdt hebbende Jan Janse met het erf en grond en het spatium van dien behoord hebbende aen den Convente van St Servaes staende ende gelegen in het gat van den bergh
10-9-1717: Cornelis van Alewijk als backer maakt akkoord voor het gemaal en klein zegel.
30-8-1717: Harmen van Dijck, won. Leersum, vermits den selven op sijn vertrek staat en vernomen hebbende aen sijn Lanker? dat het aldaar met sijn betaling meede heel slegt was om die redenen als meer anderen bij den drossaart aen den geregten mondeling gededuceert. Hij moet voor vrijdag zijn ongelden betalen.
20-10-1717: F vanden Honert contra Geurt Cobussen, won. Doorn en Aert Dirksz, won. Leersum. Hij eist boete van 300 gl wegens vechten.
4-11-1717: Idem contra Geurt Cobussen, won. Doorn. Uitstel omdat hij weer niet komt opdagen.
11-11-1717: Het gerecht estimeert ten verzoeke van Arien Bastiaense ter eener en Gijsbert Tonisse ter andere seijde de hofsteede en erve van Arien en Gijsbert leggende alhier tot Leersum tonende dat eenen Aert Janse die de huijsinge en erve van gemelde Gijsbert Tonisse gebruijkt tegen sijn wil en dank den damsteegh of anders wel t padt dat van oudts den gemeene weg is geweest hadde op gegrave propriantritato waar door belet wort dat Arien aen de eene sijde van sijn huijsinge niet en konde gaen en dat den selve Aert Janse sulx deden uijt een vindicte sonder de minste regt af reeden daar toe te hebbe. Gijsbert zegt dat het pad hem toekomt. Gijsbert of Aert moeten het pad binnen tweemaal 24 uren weer terugbrengen in originele staat.
2-12-1717: Idem contra Jorden Vos, won Darthuizen en Geurt Cobussen, won. Doorn. Geurt komt weer niet opdagen.
2-12-1717: Cornelis Hendricksz contra Jan Woutersz. Cornelis zegt van Jan Gijsbertsz van Meerwijk het recht bekomen te hebben om van Jan Woutersz een som van 31-10 wegens koop van boonen bij Jan gekocht te innen.
30-12-1717: Frederick van den Honert contra Willem Tonisse van Rijswijk, won. Doorn en Gerrit Wildeman, won. Elst, gearresteerden en gedetineerden. Hij zegt dat zij op zondag 19-12-1717 o.a. zijn gewesst ten huijse en herberg van Cornelis van Westbroek, herbergier alhier. Daar zijn zij een weddenschap aangegaan om hun paarden tegen den ander te doen hunne wie van bijde het herste konde loope dat daer over tusschen de gedagdens en gedetineerdens qustie is onstaen welke questie soo verre is uijt geborsten dat zij savonts tusschen vijf en ses uren na sonnen ondergang den anderen in euvel moeden hebbe geattaqquert eerst buijten de deur en nader handt inde huijsinge van voorgemeld Westbroek den eersten gedaegden met een bloot mes inden handt dewelke den tweede gedaagde en gedetineerden daer mede verschijden sneeden soo in sijn Hooft als aengesigt heeft gegeven sulx dat merkelijk is gebloetwondt dat de gedaagden en gedetineerdens Eijndelijk door verschijden menschen van den andere sijn afgetroken en geschijden. Hij eist boete van 300 gl.
20-1-1718: Frederick vanden Honert contra Jorden Vos, won. Darthuizen en Geurt Cobussen won Doorn. Komen niet opdagen.
20-1-1718: Jan Woutersz orgeniel gedaegden en neffens den Heer Adriaen Hardenberg drossaart der Hoge en vrije Heerlijkhijdt Amerongen sig voor sijn intresten met den selven voegende alhier en reqnten contra Cornelis Hendrikse orgineel eijser gerequreerde versoek doen.
3-3-1718: de gewichten van de gemeente worden geijkt.
1718: de weg in het gat van den berg ende agter de schuur van de Herberg is seer slegt omdat hij al enige tijd niet meer is gemaakt. Er zijn veel klachten gekomen. Het gerecht zal de weg laten maken.
5-4-1718: Jan Vranken won aan de Groep onder Amerongen verklaart dat hij ofte geene van sijn kinderen ooijt hebben gesegt ofte gedagt ten aensien van sijn kinderen soo verre hem bekent is dat Jacob blootenburg ofte eenige van sijn familie iets souden hebben ontfreemt van de goederen van sijn soon Cornelis brantse geweesene knegt van Jacob blootenburg naagelaten maar dat hij ter contrarie den selven Jacob blootenburg ende sijne familie aen sag en erkende voor eerlijke lieden die hem ofte de sijne nooijt een duijt hadde te kort gedaen maer sijn voorsz soon soo ini leven en in sterven deugdelijk hadden gehandelt. Hij doet hierop de eed.
11-4-1718: Gerrit Jacobs blotenburg x Jacobje Jans te kennen gevende dat zij op 23-4-1695 met de zoon van Gerrit, Jacob Gerritsz Blotenburg x Maria Peters, geassisteerd met Peter Dirksz Woudenberg haar vader, een maakgescheid hadden geformeerd waarbij o.a. was gestipuleert dat Jacob in aensien van sijn moederlijk versterf in eijgendom souden hebben de landerijen genaemt het schot met het lant gelegen inde ginkel en den hoogenhoek mitsgaders Jan Elissen Hofsteden ook den acker gelijk tselve bij Gerrit was gebruijkt en door overlijden van zijn grootvader Rutger Aelberts aenbestorven. Gerrit zou daarbij genieten jaarlijks de pachtpenningen van de hofstede die toen gebruikt werd door Cors Jansen. Zij maken nu nieuwe afspraken over het moederlijk versterf van Jacob.
11-4-1718: Gerrit Jacobsz Blotenburg x Jacobje Jans vermits hun hoge ouderdom willen niet langer zichzelf verzorgen maar willen verzorgd worden door Jacob Gerritsz Blotenburg x Maria Peters Woudenberg. Daartoe transporteren zij aan hen al hun goederen, dus specialijk mede de jarelijxen pagtpennige of inkomste van sekre huijsing hofsteede aende Haar met het aenhorig landt jegenwoordig gebruijckt wordende bij Hendrik Janse
11-4-1718: Gerrit Jacobsz Blotenburg x Jacobje Jans verkopen aan Jacob Gerrits Blotenburg x Maria Peters Woudenberg twee stukjes weijlandt waervan t eene groot is omtrent drie dammiten gelegen onder den geregten vande Haar of de polder van die naem en t ander in selder onder den geregten van Hoogelandt sulx den eersten compt voor desen van seijn broeder Teunis Jacobsz Blotenburg is aengekomen.
27-4-1718: Condities voor het aken van de weg en het graven van de slooten van het gat van de berg. Het eerste perceel is ingezet bij Gijsbert Reijerse. Hij stelt als borgen Pieter en Cornelis Woudenberg. Het tweede perceel is ingezet bij Claas Evertse met dezelfde borgen. Het derde perceel is ingezet bij Cornelis Woudenberg. De weg is aanbesteed aan Jan Vos. Hij stelt als borg Pieter van Woudenberg.
12-5-1718: Frederick vanden Honert contra Jorden Vos onder Darthuizen en Geurt Cobussen won Doorn. Uitstel omdat ze niet komen opdagen.
12-5-1718: Idem contra Gijsbert Peterse Woudenberg en Jan Hendrikse van Ginkel voor hun vrouwen. Hij eist boete van 35 gl wegens vechten op 13-4-1718.
12-5-1718: Cornelis inden Engh nomine uxoris contra Gerrit Otten Hueselaer als executeur vanden boedel van Wijntje Gijsberts. Cornelis concludeert dat den ged in kraghten van een obligatie van dato den 30e decemb 1712 tbv Gijsbert Franken des eijsers vrouwen eerste man ende ten lasten van den boedel van Frank Rijxen en Wijntje Gijsberts zaliger gepasseert ter sommen van 100 gl sal worden gecondemneert deze som te voldoen met de intressen a tempore more.
16-5-1718: bij Dirk Peterse Woudenberg op de schouwe verteert 8-11-11
20-6-1718: Tonis Lambertse en Hendrik Willemse de heij schaeps weijde van Leersum verpacht
3-7-1718: Cornelis van Westbroek burgemeester van Leersum stelt zich borg voor Aelbert van Doorn, won. Leersum, voor de penningen die de drossaard van hem pretendeert van huijshuur en ongelden.
14-7-1718: besloten de weg door het gat van de berg aan te besteden
14-7-1718: Frederick vanden Honert contra Jorden Vos en Geurt Cobussen. Komen niet opdagen.
29-8-1718: Cornelis van Alewijk akkoord voor gemaal en zegel.
1-10-1718: Cornelis Westbroek wed ter eener en Jan van Versevelt als voogd over Neeltje van Westbroek, 9 jaar, nagelaten kind in echt geprocureert bij Christina van Verseveldt maken boedelscheiding.
6-10-1718: geen partijen
19-10-1718: Frederick vanden Honert contra Aert Dircksz, Tonis Hendriksz, Jan Hendricksz, Aelt Hendricksz drie gebroeders, Willem van Dam, Christiaen Carpesteijn, Harmen Kar, Paulus Budding, Wouter Meertens. Hij eist boete van 300 gl wegens vechten.
23-11-1718: Idem contra Tonis Hendriks en Jan Hendriksz van Leer won Overlangbroek en Aert Dirks. Over zaak van 19-10-1718. Nog idem contra Christiaen Carpestijn, Hermen Kas en Wouter Meertens.
23-11-1718: Idem contra Jan van Ommeren mitsgaders Maria Jacobs. Hij eist boete van 50 gl ter oorsake van t gevegt.
1718: Enige van den geregten bij occasie hebben het logijsgelt aen Dirk Peterse Woudenberg verpagt ende dat over den Jare 1718 voor de somme van tien gulden
8-2-1719: Westbroek akkordeert voor sijn logiesgeld van de tappert
8-2-1719: aanbesteding Somerweg
9-3-1719: gewicht van Alewijk is niet goed bevonden. Hij moet dat herstellen.
9-3-1719: Arnold Hendrik Speking verzocht te mogen lichten de papieren die hij de drossaard had laten volgen op 2-7-1718 om te worden nagezien
23-3-1719: Condities voor aanbesteden van de Somerweg.
1-5-1719: schouw van ekster- en craijnesten tot Ginkel
8-7-1719: Gisteren is ten huize en herberge van sijn swager Cornelis Westbroek Willem Peterse Bruren gearresteerd. Willem woont momenteel in Barneveld. Hij moet nog 246-2-4 betalen.
20-7-1719: Cornelis van Westbroek stelt zich borg voor zijn zwager Willem Bruren voor 130 gl die hij aan Frederick van den Honert schuldig is
7-1719: Willem Bruren is nog geld schuldig aan gerecht.
6-8-1719: Cornelis van Alewijk akkoord voor gemaal en zegel van backers en winkelliers
20-8-1719: Memorie over de Leersumse venen.
11-10-1719: Request van Gerrit vander Klift
8-11-1719: Dirk Petersz van Woudenberg, Gijsbert Petersz van Woudenberg, Cornelis Petersz van Woudenberg en Jacob Gerritsz Blotenburg x Maria van Woudenberg, kinderen en erfgenamen ab intestato van Pieter Dircksz Woudenberg maken maakgescheid. Dirk krijgt ¼ portie van een huijsinge hofstede berg en schuur duijfhuijs met 40 morgen land met de schaapsdrift. En nog ¼ part in een stuk land genaamd den Aalsberg groot 4 morgen item nog ¼ part in een stuk land gekomen van Jan Robben alwaar een schot op staat sijnde de voorsz hofstede te Leersum gelegen soo als t selve gesamentlijk bij Cornelis Peterse Woudenberg in huure wort gebruijkt met de schaapsdrift aen den Aalsberg behoorend item nog aenden selven een stuk lant gelegen onder Woudenberg genaamt de Kwel groot 1 morgen in huur gebruikt bij Dirk Tonissen Brouwer, item nog een obligatie van 1200 gl tot laste van Jan Jacobse vande haar molenaar te Woudenberg. Item is Cornelis Petersz Woudenberg te deel gevallen ¼ portie in die hofstede en een obligatie van 500 gl tot laste van Antonij Lamberts. Nog een obligatie van 500 gl tot laste van de wed Dirk Hendriksz. Nog een obligatie van 100 gl tot laste van Dirk Brouwer. Wijders is aan Gijsbert Peterse te lote gevallen een obligatie van 600 gl tot laste van Cornelis Verweij wijnkoper te Wijk bij Duurstede. En een obligatie tot laste van Gerrit Otten Huselaar van 300 gl. Nog een obligatie van 200 gl tot laste van Elis Jansen, timmerman te Doorn. En aan Jacob Gerritsz Blotenburg is te lote gevallen de helft of het resterende vierde part van de hofstede en nog een obligatie van 1000 gl tot laste van Rochford en een obligatie van 100 gl tot laste van de wed van Jan van Ommeren te Darthuizen. Dirk zal aan Cornelis 105 gl moeten betalen en aan Gijsbert en Jacob ook 105 gl. Jacob zal aan Gijsbert betalen 1000 gl.
5-12-1719: Jan Hendrikse is op 22-11-1719 geweest ten huize en herberge van Cornelis Westbroek. Daar heeft hij verschillende malen gescholden op het gerecht.
5-12-1719: over het turven van de Leersumse venen.
12-12-1719: Request ten van Jan Hendrikse van Ginkel. Op 22-11-1719 was hij 's avonds laat beschonken. Hij heeft na enige twist ofte woorden gehadt hebbende met Gijsbert Rijerse een mede lidt van desen Edele geregten hem uitgescholden. Hij weet niet meer wat hij heeft gezegd. Het spijt hem. Het gerecht is tevreden als hij de kosten van het proces betaalt.
26-12-1719: Gijsbert Woudenberg transporteert aan Jacob Knoppert een obligatie van 300 gl ten laste van Gerrit Otten Huselaar dd 19-3-1717.
29-12-1719: Pieter Dirksz Bruren wed Deliaantje Willems, Huijbert Wolfswinkel x Neeltje Brure, Nulligje Bruren voor haarzelf en voor Willem Bruren en Dirk van Arkum x Elisabet Bruren, alle kinderen van gemelde Pieter Bruren x Dilliaentje Willems, nemen hypotheek op bij Johan Fredrik Mamuchet van 1000 gl op sekre hofstede berge schuur en gront met 50 morgen land te Leersum nw wed Aart Wouterse zw de bunt, genaamd Klein Broekhuizen.
2-7-1719: Pieter Gerritse, won. Leersum, siek te bedde leggende, testeert op Philips Gerritsz zoon van Gerrit Tonisz. Hij krijgt al zijn goederen. Behalve een koe die Cornelis Steenbeek krijgt. Na zijn overlijden moet dit gegeven worden aan Philips Rijxen maar als Philips overlijdt komt het weer aan Philips Gerritsz zijn broer. Het 1/5 part in een huijs of hofstede staande aan de groep onder Amerongen jegenwoordig bewoond door Rijk Tonisz van Ginkel den selven zal behouden en besitten in volkomen eijgendom.
6-1-1720: Willem Bruren heeft op 29-12-1719 voor het gerecht van Leersum bij Peter Dirksz Bruren zijn vader met zijn kinderen ten behoren van Johan Fredrik Mamuchet zekere plechtbrief van 1000 gl. Hij approbeert deze plechtbrief.
15-2-1720: Lijsbet Bruren wed Dirk van Arkum, won. Doorn, approbeert bovenstaande plechtbrief.
25-2-1720: Aart Huijgen van Wulven neemt hypotheek bij de diaconie van Leersum van 500 gl op seker huijsing hofstede berg schuur en schaapschot met 17 morgen land te Leersum ow Maurits van Nassau, ww Hendrik de Nassau, nw gemene utregtse weg.
21-4-1720: Frans Hermense gewezen schaapherder van Huijbert Arrisz en tegenwoordig dienstknecht van Cornelis Woudenberg contra Huijbert Arrisz. Hij eist betaling van 12-7 per rest van een jaar huur als schaapherder.
2-5-1720: schouw op exter en kraijenesten tot Ginkel
18-6-1720: Fr. Van den Honert heeft als rentmeester van Maurits van Nassau overgenomen van Jacob Knoppert, burgemeester en schepen van Leersum en de mede erfgenamen van Maagje Jans laast wed van Jan Willemsz Knoppert seker opstal en getimmerd van huijsing met bergen schuur en schaapschot met het backhuijs bepootting en beplanting staande op de hofsteede en gront van den welgemelde heer de Nassau voor 568 gl.
2-7-1720: geen partijen
7-8-1720: Cornelis van Alewijk akkoord door sijn huijsvrouw vermidts de man niet gaan en konde voor het gemaal en zegel
9-10-1720: geen partijen
21-11-1720: Jacob Knoppert bekend 568 gl te hebben ontvangen van Fr van den Honert voor zichzelf en de mede-erfgenamen van zijn moeder Maagje Jans met name Gijsbert Reijers, Jan Wouterse en Geertruij Jacobs.
12-2-1721: Cornelis Westbroek akkoord voor sijn tapen
12-2-1721: geen partijen. Idem 15-5-1721 en 23-7-1721.
30-7-1721: Gerrit Tonisse van Ginkel wed Aeltjen Tijse Bouman, won. Leersum, ter eenre, en Johannes Tijsen bouman, Jelis de Vrindt en Tijs Jansen als oomen en legitime voogden over de onmundige kinderen en erfgenamen van Aeltje Tijsen bouman ter andere zijde. De kinderen heten Maria, Jannigje, Johanna, Philips en Gerrigje Tonisse van Ginckel. Gerrit wil hertrouwen en maakt nu boedelinventaris. Hij koopt zijn kinderen uit. Hij moet zijn kinderen 1195 gl uitkeren bij meerderjarigheid of huwelijk. Behalve hetgeen hij van zijn zoon Philips Gerritsz onder zich heeft van het legaat ofte erffenisse van Peter Gerritsz.
21-8-1721: Copia. Te Utrecht. Antonij Keppel transporteert aan Fredrick van den Honert sekere oblibatie van 133 gl tot laste van gerecht Leersum vande Leegerwaagen waar mede eenen Jan Jansz Meijnsz den voorsz dorpe en quartieren inden francen oorlogh vanden jaare 1672, 1673 en 1674 heeft gedient en op 16-8-1686 aan het gerecht overgegeven.
9-9-1721: Te Utrecht. Gerard Morraij, oud-burgemeester van Amersfoort, als executeur van den testamente wijlen Jacob Morraij, raad en burgemeester van Amersfoort, transporteert aan Fredrick vanden Honert sekere obligatie van 133 gl tot laste van het gerecht Leersum van de legerwagen die in de fransen oorlog van 1672-1674 heeft gediend.
17-9-1721: Maria Morre wed Cornelis Petersz Woudenberg, Dirk en Gijsbert Petersz Woudenberg als omen en voogden over de onmondige kinderen van Cornelis en Maria nemen hypotheek bij Tom Pebiu x Sofija van Wulven van 550 gl op ¼ portie van een hofstede met 44-45 morgen te Leersum die door Cornelis woudenberg gebruikt wordt en de hofstede met 17-18 morgen te Leersum die Cornelis Petersz Woudenberg heeft gekocht van de erfgenamen van Aert van Wulven
1-1-1722: Gerrit Otten Huselaar aangesteld tot schepen legt de eed af.
11-2-1722: Frederick vanden Honert contra Jan Lodder en Huijbert Errissen. Hij eist boete van 50 gl wegens vechten.
11-2-1722: Gerrit Wildeman timmerman te Amerongen contra Jacob van Gerderen. Hij eist betaling van 11 gl ter oorsaeke van een doodskist voor tlijck vande wed van Dirck van Orduijnen opden 1-12-1721 geleverd door Jacob besteedt belooft te voldoen.
15-2-1722: gerecht committeert de drossaard om naar utrecht te gaan om te praten over de belastingen.
6-5-1722: geen partijen. Evenals 15-10-1722.
12-8-1722: Antonij van Alewijk akkoord over gemaal en zegel over zijn bakken
21-8-1722: Maria Brinkhuijsen wed Fredrick van den Honert stelt zich borg voor haar zoon Fredrick van den Honert tbv Fredrick Verwout ambachtsheer van Darthuizen over de ongelden die haar zoon als schout en gadermeester van Darthuizen zal hebben.
12-9-1722: brief over vestenis van van den Honert
15-10-1722: in de nacht van 4 op 5-10-1722 ten huijse van Geurt Danielsen van t stigt alhier tot Leersum is overleden Elisabeth Wilkins bejaerde dogter. Voor zover bekend heeft zij geen erfgenamen. De drossaard en Jacob Knoppert hebben inventaris opgemaakt en meede verseegeldt een kast waer van de huijsvrouw van Cornelis Westbroek de sleutel hadde, mitsgaders een coffer, sonder de goederen daer in sijnde te inventariseeren. Elisabeth was in dienst van de graaf van Rochford. Er moeten meer goederen zijn geweest want Geurt heeft na de inventarisatie nog een silvere beugeltas met een kettingje en een swart stippeldt pack twelk in sijn kast leijde en naa doode vande overleedene uijt derselver kast gehaald was, op voorgeeven dat t selve door de overleedene aen sijn dogter gemaekt was. De drossaard wordt aangesteld als commissaris om alles op een rijtje te zetten en de goederen te verkopen.
22-10-1722: Jacob Lauwen renversaal huuracte.
16-11-1722: Maria Brinkhuijsen wed Fredrick van den Honert en Johannis Brinkhuijsen als procuratie hebbende van zijn meerderjarige broer Paulus Brinkhuijsen volgens acte te Veenendaal gepasseerd op 23-7-1722 constitueren Pieter Palm won Angeren en Dirk van Ommeren procureur te Rhenen tegen Lydia Neeloo wed Johannes Brinkhuizen, in leven ds. te Veenendaal.
14-12-1722: Jacob Blotenburg en Dirk Petersen Woudenberg ter eenre en Maria Morren wed Cornelis Petersen Woudenberg geassisteerd met voorn Dirk Petersen Woudenberg en Gijsbert Petersen Woudenberg als ooms en voogden over de onmundige kinderen van Cornelis en Maria ter andere zijde houden boedelscheiding van seekre huijsinge hofstede berge en schuur duijfhuijs met 40 morgen land met den schaapsdrift als mede een stuk landt genaamd den Aalsbergh groot 4 morgen en nog een stuk land gekomende van Jan Robben waar een schoth op staet, zoals het tegenwoordig door wed Cornelis Peterse Woudenberg wordt gebruijkt. Jacob heeft hiervan de helft, Dirk en Cornelis ieder ¼ portie. Maria Morren krijgt voor haar ¼ portie een stuk land gelegen inde soogenaamde broek sijnder de agterste camp naest de weetering groot 4,5 morgen ow erfgenamen van Nassau, ww de wed zelf. En twee akkers gelegen in de soogenaemde weijen groot samen 3,5 morgen ow erfgenamen Nassau en ww Jacob Gerritse en Dirk Peterse. Verder een elsakker van 0,5 morgen ow en ww erfgenamen van Nassau. Nog een akker genaamd de Pluijsakker gelegen in de engh groot ongeveer 2 hond. En nog een stuk land mede in den eng gelegen groot omtrent 1 morgen ow Gijsbert Antonissen ww erfgenamen van Nassau. En een dwarsakkertje daar alwaar een akkertje toebehoorende de voorsz erfgenamen tussen beijde leijt. Verder een stuk land daer boven gelegen genaamd de Geerhoek groot 1 morgen. En nog seven hoekjens off perceeltjens in de eng aan de oostzijde van de uitweg van de hofstede waar Gerrit Tonissen tegenwoordig woont.
1722: Boetseel over Leersum.
1-1-1723: Maagje Jans, laatst weduwe Jan Willemsen Knoppert, is overleden achterlatende tot haar erfgenamen ab intestato haar kinderen Jacob Knoppert haar verwekt door Jan Willemsen Knoppert, mitsgaders Geertruij, Kuijntje en Gerritje Jacobs, haar verwekt door Jacob Gerrits, haar eerste man. Geertruij is weduwe Dirk Aertsen van Nieuwkerk, Jan Woutersen x Kuijntje Jacob en Gijsbert Reijertsen x Gerritje Jacobs. Zij maken boedelscheiding. Jacob Knoppert krijgt voor zijn vaders versterf 5 hond 84 roeden gelegen in de weijen te Leersum en 1 morgen 3 hond 3,5 roede ook te Leersum, genaamd de Pluijsakker groot 2 hond 58,5 roeden. En een akker ook genaamd de Pluijsakker groot 1 hond 81 roeden. En een akker in de zogenaamde Hulackkers, ook in de eng te Leersum groot 163 roeden. En een akker daar gelegen groot 1 hond 85 roeden. En een stuk land in de Leersumse eng. En een stuk land in de Leersumse eng genaamd de Putakker. En een stukje land genaamd de Del groot 4 hond 35 roeden. En een kamp land van de Bunt af te rekenen groot 3 morgen. En 5/8 portie van 1/3 portie in een huis en hofstede met berg en schuur gelegen te Doorn genaamdt de Peertskeutel, groot ongeveer 32 mergen. Aan Geertruij Jacobs, wed. Dirk Aertsen van Nieuwkerk, is te dele gevallen voor haar moeders versterf de helft van een akker in de zogenaamde Weijen te Leersum 1 morgen 5 hond 90 1/8 roede. En de helft van een stuk bouwland in de Steenderakker in de Leersumse eng in het geheel groot 2 hond 54 roeden. En de helft van een stuk bouwland ook daar gelegen 1 hond 54 roeden. En de helft van een stuk bouwland ook daar gelegen. En de helft van een stuk land in het zogenaamde Dwarsland te Leersum 1 hond 17,5 roeden. En de helft van een kamp in de Broek te Leersum zijnde de kamp naast de wetering groot omtrent 2,5 morgen, en van alle deze percelen land haar voor de helft toebedeeld, waarvan haar de wederhelft toebehoort voor haar vaders versterf, volgens maakgescheid daarvan zijnde. En dan nog 1/8 portie in 1/3 portie van dehofstede de Peertskeutel te Doorn. Jan Woutersen x Kuijntje Jacobs krijgt voor zijn moeders versterf de helft van een kamp in het Broek te Leersum zijnde de 1e kamp van de Bunt af, anders genaemd het Hoefslag groot 3 morgen. En de helft in een stuk bouwland in de Eng in de zogenaamde Hulakkers groot 1 hond 34 roeden. En de helft van een stuk land in de Eng, genaamd de Crommenakker groot 1 hond 47,5 roeden. En de helft van een stuk land in de Eng, genaamd Diependal, groot 2 morgen 1 hond 38 roeden. En de helft van een akker groot in het geheel 4 hond. En de helft van 80 roeden land te Leersum. En de helft van een akkertje land in de Heetcamp te Leersum groot 2 hond 87,2 roeden. De andere helft had zij al van haar vaders versterf gekregen. En 1/8 portie in 1/3 portie in de Peertskeutel. Aan Gijsbert Reijersz x Gerrigje Jacobs de helft van de 3e en 4e kamp land in het Broek van de Bunt af gerekend groot 5 morgen. De helft van een delakkertje te Leersum groot in het geheel 1 hond 72 roeden. De helft van een stuk land genaamd het Meulenstuk in de zogenaamde Heetcamp groot 1 morgen 2 hond 25,75 roeden. De andere helft had hij al van vaders versterf. En 1/8 in 1/3 van de Paartskeutel.
1-1-1723: Pieter Versteeg en Gijsbert Woudenberg leggen eed als schepen af en Cornelis van Steenbeek als ijkmeester.
3-2-1723: geen partijen
19-5-1723: geen partijen
19-5-1723: Dirk Peterse Woudenberg transporteert aan Jacob Blotenburg ¼ portie in een huisinge en hofstede berg en schuur duijfhuijs met 40 morgen land met de schaapsdrift en een stuk land genaamd de Aelsberg groot 4 morgen en nog een stuk land komende van Jan Robben waar een schot op staat.
6-6-1723: missive van Wijk bij Duurstede over de slag op de Lekkendijk.
29-6-1723: Jan Wouterse van Ginkel neemt hypotheek op bij Poulus Budding van 600 gl op alle soodanige perceelen van landt als hem bij maaggescheijt van 1-1-1723 tussen hem Jacob Knoppert en verdere erfgenamen van Maagje Jans ten dele zijn gevallen.
4-9-1723: Anthonij van Aalwijck bakker en winkelier te Leersum accordeert over gemaal en zegel.
2-10-1723: Annetje Dirks accordeert voor zegel van haar coopmanschap
8-10-1723: Gerrit Petersz Zeeman constitueert Jacob van den Doorslag.
8-10-1723: Frederick vanden Honert contra Tonis Dirksz zoon van Dirk Petersz Woudenberg en Tijmen Jansen boer int gadt vanden berg. Hij eist boete van 200 gl wegens mestrekken op 11-10-1722 meer dan een uur na sonnen ondergank tot Darthuijsen ten huijsen en herberge van Tonis Jacobse van Hamersvelt hospes aende kapel onder darthuijsen.
13-10-1723: Erris Jansen Versteeg, won. Groningen, en Neeltje Jans Versteeg meerderjarig dogter won Utrecht en Erris ook voor zijn broer Johannis Jansen Versteeg, won. Groningen, constitueren Cornelis Versteeg en Pieter Versteeg hun broers en Gerrit Wildeman hun zwager, om boedelscheiding te maken van wijlen hun zuster Hendrikje Jans Versteeg in leven huisvrouw van Willem Sterk.
25-10-1723: Gerecht estimeert ten verzoeke van Francois van Arkel, heer van Broekhuizen, een akker land in de zogenaamde broeken onder Leersum 3,5 morgen groot tiendvrij op 810 gl. Zie ook 25-10-1723.
29-10-1723: Laat Tonis Dirksz van Woudenberg appel aantekenen omtrent de proceduren en condemnatie tussen hem en de drost gedaan bij het gerecht van Leersum.
18-9-1793: de eed van Pieter van Brummelen als bode van Leersum.
22-7-1704: Jacob Gerritsz Blotenburg bijstede op sijn akker inden engh int bosch te Ginkel.
1-6-1705: Aert van Wulven twee bijsteden
1-6-1705: wed. Roeter Gerritsz twee bijsteden.
14-7-1722: door Blotenburg aengebragt 4,5 bijsteden een bij Hendrik Janse een bij de hofstede en een bij het Ginkels campje een inde oude hofstede nog een half aen den beukenberg.
14-7-1722: door Jacob Ponsen aengegeven sijn bijstede sijnde bij sijn hofstede
14-7-1722: Tonis Dirks sijn bijstede bij sijn hofstede
738 1724-1804
739 Rol van lijfstraffelijke en boetstraffelijke zaken, 1725-1792
740-741 Stukken betreffende voor het gerecht gevoerde lijfstraffelijke en boetstraffelijke processen
742 Stukken betreffende voor het gerecht gevoerde civiele processen, 1675-1785, z.j
39.2. Vrijwillige rechtspraak
39.3. Bestuurlijke aangelegenheden
Concordans
Erfgoedstuk
laatste wijziging 17-04-2024
19.069 beschreven archiefstukken
57 gedigitaliseerd
totaal 1.322 bestanden

Kenmerken

Datering:
1505-1811 (1836)
Plaatsnaam:
Amelisweerd, Amerongen, Bolgerijen, Bunnik, Cothen, Darthuizen, Doorn, Driebergen, Dwarsdijk, Everdingen, Hagestein, Hardenbroek, Heemstede, Hei- en Boeicop, Honswijk, Houten, Kedichem, Grote en Kleine Koppel, Maarschalkerweerd, Lakerveld, Lexmond, Maarn, Maarsbergen, Meerkerk, Middelkoop, Nederlangbroek, Nieuwland, Odijk, Oosterwijk, Oudwulven, Overlangbroek, Schalkwijk, Schonauwen, Schoonrewoerd, Sterkenburg, Tienhoven, Tull en 't Waal, Werkhoven, Wulven, Leersum, Ginkel, Autena, Elst, 't Goy
Omvang:
37,25
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van rechterlijke organen
Herkomst:
Overheid_A
Auteur:
D.T. Koen, H.J. Postema
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 064 Dorpsgerechten 1505-1811 (1836)
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 064
Categorie:
laatste wijziging 17-04-2024
19.069 beschreven archiefstukken
57 gedigitaliseerd
totaal 1.322 bestanden