152 Stadsbestuur Rhenen
152
Stadsbestuur Rhenen
Inleiding
De inventaris van K. Heeringa uit 1927 is in 2022 door Herman Postema geheel herzien. Hierbij is de toegang hernummerd. Zie voor een vergelijking van de oude en de nieuwe nummers de bijgevoegde concordans.
laatste wijziging 18-07-2023
3.607 beschreven archiefstukken
327 gedigitaliseerd
totaal 9.998 bestanden
Inventaris
1. Archief van het stedelijk bestuur
1.2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
1.2.1. Inrichting van bestuur, privileges, personeel en archief
234 Ordonnanties voor de stad Rhenen; afschrift, 1403-1663
6-2-1663: VERVOLG.
VII.
Item sullen de dijckplichtige gehouden sijn den voorschreven dijck, voor soo veel haer respective vacken sijn streckende, te onderhouden in soodanige hooghte ende breette ende gloijiinge soo lande als te waterwaerts als het selve nu gemaeckt ende bij onse gecommitteerden opgenomen is, ende alle dellen ende kelderingen ende afslotingen met goede aerde ende soden daer ’t nodich is, wel aenvullen ende gelijck maecken.
VIII.
Op peene dat de geene die opde eerste schouw bevonden wort daer inne gebreckigh te sijn, verbeuren sal op ijeder roeden dijcks daerinne de faulten bevonden werden eene gulden, ende op de twede schouwe dubbelt boete, te appliceren een derdendeel ten proffijte vanden dijckgraeff, ende twee darde deelen ten proffijte vanden heemraden voornoemt.
IX.
Ende sal de hooghte vanden dijck doorgaens na ‘twater pas moeten comen, tot op anderhalff voet nae aen ’t bovenste slacht gebindt vanden sluijs, ende sal breedt sijn opde kruijn een en twintich voeten, ende aende waterkant afgloijende tot de breette van twee roeden.
X.
De dijckplichtige sullen gehouden wesen opde schouwdagen op hare respective vacken te schicken een bequaem persoon die aenwijsinge doen sal, waer haer werck aen ende afgaet, ende aenhooren de ordonnantie ende chiringe vanden heemraden op peene van te verbeuren eene gulden te appliceren als vooren.
VII.
Item sullen de dijckplichtige gehouden sijn den voorschreven dijck, voor soo veel haer respective vacken sijn streckende, te onderhouden in soodanige hooghte ende breette ende gloijiinge soo lande als te waterwaerts als het selve nu gemaeckt ende bij onse gecommitteerden opgenomen is, ende alle dellen ende kelderingen ende afslotingen met goede aerde ende soden daer ’t nodich is, wel aenvullen ende gelijck maecken.
VIII.
Op peene dat de geene die opde eerste schouw bevonden wort daer inne gebreckigh te sijn, verbeuren sal op ijeder roeden dijcks daerinne de faulten bevonden werden eene gulden, ende op de twede schouwe dubbelt boete, te appliceren een derdendeel ten proffijte vanden dijckgraeff, ende twee darde deelen ten proffijte vanden heemraden voornoemt.
IX.
Ende sal de hooghte vanden dijck doorgaens na ‘twater pas moeten comen, tot op anderhalff voet nae aen ’t bovenste slacht gebindt vanden sluijs, ende sal breedt sijn opde kruijn een en twintich voeten, ende aende waterkant afgloijende tot de breette van twee roeden.
X.
De dijckplichtige sullen gehouden wesen opde schouwdagen op hare respective vacken te schicken een bequaem persoon die aenwijsinge doen sal, waer haer werck aen ende afgaet, ende aenhooren de ordonnantie ende chiringe vanden heemraden op peene van te verbeuren eene gulden te appliceren als vooren.
152 Stadsbestuur Rhenen
Inventaris
1. Archief van het stedelijk bestuur
1.2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
1.2.1. Inrichting van bestuur, privileges, personeel en archief
234 Ordonnanties voor de stad Rhenen; afschrift, 1403-1663
6-2-1663: VERVOLG.
VII.
Item sullen de dijckplichtige gehouden sijn den voorschreven dijck, voor soo veel haer respective vacken sijn streckende, te onderhouden in soodanige hooghte ende breette ende gloijiinge soo lande als te waterwaerts als het selve nu gemaeckt ende bij onse gecommitteerden opgenomen is, ende alle dellen ende kelderingen ende afslotingen met goede aerde ende soden daer ’t nodich is, wel aenvullen ende gelijck maecken.
VIII.
Op peene dat de geene die opde eerste schouw bevonden wort daer inne gebreckigh te sijn, verbeuren sal op ijeder roeden dijcks daerinne de faulten bevonden werden eene gulden, ende op de twede schouwe dubbelt boete, te appliceren een derdendeel ten proffijte vanden dijckgraeff, ende twee darde deelen ten proffijte vanden heemraden voornoemt.
IX.
Ende sal de hooghte vanden dijck doorgaens na ‘twater pas moeten comen, tot op anderhalff voet nae aen ’t bovenste slacht gebindt vanden sluijs, ende sal breedt sijn opde kruijn een en twintich voeten, ende aende waterkant afgloijende tot de breette van twee roeden.
X.
De dijckplichtige sullen gehouden wesen opde schouwdagen op hare respective vacken te schicken een bequaem persoon die aenwijsinge doen sal, waer haer werck aen ende afgaet, ende aenhooren de ordonnantie ende chiringe vanden heemraden op peene van te verbeuren eene gulden te appliceren als vooren.
VII.
Item sullen de dijckplichtige gehouden sijn den voorschreven dijck, voor soo veel haer respective vacken sijn streckende, te onderhouden in soodanige hooghte ende breette ende gloijiinge soo lande als te waterwaerts als het selve nu gemaeckt ende bij onse gecommitteerden opgenomen is, ende alle dellen ende kelderingen ende afslotingen met goede aerde ende soden daer ’t nodich is, wel aenvullen ende gelijck maecken.
VIII.
Op peene dat de geene die opde eerste schouw bevonden wort daer inne gebreckigh te sijn, verbeuren sal op ijeder roeden dijcks daerinne de faulten bevonden werden eene gulden, ende op de twede schouwe dubbelt boete, te appliceren een derdendeel ten proffijte vanden dijckgraeff, ende twee darde deelen ten proffijte vanden heemraden voornoemt.
IX.
Ende sal de hooghte vanden dijck doorgaens na ‘twater pas moeten comen, tot op anderhalff voet nae aen ’t bovenste slacht gebindt vanden sluijs, ende sal breedt sijn opde kruijn een en twintich voeten, ende aende waterkant afgloijende tot de breette van twee roeden.
X.
De dijckplichtige sullen gehouden wesen opde schouwdagen op hare respective vacken te schicken een bequaem persoon die aenwijsinge doen sal, waer haer werck aen ende afgaet, ende aenhooren de ordonnantie ende chiringe vanden heemraden op peene van te verbeuren eene gulden te appliceren als vooren.
Datering:
6-2-1663
laatste wijziging 24-11-2020
laatste wijziging 18-07-2023
3.607 beschreven archiefstukken
327 gedigitaliseerd
totaal 9.998 bestanden
Kenmerken
Datering:
1337-1813 (1840)
Plaatsnaam:
Rhenen
Omvang:
67,50
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van gemeentelijke organen
Herkomst:
Overheid_R
Auteur:
K. Heeringa, H. van der Heiden en H.J. Postema
Rechtsvoorgangers:
Gemeentebestuur Rhenen
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 152 Stadsbestuur Rhenen 1337-1813 (1840)
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 152
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 152 Stadsbestuur Rhenen 1337-1813 (1840)
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 152
Categorie:
laatste wijziging 18-07-2023
3.607 beschreven archiefstukken
327 gedigitaliseerd
totaal 9.998 bestanden