152 Stadsbestuur Rhenen
152
Stadsbestuur Rhenen
Inleiding
De inventaris van K. Heeringa uit 1927 is in 2022 door Herman Postema geheel herzien. Hierbij is de toegang hernummerd. Zie voor een vergelijking van de oude en de nieuwe nummers de bijgevoegde concordans.
laatste wijziging 18-07-2023
3.607 beschreven archiefstukken
327 gedigitaliseerd
totaal 9.998 bestanden
Inventaris
1. Archief van het stedelijk bestuur
1.2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
1.2.1. Inrichting van bestuur, privileges, personeel en archief
229 Oorkonden van Frederik van Blankenheim, Sweder van Culemborg, Rudolph van Diepholt en David van Bourgondië, bisschoppen van Utrecht, waarbij zij aan de burgers van Rhenen voorrechten schenken, deze voorrechten bevestigen en een, tussen de bisschoppelijke stoel en de Staten van Utrecht ontstaan geschil regelen, 1403-1481; afschriften uit 1703
12-10-1403: VERVOLG.
sullen twee jaer inden schependom blijven, ende alle jaer op Sant Petere avont voorschreven sal men twe borgemeistere ende sesse schepene daer toe kiesen ende die borgemeisteren ende scepene sal men presenteeren onsen richter in der tijt tot Renen om die selve te eeden alse van auts gewoonlic is ende sij sullen daer voort recht doen nae hoeren ouder gewoonten ende heerkomen van onser wegen. Voort so sullen alle die borgere van Renen die wonaftigh sijn tusschen der Grebben ende der vorder aen beijden siden des berges quijt ende vry weesen van alle scattinge ende van onrechter gevijnge des gelts van kuermeden ende van dienst die behoren mach tot onser borch ter Horst behoudlic ons in allen dingen den genen die tot den dienst schuldich sijn mit reght. Voort soo sullen alle de borgers van Renen voorschreven alle onse gestichte door quijt en vry wesen van alle tollen mit horen lijve ende met hoeren guede, met weer dat eenich goet qwaeme te water off te lande dat neigende wer tot onsen tol tot Renen dat onse borgeren van Renen costen ende behielden en brukeden bijnnen onser stadt van Renen voorschreven, daer en sullen sij ghenen tolle afgeven, m[..] waert dat sij dat goet voortvuerde[n] so sulden sij dat vertollen gelijck die koepman gedaen soud hebben die dat goet aenbracht. Voort so en sal men ghenen borger onser stat van Renen voorschreven vanghen noghte onder borgen hauden also verre als die scepenen onser stat voorschreven kennen den ghenen also geguet te wesen, die bruecklick geworden is, dat genoich is tot rechter beteringe der bruecken wtgenomen doitslach en sulke misdaden daer die doet off die ewige kerker na sall volgen, off daer men hem aent lijff soude pijnen.
sullen twee jaer inden schependom blijven, ende alle jaer op Sant Petere avont voorschreven sal men twe borgemeistere ende sesse schepene daer toe kiesen ende die borgemeisteren ende scepene sal men presenteeren onsen richter in der tijt tot Renen om die selve te eeden alse van auts gewoonlic is ende sij sullen daer voort recht doen nae hoeren ouder gewoonten ende heerkomen van onser wegen. Voort so sullen alle die borgere van Renen die wonaftigh sijn tusschen der Grebben ende der vorder aen beijden siden des berges quijt ende vry weesen van alle scattinge ende van onrechter gevijnge des gelts van kuermeden ende van dienst die behoren mach tot onser borch ter Horst behoudlic ons in allen dingen den genen die tot den dienst schuldich sijn mit reght. Voort soo sullen alle de borgers van Renen voorschreven alle onse gestichte door quijt en vry wesen van alle tollen mit horen lijve ende met hoeren guede, met weer dat eenich goet qwaeme te water off te lande dat neigende wer tot onsen tol tot Renen dat onse borgeren van Renen costen ende behielden en brukeden bijnnen onser stadt van Renen voorschreven, daer en sullen sij ghenen tolle afgeven, m[..] waert dat sij dat goet voortvuerde[n] so sulden sij dat vertollen gelijck die koepman gedaen soud hebben die dat goet aenbracht. Voort so en sal men ghenen borger onser stat van Renen voorschreven vanghen noghte onder borgen hauden also verre als die scepenen onser stat voorschreven kennen den ghenen also geguet te wesen, die bruecklick geworden is, dat genoich is tot rechter beteringe der bruecken wtgenomen doitslach en sulke misdaden daer die doet off die ewige kerker na sall volgen, off daer men hem aent lijff soude pijnen.
152 Stadsbestuur Rhenen
Inventaris
1. Archief van het stedelijk bestuur
1.2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
1.2.1. Inrichting van bestuur, privileges, personeel en archief
229 Oorkonden van Frederik van Blankenheim, Sweder van Culemborg, Rudolph van Diepholt en David van Bourgondië, bisschoppen van Utrecht, waarbij zij aan de burgers van Rhenen voorrechten schenken, deze voorrechten bevestigen en een, tussen de bisschoppelijke stoel en de Staten van Utrecht ontstaan geschil regelen, 1403-1481; afschriften uit 1703
12-10-1403: VERVOLG.
sullen twee jaer inden schependom blijven, ende alle jaer op Sant Petere avont voorschreven sal men twe borgemeistere ende sesse schepene daer toe kiesen ende die borgemeisteren ende scepene sal men presenteeren onsen richter in der tijt tot Renen om die selve te eeden alse van auts gewoonlic is ende sij sullen daer voort recht doen nae hoeren ouder gewoonten ende heerkomen van onser wegen. Voort so sullen alle die borgere van Renen die wonaftigh sijn tusschen der Grebben ende der vorder aen beijden siden des berges quijt ende vry weesen van alle scattinge ende van onrechter gevijnge des gelts van kuermeden ende van dienst die behoren mach tot onser borch ter Horst behoudlic ons in allen dingen den genen die tot den dienst schuldich sijn mit reght. Voort soo sullen alle de borgers van Renen voorschreven alle onse gestichte door quijt en vry wesen van alle tollen mit horen lijve ende met hoeren guede, met weer dat eenich goet qwaeme te water off te lande dat neigende wer tot onsen tol tot Renen dat onse borgeren van Renen costen ende behielden en brukeden bijnnen onser stadt van Renen voorschreven, daer en sullen sij ghenen tolle afgeven, m[..] waert dat sij dat goet voortvuerde[n] so sulden sij dat vertollen gelijck die koepman gedaen soud hebben die dat goet aenbracht. Voort so en sal men ghenen borger onser stat van Renen voorschreven vanghen noghte onder borgen hauden also verre als die scepenen onser stat voorschreven kennen den ghenen also geguet te wesen, die bruecklick geworden is, dat genoich is tot rechter beteringe der bruecken wtgenomen doitslach en sulke misdaden daer die doet off die ewige kerker na sall volgen, off daer men hem aent lijff soude pijnen.
sullen twee jaer inden schependom blijven, ende alle jaer op Sant Petere avont voorschreven sal men twe borgemeistere ende sesse schepene daer toe kiesen ende die borgemeisteren ende scepene sal men presenteeren onsen richter in der tijt tot Renen om die selve te eeden alse van auts gewoonlic is ende sij sullen daer voort recht doen nae hoeren ouder gewoonten ende heerkomen van onser wegen. Voort so sullen alle die borgere van Renen die wonaftigh sijn tusschen der Grebben ende der vorder aen beijden siden des berges quijt ende vry weesen van alle scattinge ende van onrechter gevijnge des gelts van kuermeden ende van dienst die behoren mach tot onser borch ter Horst behoudlic ons in allen dingen den genen die tot den dienst schuldich sijn mit reght. Voort soo sullen alle de borgers van Renen voorschreven alle onse gestichte door quijt en vry wesen van alle tollen mit horen lijve ende met hoeren guede, met weer dat eenich goet qwaeme te water off te lande dat neigende wer tot onsen tol tot Renen dat onse borgeren van Renen costen ende behielden en brukeden bijnnen onser stadt van Renen voorschreven, daer en sullen sij ghenen tolle afgeven, m[..] waert dat sij dat goet voortvuerde[n] so sulden sij dat vertollen gelijck die koepman gedaen soud hebben die dat goet aenbracht. Voort so en sal men ghenen borger onser stat van Renen voorschreven vanghen noghte onder borgen hauden also verre als die scepenen onser stat voorschreven kennen den ghenen also geguet te wesen, die bruecklick geworden is, dat genoich is tot rechter beteringe der bruecken wtgenomen doitslach en sulke misdaden daer die doet off die ewige kerker na sall volgen, off daer men hem aent lijff soude pijnen.
Datering:
12-10-1403
laatste wijziging 24-11-2020
laatste wijziging 18-07-2023
3.607 beschreven archiefstukken
327 gedigitaliseerd
totaal 9.998 bestanden
Kenmerken
Datering:
1337-1813 (1840)
Plaatsnaam:
Rhenen
Omvang:
67,50
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van gemeentelijke organen
Herkomst:
Overheid_R
Auteur:
K. Heeringa, H. van der Heiden en H.J. Postema
Rechtsvoorgangers:
Gemeentebestuur Rhenen
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 152 Stadsbestuur Rhenen 1337-1813 (1840)
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 152
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 152 Stadsbestuur Rhenen 1337-1813 (1840)
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 152
Categorie:
laatste wijziging 18-07-2023
3.607 beschreven archiefstukken
327 gedigitaliseerd
totaal 9.998 bestanden