152 Stadsbestuur Rhenen
152
Stadsbestuur Rhenen
Inleiding
De inventaris van K. Heeringa uit 1927 is in 2022 door Herman Postema geheel herzien. Hierbij is de toegang hernummerd. Zie voor een vergelijking van de oude en de nieuwe nummers de bijgevoegde concordans.
laatste wijziging 18-07-2023
3.607 beschreven archiefstukken
327 gedigitaliseerd
totaal 9.998 bestanden
Inventaris
1. Archief van het stedelijk bestuur
1.2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
1.2.2. Grenzen van het stadsgebied. Bevolking
256 Aantekeningen van de personen die binnen Rhenen het burgerschap gekregen hebben, 1650-1660, 1650-1716
3-7-1650: VERVOLG.
Carel Roochusz is met de propositie tot de vercoping well te vreden. Hendrick Jansz Munnick consenteert inde vercopinge als voorens. Evenals Antonis Aellertsz, Jan Jacobsz van Varick, raidt, Peter Hendricksz, Hendrick Jansz ter Horst, Mattheus Lijster, slotemaker, Arien Reijersz, Frans Lentsz, Peter Caron, Jan Noest ende Steven Jansz ende Frans Thomasz, Beernt Wesselsz, raidt, Rutger Maesz, Willem Thonisz van Geijn, Geurt Lubberden, Tonis Taets, camelaer, Dirck van Hoeven, Oth Reijersz, Thonis van Ingen, Jan Hendricksz, Jan Ijmertsz, ende Hermen Jansz, Willem Cornelisz, molenaer, Peter Jansz, metselaer. Hendrick Petersz seijt dat de heeren daerin sullen doen dat haer belieft. Joost de bode relateert dat schepen Roest geseijt hadde dat hij daermede te vreden was, dat de heeren deden. Huijbert Hendricksz van Ysendoorn consenteert als boven inde vercopinge. Evenals Antonij van Altorp, Gijsbert Jansz, Cornelis van Schoonoven, Jan Papevelt, Dirck Robbertsz, Frans Jansz. Den borgemeester Verhuijdt verclaert het selve veen niet gegeven te hebben hij wilt de borgers niet nemen. Cornelis Willemz vande Perck raidt consenteert inde vercopinge. Jan Steck consenteert als voorens. Jacob Eersen antwoort soo de heeren het goetvynden soo vynt hyt oock goet. Gijsbert Hermensz van Beem consenteert als inde vercopinge. Arien Thonisz Verest antwoort dat het gegeven is voor hem ende zijn nacomelingen ende dat hij de borgers het selve niet benemen can. Evenals Jan Crol, Jasper Thijsz, Rijck Thonisz, Cornelis Papevelt, Peter Aertsz, Jan Strick, Jan Pauwelsz. Assuerus Antonissen Verest seijt als het de heeren verstaen is daermede te vreden. Jacob Cornelisz consenteert. Evenals Jan Quint rademaker, Michiel Tijnacker, Gerrit Arrisz. Daniel de hoevenier seijt geen borger te sijn. Huijbert van Wijck raidt consenteert. Willem Verweij seijt het selve niet geern toe te staen, dan dat de heeren cunnen doen dat sij goetvijnden.
Carel Roochusz is met de propositie tot de vercoping well te vreden. Hendrick Jansz Munnick consenteert inde vercopinge als voorens. Evenals Antonis Aellertsz, Jan Jacobsz van Varick, raidt, Peter Hendricksz, Hendrick Jansz ter Horst, Mattheus Lijster, slotemaker, Arien Reijersz, Frans Lentsz, Peter Caron, Jan Noest ende Steven Jansz ende Frans Thomasz, Beernt Wesselsz, raidt, Rutger Maesz, Willem Thonisz van Geijn, Geurt Lubberden, Tonis Taets, camelaer, Dirck van Hoeven, Oth Reijersz, Thonis van Ingen, Jan Hendricksz, Jan Ijmertsz, ende Hermen Jansz, Willem Cornelisz, molenaer, Peter Jansz, metselaer. Hendrick Petersz seijt dat de heeren daerin sullen doen dat haer belieft. Joost de bode relateert dat schepen Roest geseijt hadde dat hij daermede te vreden was, dat de heeren deden. Huijbert Hendricksz van Ysendoorn consenteert als boven inde vercopinge. Evenals Antonij van Altorp, Gijsbert Jansz, Cornelis van Schoonoven, Jan Papevelt, Dirck Robbertsz, Frans Jansz. Den borgemeester Verhuijdt verclaert het selve veen niet gegeven te hebben hij wilt de borgers niet nemen. Cornelis Willemz vande Perck raidt consenteert inde vercopinge. Jan Steck consenteert als voorens. Jacob Eersen antwoort soo de heeren het goetvynden soo vynt hyt oock goet. Gijsbert Hermensz van Beem consenteert als inde vercopinge. Arien Thonisz Verest antwoort dat het gegeven is voor hem ende zijn nacomelingen ende dat hij de borgers het selve niet benemen can. Evenals Jan Crol, Jasper Thijsz, Rijck Thonisz, Cornelis Papevelt, Peter Aertsz, Jan Strick, Jan Pauwelsz. Assuerus Antonissen Verest seijt als het de heeren verstaen is daermede te vreden. Jacob Cornelisz consenteert. Evenals Jan Quint rademaker, Michiel Tijnacker, Gerrit Arrisz. Daniel de hoevenier seijt geen borger te sijn. Huijbert van Wijck raidt consenteert. Willem Verweij seijt het selve niet geern toe te staen, dan dat de heeren cunnen doen dat sij goetvijnden.
152 Stadsbestuur Rhenen
Inventaris
1. Archief van het stedelijk bestuur
1.2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
1.2.2. Grenzen van het stadsgebied. Bevolking
256 Aantekeningen van de personen die binnen Rhenen het burgerschap gekregen hebben, 1650-1660, 1650-1716
3-7-1650: VERVOLG.
Carel Roochusz is met de propositie tot de vercoping well te vreden. Hendrick Jansz Munnick consenteert inde vercopinge als voorens. Evenals Antonis Aellertsz, Jan Jacobsz van Varick, raidt, Peter Hendricksz, Hendrick Jansz ter Horst, Mattheus Lijster, slotemaker, Arien Reijersz, Frans Lentsz, Peter Caron, Jan Noest ende Steven Jansz ende Frans Thomasz, Beernt Wesselsz, raidt, Rutger Maesz, Willem Thonisz van Geijn, Geurt Lubberden, Tonis Taets, camelaer, Dirck van Hoeven, Oth Reijersz, Thonis van Ingen, Jan Hendricksz, Jan Ijmertsz, ende Hermen Jansz, Willem Cornelisz, molenaer, Peter Jansz, metselaer. Hendrick Petersz seijt dat de heeren daerin sullen doen dat haer belieft. Joost de bode relateert dat schepen Roest geseijt hadde dat hij daermede te vreden was, dat de heeren deden. Huijbert Hendricksz van Ysendoorn consenteert als boven inde vercopinge. Evenals Antonij van Altorp, Gijsbert Jansz, Cornelis van Schoonoven, Jan Papevelt, Dirck Robbertsz, Frans Jansz. Den borgemeester Verhuijdt verclaert het selve veen niet gegeven te hebben hij wilt de borgers niet nemen. Cornelis Willemz vande Perck raidt consenteert inde vercopinge. Jan Steck consenteert als voorens. Jacob Eersen antwoort soo de heeren het goetvynden soo vynt hyt oock goet. Gijsbert Hermensz van Beem consenteert als inde vercopinge. Arien Thonisz Verest antwoort dat het gegeven is voor hem ende zijn nacomelingen ende dat hij de borgers het selve niet benemen can. Evenals Jan Crol, Jasper Thijsz, Rijck Thonisz, Cornelis Papevelt, Peter Aertsz, Jan Strick, Jan Pauwelsz. Assuerus Antonissen Verest seijt als het de heeren verstaen is daermede te vreden. Jacob Cornelisz consenteert. Evenals Jan Quint rademaker, Michiel Tijnacker, Gerrit Arrisz. Daniel de hoevenier seijt geen borger te sijn. Huijbert van Wijck raidt consenteert. Willem Verweij seijt het selve niet geern toe te staen, dan dat de heeren cunnen doen dat sij goetvijnden.
Carel Roochusz is met de propositie tot de vercoping well te vreden. Hendrick Jansz Munnick consenteert inde vercopinge als voorens. Evenals Antonis Aellertsz, Jan Jacobsz van Varick, raidt, Peter Hendricksz, Hendrick Jansz ter Horst, Mattheus Lijster, slotemaker, Arien Reijersz, Frans Lentsz, Peter Caron, Jan Noest ende Steven Jansz ende Frans Thomasz, Beernt Wesselsz, raidt, Rutger Maesz, Willem Thonisz van Geijn, Geurt Lubberden, Tonis Taets, camelaer, Dirck van Hoeven, Oth Reijersz, Thonis van Ingen, Jan Hendricksz, Jan Ijmertsz, ende Hermen Jansz, Willem Cornelisz, molenaer, Peter Jansz, metselaer. Hendrick Petersz seijt dat de heeren daerin sullen doen dat haer belieft. Joost de bode relateert dat schepen Roest geseijt hadde dat hij daermede te vreden was, dat de heeren deden. Huijbert Hendricksz van Ysendoorn consenteert als boven inde vercopinge. Evenals Antonij van Altorp, Gijsbert Jansz, Cornelis van Schoonoven, Jan Papevelt, Dirck Robbertsz, Frans Jansz. Den borgemeester Verhuijdt verclaert het selve veen niet gegeven te hebben hij wilt de borgers niet nemen. Cornelis Willemz vande Perck raidt consenteert inde vercopinge. Jan Steck consenteert als voorens. Jacob Eersen antwoort soo de heeren het goetvynden soo vynt hyt oock goet. Gijsbert Hermensz van Beem consenteert als inde vercopinge. Arien Thonisz Verest antwoort dat het gegeven is voor hem ende zijn nacomelingen ende dat hij de borgers het selve niet benemen can. Evenals Jan Crol, Jasper Thijsz, Rijck Thonisz, Cornelis Papevelt, Peter Aertsz, Jan Strick, Jan Pauwelsz. Assuerus Antonissen Verest seijt als het de heeren verstaen is daermede te vreden. Jacob Cornelisz consenteert. Evenals Jan Quint rademaker, Michiel Tijnacker, Gerrit Arrisz. Daniel de hoevenier seijt geen borger te sijn. Huijbert van Wijck raidt consenteert. Willem Verweij seijt het selve niet geern toe te staen, dan dat de heeren cunnen doen dat sij goetvijnden.
Datering:
3-7-1650
laatste wijziging 11-11-2021
laatste wijziging 18-07-2023
3.607 beschreven archiefstukken
327 gedigitaliseerd
totaal 9.998 bestanden
Kenmerken
Datering:
1337-1813 (1840)
Plaatsnaam:
Rhenen
Omvang:
67,50
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van gemeentelijke organen
Herkomst:
Overheid_R
Auteur:
K. Heeringa, H. van der Heiden en H.J. Postema
Rechtsvoorgangers:
Gemeentebestuur Rhenen
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 152 Stadsbestuur Rhenen 1337-1813 (1840)
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 152
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 152 Stadsbestuur Rhenen 1337-1813 (1840)
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 152
Categorie:
laatste wijziging 18-07-2023
3.607 beschreven archiefstukken
327 gedigitaliseerd
totaal 9.998 bestanden