Archieven

Uw zoekacties: Stadsgerecht Rhenen

066 Stadsgerecht Rhenen

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
066   Stadsgerecht Rhenen
Inleiding
1. Stadsgerecht
2. Archief en inventaris
3. Aanwijzingen voor de gebruiker
4. Literatuur en bronnen
laatste wijziging 09-01-2024
15.229 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 156 bestanden
Inventaris
1. Criminele rechtspraak
2. Civiele rechtspraak
3. Vrijwillige rechtspraak
282 Lijst van transporten, gepasseerd voor het stadsgerecht in de jaren 1640 en 1641
283-384 Minuten van transporten, plechten, testamenten en overige door de schepenen opgemaakte akten, en enkele interrogatoiren
385-440 Protocollen van transporten, plechten en overige door de schepenen opgemaakte akten
385 1549-1551 juli
17-7-1549: Jan vander Waije Hendricksz x Alijt Petersdr transporteren aan juffr. Mechtelt van Blanckesteijn, Peter van Boelersweduwe, de helft van de Harspe zoals Jan en Alijt die hebben opgedragen gehad van Gerberig Dirck Kentings onmondige dochter. En een stuk veen genaamd Sterkenborgsveen in het Sterkenborgse lot, 9 roeden breed min een kwartir, daar oostwaarts Thonis Brantsz, zuidwaarts de berg of Cuneraweg, westwaarts heer Frans van Nijenroede en Floris Floeijt en noordwaarts de Veluwe. En een stuk veen genaamd Hoefmeestersveen liggende in de Duitse herenlot, breed vijftalve roede, daar oostwaarts Willem Lijster Willemsz, zuidwaarts de berg, westwaarts de kinderen van Rienen en noordwaarts de Veluwe. En een stuk veen in het andere lot van Jan Hemertensveen. En een huis en hofstede met toebehoren, waar Jan Verwaij nu in woont, oostwaarts Joris Reijersz, zuidwaarts en westwaarts de gemene straten en noordwaarts Jan Mulersweduwe.
066 Stadsgerecht Rhenen
Inventaris
3. Vrijwillige rechtspraak

385-440 Protocollen van transporten, plechten en overige door de schepenen opgemaakte akten
385 1549-1551 juli
17-7-1549: Jan vander Waije Hendricksz x Alijt Petersdr transporteren aan juffr. Mechtelt van Blanckesteijn, Peter van Boelersweduwe, de helft van de Harspe zoals Jan en Alijt die hebben opgedragen gehad van Gerberig Dirck Kentings onmondige dochter. En een stuk veen genaamd Sterkenborgsveen in het Sterkenborgse lot, 9 roeden breed min een kwartir, daar oostwaarts Thonis Brantsz, zuidwaarts de berg of Cuneraweg, westwaarts heer Frans van Nijenroede en Floris Floeijt en noordwaarts de Veluwe. En een stuk veen genaamd Hoefmeestersveen liggende in de Duitse herenlot, breed vijftalve roede, daar oostwaarts Willem Lijster Willemsz, zuidwaarts de berg, westwaarts de kinderen van Rienen en noordwaarts de Veluwe. En een stuk veen in het andere lot van Jan Hemertensveen. En een huis en hofstede met toebehoren, waar Jan Verwaij nu in woont, oostwaarts Joris Reijersz, zuidwaarts en westwaarts de gemene straten en noordwaarts Jan Mulersweduwe.
Datering:
17-7-1549
laatste wijziging 30-06-2020
28-7-1549: Jan Brug bekent alzo Peter van Oemeren tegen Peter de Cruijff Hendricksz, zijn neef, afgekocht heeft met een paar kannen wijn dat jan Brug in een jaar lang niet varen zal op Peter de Cruijff Hendricksz weerd.
17-7-1549: Gerberig Dirck Kentings onmondige dochter met Quirijn WIllemsz en Jan Evertsz scheijmaker, burgers te Utrecht, als gestelde mombers door schout, burgemeesters en schepenen en raden van Utrecht, transporteert aan Jan van der Waije Hendricksz x Alijt Petersdr de helft van een stuk land genaamd De Harspe en nu gedeeld tegen juffr. Catharijn van Brakel.
25-7-1549: Janna Cornelis van Grootveldsweduwe met haar momber Jan Elisz en Jan Elisz voor zichzelf, gehuwd met Jan Cornelisdr en Adriaen Heij x Luijt Cornelisdr constitueren Dirck de Bruijn, Andries Knijf, Verdorp, Geerloff Aelbertsz en Jacob van Reenen om te ageren en defenderen van hun venen en de weg tegen die van Utrecht.
23-9-1549: Margriet Lodewijck van Leeffdaels natuurlijke dochter constitueert met haar momber Goesen van Lienden mr Jan Dorp en Roelof Amelsz om in al haar zaken te ageren.
15-9-1549: Roelof Amelsz x Elisabeth mitsgaders Evert Gerritsz, momber van de kinderen die Roelof verwekt heeft bij Hilligje Gerrit Wouterszdr, en Evert Gerrtsz als momber van de nagelaten kinderen van Hilligje, transporteren aan Dirck Melisz x Elisabeth een huis en hofstede. Hierbij worden vijf oude brieven overgegeven. Een van huis en hofstede van 1507, de andere van 1515, de derde van 1524, de vierde van 1525 en de vijfde van 1531. Dirck Melisz bekent schuldig te zijn aan Evert Gerritsz als momber 200 gulden.
1-10-1549: Dirck van Breeuvelt constitueert Geerlogg Aelbertsz en zijn zoon, Andries Knijf en Verdorp en Roelof Amelsz om in al zijn zaken te ageren.
14-10-1549: Willem de Bruijn constitueert Roelof Amelsz.
21-10-1549: Roelof Amelsz bekent schuldig te zijn aan Marten Jansz Tulman 12 gulden.
14-10-1549: Cornelis Thonisz prefereert te stellen drie borgen voor de 400 gulden namelijk Willem Aertsz, Jan Goeijersz en Jacob Jansz van Brevelt, voor Anthonis van de Voirt. Op 15-10-1549 heeft Anthonis van de Voirt, vervangende zijn broer Gijsbert van de Voirt, deze borgen geaccepteerd.
24-11-1549: Helmert Woutersz constitueert Lambert Lott in al zijn zaken.
3-12-1549: Goert Jansz x Anna Ponsdr transporteren aan Grietgen Roelofsdr een huis en hofstede binnen Rhenen daar oostwaarts Griet Roelofs, zuidwaarts Herman Vonck, westwaarts de Herenstraat, noordwaarts Jan van Harn Petersz.
3-12-1549: Beernt Kethel, schout, heeft voor Willem van Harn en Hendrick Vonck, schepenen, gemeld dat Peter Petersz de schout handtasting en cautie juratoir gedaan heeft dat hij de volgende rechtdag zal komen.
2-12-1549: Jan Adriaensz belooft te betalen aan Jan Melisz als gemachtigde van Jan van der Haer, cameraar, 6-10.
2-12-1549: Anthonis Cornelisz constitueert mr. Jan Dorp en mr. Lambert Loot.
4-12-1549: Jan Gijsbertsz x Hendricxken Jansdr van Oestrum transporteren aan Jan van der Waije Hendricksz x Alijt Petersdr 2/3 van de helft van vierdehalve roede veens genaamd Sulensveen gelegen in een lot genaamd Sterkenborgsche loot, daar oostwaarts Thonis Brantsz, zuidwaarts de berg, westwaarts Jan vander Haar en noordwaarts de Veluwe, hen aangekomen zijnde van Jan de Wit Stevensz, hun oo te Houten.
9-12-1549: Jacob van Renen c.s. als gildemeester van het Heilige Cruijsgilde constitueert Roelof Amelsz en mr. Lambert Loot voor het gerecht van Rhenen.
16-12-1549: Cunera Cornelisdr met Cornelis Petersz haar vader als voogd transporteert aan Aernt Thonisz x Cunera Gijsbertsdr de erfenis die Cunera Cornelisdr aangeërfd is van Hendrick van Soemeren, haar aldevader.
28-12-1549: Clara Henrick Hackendochter, met Herberen van Setten, haar momber, transporteert aan Hendrick Hack x Alijt Amellendr de erfenis haar aangekomen van Cornelia Willem Borrendr, haar moeder.
28-12-1549: Hendrick Hack x Alit bekennen schuldig te zijn aan Clara Hendrick Hackendr 3 Philipsguldens per jaar.
1-3-1550: Sijmon Voel x Janna van Voerselen bekennen schuldig te zijn aan Dirck Everwijnsz en Jan van Lokhorst als gildemeesters van Onze Lieve Vrouwengilde 1 gulden per jaar.
19-1-1550: Jan Jansz in de Greb bekent schuldig te zijn aan Vastrick Gerritsz 14 gulden.
19-1-1550: Tonis Aelbertsz constitueert Damiaen Vonck Hermansz.
25-2-1550: Hensken van Mechelen te Wijk bij Duurstede constitueert Roelof Amelsz en Geerloff Aelbertsz.
2-2-1550: Jacob van Reenen constitueert voor zichzelf en voor Jan van Reenen Drick de Bruijn, Knijf, Roelof Amelsz.
30-1-1550: Herbert Reijersz x Gauda Jansdr bekennen schuldig te zijn aan Goirt Jansz x Beertge Henricxdr 5 gulden per jaar. Zij stellen als onderpand een huis en hofstede waar Herbert Reijersz nu in woont, staande buiten de Westpoort en de molen daarbij staande en nog 2 morgen bergland daarbij liggende.
28-2-1550: Willem Beijer Hendricksz transporteert een tiendeel land dat hem van zijn vader is aanbestorven volgens maakgescheid, liggende in de Neder Nude, geheten Nonnenkamp, aan Jan van Harn Gerritsz. Jan van Harn Gerritsz x Janna bekennen schuldig te zijn aan Willem Beijer 100 gulden.
2-3-1550: Aelbert Woutersz heeft beslagen alzulke penningen als mr. Jacob barbier en Lijsbeth Mommen schuldig zijn aan Erst Claesz erfgenamen.
2-3-1550: Herbert van Setten heeft beslagen Marten Jansz, schout, in absentie van Beernt van Wijck en Herman Vonck, schepenen, alzulke rente met de hoofdsom als Mechtelt Lijsters Hendrick Block schuldig is.
28-2-1550: Dirck de Greef constitueert Jan Deijs, Goirt Jansz en Roelof Amelsz.
10-3-1550: Gijsbert Aelbertsz alias Duijns constitueert mr. Lambert, Knijff, Dorp, Vonck en Roelof Amelsz.
28-2-1550: Wijnault Jansz koopt zijn zoon Jan uit die hij verwekt heeft bij zaliger Elisabeth Jansdr van zijn moeders erfenis. Aelbert Woutersz en Hendrick Woutersz zijn vrienden en voogden van het onmondige kind. Aelbert Woutersz is gehuwd met Agniese. Zij zullen dit kind in huis nemen voor 10 jaren.
10-3-1550: Olifier van Weze voor zichzelf en als gemachtigde van Johan van der Cappelle x Elisabeth en juffr. Philippa van Weeze met Jan van der Cappelle haar gekoren voogd, substitueert mr. Jan Dorp.
16-3-1550: Hendrick Gijsbertsz bekent schuldig te zijn aan Rijck Herbertz 6 gulden min een oort.
11-3-1550: Jacob Jansz x Alijt transporteren aan Hendrick van Randewijck x Sophia de helft van twee huisjes staande boven de Visscherstraat daar Baet de smeerder de andere helft van toekomst, daar oostwaarts Bart, zuidwaarts Hendrick Daemsz, westwaarts de gemene straat en noordwaarts ook de gemene straat.
10-3-1550: Roelof Amelsz bekent schuldig te zijn aan Gerrit Vastrick 4 gulden.
17-3-1550: Hendrick Quint te Amerongen constitueert mr. Lambert, Dorp, Knijff.
10-3-1550: Andries Knijff, mr. Jan Dorp en mr. Lambert hebben juramente calumnie gedaan op de ordonnantie voor schout en schepenen van 10-3-1550.
10-2-1550: Aert schoenmaker stelt zich borg voor Cornelis Thonisz van Doorn om het gewijsde van schepenen te voldoen en Cornelis Thonisz en Herbert van Setten beloofden hem schadeloos te houden.
3-5-1550: Sijmon Voel constitueert Geerloff Aelbertsz, Knijff, Dorp en mr. Lambert, Roelof Amelsz.
22-4-1550: Mr. Jacob barbier te Amerongen constitueert Roelof Amelsz, Geerloff, Knijff, Dorp.
z.j.: Bart Quint heeft bekend mr. Jacob barbier te Rhenen te betalen.
15-4-1550: Jacob Sijmonsz van Haerlem x Geertruijdt Stevensdr van Lienden bekennen ontvangen te hebben van Goessen van Lienden Stevensz, hun broer en zwager, x Alijt Gerritsdr zestehalve honderd guldens, met consent van hun moeder Heijlwich Spijnders, nagelaten weduwe van Jan Mulert, wegens koop van een huis en hofstede met boomgaard groot vijftenhalve morgen in de Marsch, waar Jerefaes Beerntsz nu woont, die daar nog 10 jaren pacht aan had toen Jacob dit verkocht.
15-4-1550: Jacob Sijmonsz van Haerlem x Geertruijt Stevensdr van Lienden bekennen voldaan te zijn door Heijlwich Spijnders, nagelaten weduwe van Jan Mulert, hun moeder, van alle erfenis hen aanbestorven door Steven van Lienden, hun vader zaliger.
15-4-1550: Adriaen Heij Willemsz x Luijt Cornelisdr. stellen zich borg voor de moeder van Luijt met haar kinderen voor het goed dat heer Anthonis Evertsz van Haerlem van hen gekocht heeft. Hij stelt als onderpand het land dat hij heeft in de Grebbe.
9-3-1550: Janna Goesensdr, wed. Cornelis van Groetfelt, met haar gekoren momber Jan Elisz, heer Anthonis Cornelisz met als momber Goesen van Lienden, Jan Elisz x Jutte Cornelisd, Adriaen Heij x Luijte Cornelisdr., Jan Elisz en Adriaen Heij vervangende Aelbert Cornelisz, Wouter Cornelisz en Ingen Cornelisdr, transporteren aan heer Anthonis Evertsz ¼ van een hofstede en land met toebehoren.
12-4-1550: Jan de Keijser belooft van heer Anthonis Evertsz wege de penningen van het land te betalen maandag na Beloken Pasen.
11-4-1550: Jan de Wit bekent ontvangen te hebben van Gerrit de Wit, zijn zoon, 30 gulden in betaling van de 70 rijdergulden die Jan toegededingd zijn en Gerrit hem schuldig is vermogens zeker schriftelijk verdrag van 7-4-1548. Jan keert deze 30 gulden uit aan zijn andere zoon Joost.
4-5-1550: Ot Ijsbrantsz te Kesteren transporteert aan Rijck de Kemp zijn recht op Jan Goertsz en Gerrit Jerefaesz erfgenamen. Rijck de Kemp constitueert Roelof Amelsz, Dorp, Knijff, en Lambertus.
3-5-1550: Jan Jansz bekent schuldig te zijn aan Jan de Keijser en Aelbert Goertsz 25-10 herkomende van bir dat Jan gehad heeft.
3-6-1550: Guert Hendricksz als momber van zijn huisvrouw Clara Henricksz Hackendochter, verzoekt te hebben de erfenis die zijn huisvrouw toekomt van haar moeder zaliger Hendrick Hacken voorwijf, waarop Hendrick Hack tot antwoord gaf dat hij zijn dochter Clara voor haar moeders versterf bewezen had naar vermogen.
15-5-1550: Jan van Harn Willemsz x Elisabeth bekennen schuldig te zijn aan Hendrick Vonck x Lum 6 Philips guldens per jaar losrente gaande uit het goed genaamd Den Dikkenberg.
18-5-1550: Willem van Harn Gerritsz x Katherina Hendricksdr bekennen schuldig te zijn aan Hendrick Vonck x Lum 6 Philips guldens jaarlijkse losrente gaande uit hun huis op de Markt.
21-6-1550: Dirck Gerrit Ponsz constitueert Roelof Amelsz, Dorp, Knijff en Lotus.
23-6-1550: Juffr. Janna zaliger Hendrick van Ecks weduwe, Jorden van Eck, haar zoon, met Herman Benger, haar gekoren momber, en Herman Benger voor zichzelf en als man van Jann van Eck, Jan Vos x Pancraes van Eck, Jutta van Eck en Anna van Eck, met Jan Vos, hun gekoren momber, constitueert Herbert van Setten, hun zwager, om aan Jacob Lam over te geven het veen dat zij hebben over de Grift in Borrenlot.
14-6-1550: Dirck Jansz x Ees Jansdr bekennen schuldig te zijn aan Herman Vonck als grootvader en momber van de kinderen van zaliger Peter Voncken, verwekt bij Ees Jansdr voorschreven, namelijk Hilleken, Elisabeth en Querijna, 3 gulden jaarlijkse losrente gaande uit huis en hofstede waar Dirck en Ees nu in wonen.
25-8-1550: Jacob van Harn als gasthuismeester constitueert Willem Hendricksz, won. Utrecht, om vanwege het gasthuis te procederen voor het Hof van Utrecht tegen jufr. van Rutenberch.
20-6-1550: Olifier van Wees, voor zichzelf en als gemachtigde van Johan van der Cappell x Elisabeth van Weesch, en Philippa van Weeze met Joest van Lienden Stevensz, haar gekoren voogd, eisers ter ener zijde, en Dirck van Cronenburch x Margriet van Leeffdael gedaagden ter andere zijde, hebben alle twist over de nagelaten goederen van zaliger Balthazar van Weeze, hun man en vader, en over alle goederen die Jan van Vliet aan Olivier van Weeze voor het Hof van Utrecht heeft getransporteerd, en een stuk tijnsgoed, domproostengoed van Utrecht, genaamd Nieuw Amerongen, dat Margriet van Leeffdael met Jan van Vliet, haar man, heeft overgegeven t.b.v. Olifier van Weeze voor de stadhouder van de domproosdij, en nog 25 keizersguldens per jaar die Margriet van Leeffdael haar zoon Olivir van Weeze x Ysabel van Bueren in huwelijk gegeven en beloofd heeft, mitsgaders alla onkosten gevallen tussen deze partijen. Zij stellen beiden arbiters: Steven van Rumelaer, dokter in de rechten, kanunnik St. Jan te Utrecht, en Christoffel van Weeze, Johan van Bemmel en Jochem van Huenen. Dirck van Cronenburch stelt tot arbiters mr. Jacob van Broickhoven, kanunnik St. Marie, Frans van Nijenrode, mr. Willem van Diemen, raadsheer in het Hof van Utrecht, en Willem Lijster Dircksz.
20-6-1550: Jan Hendricksz transporteert aan Gerrit Aertsz, zijn broer, alle erfenis hem aangekomen door dode van zijn vader en moeder Hendrick Judas en Luijt.
20-6-1550: Gerrit Aertsz met zijn momber Jan Hendricksz, zijn broer, transporteert aan Engbert Jacobsz x Cornelia Lambertsdr een huis en hofstede met toebehoren gelegen boven aan de stadsmuur, aan de wal.
6-6-1550: Willem Jansz Tulman x Anna Frederickszdr bekennen schuldig te zijn aan Balthazar Evertsz 1 Carolusgulden jaarlijkse losrente gaande uit al hun goederen.
6-6-1550: Idem bekennen schuldig te zijn aan Jan Adriaensz 1 gulden jaarlijkse losrente.
9-7-1550: Dirck van Cronenburch x Margriet van Leeffdael stellen zich borg voor Sijmon Voel x Janna van Vorsseler voor de schade die Cornelis van Leeuwen vervangende Gerrit Bosch mag krijgen van het veen dat Gerrit van Simon en zijn vrouw gekocht heeft.
25-8-1550: In presentie van Marten Jansz Tulman, schepen-burgemeester, Erst van Ewick, Gerrit van Harn en Willem Lijster Dircksz, heeft Jut de Wilde bekend op verzoek van Jan de Bruijn en Cornelis Jansz, gasthuismeesters van het St. Jobs gasthuis, dat Hendrick Jansz die onlangs in het gasthuis lag, gestorven is. De kosten hiervan moeten betaald worden. Jut mag blijven wonen in haar huis. De helft van haar huis wordt eigendom van het gasthuis.
25-8-1550: Hubert Speijer heeft bekend dat Sander Jansz hem eerlijk betaald heeft van het huis dat hij van hem gekocht heeft, staande aan de Bergpoort.
15-9-1550: Dirck Fredericksz constitueert Dorp, Knijf en Lotus.
15-9-1550: Anna van Harn en Jacob van Harn constitueren Dorp, Knijf, Lambertus, Roelof Amelsz.
18-9-1550: Jan van Zwol, burger te Utrecht, constitueert Lotus, Dorp, Knijff, Amelen.
10-1550: Aert Quint bekent schuldig te zijn aan Willem Lijster Dircksz 8 gulden.
25-9-1550: Cornelis Hendricksz constitueert Lotus.
27-7-1550: Cornelis Thonisz bekent schuldig te zijn aan Willem van Neerden en Gerrit Evertsz van Amersfoort 12 gulden, herkomende van een obligatie van koop van een paard.
12-10-1550: Willem van Neerden constitueert mr. Lambert, Dorp en Knijf.
15-9-1550: Sijmon Voel bekent schuldig te zijn aan Jan de Keijser als kerkmeester 10 gulden.
15-9-1550: Jacob de Geest bekent schuldig te zijn aan Jan de Keijser als kerkmeester 10 gulden van verschenen rente gaande uit zijn huis bij het kerkhof.
15-9-1550: Dirck de Bruijn bekent schuldig te zijn aan Jan de Keijser als kerkmeester 8 gulden van verschenen pachten.
19-8-1550: Dirck van Cronenburch x Margriet van Leeffdael bekennen schuldig te zijn aan Jorden Jansz Verschuer, schipper te Elst, x Anthonia Aernt d’Orbaersdochter, 6 gulden jaarlijkse losrente uit Levendael met toebehoren, liggende te Achterberg.
26-8-1550: Goesen karman bekent schuldig te zijn aan Jan van Harn Gerritsz 3 gulden.
7-9-1550: Peter Jansz van Manen x Anthonia Gerrits bekennen schuldig te zijn aan Herman Guertsz 1 gulden jaarlijkse losrente gaande uit al hun goederen.
7-9-1550: Tonis Aelbertsz als borg voor Claes Beijer bekent schuldig te zijn aan Herman Guertsz 1 gulden jaarlijkse losrente gaande uit zijn huis en hofstede in de Kruisstraat, daar Thonis voorschreven nu ter tijd in woont.
15-9-1550: Roelof Amelsz bekent schuldig te zijn aan Janna zaliger Claes Lijsters weduwe 3-5.
15-9-1550: Mr. Jan Dorp constitueert mr. Lambert Loot om in al zijn zaken te mogen ageren.
18-9-1550: Dirck van Cronenburch x Margriet van Leeffdael ter ener zijde en Olifier van Weeze voor zichzelf en namens Johan van der Cappellen, Christoffel van Weeze als vervangende Philippa van Weeze, volgens compromis van 18-9-1550 binnen Rhenen, renuntiëren van alle voorgaande compromissen van 20-6-1550 en alle voorgaande contracten en blijven bij het maakgescheid van 18-9-1550.
28-9-1550: Gerrit Hendricksz x Lijsbet bekennen schuldig te zijn aan Adriaen Hendricksz x Hendrick Gerritsdr 3 gulden jaarlijkse losrente gaande uit een stuk goed gelegen te Achterberg.
1-10-1550: Jorden Thonisz x Alijt bekennen schuldig te zijn aan Jan van Zulen Dircksz x Jutte 32 gulden.
1-10-1550: Gerrit Jansz van Gelre bekent schuldig te zijn aan Jan van Zulen Dircksz x Jutte 27 gouden kronen van 38 stuivers.
11-10-1550: Mr. Engbert Mor heeft beslagen met schout en schepenen 15 gulden berustende onder Symon Voels huisvrouw, welke penningen toekomen Jan Verschuer te Leersum voor de actie die hij heeft op Jan Verschuer, herkomende van een paard dat hij hem zonder gebrek heeft verkocht en Janna Sijmon Voels huisvrouw beloofde de voorschreven penningen niet weerloos te worden dan bij suffisante borgen.
16-10-1550: Gerrit de Wit stelt zich borg om het gewijsde te voldoen voor Jan Verschuer voor de penningen die mr. Egbert Mor beslagen heeft onder Sijmon Voels huisvrouw.
17-10-1550: Claes Rijcoutsz x Frans Dirckszdr transporteren aan Jerefaes Engbertsz x Heijlwich een huis en hofstede bij het gasthuis, daar oostwaarts naast ligt Aert Thonisz, zuidwaarts Beligje Blocx, westwaarts Jut de Wilde, noordwaarts de gasthuiskerk.
18-10-1550: Christoffel N. bekent schuldig te zijn aan Jan de Keijser als kerkmeester 20 stuivers van verschenen pachten.
18-10-1550: Jorden Thonisz bekent schuldig te zijn aan Jan de Keijser als kerkmeester 26 gulden.
18-10-1550: Lijsbeth Jelis de kremers huisvrouw bekent schuldig te zijn aan Jan de Keijser als kerkmeester vierdehalve carolus gulden.
19-10-1550: Jacob Adriaensz bekent schuldig te zijn aan Jan de Keijser als kerkmeester 8-15.
19-10-1550: Eb Petersz bekent schuldig te zijn aan Jan de Keijser als kerkmeester 9 gulden.
19-10-1550: Alijt van Banebos bekent schuldig te zijn aan Jan de Keijser als kerkmeester 10 stuivers van 5 jaar pacht.
18-10-1550: Goesen Sijmonsz weduwe bekent schuldig te zijn aan Jan de Keijser als kerkmeester 6 gulden.
23-10-1550: Willem Lijster Willemsz heeft geappelleerd van de sententie bij schepenen gewezen tussen hem en het gasthuis aangaande de uitgang van 12 stuivers per jaar gaande uit Jut slootmakershuis en erf dat hij gekocht heeft van mr. Joris.
20-10-1550: Job Willemsz x Alit bekennen schuldig te zijn aan Jan de Keijser als kerkmeester 53 gulden.
20-10-1550: Roelof Amelsz, gezworen bode, heeft gegrecht bij zijn eed dat hij Dirck Lijster de weet schriftelijk gedaan heeft van de presentatie die Janna Claes Lijsterszweduwe gerechtelijk gedaan heeft, betreffende schifting en scheiding.
20-10-1550: Burgemeester en gemene raad schelden Andries Knijff zijn eed kwijt en wordt geprimeerd van de bank wegens niet verschijnen, en dat tot 4 rechtdagen toe.
20-10-1550: Jacob van Buerenveldt bekent te leveren aan Jan Adriaensz van Culemborg 100.000 zwarte turven.
19-10-1550: Peter Petersz constitueert mr. Lambert Loot.
9-11-1550: Jan Deijs Aelbertsz bekent voor zichzelf en als momber van zijn kinderen uitgekocht te zijn van 18 stuivers per jaar die hij had uit het huis en hofstede genoemd Haeckesteijn, bedankende Cornelis Woutersz en Rijck Herbertsz.
9-11-1550: Cornelis Woutersz bekent schuldig te zijn aan Jan Deijs Aelbertsz vierdehalve gulden.
9-11-1550: Rijck Herbertsz bekent schuldig te zijn aan Jan Deijs Aelbertsz 8 gulden.
10-11-1550: Frans Jansz, burger te Rhenen, bekent schuldig te zijn aan Dirck Jelisz, won. IJzendoorn, 45e halve carolus gulden.
13-10-1550: Jan van Zuijlen Hendricksz constitueert mr. Jan Dorp om te ageren zowel op de Veluwe als elders.
24-11-1550: Jan Jansz in de Greb bekent schuldig te zijn aan Dirck Vastrick 24 gulden.
1-12-1550: Herman van Buerenvelt bekent schuldig te zijn aan Cornelis Cornelisz, schoenmaker, 54 gulden.
8-12-1550: Zweer N., won. Achterberg, bekent schuldig te zijn aan Hendrick van Ecks weduwe 10 gulden.
10-12-1550: Beernt Ketel, schout van Rhenen, bekent schuldig te zijn aan Jan de Keijser 71 gulden herkomende van wijn ten zijnen huize gehaald en gedronken. Hij stelt als onderpand als zijn goed.
12-12-1550: Beernt Ketel, schout, bekent schuldig te zijn aan Jenneke, weduwe Lubbert Aertsz/Evertsz?, 31 rijderguldens.
5-12-1550: Roelof Amelsz transporteert aan Dirck de Bruijn te Kesteren alzulke uitgang als hij jaarlijks heeft uit huis en hofstede waar Anthonia van Meerten tegenwoordig in woont.
6-12-1550: Willem Reijersz en Reijer Reijersz als mombers van de nagelaten kinderen Claes Beijer en Gijsbertgen Claes Beijers weduwe met haar gekoren momber Willem Vastrick, transporteren aan Thonis Aelbertsz x Marigen een huis en hofstede daar oostwaarts het stadhuis, zuidwaarts de Langestraat, westwaarts Simon de snijder en noordwaarts de stadswal en –muur.
6-12-1550: Thonis Aelbertsz x Marigen bekennen schuldig te zijn aan Willem Reijersz en Reijer Reijersz als mombers 72 gulden min 4 stuivers.
6-12-1550: Thonis Aelbertsz x Marigen bekennen schuldig te zijn aan Fransken Beijers 52-4.
7-12-1550: Steven Coenraetsz als principaal en Jan Hendricksz Buijser als borg bekennen schuldig te zijn aan Aernt Jansz de metselaar 100 gulden.
27-11-1550: Marigen Jacob Lijstersdochter transporteert met haar gekoren momber Hubert Lijster Evertsz aan Cornelis Lijster x Feijs Bartholomeusdr alle erfenis haar aangekomen na dode van haar ouders Jacob Lijster x Weijm Lijsters.
18-12-1550: Jorden Thonisz bekent schuldig te zijn aan Aernt Jansz de metselaar 20 gulden.
27-12-1550: Willem Beerntsz voor zichzelf ter ener zijde en Jan van Meerten, Gerrit Gerritsz, Thonis Lambertsz, Simon Guertsz en Evert Willemsz als erfgenamen van Hendrickje Willem Beerntsz huisvrouw, ter andere zijde, houden boedelscheiding.
28-12-1550: Jan van Lokhorst en Sijmon Voel als gildemeesters van het Onze Lieve Vrouwengilde transporteren aan Steven Coenraetsz de oude molenwerf gelegen bij de Bergpoort.
28-12-1550: Steven Coenraetsz x Alijt bekennen schuldig te zijn aan Jan van Lokhorst en Sijmon Voel als gildemeesters anderhalve gulden jaarlijkse losrente.
20-12-1550: Heer Anthonis Evertsz, priester te Rhenen, heeft zich verwillekoord Johan Therbruggen van Goch 33 gulden.
30-12-1550: Hendrick Jansz Cloet, won. Helmond, voor zichzelf en als voogd over Dirck, zijn zoon, verwekt bij Beth Dirck van Cleeffsdochter zaliger, constitueert Beernt van Wijck, Willem Lijster, won. Rhenen, Gijsbert Hermansz van der Cuijl en Engel Engelsz, won. Utrecht, om te Rhenen te transporteren aan Sander van Bommell de helft van een stuk veen te Veenendaal in het Middelwijkse lot, daar oostwaarts Willem Ricoutsz te Amersfoort, zuidwaarts de berg, westwaarts Dirck van Breenvelt en noordwaarts de Veluwe.
16-1-1551: Frans Jansz bekent schuldig te zijn aan Deys Jansz 12-8.
18-1-1551: Willem Beyer Hendricksz constitueert Marten Jan Tulman om al zijn zaken te defenderen voor het gerecht van Rhenen.
3-2-1551: Willem Lijster Dircksz constitueert Roelof Amelsz.
3-2-1551: Jan van Harn Gerritsz constitueert Roelof Amelsz.
3-2-1551: Juffr. Elisabeth, wed. Beernt Ketel, heeft gerechtelijk gekoren mr. Jan van Dorp als haar momber en constitueert hem ook om namens haar kinderen, als erfgenamen van Beernt Ketel, al haar rechtszaken af te handelen.
3-2-1551: Griet Gueders bekent schuldig te zijn aan Gerrit van Harn 16 gulden, herkomende van bier dat zij met haar voorman Dirck Guerts gekocht hebben.
5-2-1551: Cornelis Scrijver bekent te leveren aan Thonis Hendricksz van Utrecht 200 tonnen turf.
17-2-1551: Hendrick van Randwijck constitueert Ludolff Jansz, Roelof Amelsz om al zijn zaken te vervorderen voor het gerecht alhier.
17-2-1551: Hendrick van Randwijck heeft beslagen het huis en inboedel die Hendrick Duijm heden heeft in de Visscherstraat voor 5 dalers min een halve stuiver.
4-2-1551: Hendrick Vonck renuntiëert van het momberschap van zaliger Jan van Dolres kinderen, beheltelijk het proces dat hij namens de kinderen heeft tegen Jelis van Cronenburch, hangende voor het Hof van Utrecht.
15-2-1551: Frans Jansz constitueert Roelof Amelsz.
25-2-1551: Cornelis Cornelisz schoenmaker constitueert mr. Lambert Lotus, Roelof Amelsz, Dorp, Knijff.
21-1-1551: Cornelis Anthonisz, alias Scrijver, bekent schuldig te zijn aan Gijsbert Jansz 32 gulden.
16-2-1551: Gerrit en Rutger Gerritsz van Soemeren transporteren het recht dat zij hebben aan het goed Den Sondert aan Adriaen Hendricksz.
17-2-1551: Frans Jansz x Alit transporteren aan Dirck Lijster Claesz hun huis en hofstede met toebehoren gelegen tussen Jan van Zoemeren en Anthonis Aertsz, zoals zij dat tegenwoordig gebruiken. Dirck geeft dit direct weer aan Frans in erfpacht voor 6 gulden per jaar.
17-2-1551: Wouter Melisz bekent te betalen aan Dirck de Bruijn en de kerk 43 gulden.
17-2-1551: Wouter Melisz bekent schuldig te zijn aan Evert Guertsz 60 gulden.
18-2-1551: Evert Guertsz, Peter Guertsz x Stijn transporteren aan Wouter Melisz x Janna de erfenis hen aanbestorven door dode van Mechtelt, de huisvrouw van Wouter Melisz.
23-2-1551: Marij Meensz bekent schuldig te zijn aan Willem van Harn 3-4.
23-2-1551: Jan van der Waije stelt zich borg voor Thonis Petersz voor 7 gulden te betalen aan Jan van Gelre en Aernt Adriaensz als weimeesters van de oude schutten.
23-2-1551: Jan van Harn Petersz x Cornelia transporteren aan Hendrick Aelbertsz x Angniet een huis en hofstede met toebehoren aan de Markt daar oostwaarts en zuidwaarts Grietgen Roelofs, westwaarts de gemene straat, noordwaarts Jorden Thonisz.
22-3-1551: Weduwe Janna Lijsters verbindt haar zoon Dirck Lijster aan het veen en alle venen die zij heeft in het gerecht van Rhenen tot de tijd dat hij met zijn moeder en zuster boedelscheiding hebben gehouden.
23-3-1551: Een zoon van Janna Lijsters protesteert tegen de akte van de vorige dag.
23-2-1551: Jan Jansz in de Greb constitueert Roelof Amelsz, Lotus, Dorp en Knijf.
23-2-1551: Ulant Dirck Rutgersz weduwe, met Roelof Amelsz, haar gekoren voogd, bekent schuldig te zijn aan Dirck Vastrick 32-10.
16-2-1551: Gerrit Ketel stelt zich borg voor de weduwe van Beernt Ketel in de zaak tegen Jacob van Reenen.
2-3-1551: Frans Jansz bekent schuldig te zijn aan Jacob van Harn Gerritsz 20-2.
2-3-1551: Evert Claesz bekent schuldig te zijn aan Claes Boeij van Amersfoort 18-0-1.
19-2-1551: Gerrit Goessens Verslunt bekent schuldig te zijn aan Gerrit van Harn 6-15.
25-2-1551: Ulant Dirck Rutgersz weduwe, met Roelof Amelsz, haar momber, bekent schuldig te zijn aan Hubert Hermansz als momber van Elisabeth van Drongelen 1 gulden jaarlijkse losrente gaande uit haar huis.
2-3-1551: Goesen Cornelis Simonsz weduwe met Jacob van Harn, haar momber, bekent schuldig te zijn aan de kerkmeesters 24 stuivers.
2-3-1551: Willem Beijer Hendricksz transporteert aan broeder Willem Ricoutsz als gemachtigde en t.b.v. het convent van de Kathuizers beneden Utrecht ¼ van de Haeck met het Pesken, gelegen voor de Westpoort, zoals hij dat heeft geërfd van zijn vader.
2-3-1551: Evert Jansz x Jutta bekennen schuldig te zijn aan Willem Beijer Hendricksz 7 gulden jaarlijkse losrente gaande huis hun huis waar zij nu in wonen.
2-3-1551: Jan Jansz bekent dat hij zijn tresoir met schotels, met bed en bedstede niet zal verzetten of verkopen voordat hij Jan van Harn zal hebben betaald. Alle andere goederen stelt hij in handen van Evert Willemsz totdat hij alles betaald heeft.
2-3-1551: Schout en schepenen beslaan de goederen van Rem Willemsz op verzoek van Aernt Rutgersz en Marij Meesz.
18-3-1551: Gerrit van Gelre stelt al zijn goederen mitsgaders het schip in handen van Erst van Ewick als voor de som van 54 gulden om Jan van Gelre daarmee te garanderen.
18-3-1551: Erst van Ewick bekent schuldig te zijn aan Jan van Zulen Dircksz 54 gulden min 10 stuivers.
18-3-1551: Jan van Gelre x Margriet bekennen schuldig te zijn aan Ernst van Ewick 54 gulden min 10 stuivers. Zij verbinden daarvoor hun huis en hofstede waarin zij wonen.
31-3-1551: Wij burgermeesteren, schepenen ende raedt der stadt Reenen doin kondt ende certificeren mits desen dat wy by believe ende consent van die acht raden ende sestien borgeren diemen gewoentlyck is in dese ende gelycke saicken dair vuer te roepen gegost hebben Steven Coenraedtsz moellenair onse mede burger den wynt voir soe veel als onse stadt aengaet by alsoe wanneer die selve moelen ganck afftich ende malende is dat die selve Steven gehauden sal weesen die stadt dair van jairlicx te contenteren tot twee oft drie goede mannen seggen.
17-2-1551: Jan van Reenen transporteert aan Jacob van Reenen x Gerritge Dirck de Bruijnsdochter al zijn recht aan de goederen die zijn vader Dirck van Reenen en zijn broer Hendrick van Reenen nagelaten hebben, en zijn recht op de goederen die Herman Vonck en Anthonia Voncken, hun beider moeder, en haar andere broers en zuster getransporteerd hebben, die hun moeder nu in lijftocht gebruikt, te weten 1/5 van alle goederen die zijn vader en broer nagelaten heeft en 1/5 dat door Anthonia, zijn moeder, nagelaten zal worden.
9-4-1551: Herbert van Setten x Helmich Hendricksdr, en Herbert ook als gemachtigde van Janna van Groetfelt, weduwe Hendrick van Eck, en Jorden van Eck, haar zoon, Herman Benger x Janna, Jan Vos x Pancras, en Jutta van Eck en Anna van Eck, transporteren aan Ijsbrant Jacobsz een stuk veld en veen over de Grift in Borrenlot, daar oostwaarts dhr. van Montfoort, zuidwaarts de Grift, westwaarts de heren van St. Pieter en noordwaarts de Veluwe.
5-4-1551: Jan van Harn Gerritsz bekent schuldig te zijn aan Hendrick Stevensz 24 gulden.
10-4-1551: Jan Aertsz alias Hees van Culeborg bekent schuldig te zijn aan Jan Jordensz van Arnhem 12 gulden volgens een obligatie daarvan zijnde.
10-4-1551: Jan Jordensz constitueert Roelof Amelsz en Thonis Stevensz.
10-4-1551: Meerten Jansz Tulman, schout, Beernt van Wijck, Dirck Everwijn, Herman Vonck, Herbert van Setten, schepenen, hebben in vrede gelegd Jan de Keijser en Dirck Lijster, en Dirck ook namens zijn moeder, alle correctie als men vredebrekers behoort te doen.
12-4-1551: Jan Jansz in de Greb bekent schuldig te zijn aan Joost Roelofsz negendehalve gulden en drie stuivers.
13-4-1551: Jacob van Buerenvelt bekent schuldig te zijn aan Claes Meijnsz 12 Philipsguldens min 12 stuivers.
13-4-1551: Jan Jansz bekent schuldig te zijn aan Claes Meijnsz 26 Philipsguldens min 1 oort.
19-4-1551: Jan Jansz bekent schuldig te zijn aan Dirck de Bruijn 22 gulden.
20-4-1551: Frans Jansz, burger te Rhenen, bekent schuldig te zijn aan Maurits Gijsbertsz van Amersfoort 34 gulden.
20-4-1551: Geertruijt Jan Gerritsz weduwe met Herbert van Setten, haar gekoren momber, constitueert Hendrick van Randwijck, haar zwager.
19-4-1551: Jan Jansz in de Greb bekent schuldig te zijn aan Willem Lijster Dircksz 10 gulden.
19-4-1551: Alert Aertsz constitueert Roelof Amelsz, mr. Lambert, Knijff en Dorp.
19-4-1551: Aelbert Guertsz bekent schuldig te zijn aan Claes Adriaensz 6 Philips guldens jaarlijkse losrente gaande uit zijn huis aan de Markt.
20-4-1551: Jan van Zoemeren constitueert Mechtelt van Meerten, zijn huisvrouw, Jan van Zoemeren, rentmeester van St. Servaas, Willem Hendricksz en Aernt van Soemeren om voor het Hof van Utrecht en elders te procederen.
13-4-1551: Willem van Harn Gerritsz x Katherina Hendricksdr bekennen schuldig te zijn aan Alit Pelgrum Voncken weduwe 6 gouden hertog Philips guldens per jaar gaande uit hun huis aan de Markt.
27-4-1551: Cornelis van Braeckel constitueert Wllem Lijster Dircksz, zijn zwager, om te substitueren en zijn zaken te bewaren.
16-5-1551: Peter Petersz bekent schuldig te zijn aan Thomas van Loeven? te leveren vier schouwen turf.
3-5-1551: Mr. Hubert van Triest x Jut bekennen schuldig te zijn aan Evert Petersz 58-10½.
3-5-1551: Roelof Brunesz bekent schuldig te zijn aan jaarlijkse pacht aan Beernt Quint 10 Philipsguldens.
4-5-1551: Juffr. Anna van Cronenburch Jacob Freyse van Dolres dochter, wed. Jelis van Cronenburch, met Walraven van Cronenburch, haar gekoren momber, als enige erfgenaam van vader, moeder, broers en zusters, en gerechtelijks tinsvolger van Jacob, haar zuster, laat haar gerechtelijk inleiden in het huis met toebehoren achter het koor van de kerk dat Jacob van Dolre toebehoord heeft en Janna, zijn huisvrouw, daarin gelijftocht was, en Hendrick Vonck nu in woont en dat Jan van Dolre dit huis en hofstede niet toebehoord gehad heeft, welk huis en grond door zijn vader Jacob van Dolre onterfd en ontmaakt was.
5-1551: Willem Lijster en Claes Lijster als weesmeesters hebben vanwege Jacob Jansz van Dolre wederom uitleiding gedaan en partijen ingeleid een dag van recht tegen de 1e rechtdag na Pinksteren en Hendrick Vonck wordt door de weesmeesters aan het gerecht de momberschap toegelaten wes daarvan een ander gerechtelijk gezet wordt.
5-1551: Nog doet juffr. Anna Jacob Freyse van Dolre dochter, wed. Jelis van Cronenburch, met haar momber, inleiding in een huis met toebehoren aan de Markt daar Hendrick van Ecks erfgenamen allernaast aan geërfd liggen, dat Evert van Dolre, zaliger, gemaakt was en zijn moeder Janna van Meerten in gelijftocht was.
5-1551: Anna van Cronenburch met haar momber constitueert Walraven van Cronenburch, Dirck van Cronenburch, mr. Lambert, Roelof Amelsz, Dorp en Knijf.
7-5-1551: Cornelis Willemsz constitueert Roelof Amelsz en Lotus.
9-5-1551: Alit Evert van Dolres dochter heeft uitleiding gedaan op de inleiding van Anna van Cronenburch en is geleid een dag van recht tegen de eerste rechtdag na Pinksteren.
12-5-1551: Cornelis Thonisz, alias Scrijver, bekent schuldig te zijn aan Jacob Hendricksz 6-18.
14-5-1551: Sijmon Voel x Janna van Vorselaar transporteren aan Cornelis van Leeuwen een perceel veld en veen gelegen in s hoefmeestersveen daar oostwaarts Aernt Lijster, zuidwaarts de berg en westwaarts Dirck de Bruijn met zijn adherenten en noordwaarts de Veluwe.
6-5-1551: Jan Volckensz x Fredericken Dirck van Cleeffsdr, en Engel de Luywere als gemachtigde van Hendrick Jansz alias Cloet van Zoelmond, transporteren aan Sander van Boemel een stuk veld en veen in Sterkenburgense lot, strekkende van de berg in het zuiden tot de Veluwe in het noorden, daar boven Willem Ricoutsz en beneden Dirck van Breenvelt, burger te Utrecht, naast gelegen zijn.
20-5-1551: Willem de Wit x Margriet Ot Gijsbertsdr transporteren aan Mechtelt Hendricksdr alle recht van veld en veen hen aanbestorven door Jan de Wit Stevensz, zijn broer.
20-5-1551: Mr. Jacob barbier constitueert Roelof Amelsz, Lotus en alle anderen.
20-5-1551: Jan van der Waij Hendricksz x Alit Petersdr bekennen schuldig te zijn aan Mechtelt Hendricksdr 50 gulden.
2-6-1551: Jacob Lijster Jacobsz, met Hubert Lijster Evertsz, zijn momber, transporteert aan Cornelis Lijster x Feijs Bartolomeusdr alle erfenis hem aangekomen van zijn vader Jacob Lijster x Weijm Lijster, zijn moeder.
26-5-1551: Jan van Reenen stelt zich borg voor Anna van Cronenburch om het gewijsde van het gerecht te voldoen tussen Anna ter ener zijde en Hendrick Vonck ter andere zijde.
26-5-1551: Jan Stevensz x Marij Dircksdr bekennen schuldig te zijn aan Herbert Reijersz 38 gulden uit hun huis, schip en alle goederen.
2-6-1551: Hendrick Pannecoeck en Jan van Crevelt, mitsgaders hun vrouwen, constitueren Damiaen Vonck om te vervorderen zulke actie als zij mogen hebben op het huis van zaliger Herman Vonck, hun vader en zwager.
2-6-1551: Damiaen Vonck voor zichzelf en als gemachtigde van Hendrick Pannecoeck en Jan van Crevelt, zijn zwagers, en vanwege zijn broerskinderen, heeft gerechtelijk gepresenteerd om met Anthonia Voncken, hun stiefmoeder, eerlijk en vriendelijk te delen en boedelscheiding te houden zoals Herman Vonck, hun vader nagelaten heeft.
1-6-1551: Aernt Thonisz bekent schuldig te zijn aan Engbert van Harn 50 gulden.
1-6-1551: Elisabeth Jelis de Coemens huisvrouw belooft te betalen aan Aernt Thonisz 50 gulden.
6-6-1551: Evert Claesz bekent dat hij zijn goederen gehypothekeerd heeft t.b.v. Claes Boede van Amersfoort voor 18-0-1.
10-6-1551: Willem Lijster Willemsz x Elisabeth transporteren aan Lucia Jansdr wed Gijsbert van Wijck huis en hofstede in de Visscherstraat daar oostwaarts Aernt de Coemen, zuidwaarts de gemene straat, westwaarts Alit van Banebos en noordwaarts Beert Melisz. Momenteel woont Lucia hier al in. Zij transporteren ook een eigendomsbrief van 12-11-1502.
10-6-1551: Cunera Evertsdr heeft bezet bij testament, in tegenwoordigheid van haar broers en zusters, Hubert Lijster, haar broer, 100 daalders en 50 Philipsguldens staande aan Frans van der Waije, als het kind zou sterven, en als het kind blijft leven zal het gaan zo het God en de heilige kerk wijst. En haar kleren en kleinodiën zullen komen op haar beide zusters.
19-6-1551: Jan Jansz de snijder van Utrecht constitueert Roelof Amelsz.
13-6-1551: Jan de Roij, schout, heeft zijn eed gedaan.
14-6-1551: De heren met de raad hebben besloten dat Gerrit van Bemmel, Jan Joostensz alias Jan van der Poort, en Peter Cornelisz van Delft, verbannen zullen worden uit stad en heerlijkheid van Rhenen voor 3 jaren.
16-6-1551: Hendrick Vonck heeft gerechtelijk gerenuntiëerd het momberschap van zaliger Jan van Dolres kinderen.
23-6-1551: Jan van Harn Gerritsz x Janna bekennen schuldig te zijn aan Gerrit van Harn x Joest 6 gulden jaarlijkse losrente gaande uit al hun goederen.
1-7-1551: Olifier van Weeze geeft te kennen dat zij zuster Philippa van Weeze is gegaan over bezating die hij haar gedaan heeft met Hubert Lijster.
26-6-1551: Marij Peters bekent schuldig te zijn aan Adriaen Gerritsz dertienthalve gulden 1,5 stuivers.
26-6-1551: Jan van Zuijlen Dircks x Jutte Reijersdr transporteren aan Tonis Adriaensz de helft van een kamp hooiland liggende bij de Friesesteeg groot omtrent vijftenhalve morgen daar de wederhelft van toebehoort Sebastiaen de Cruijff, zoals Sebastiaen de Cruijff en Jan van Zuijlen dit van de kinderen van Van Drueten hebben gekocht.
29-6-1551: Dirck van Ermelen bekent schuldig te zijn aan Engbert van Harn vanwege de onmondige kinderen van Gerrit van Harn, 35-5.
29-6-1551: Herman van Tuijl bekent schuldig te zijn aan Jan Vos 9-0-2.
13-6-1551: Heer Anthonis Evertsz, priester, met zijn momber Goesen van Lienden, transporteert aan Rutger Velckenair 4 morgen hooiland in de Maat.
22-6-1551: Juffr. van Reenen heeft voor antwoord gegeven dat Damiaen Vonck de goederen in specie zal leveren aan allen die Herman nagelaten heeft en zij met zijn stiefmoeder presenteert te delen. Damiaen presenteert dat men juffr. van Reenen een kopie van de boedelinventaris zal geven.
29-6-1551: Dirck van Cronenburch x Margriet van Leeffdael, Olifier van Weeze en Johan van der Cappellen x Elisabeth van Weeze, en Philippa van Weeze, met haar gekoren momber Rutger Velkenair, en Olifier van Weeze voor Jutta van Weeze als momber van zijn broersdochter en als vervangende Agniese van Buchel, wed. Beernt van Wees, transporteren aan Dirck van Ermelen x Anna vander Lauwijck de hofstede Leeffdael te Achterberg te Laar met al zijn toebehoren.
29-6-1551: Olifier van Weeze stelt zich borg voor zijn broeders kind als oom en momber van Jutta van Wees, zaliger Beernt van Wees dochter, en voor Agniet van Buchel, wed. Beernt van Wees, om hen te leveren om Dirck van Ermelen de overgift te doen van de koopcedulle.
29-6-1551: Dirck van Ermelen belooft dat hij de nabeschreven schulden lossen zal en de brieven in handen van jufr. van Cronenburch en Olifier van Weeze gecanseleerd leveren zal op Odulphusdag 1552. Ten eerste de brief van de kerk van Rhenen van 600 gulden. Ten tweede twee brieven van Dirck de Bruijn van 150 gulden en 200 gulden. En een brief van Zeger van Wijck van 300 gulden. En een brief van Weijm Keijsers van 300 gulden. En een van Lijsbeth Mommen van 225 gulen. En een van Willem Beijer van 150 gulden. Dirck Hendricksz 90 gulden. Jorden de schipper 75 gulden, Agniet van Buchel 100 gulden en Jan Stevensz 160 gulden.
15-7-1551: Jan de Roij, schout, Marten Tulman en Beernt van Wijck, burgemeesters, doen handsluiting en bevel aan Gerrit de Wit dat hij niet malen zou op de rosmolen tenzij tussen Gerrit en Sander Jansz hun kwestie door het gerecht gedecideerd was.
10-7-1551: Hendrick Woutersz bekent te betalen aan Aernt Lijster als borg voor Adriaen Roelofsz 30 gulden.
10-7-1551: Adriaen Roelofsz belooft Hendrick Woutersz van deze borgtocht schadeloos te houden.
4-7-1551: Rutger Buddinck als momber van de nagelaten kinderen van Jan Hubertsz, Elis Buddinck met Marij zijn dochter, weduwe van Jan Hubertsz, verklaren dat zij door tussenspreken van Hendrick Elisz, Helmert Woutersz, Teunis Lambertsz en Beernt Quint smaldeling gemaakt hebben van de roerende goederen die in het sterfhuis bevonden zijn van Jan Hubertsz vrouw met haar kinderen. Met een uitgebreide beschrijving van deze verdeling. Op 17-6-1551 is er boedelscheiding geweest tussen Marij en haar kinderen.
9-7-1551: Jan Adriaensz bekent schuldig te zijn aan Adriaen Roelofsz en de inbrenger van deze 34 rijders.
25-7-1551: Willem Lijster Dircksz en Jan van Harn als gildemeesters van St. Cuneragilde, met consent van de gemene gildebroeders, transporteren aan Dirck Goessensz x Anna Gijsbertsdr een huis en hofstede zonder enige uitgang van tijns, erfpacht of anders, daar oostwaarts de Herenstraat, zuidwaarts Job Amelsz, westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts Jan van Zoemeren.
25-7-1551: Dirck Goessensz x Ana Gijsberts beloven Claes Lijster en EvertJansz schadeloos te houden van 12 gulden per jaar die zij bekend hebben Willem Lijster en Jan van Harn Gerritsz als gildemeesters van St. Cuneragilde te betalen.
25-7-1551: Claes Lijster x Elisabeth Gijsbertsdr, Evert Jansz x Jutta Hendricksdr bekennen schuldig te zijn aan Willem Lijster Dircksz en Jan van Harn Gerritsz als gildemeesters t.b.v. Cuneragilde, 12 gulden per jaar gaande uit hun huis waar zij nu in wonen.
25-7-1551: Willem Lijster Willemsz x Elisabeth bekennen schuldig te zijn aan Dirck de Bruijn x Christina 18 Philipsguldens jaarlijkse losrente gaande uit 6 morgen land in de Middelnuede daar oostwaarts St. Nicolaasvicarie, zuidwaarts de gemene straat, westwaarts Ernst van Ewick, noordwaarts de weidijk.
1-7-1551: Aernt van Dolre als naast, onpartijdige bloed van zaliger Jans van Dolres kinderen, wie dat deze kinderen door zekere appellatie door juffr. van Cronenburch aan de stoel van Rhenen gedaan, beroerende in materie van materimono geeft het gerecht te kennen hoewel Hendrick Bonck zijn deugdelijke voorgaande tutorschap teniet gedaan heeft, dat zij bedanken en begeren dat men Hendrick Vonck zou overhalen dit momberschap toch weer op zich te willen nemen.
2-7-1551: Het bovenstaande wordt door het gerecht gedecreteerd en toegelaten.
19-7-1551: Joost Roelofsz en Jan Jansz in de Greb hebben sommatie gedaan voor 8-3 op de rest van de penningen over het huis en huisraad door Jan van Harn Gerritsz geïnventariseerd.
22-7-1551: Beernt van Wijck, cameraar-burgemeester, en Herbert van Setten, schepen, hebben geïnventariseerd, op verzoek van Hendrick Woutersz, alle goederen die Hensken van Coeten binnen Rhenen heeft, nl. een tresoir, een bed met toebehoren en alle kleine huisraad en dat zij dit niet verkopen zal voordat Hendrick Woutersz voldaan is.
24-7-1551: Aernt Thonisz bekent te betalen aan Claes Boede van Amersfoort 12 gulden.
2-8-1551: Hendrick Aelbertsz x Agniese Hendricksdr transporteren aan Evert Willemsz een stuk land of kampje in de Middelnuede daar oostwaarts de Duitse heren, zuidwaarts Loeff Seger met zijn adherenten, westwaarts Zuilenskamp en noordwaarts de weidijk.
13-9-1551: Aert Lijster x Henrixken Jansdr en zijn onmondige kinderen verwekt bij Anna Symon Voelsdr, zijn voorvrouw, met Evert Lijster x Alijt Jacobsdr, transporteren aan heer Jan Schaij, prior en gemeen convent van de Regulieren binnen Utrecht, 5 roeden veens, waar de heren van de Regulieren zelf westwaarts naast gelegen zijn, dat gekocht is van Dirck de Bruijn en zijn consorten, en oostwaarts ook de heren van de Regulieren, dat gekocht is van Symon Voel, strekkende van de Cuneraweg tot de Veluwewaarts.
13-9-1551: Heer Jan Schay, prior, bekent schuldig te zijn aan Aert Lijster 170 gulden als rest van koop.
9-10-1551: Adriaen van Lienden x Anna van Buren transporteren aan Claes de Cruijff x Geertruijt Rutgersdr een stuk land gelegen boven de Vogelsanck, genaamd Den Boenlaech.
386 1551 mei-1553
387 1555-1559 mrt
388 1559 apr.-1561 okt. 16
389 1561 okt. 20-1564 okt
390 1564 nov.-1567
391 1570 aug.-1573 jan
392 1573 feb.-1574 aug. 5
393 1574 aug. 11-1578
394 1584-1587 mrt
395 1587 apr.-1589 juli
396 1589 aug.-1590
397 1591-1593 mei
398 1593 juni-1594
399 1595-1602
400 1603-1606
401 1608-1610 jan
402 1610 juni-1613 apr
403 1613 juli-1617 mrt
404 1617 mei-1619 feb
405 1619 apr.-1620 juli 17
406 1620 juli 27-1622
407 1622 okt.-1628 apr
408 1628 apr.-1638 jan
409 1638 feb.-1643 feb
410 1642 okt.-1651 mrt
411 1648-1651 feb. 3
412 1651 feb. 13-1652 mei
413 1652 mei-1653 mrt
414 1653 mrt.-1654 okt
415 1654 okt.-1656 feb
416 1656 feb.-1656 dec
417 1656 dec.-1657
418 1658-1659 aug. 5
419 1659-1661 feb
420 1661-1662 mrt
421 1662-1664 jan
422 1664 feb.-1665 mrt
423 1665 juni-1674
424 1675-1686
425 1686-1694
426 1694-1698
427 1698-1702
428 1703-1704
429 1706-1717
430 1718-1723
431 1723-1730
432 1730-1741
433 1741-1746
434 1747-1756
435 1756-1765
436 1765-1772
437 1772-1782
438 1782-1792
439 1803-1809
440 1809-1811
441-444 Koopcondities betreffende openbare verkopen van bij de Bank van Lening beleende goederen en panden
445 Protocol van transport, 1803-1805
446 Minuten van boedelscheiding en akten van boedelscheiding die niet door schepenen zijn opgemaakt, 1623-1805
447-448 Protocollen van boedelscheiding
449-461 Minuten van plechten en andere aken van bezwaar
462-467 Protocollen van plechten en andere akten van bezwaar
468 Protocollen van plechten, 1803-1805
469 Kwitanties van de 40ste penning behorende bij transporten en plechten, 1661-1801
470-471 (Authentieke afschriften van) akten inzake verkoop en procuratie behorend bij transporten en plechten
472-474 Minuten van testamenten en enkele andere akten
475-477 Protocollen van testamenten
478-483 Protocollen van attestaties en interrogatoiren
484 Tolbrieven afgegeven aan burgers van de stad door het gerecht en de magistraat, 1701-1797 i
485-486 Minuten van certificaten afgegeven door de secretaris, door het gerecht en door de magistraat
487 Minuten van akten van consignatie, 1692-1755
488 Minuten van interdicties, 1570-1660
489-515 Minuten van procuraties, taxaties, autorisaties, borgstellingen en andere schepenakten
516-522 Protocollen van procuraties, taxaties, autorisaties, borgstellingen en andere schepenakten
523 Afschriften van akten die niet door de schepenen zijn opgemaakt, maar die bij het gerecht zijn ingediend om officieel te worden geregistreerd, 1670-1788
524-603 Stukken betreffende boedels die door het stadsgerecht zijn vereffend
4. Huishoudelijke zaken
5. Registratie van bewoners
Concordans
Erfgoedstuk
laatste wijziging 09-01-2024
15.229 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 156 bestanden

Kenmerken

Datering:
1438-1812
Plaatsnaam:
Rhenen
Omvang:
36,5
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van rechterlijke organen
Herkomst:
Overheid_R
Auteur:
D.T. Koen, D. Ruiter, H.J. Postema
Rechtsvoorgangers:
Kantongerecht, Arrondissementsrechtbank, Notarissen, ambtenaren Burgerlijke Stand
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 066 Stadsgerecht Rhenen 1438-1812
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 066
Categorie:
laatste wijziging 09-01-2024
15.229 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 156 bestanden