Archieven

Uw zoekacties: Stadsgerecht Wijk bij Duurstede

067 Stadsgerecht Wijk bij Duurstede

beacon
 
 
Inleiding
Deze inventaris beschrijft de inhoud van het archief van het stadsgerecht van Wijk bij Duurstede. De indeling en wijze van gebruik worden hieronder beschreven.
Eerst echter wordt een korte historische schets van het gerecht en zijn medewerkers gegeven.
1. Het gerecht
2. Het archief
3. De inventaris
067 Stadsgerecht Wijk bij Duurstede
Inleiding
3.
De inventaris
Hieronder wordt eerst een korte schets gegeven van eerder vervaardigde inventarissen, daarna wordt de momenteel gehanteerde indeling besproken.
In 1893 heeft mr. R. Fruin Th. Az. de "Catalogus van de archieven der collegiën, die voor 1811 binnen de tegenwoordige provincie Utrecht rechterlijke functiën uitgeoefend hebben" opgesteld. Hierin worden de rechterlijke archieven van de steden van het Sticht Utrecht besproken, waaronder Wijk bij Duurstede.
In de loop der tijd zijn enkele archiefstukken aan het rechterlijk archief van Wijk bij Duurstede toegevoegd en zijn nieuwe inzichten in inventariseren ontstaan.
In het voormalige Rijksarchief in Utrecht was men reeds begonnen met het vervaardigen van nieuwe inventarissen van de gerechtsarchieven van de steden Montfoort, IJsselstein en Rhenen. Ten behoeve van onderzoekers werden tevens enige nadere toegangen vervaardigd.
Nadat de archieven van het gerecht Wijk bij Duurstede in april 1997 overgebracht waren naar het Streekarchivariaat Kromme-Rijngebied-Utrechtse Heuvelrug (het huidige RAZU) leek het wenselijk een nieuwe inventaris te maken voor dit veel geraadpleegde archief, waarbij het vervaardigen van nadere toegangen een betere toegankelijkheid voor de gebruiker bewerkstelligt.
De basisindeling van het archief volgt in grote lijnen de hierboven geschetste taken van het gerecht, waarbij tevens is getracht een gelijksoortige opbouw als bij de inventarissen van de reeds eerder bewerkte stadsgerechtsarchieven te maken.
Tevens is gekeken of een eventueel nog aanwezige oude orde hersteld kon worden. Weliswaar zijn enkele registers van een nummer voorzien-de nummers 5 t/m 22 zijn bewaard gebleven-maar deze nummering doet geen andere indeling van het archief veronderstellen. De nummers zijn waarschijnlijk niet direct in de tijd waarin de registers werden bijgehouden op de boeken genoteerd maar iets later. De sententies in criminele zaken (nrs. 1 t/m 3 van deze inventaris) zijn 5 t/m 7 genummerd. Ze behelsen de hele periode 1637 t/m 1810. De oude nummers 8 t/m 11 vinden we terug in de sententies in civiele zaken (nrs 33 t/m 36 van deze inventaris). De periode hiervan loopt van 1636 t/m 1748. Het is dus onwaarschijnlijk dat de nummering al van de 17de eeuw zou dateren; ze konden toen onmogelijk voorzien dat er tot 1810 slechts 3 delen nodig waren.
De volgorde bij de stukken betreffende de contentieuze rechtspraak is getracht steeds hetzelfde te houden, namelijk eerst de rollen, dan de sententies en de overige stukken.
Bij de ordinaris criminele zaken ontbreken de sententies. Dit komt omdat, zoals eerder geschreven, deze gelijk met de civiele zaken in één register zijn ingeschreven. Omdat de civiele zaken veruit in de meerderheid zijn, staan ze in de inventaris ook onder die zaken genoemd.
In tegenstelling tot de eerder gemaakte inventaris van Fruin zijn alle stukken betreffende de extra-ordinaris processen-die onderscheiden waren in adviezen van rechtsgeleerden, verhoren, een appèlzaak en deklaraties van kosten-per proces bijeengevoegd en van een nadere toegang voorzien.
Ook de stukken betreffende de ordinaris processen zijn van een nadere toegang voorzien.
Het laatste gedeelte van de civiele zaken zijn stukken betreffende specifieke processen, adviezen van rechtsgeleerden en enkele deklaraties van kosten voor het procederen. Deze drie onderdelen zijn voorzien van een nadere toegang.
De vrijwillige zaken zijn voor de duidelijkheid nog eens onderverdeeld in drie categorieën: onroerend goed zaken, huwelijkse zaken en andere zaken.
De huwelijkse zaken vormen ook een duidelijk verschil met de "inventaris Fruin". In de benadering uit het eind van de 19de eeuw was deze functie niet in het archief van het gerecht bijeengebracht. In 1811 waren deze archiefbescheiden namelijk naar de secretaries van de gemeenten overgebracht om te dienen als retroacta van de Burgerlijke Stand. Zij waren verwijderd uit het gerechtelijk gedeelte van het archief, waar ze oorspronkelijk echter wel bij hoorden. Dit laatste blijkt duidelijk bij de dorpsgerechten. De huwelijken voor het gerecht en de transporten van onroerend goed zijn daar vaak tezamen in één register vermeld. De huwelijksregisters zijn nu weer met de rest van het archief verenigd, overeenkomstig het herkomstbeginsel.
De inventaris besluit met een tweetal stukken die eigenlijk niet tot het archief behoren. Het zijn stukken die door functionarissen voor privédoeleinden opgesteld zijn en naderhand aan het archief zijn toegevoegd omdat ze daar uit de "aard der zaak" betrekking op hadden.
4. Aanwijzingen voor de gebruiker
5. Literatuur en bronnen

Kenmerken

Datering:
1546-1811
Plaatsnaam:
Wijk bij Duurstede
Omvang:
10,25
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van rechterlijke organen
Herkomst:
Overheid Wijk bij Duurstede
Auteur:
E. Elenbaas
Rechtsvoorgangers:
Kantongerecht, Arrondissementsrechtbank, Notarissen, ambtenaren Burgerlijke Stand
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 067 Stadsgerecht Wijk bij Duurstede 1546-1811
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 067