10-5-1591: Verzoekschrift aan de Staten van Utrecht of hun Gedeputeerden. Mr. Dirck Rattaller, deken te Wijk, Beerndt en Willem Uijtteneng, mr. Lambert van der Burch, deken St. Marie te Utrecht, Willem Cool, voerselaer fo Amerongen, en dhr. Van Gent als collecteur van de vicarie op St. Thomas altaar, geconfereerd zijnde op Anna van Noordtszoon, mitsgaders heer Claes Beerntsz een schamele persoon en enige anderen, allen vicarissen te Wijk, dat in 1583 op 26 mei op het verschil tussen het kapittel en de magistraat van Wijk over de quotisatie tot onderhoud van een predikant, het de Staten beliefd heeft de beslissen en bevelen tot behoef van de predikant dat het kapittel zou bijdragen ieder naar advenant hij gequotiseerd was tot 300 gulden, behalve de woonplaats ten selven fine gedestineerd. Daarop heeft het gerecht van Wijk hen gequotiseerd tot 150 gulden en het klooster van Maria Magdalena ook tot 150 gulden en daarnaast des paters zaal met twee hoven, waarmee immers die quotisatie van 300 gulden tot onderhouden van de predikant genoegzaam gefurneerd was. Het gerecht wil echter meer. Zij hebben tot hiertoe daarin bewilligd, maar vinden dat ze te veel betalen. Verzoek om de nieuwe quotisatie te laten annuleren.