Archieven

Uw zoekacties: gedeeltelijk vergroten kantoorpand, 2005 Dorpsgerechten

064 Dorpsgerechten

beacon
 
 
Inleiding
Deze inventaris bevat de archieven van de dorpsgerechten die hebben gefunctioneerd op het grondgebied van de zes gemeenten die zijn aangesloten bij het Regionaal Archief Zuid-Utrecht.
De archieven van de dorpsgerechten, behalve van die gerechten die functioneerden op het grondgebied van de huidige gemeente Vianen, zijn in april 1997 overgebracht uit Het Utrechts Archief naar de gemeenschappelijke archiefbewaarplaats van het Streekarchivariaat Kromme-Rijngebied-Utrechtse Heuvelrug, de voorganger van het RHC Zuidoost Utrecht, in Wijk bij Duurstede.
Als gevolg van een provinciale grenswijziging werd de gemeente Vianen op 1 januari 2002 ingedeeld bij de provincie Utrecht. Naar aanleiding van deze nieuwe indeling werden in 2008 de "Viaanse" gerechtelijke archieven overgebracht van het Nationaal Archief naar Het Utrechts Archief. In maart 2014 vond vandaar de overdracht plaats naar het RHC Zuidoost Utrecht.
Eind november 2019 zijn de dorpsgerechten van de gerechten die ressorteerden onder de voormalige gemeenten Leerdam en Zederik overgebracht vanuit het Nationaal Archief in 's-Gravenhage naar het RHC Zuidoost Utrecht.
De inventaris is, wat betreft de Utrechtse dorpsgerechten, een uittreksel uit de Inventaris van de archivalia afkomstig van de dorpsgerechten in de provincie Utrecht 1489-1811, door D.T. Koen (Utrecht, 1985; Inventaris 49). Daar vindt u ook een uitgebreide inleiding op deze archieven.
Een aantal inventarisnummers ontbreekt. Deze waren al niet meer aanwezig tijdens de overdracht naar Wijk bij Duurstede. Dit is in de toegang steeds aangegeven.
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
Inventaris
39. Gerecht Zuilenstein, Leersum en Ginkel
39.1. Criminele en civiele rechtspraak
734-738 Rol van boetstraffelijke en van civiele zaken; achterin protocollen van akten van vrijwillige zaken, voornamelijk van overdracht en hypotheek
735 1682-1692 dec
064 Dorpsgerechten
Inventaris
39. Gerecht Zuilenstein, Leersum en Ginkel
39.1. Criminele en civiele rechtspraak

734-738 Rol van boetstraffelijke en van civiele zaken; achterin protocollen van akten van vrijwillige zaken, voornamelijk van overdracht en hypotheek
735
1682-1692 dec
Opmerkingen:
Met aantekeningen betreffende bestuurlijke zaken. Regesten door H.J. Postema, december 2011.
16-8-1686: komen Jan Thomasz zoon van Jan Jansz Meijnsz, Willem Jansz van Dam, en Arien Bastiaensz [later twee neven genoemd] haer wegens Jan Jansz Meijnsz submitterende, ende versoeckende dat den selven van sijn bannissement ende boeten mogten werden ontslagen ende het selve hem geremitteert onder beloften dat den voornden Jan Meijnsz geene de minste onbeleefde haesticheden meer aen den drossert deser hoge heerlijckheden sal bewijsen, maer denselven met alle respect bejegenen, ende dat den drossaert voor alle sijne kosten mogten trecken de actie vanden legerwagen tot laste van Leersum Ginckel en Darthuijsen, doende denselven Arien Bastiaensz, ende Wouter Jansz afstandt van alle recht off pretensie die sijluijden op deselve te pretenderen hebben waer over bij het gerecht sijnde geresolveert, heeft het gerecht den selven Jan Meijnsz met bewilligingh van den Drossaert van sijn voorsz Bannissement ontslagen, ende gepermitteeert wederom binnen de voorsz heerlijckheden te komen ende te wonen soo als voor desen heeft gedaen sonder dat hem in het minste wederom sal werden gemoeijt, remitterende gelijck oock den Drossaert remitteert e Boeten tot sijnen behoeven gestelt, ende nopende de Boeten vanden armen heeft den Predicant ende Diakon met deselve over die geaccordeert dat in verwisselinge vanden obligatie van een hondert gulden die den Diakon vanden voorsz Jan Jansz Meijnsz te pretenderen heeft de Diaconije daer voor sal genieten de actien die Jan Meijnsz tot laste van Wouter Jansz ende Teuntje Meijnsz mede tot lasten vanden voornde Wouter Jansz te pretenderen hebben, op approbatie nochtans van Jan Cornelisz buijten het welcke parthijen nopende die vijftigh gulden sullen blijven in haer geheel, ende dan die vijftigh gulden op Jan Meijnsz behouden aldus gedaen op den gerechts kamer. Alsoo de persoon van Jan Meijnsz het voorstaende verklaert heeft buijten sijn kennisse geschiet te sijn, heeft den Drossaert Keppel sich gehouden bij de sententie gepronuntiert den 15e Julij 1686. Den 3e febr 1688 is Jan Meijnsz voor de laetste reijse tot betalinge vanden boeten volgen sententie gesommeert ende de 4e dito door Rijck Corns aengeseijt dat den drost hem jan Meijnsz voor gebannen hielt en dat conde v[er]trecken op poene van swaerder straffe, conform sententie etc.
24-6-1689: Gijsbertje Jans, in cas van defloratie en trouw, contra Huijbert Arrissen. Hij seijde dat de eijscherse was een dochter van eerlijcke ouders geb[o]ren staen[de] ter goeder naem en faem die haer altijt eerlijck en wel hadde gecomporteert dat des niettegenstaende den ged[aegde] niet ontsien heeft hem in[de] gratie van[den] eijsscherse door v[er]scheijde middelen van vruntschap te infirmeren ende onder menighvuldige beloften van trouw haer soo verre heeft weten te seduceren dat hij vleeschel[ijck] met haer is komen te converseren waer van sij oock bevrught is geworden en in[de] maent van Maert des Jaers 1685 van een jonge dochter in[de] craem v[er]vallen en Aeltje gedoopt is hebbende sij in barensnoot oock v[er]klaert dat den ged[aegde] daer van vader was, en al ist dat hij ged[aegde] wel gehoude soude wesen nae rechten en volgens sijn gesworene Ede de eij[serse] te echten en te trouwen naer behoren soo blijft den selven nochtans in mora en weijgerigh oock in het contenteren voor haer craemcosten en onderhoudt vant voorsz kindt waeromme de eij[serse] genootsaeckt is geworden hem ged[aegde] voor desen Edele gerechte te doen citeren omme te horen eijs doen waer van den Dach nu dienende furnerende deselve bij desen en concludeert de eijsscherse ten fine den ged[aegde] bij definitive sententie van desen Edele gerechte sal worden gecondemneert de eijsscherse in facie ecclesie solemneel te trouwen doch soo haer dese conclusie niet mochte volgen (gelijck vertrouwt wort van jae) daer op alvorens recht versoeckende haer ten minsten te doteren en haer eer te repareren met de somme van twee hondert vijftigh gl boven de kraemcosten ter somme van 50 gl en daer beneffens het kint tot sijnen costen eerlijck te onderhouden en van sijn geboorte dagh aff en jaerlijcks voor de gedebouiseerde onkosten te betalen een somme van 80 gl en dat vervolgens ter tijt en wijle het selve tot sijne mondige jaren sal gekomen wesen off het andersints eerlijck sijn cost sal connen winnen doch soo veel min off meer als U Edele uijt de deductie van den saeck bevonden sult te behoren oock bij provisie daer provisie plaets heeft cum expensis ofte anders etc. Op alles etc. Vermits non comparitie van den gedaegde versochte default en ander citatie ‘t Gerecht verleent jegens den gedaegde het eerste default en een 2de citatie. Actum als boven. Present ‘t volle gerecht exsemt Blotenburg en Egdom.

Kenmerken

Datering:
1505-1811 (1836)
Plaatsnaam:
Amelisweerd, Amerongen, Bolgerijen, Bunnik, Cothen, Darthuizen, Doorn, Driebergen, Dwarsdijk, Everdingen, Hagestein, Hardenbroek, Heemstede, Hei- en Boeicop, Honswijk, Houten, Kedichem, Grote en Kleine Koppel, Maarschalkerweerd, Lakerveld, Lexmond, Maarn, Maarsbergen, Meerkerk, Middelkoop, Nederlangbroek, Nieuwland, Odijk, Oosterwijk, Oudwulven, Overlangbroek, Schalkwijk, Schonauwen, Schoonrewoerd, Sterkenburg, Tienhoven, Tull en 't Waal, Werkhoven, Wulven, Leersum, Ginkel, Autena, Elst, 't Goy
Omvang:
37,25
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van rechterlijke organen
Herkomst:
Overheid_A
Auteur:
D.T. Koen, H.J. Postema
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 064 Dorpsgerechten 1505-1811 (1836)
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 064