Archieven

Uw zoekacties: Wijks(ch)e Courant, 1877; p. 1 Dorpsgerechten

064 Dorpsgerechten

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
064   Dorpsgerechten
Inleiding
Deze inventaris bevat de archieven van de dorpsgerechten die hebben gefunctioneerd op het grondgebied van de zes gemeenten die zijn aangesloten bij het Regionaal Archief Zuid-Utrecht.
De archieven van de dorpsgerechten, behalve van die gerechten die functioneerden op het grondgebied van de huidige gemeente Vianen, zijn in april 1997 overgebracht uit Het Utrechts Archief naar de gemeenschappelijke archiefbewaarplaats van het Streekarchivariaat Kromme-Rijngebied-Utrechtse Heuvelrug, de voorganger van het RHC Zuidoost Utrecht, in Wijk bij Duurstede.
Als gevolg van een provinciale grenswijziging werd de gemeente Vianen op 1 januari 2002 ingedeeld bij de provincie Utrecht. Naar aanleiding van deze nieuwe indeling werden in 2008 de "Viaanse" gerechtelijke archieven overgebracht van het Nationaal Archief naar Het Utrechts Archief. In maart 2014 vond vandaar de overdracht plaats naar het RHC Zuidoost Utrecht.
Eind november 2019 zijn de dorpsgerechten van de gerechten die ressorteerden onder de voormalige gemeenten Leerdam en Zederik overgebracht vanuit het Nationaal Archief in 's-Gravenhage naar het RHC Zuidoost Utrecht.
De inventaris is, wat betreft de Utrechtse dorpsgerechten, een uittreksel uit de Inventaris van de archivalia afkomstig van de dorpsgerechten in de provincie Utrecht 1489-1811, door D.T. Koen (Utrecht, 1985; Inventaris 49). Daar vindt u ook een uitgebreide inleiding op deze archieven.
Een aantal inventarisnummers ontbreekt. Deze waren al niet meer aanwezig tijdens de overdracht naar Wijk bij Duurstede. Dit is in de toegang steeds aangegeven.
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 17-04-2024
19.069 beschreven archiefstukken
57 gedigitaliseerd
totaal 1.322 bestanden
Inventaris
1. Gerecht Amelisweerd
2. Gerecht Amerongen, Ginkel en Elst
3. Gerecht Bolgarijen en Autena
4. Gerecht Bunnik en Vechten
5. Gerecht Cothen
6. Gerecht Darthuizen
7. Gerecht Doorn
8. Gerecht Driebergen
9. Gerecht Dwarsdijk
10. Gerecht Everdingen, Zijderveld en Goilberdingen
11. Gerecht Hagestein
12. Gerecht Hardenbroek
13. Gerecht Heemstede
14. Gerecht Hei- en Boeicop
15. Gerecht Honswijk
16. Gerecht Houten en 't Goy
17. Gerecht Kedichem
18. Gerecht Grote en Kleine Koppel en Maarschalkerweerd
19. Gerecht Lakerveld
20. Gerecht Lexmond en Achthoven
21. Gerecht Maarn en Maarsbergen
22. Gerecht Meerkerk
23. Gerecht Middelkoop
24. Gerecht Nederlangbroek
25. Gerecht Nieuwland
26. Gerecht Odijk
27. Gerecht Oosterwijk
28. Gerecht Oudwulven en Waaien
29. Gerecht Overlangbroek
30. Gerecht Schalkwijk
31. Gerecht Schonauwen
32. Gerecht Schoonrewoerd
33. Gerecht Sterkenburg
34. Gerecht Tienhoven (bij Everdingen)
35. Gerecht Tienhoven (aan de Lek bij Ameide)
36. Gerecht Tull en 't Waal
37. Gerecht Werkhoven
38. Gerecht Wulven
39. Gerecht Zuilenstein, Leersum en Ginkel
39.1. Criminele en civiele rechtspraak
734-738 Rol van boetstraffelijke en van civiele zaken; achterin protocollen van akten van vrijwillige zaken, voornamelijk van overdracht en hypotheek
734 1662-1699
735 1682-1692 dec
736 1692 juni-1703
737 1701-1723
738 1724-1804
064 Dorpsgerechten
Inventaris
39. Gerecht Zuilenstein, Leersum en Ginkel
39.1. Criminele en civiele rechtspraak

734-738 Rol van boetstraffelijke en van civiele zaken; achterin protocollen van akten van vrijwillige zaken, voornamelijk van overdracht en hypotheek
738
1724-1804
Opmerkingen:
Zonder akten van vrijwillige zaken. Regesten door H.J. Postema, december 2011.
laatste wijziging 17-01-2024
6-7-1724: Jacob van Erkom, won. Buren, contra Tijmen Jansz, mede tot kennen of ontkennen van desselfs hantmerk staende onder seekere acte van schuldt bekentenisse in dato 5-4-1723. Ter somme van 36-11 ter oorsaeke en per rest van Cooppenningen van een peert.
2-5-1725: Benjamin Edelkoot, schoolmeester tot Leersum, contra Jacob van Gerderen. Hij eist betaling van 2-10 ter oorsake van een jaar onderwijs of school-geld van des gedaagdes dogter Maria van Gerderen, ingegaan den 24e Julij 1723 en dienvolgende geëijndigt den 24 Julij 1724 volgens accoord tusschen de eijser op den 13 Junii 1723 gemaakt mitsgaders aentekeninge van den eijser in desselfs boek, twelk aangaande sijn school is houdende welkers deugdelijkheijd denselve presenteerd, met behoorlijken eede te bekragtige
2-5-1725: Cornelis van Westbroek, burgemeester, constitueert zich borg voor Benjamin Edelkoot als eijser en requirant teegens Jacob van Garderen.
14-5-1727: Hendrik Eederveen, diaken, contra Geurt Daniels van Stigt, gewezen diaken, als mede tot kennen of ontkennen van desselfs hantteekeninge staende in het diaconijboek. Hij eist betaling van 30-4-15 ter oorsaeke en per reste van t geene den selven bij t sloth van reekeninge aen den diaconij armen alhier is schuldigh gebleeven.
14-5-1727: Jan Abram contra Jan Wouters. Hij seijde dat hij sig aen den gedaagde ontrent Alderhijligen inden verleeden jaare 1726 hadt verhuurt voor dienst kneght, dat den gedaagde hem voor huurloon tot st victor 1727 heeft belooft, een somma van vier en veertig guldens een paar schoenen en een half mudde rogge voor sijn moeder booven twee gl voor een huurpenning die den eijser heeft genooten dat den eijser twee daagen naa den verhuurdag sig inden dienst heeft begeeven, dat hij deselve in alle neerstigheijt en getrouwigheijdt heeft waergenoomen, dat sulx niet teegenstaende het den gedaagde gelust heeft den eijser op een onbehoorlijke wijse sonder reeden en om dat den eijser wat onpasselijk was buijten tijts te heeten gaan en doen vertrekken op den 15 april jongstleeden. Hij eist nu een kwartjaar loon. Jan Wouters wordt gecondemneeerd tot betaling van 3-3 of een ducaton beneffens de kleeren die den gedaagde van den eijser is onder hem hebbende.
19-5-1729: Aelbert Jansen geweesene dienstknegt van Huijbert Errissen contra Huijbert Errissen. Hij heeft bij Huijbert gediend als schaapherder voor 154 gl boven eenig toeloon. Hij heeft echter slechts 48 gl ontvangen. Huijbert zegt dat dit klopt maar dat Aelbert een schaap van hem zodanig door zijn hond heeft laten bijten dat het stierf. Volgens Aelbert is het schaap niet gebeten maar in het scheere was gestooken. Huijbert moet nu nog 2-10 betalen.
19-5-1729: Jacob Gerritsen Blotenburg, won. Ginkel, contra Jan Woutersen van Ginkel, won. Ginkel. Mede tot kennen of ontkennen van sijn handtmerk staende onder seekere huurcedulle van 4-2-1723. Jan heeft van Jacob gehuurd seekere huijsinge hoffsteede berge en schuure schaapschoth met de landerijen daer aen behoorende groot 24-25 morgen voor 122 gl per jaar. Hij loopt nu een aantal jaren achter.
19-5-1729: Idem contra idem. Hij lijkt nog een huis en hofstede gehuurd te hebben.
19-5-1729: Jan Woutersen van Ginkel verzoekt aan Jacob Gerrits Blotenburg uijt de cooppenningen van t coorn haeff en vee x bij sijn edelen voor hem verkogt en nog te vercoopen te betalen de somma van twee hondert vier en veertig gulden
10-11-1729: Pieter Alexander Keppel, procureur te Rhenen, verzoekt geadmitteerd te worden. Dat wordt hem toegestaan.
10-11-1729: Jan van Ginkel contra Jan Woutersen. Hij eist betaling van 26-9 ter saeke van verdient arbeijtsloon.
13-2-1730: Cornelis Blankesteijn, wonende aenden Amerongsen dijk, contra Gijsbert Woudenbergh won Leersum. Gijsbert heeft van Cornelis gehuurd om met schaapen te beweijden het collandt geleegen aghter de huijsinge en hoffsteede daer den eijser woont aenden Amerongsen dijk jaerlijks voor de somma van veertigh gulden. Hij is in gebreke gebleven te betalen.
13-2-1730: Aalbert van den Brink contra Cornelis van der Burg. Hij eist betaling van 9-10 wegens gelevert hout.
13-2-1730: Wouter Willemse van de Haar als cessie van actie hebbende van Gerrit de Ridder contra Cornelis van der Burg. Hij eist betaling van 32 gl wegens koop van een vette veers bij hem van Gerrit de Ridder op de merkt tot Amerongen gekogt.
21-2-1731: Dirk Peterse van Woudenberg x Megteld Jans contra Wouter Willemse x Maria Morre. Wouter eist eerst betaling van 45 gl als rest wegens uijt koop volgens maaggescheid mitsgaders nog de renten van een capitaal van 50 gl dat Dirk heeft aangenomen en die Wouter belooft heeft te betalen jaarlijks tot 2 gl tot 12 gl. sijnde ses jaren. Wouter zal betalen 40 gl in twee termijnen.
16-5-1731: Jacob van Gerderen timmerman alhier, contra Christiaan Karpesteijn, won Leersum. Christiaan heeft 10 april een doot kist besteld voor het doode lighaam van Teuntje Wouters sijnde des gedaagdes vrouws moeder. Jacob heeft dit gemaakt en geleverd en moet daarvoor 5 gl krijgen. Dat is nog niet betaald.
11-7-1731: Gijsbert Woudenberg contra Wouter Willemsen. Hij eist betaling van 33-15 wegens huur van een hofstede daar des gedaagdes huijsvrouws eerste man Cornelis Woudenberg tot Leersum gewoond heeft over 1720. Wouter komt niet opdagen. Dit wordt op 12-11-1731 voortgezet.
12-11-1734: Jan Schouten gewezen schaapherder van Gijsbert Woudenberg contra Gijsbert Woudenberg. Hij eist betaling van 48 gl wegens een jaar huurloon. Christiaan Karpesteijn wordt hier genoemd Christiaan Brouwers.
7-11-1735: Jan Reijnderts contra Cornelis van Leeuwen. Hij eist betaling van 5 gl hem competerende voor rest van huurloon als smitsknegt bij den gedaagde verdient in den tijt van negentien weeken.
19-11-1736: Cornelis Versteegh, won. Leersum, contra Rijk Aertsen van Kooij, won. Leersum. Hij eist betaling van 33 gl wegens borgtogt die hij eijser voorden gedaagde betaalt heeft volgens akkoord 5-1734.
19-11-1736: Jacob Blotenburg, won. Woudenberg, contra Gijsbert Tonissen van Velthuijsen, won. Leersum. Hij seijde dat den ged op den 9 feb 1735 ten huijse van Cornelis van Westbroek alhier tot Leersum met hem eijser hadde geaccordeert voor een somma van agtien guldens en agtien strs ter saake van schaaden die den eijser geleeden hadden over het weghaalen van plaggen van des eijser gront bij 't gadt van den berg genaamt den Aelsberg
19-11-1736: Christiaan Kirpesteijn, won. Leersum, als man en voogd van Annetje van Beusechom, contra Tonis Woudenberg, won. Leersum. Gerenvoijeerd.
15-4-1737: Cornelis Versteegh contra Rijk Aertsen. Voortzetting
22-8-1753: Jorden Steenbeek contra Geertruij Brinkererf. Hij seijde dat den ged hadde geseijt dat het de schult was van den eijser dat Abraham Brinkererff moest verstrekken en dewijle 't selve was onwaarheijt soo concludeerden den eijser dat de ged soude worden gecondemneert het voorn gesegde te herroepen cum expensis offte anders x op alles x. Geertruij komt niet opdagen.
17-9-1755: Evert Dirkse, won. Amsterdam, contra Joseph Abrahamse en Gabriel Abrahamse Hoogduijtse Jooden gearresteerden weegens t arrest door den eijser op gisteren gedaan doen op twee vette kalveren staande althans in den geregtshuijse alhier. Hij concludeert tot obedientie decretement en continuatie van den gedane arreste totdat 32-10 is betaald.
25-9-1755: Joseph Abrahamsen en Gabriel Abrahamsen, won. Reense Veen, contra Evert Dirkse voorgeevende woonagtig te zijn tot Amsterdam doch wonende met er daad te Remmerden bij Rheenen. Aantal blz.
27-10-1755: Gerrit van Geijtenbeek, regter van Maurik regter en collecteur vant hoorn, schape en paerdegelt in den ampte van Nederbetuwe, contra Wouter Willemse, won. Leersum. Hij eist betaling van 2-8 ter saeke van het paardegelt van drie paarden uit 1747 verschuldigd.
27-10-1755: Idem contra Gerrit Cornelissen onder Leersum. Idem.
27-10-1755: Idem contra Jan den Os te Leersum. Idem.
27-10-1755: Idem contra Aaltjen Flooren als proportione editaria meede erfgenaam van haaren broeder Teunis Flooren. Idem.
1-2-1783: Er zijn nog twee requesten van Gerrard Weenink drossaard te Leersum te kennen geevende dat zeekere Jan Speijkhooven en Huijbert van Meerweijk hadden kunnen goedvinden op maandag die geweest is den 13 Jannuarij jongst leeden des avonds omtrent agt uuren in gezelschap van nog twee andere Perzoonen zig te verschuijlen bij of in zeeker boschje of eijkenwal van Mevrouw Swemmelaar onder deezen Heerlijkheijd geleegen, met dit quadaardig oogmerk om de Perzoon van Willemeijntie Jansen van Apeldoorn welke omtrent die tijd aan het Huijs van den Predicant ter Cathegisatie was geweest, en die bij haar retourneeren na Huijs dat Boschje of wal moest passeeren op te wagten en te molesteeren, welk kwaadaardig dessein genoemde Jan Speijkhooven en Huijbert van Meerwijk ook dadelijk ter uijtvoer hadden gebragt, als hebbende na alvorens eenige knuppels of stokken gebrooken te hebben, uijt of van den tabaks hegge van Dirk Aartse van de Geer, & Jan van Vossestijn, dezelve Willemeijntie Janse van Apeldoorn na dat zij het zelve boschje of wal maar even gepasseerd was tot differente en herhaalde reijse met knuppels of stokken gegooijd en gesmeeten, dat zij haar lijf niet seeker was, nog haar weg konde vervorderen, maar in teegendeel ter conservatie van haar lijf, genoodsaakt was zig in plaads van na Huijs na Leersum te rug te keeren, verzoekende den zelven om deeze en andere reedenen bij requeste geallegeert, teegens de zelve Jan Speijkhooven, en Huijbert van Meerwijk ijder int bijzonder apprehensie corporeel immers ende ten minsten citatie in Perzoon. Zij moeten woensdag 12-2-1783 des voornoens ten 10 uuren voor het gerecht verschijnen.
6-2-1783: Gelezen een request van Gerrard Weenink drossaard te kennen gevende dat vermits de retraite van Huijbert van Meerwijk uijt deeze heerlijkheijd na elders den vertooner buijten staad was gesteld om den zelve in gevolge den appoinctemente deezer gerechts van dato 1 deezer te kennen doen dagvaarden versoekende daeromme hun Ed: agtb: appoinctement van permissie, omme die dagvaardinge (more solito) bij Edicte open baare klokluijdinge publicatie, en affixtie van Billetten te laaten doen. En is dat verzoek een paarig geaccordeert teegens woensdag den 26 deezer des voornoens ten 10 uuren. Voorts is geleezen een requeste van Anthonij Speijkhooven als vader en voogd over zijnen minderjaarigen zoon Jan Spijkhooven, en van den zelven Jan Spijkhooven verzoekende dat hun Ed: Agt: uijt aanmerking van des tweeden supliants jongheijd, de geringheijd van het delict, en des supliants goed comportement in alle andere gevallen de feijten over welke hij tweeden supliant. Het gerecht verklaart deze zaak composibel. Spijkhoven moet 12 ducaten betalen boven nog 2 tbv de diakonie. Verder is gebleken dat uit het schaapen hof van Dirk Aartsen van de Geer eenige planken waaren gebrooken en dat uijt dat zelve hok van de daar op staapels staande taback, was een aanmerklijk gedeelte gestoolen. Er wordt een premie van 150 gl uitgeloofd voor het vinden van de dader. De publicatie is volledig uitgeschreven.
1-5-1783: Huijbert van Meerwijk wordt uit Leersum verbannen.
17-2-1785: Albert Veenhoff, won. Amerongen, en Gerrit Aartsz Versteegh, won. Leersum zijn op woensdag 5-1-1785 geweest op de plaats bewoond wordende door de weduwe van Willem Teunissen van Achterbergh alhier ter gelegentheijd van zekere publique verkopinge aldaar. Daar hebben ze ruzie gekregen. Gerrit heeft Aalbert geslagen. Eis: 25 gl.
31-3-1785: Dirk van den Broek versogt dat hem de attestatie door hem ten verzoeke van Gerrit Versteegh den 10-3-1785 gegeven en den 12 dito voor 't Gerecht van Utrecht gerecolleert, als meede de interrogatorien door die van den Gerechte tbv drossaard op 20-1-1785 voorgehouden en beantwoord en met eede gesterkt mogte werden voorgeleezen in dien de zelve onder deesze Gerechte berustende waaren. Dat gebeurt en Dirk verklaart dat het de waarheid is. Hij heeft gezien dat Gerrit aan Albert een klap heeft gegeven.
6-11-1788: Request ingekomen van Cornelis van der Lee als vader en voogd over zijn minderjarige dochter Ariaantie van der Lee, won. Overlangbroek, dat Jan Lodder, won. Leersum, van jaaren herwaards, in omgang is geweest met zijn dochter en door verscheijde middelen van vriendschap en geveijnsde liefde, zich in de genegentheid van de zelve heeft weeten te insinueeren, en door belofte van haar te zullen trouwen het zoo verre te brengen dat zij met hem vleeschelijk heeft geconverseert, ten dien effecte dat zij daar van is beswangert geworden en op den 24 septb deezes jaars van een zoon inhet kraambedde is bevallen. Op 12 mei heeft Jan zijn belofte herhaald. Toen was Adriaantje al zwanger. Hij wil dat Jan dit kind alimenteert. Vermits de supplianten zijn behoeftige perzoonen, van geen tijdelijke middelen voorzien.
13-11-1788: Cornelis van der Lee als vader en voogd over zijn minderjarige dogter Ariaantje van der Lee, won. Overlangbroek, contra Jan Lodder, won. Leersum. Jan ontkent dat hij met Ariaantje vleeschelijk heeft geconverseert
21-4-1789: Jan Lodder heeft volbragt den gepresenteerden Eed, jn bijweezen van Cornelis van der Lee en Ariaantje van der Leer, en haar kind.
1-3-1790: Anthonij van Ginkel, won. Ginkel, verklarende onder Eede hoe waar ende waarachtig is dat hij op zondag die geweest is den 15 november 1789 is gekoomen bij zijne bijsteede aan het bosje op het Haartie tusschen zijn land en dat van Jan Janse van Doorn en heeft bevonden dat van zijne bijen stal was gestoolen de Honing wasch en beijen uijt vijf korven. Compareerde Jan Sanderse Verbeek, won. Ginkel en verklaart onder ede dat hij op zondag 16-11-1788 heeft bevonden dat van zijne bijsteede in den hof van zijn buurman Jelis Berentse was gestolen de honing en wasch uijt vijf korven en op 13 of 14-10-1789 heeft hij bevonden dat van zijn bijstede bij zijn huis was gestolen de honing en was uit 4 korven
3-5-1792: Cornelia Oosterbeek, meerderjarig dochter won Leersum, verklaart dat zij nu laats als meid heeft gedient ten huijze van Roelof van Vulpen meede alhier woonagtig, dat desselfs zoon genaamd Dirk van Vulpen de suppliante zodanig heeft weten te seduceeren dat zijne menigmaalen herhaalde trouw beloften van hem vleeslijk is bekend, beswangert en op den 4 april jongstleeden van een zoon is verlost, dat de genoemde Dirk van Vulpen in plaats. Zij wil alimentatie.
16-5-1792: Cornelia Oosterbeek contra Roelof van Velpen als vader en voogd van zijn minderjarige zoon Dirk van Velpen en dezelve Dirk van Velpen. Hij verklaart bij ede haar nooit vleselijk te hebben geconverseert.
7-6-1792: rechtdag uitgesteld
14-6-1792: Cornelia contra Roelof. Dirk legt in bijzijn van Cornelia en haar kind de eed af.
22-4-1793: Maurits Versteeg en zijn zoons Hendrikus en Maurits Versteeg krijgen request van de drossaard.
9-5-1793: Maurits Versteeg, schoolmeester te Leersum, Dedrikus Cornelis en Maurits Gerard Versteeg verklaren dat zij op maandagavond 8 april 1793 een grote hoop mensen voor hun huis en deur ziende komen, zaken hebben gepleegd, waarover de drossaard tegen hen zo zij wel geïnformeerd zijn, heeft vermeend te moeten ageren, en tegen hen aan de drossaard ook reeds apprehensie corporeel is verleend. Zij verzoeken nu vergeving.
30-5-1793: op het advies van Drossaard op het request van Maurits Versteeg en zijn zoons stelt het gerecht Reformetur
24-6-1793: een request van Maurits Versteeg en zijn twee zoons. Gerecht stelt dit in handen van drossaard om advies. De menigte heeft veelvuldig gescholden en gedreijgt en op de deuren en ramen gebonst en door sommigen het mes getrokken en daarmee op de muren van het huis gekrast. Daarop hebben beide zoons eerst met een pistool en vervolgens met een ordinaris geweer geschoten en daarmee enige lieden op straat staande gekwetst. Vader is direct na het eerste schot naar boven gegaan en heeft het pistool afgepakt.
20-8-1793: Advies van de drossaard. Nog is ten zelven dage gelezen een request van den Drossaard dezer heerlijkheid ratione officii om te hebben apprehensie corporeel tegen Lammert Lagerweij de zoon van L.T. Lagerweij en Jan van Es wegens het stelen van peren van het land van Hendrik de Kruijf.
17-09-1793: Gerhardus Weeninck drossaard contra Jan van Es. Hij eist lijfstraf. Jan komt niet opdagen.
17-9-1793: Idem contra Lammert Lagerweij. Hij eist lijfstraf. Lammert komt niet opdagen.
17-9-1793: Reijer Hannisse onder Scherpenzeel contra Johannes Budding won. alhier mede om te kennen of ontkennen des gedaagdes handtekening op een handschrift staande van den jare 1791.
24-9-1793: Johannes Brinkhuijsen x J: Kronenburg, won. Deventer, contra Johannes Budding mede tot kennen of ontkennen van des gedaagde handtekening staande op zekere obligatie in dd Veenendaal 15-6-1785 van 548 gl. Verder is er sprake van een acte getekend Deventer 31-12-1790 van 752 gl.
1793: Acte van Lammert Toonen Lagerweij vader en voogd van zijn minderjarige zoon Lammert Lagerweij over het stelen van peren.
30-9-1793: request van Jannigje van den Bogaard huisvrouw van Willem van Doornik om haar man tegens de beschuldigingen te mogen defendeeren en verzogte al verder tot dat einde wanneer den drossaard zijne informatien zou hebben voltrokken alles bij gemelde haar man.
15-11-1793: advies van drossaard op request van Jannigje. Zij krijgt toestemming haar man te spreken.
25-11-1793: request van Willem van Doornik. Hij wil schriftelijk waarom hij gevangen genomen is.
6-12-1793: advies van drossaard op verzoek van Willem van Doornik. Hij krijgt zijn zin.
30-1-1794: is ingekomen eis en conclusie met de memorie van adstructie in de zaak van de gedetineerde Willem van Doornik
2-2-1794: derde request van M: Versteeg en zoons met verzoek van demissie van M: Versteegh van zijne posten. Het gerecht verleent den suppliant de verzogte demissie van zijne ampten van koster schoolmeester, voorzanger en gerechtbode met den aankleeve van dien.
22-2-1794: Versteeg en zijn zoons worden veroordeeld tot 300 gl boven de kosten in deesen gepleegd.
5-3-1794: Jan Sluijterman en P.J. de Bie, advocaten van het Hof van Utrecht als adviseurs in de zaak tegen Willem van Doornik, gevangene, leveren schriftelijk advies. Het gerecht consenteert als volgt: Willlem is ontrent 40 jaren oud, geboren te Aalten. Hij heeft zich sedert enige tijd schuldig gemaakt aan het plegen van grove en strafbare onordentlijkheden en ontucht met manspersonen, mitsgaders om jonge manspersonen daartoe aan te zoeken en te verleiden. Dat Cornelis van den Broek, een jongeling, geen 18 jaren oud zijnde, omstreeks St. Victor 1792 's avonds gekomen zijnde bij de gevangene, ten einde de maat van een broek te nemen, de gevangen die maat nemende, hem in zijn broek heeft getracht te tasten, zeggende hoe staat er de kleijne kees mee? Dat Cornelis van den Broek dat afkerende en de deur uitgaande, de gevangene, terwijl hij al buiten de deur was, met geweld in zijn broek en naar zijn mannelijkheid heeft getast, daar bij zeggende, alsje bij de deern van Mores was, dan zouwje er dingen mee doen. Heel verhaal. Een half jaar geleden zekere Anthonij Aalwijk een jongeling van 20 jaar kwam 's avonds bij Willem aan huis. Toen hij weg ging, is Willem hem gevolgd tot bij een houtmijt bij de deur van de gevangene staande. Daar kregen zij een gesprek over de vrouwluij, dat onder dat gesprek de gevangene naar de broek van Anthonij Aalwijk heeft getast, verzoekende hem op de klep van zijn broek eens te mogen opendoen. Nog een heel verhaal dat zij in de zomer van 1792 naar Zoelmond zijn geweest om vette beesten te zien en daar in één bed hebben geslapen. Dat Dirk van Vulpen een jongeling van 20 jaren zich tijdens Wijkse kermis 1792 bevindende op het zogenaamde Juffersland onder Leersum. Daar deed Willem de klep van zijn broek open. Ze maakten weer een praatje over de vrouwlieden en Willem pakte Dirk in zijn broek. Tijdens de rogbouw 1792 gebeurde dit opnieuw. Dirk komt vaak bij Willem voor het huis naast hem zitten om te praten over de vrouwlieden. Daarbij probeert Willem hem vaak in zijn broek te pakken. Dat de gevange denzelven Dirk van Vulpen verscheidene keren in de zomer 1792, laatst nog op zondag toen zijn vrouw naar de kerk was, bij zich aan huis heeft verzocht. Ook met ene Tijmen van Gendt, toenmaals als knecht wonende bij .. bij de gevangene gekomen zijnde om zich de maat van een broek te laten neemen. Ook toen heeft hij geprobeerd hem bij zijn mannelijkheid te tasten. Dat gebeurde een andere keer weer toen Tijmen zich bevond op het bundje achter het huis van Teunis Woudenberg. In de zomer 1793 kwam Willem bij Tijmen te Driebergen, waar hij toen werkte, met het verzoek een briefje te tekenen, inhoudende dat hij gevangene hem nooit op een oneerlijke wijze had aangezocht. Willem wordt levenslang verbannen uit Leersum.
22-4-1794: Maurits Versteeg contra Lammert Lagerweij. Lammert heeft op 15-3-1794 van Maurits gekocht alle des suppliants goederen, zodanig hij die bezittende is, en dat voor een somma van 30.000 gl.
27-04-1794: Zondag is het gerecht vergaderd. Maurits krijgt nihil op zijn request.
24-2-1795: is vertoond schriftelijke klagten van den luijtenand Hugaij Commanderende de fransche troupes cantonnerende te Amerongen van het 3e bataillon der 2e brigade van de generaal Frinutere? waarbij blijkt dat zekere vrouws persoon Hendrikje Marres geboortig van Leersum haar met de soldaten onder zijn commando op een zeer onordentelijke wijze te Amerongen heeft gedragen. Er zijn over haar meer klachten binnen gekomen. Genoemde officier heeft haar gearresteerd
1795: Hendrikje Marrees, oud omtrent 20 jaren geboren en won Leersum, in plaatze van zig eerlijk te gedragen, van tijd tot tijd aan hoererije, en ontugt te verloopen. Zo heeft zij op maandag 23-2-1795 ten huize van zekere borger te Amerongen zich door drie Fransche soldaten vleeschlijk doen bekennen. Ook in het huis van haar moeder te Leersum heeft zij zich door onderscheide Persoonen laaten misbruiken. In de nacht tusschen den 21 & 22 februarij jongstleeden heeft zij ten huize van een burger te Amerongen met Fransche soldaten sterke drank gedronken, hetwelk aanlijding tot disordres heeft gegeven. Zij moet 4 dagen op water en brood.
9-3-1795: zekere Laurens Janse, knegt bij de boer op Heijschooten onder Woudenberg heeft zig schuldig gemaakt aan het roepen van Orange Boven, bij gelegenheid van zekere verkoping ten huijz evan Frans Sanderse onder deezen Gerechte op donderdag 5 maart 1795.
13-3-1795: stukken over Laurens worden opgestuurd naar hof van Utrecht.
16-4-1795: request over ruzie en questie ontstaan tusschen zekere Klaas Cornelisse en Roelof van Barneveld, de eerste onder Renswoue en de andere onder deze gerechte wonende bij gelegenheid van zekere publique verkoping den 5 maart 1795 ten huize van Frans Sanderze onder Ginkel
28-4-1795: G Weeninck drossaard contra Klaas Keesse won Renswoude, mitsgaders Roelof van Barneveld, won. Leersum. Hij eist boete van 100 gl.
2-6-1795: idem contra idem.
14-6-1796: request van Jan Lodder. Hij verklaart dat hij op dinsdag 7 juni 1796 voor de middag komende van Ingen aan of bij de obbelwaardze kaade heeft zien leggen een bosje teenen. Hij heeft die meegenomen. Hij begreep toen niet dat dat niet mocht. Hij wilde het niet stelen. Hij wil het proces niet afwachten en verzoekt het gerecht hem te houden voor composibel.
23-6-1796: Na lecture van zeker Request van Maurits Versteegh over zekeren Uijtweg over het Land van Dk van den Broek is daar op geapproincteerd zij getoond partij om daar op te antwoorde binnen 14 dagen na insinuatie.
4-8-1796: op het request van Jan Lodder verklaart de drossaard hem composibel.
30-1-1804: request van de gereformeerde kerkenraad alhier met drie onderhandsche attrestatien en twee interrogatoreen in de zaak van den gemelden kerkenraad en der gesuspendeerde predikant A: Gobius
6-2-1804: kerkenraad contra Geertruij van Appeldoorn om getuigenis der waarheid te geven onder solemneele eede op zodanige interogatorien waar van copie bij het doen der intimatie aan haar is overgegeven. En kerkenraad contra Jacobus Budding. Zijn voorts gecompareerd Sander van Manen 31 jaar, Maria van Gererten 43 jaar, W van Laar, Anth: Spijkhoven en Fr Jacobse van Meerveld welke ijder in het bijsonder den Attestatien beëdigt hebben.
9-2-1804: kerkenraad contra idem en idem. Default.
739 Rol van lijfstraffelijke en boetstraffelijke zaken, 1725-1792
740-741 Stukken betreffende voor het gerecht gevoerde lijfstraffelijke en boetstraffelijke processen
742 Stukken betreffende voor het gerecht gevoerde civiele processen, 1675-1785, z.j
39.2. Vrijwillige rechtspraak
39.3. Bestuurlijke aangelegenheden
Concordans
Erfgoedstuk
laatste wijziging 17-04-2024
19.069 beschreven archiefstukken
57 gedigitaliseerd
totaal 1.322 bestanden

Kenmerken

Datering:
1505-1811 (1836)
Plaatsnaam:
Amelisweerd, Amerongen, Bolgerijen, Bunnik, Cothen, Darthuizen, Doorn, Driebergen, Dwarsdijk, Everdingen, Hagestein, Hardenbroek, Heemstede, Hei- en Boeicop, Honswijk, Houten, Kedichem, Grote en Kleine Koppel, Maarschalkerweerd, Lakerveld, Lexmond, Maarn, Maarsbergen, Meerkerk, Middelkoop, Nederlangbroek, Nieuwland, Odijk, Oosterwijk, Oudwulven, Overlangbroek, Schalkwijk, Schonauwen, Schoonrewoerd, Sterkenburg, Tienhoven, Tull en 't Waal, Werkhoven, Wulven, Leersum, Ginkel, Autena, Elst, 't Goy
Omvang:
37,25
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van rechterlijke organen
Herkomst:
Overheid_A
Auteur:
D.T. Koen, H.J. Postema
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 064 Dorpsgerechten 1505-1811 (1836)
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 064
Categorie:
laatste wijziging 17-04-2024
19.069 beschreven archiefstukken
57 gedigitaliseerd
totaal 1.322 bestanden