152 Stadsbestuur Rhenen
152
Stadsbestuur Rhenen
Inleiding
De inventaris van K. Heeringa uit 1927 is in 2022 door Herman Postema geheel herzien. Hierbij is de toegang hernummerd. Zie voor een vergelijking van de oude en de nieuwe nummers de bijgevoegde concordans.
laatste wijziging 18-07-2023
3.607 beschreven archiefstukken
327 gedigitaliseerd
totaal 9.998 bestanden
Inventaris
1. Archief van het stedelijk bestuur
1.2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
1.2.1. Inrichting van bestuur, privileges, personeel en archief
229 Oorkonden van Frederik van Blankenheim, Sweder van Culemborg, Rudolph van Diepholt en David van Bourgondië, bisschoppen van Utrecht, waarbij zij aan de burgers van Rhenen voorrechten schenken, deze voorrechten bevestigen en een, tussen de bisschoppelijke stoel en de Staten van Utrecht ontstaan geschil regelen, 1403-1481; afschriften uit 1703
9-5-1481: VERVOLG.
weder in mogen comen, wesen ende verkeren alsse te voeren ende voert een igelick sal mogen comen wesen ende verkeren in al onse lande, stat ende steden voirschreven gelyck off dese schelinge nyet verresen en ware. Alle dese punthen sonder argelist des tot oirconde hebben wy David bisscop voirschreven desen onsen brieff mit onsen zegel doen besegelen. Ende want wij ecclesie, ridderschap, stat ende steden des gestichts voirschreven alle punthen voirschreven ons aendraegende mede belieft ende beloeft hebben, soe hebben wy ecclesie, vyff Goitshuyse, als ten Doem, Oudemunster, t Sant Peter, t Sant Johan, ende t Sant Marien kercken t’Utrecht onser vyf Goitshuyse segelen ende wij Johan borghgreve van Montfoerde, heer tot Doirenweerde, Johan van Rynesse van Ryynouwe, Steven van Zulen van Nyvelt, ridders, Johan van Rynnesse, here Johans zoen van Rynnesse van Rynnouwen, ridders, ende Frederic wten Hame, knapen van wege der ridderschap voirschreven dair toe gebeden onse zegelen ende wy stat van Utrecht onser stat zegel ende stede van Amersfoert ende van Rhenen onser stede zegelen mede aen desen brieff doen hangen, welker brieve sess syn alleens ludens van woerde te woerde. Ende waert oic dat dese brieve mit allen zegelen nyet besegelt en waere ende eenige ontbraken des nyet tegenstaende souden sy nogtans van machte ende waerden wesen ofte sy al besegelt waere, sonder argelist. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vier hondert een ende tachtentich op ten negenden dach in meye. Was geschreven op franchyn, hebbende onder aen of uythangende vyftien zegelen so grote als kleyne, waervan seven in rooth en aght in groen wasch. En buyte vomme? geteeckent F. Jeuchuzf? Lagerstont naer collatie hebbe ick ondergeschreven secretaris der stadt Rhenen desen met syn principaele gedateert en besegelt als boven accorderende bevonden den 28e februarii 1703 onderstont mij t’oirconde en was ondertekent C: Klerck 1703.
weder in mogen comen, wesen ende verkeren alsse te voeren ende voert een igelick sal mogen comen wesen ende verkeren in al onse lande, stat ende steden voirschreven gelyck off dese schelinge nyet verresen en ware. Alle dese punthen sonder argelist des tot oirconde hebben wy David bisscop voirschreven desen onsen brieff mit onsen zegel doen besegelen. Ende want wij ecclesie, ridderschap, stat ende steden des gestichts voirschreven alle punthen voirschreven ons aendraegende mede belieft ende beloeft hebben, soe hebben wy ecclesie, vyff Goitshuyse, als ten Doem, Oudemunster, t Sant Peter, t Sant Johan, ende t Sant Marien kercken t’Utrecht onser vyf Goitshuyse segelen ende wij Johan borghgreve van Montfoerde, heer tot Doirenweerde, Johan van Rynesse van Ryynouwe, Steven van Zulen van Nyvelt, ridders, Johan van Rynnesse, here Johans zoen van Rynnesse van Rynnouwen, ridders, ende Frederic wten Hame, knapen van wege der ridderschap voirschreven dair toe gebeden onse zegelen ende wy stat van Utrecht onser stat zegel ende stede van Amersfoert ende van Rhenen onser stede zegelen mede aen desen brieff doen hangen, welker brieve sess syn alleens ludens van woerde te woerde. Ende waert oic dat dese brieve mit allen zegelen nyet besegelt en waere ende eenige ontbraken des nyet tegenstaende souden sy nogtans van machte ende waerden wesen ofte sy al besegelt waere, sonder argelist. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vier hondert een ende tachtentich op ten negenden dach in meye. Was geschreven op franchyn, hebbende onder aen of uythangende vyftien zegelen so grote als kleyne, waervan seven in rooth en aght in groen wasch. En buyte vomme? geteeckent F. Jeuchuzf? Lagerstont naer collatie hebbe ick ondergeschreven secretaris der stadt Rhenen desen met syn principaele gedateert en besegelt als boven accorderende bevonden den 28e februarii 1703 onderstont mij t’oirconde en was ondertekent C: Klerck 1703.
152 Stadsbestuur Rhenen
Inventaris
1. Archief van het stedelijk bestuur
1.2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
1.2.1. Inrichting van bestuur, privileges, personeel en archief
229 Oorkonden van Frederik van Blankenheim, Sweder van Culemborg, Rudolph van Diepholt en David van Bourgondië, bisschoppen van Utrecht, waarbij zij aan de burgers van Rhenen voorrechten schenken, deze voorrechten bevestigen en een, tussen de bisschoppelijke stoel en de Staten van Utrecht ontstaan geschil regelen, 1403-1481; afschriften uit 1703
9-5-1481: VERVOLG.
weder in mogen comen, wesen ende verkeren alsse te voeren ende voert een igelick sal mogen comen wesen ende verkeren in al onse lande, stat ende steden voirschreven gelyck off dese schelinge nyet verresen en ware. Alle dese punthen sonder argelist des tot oirconde hebben wy David bisscop voirschreven desen onsen brieff mit onsen zegel doen besegelen. Ende want wij ecclesie, ridderschap, stat ende steden des gestichts voirschreven alle punthen voirschreven ons aendraegende mede belieft ende beloeft hebben, soe hebben wy ecclesie, vyff Goitshuyse, als ten Doem, Oudemunster, t Sant Peter, t Sant Johan, ende t Sant Marien kercken t’Utrecht onser vyf Goitshuyse segelen ende wij Johan borghgreve van Montfoerde, heer tot Doirenweerde, Johan van Rynesse van Ryynouwe, Steven van Zulen van Nyvelt, ridders, Johan van Rynnesse, here Johans zoen van Rynnesse van Rynnouwen, ridders, ende Frederic wten Hame, knapen van wege der ridderschap voirschreven dair toe gebeden onse zegelen ende wy stat van Utrecht onser stat zegel ende stede van Amersfoert ende van Rhenen onser stede zegelen mede aen desen brieff doen hangen, welker brieve sess syn alleens ludens van woerde te woerde. Ende waert oic dat dese brieve mit allen zegelen nyet besegelt en waere ende eenige ontbraken des nyet tegenstaende souden sy nogtans van machte ende waerden wesen ofte sy al besegelt waere, sonder argelist. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vier hondert een ende tachtentich op ten negenden dach in meye. Was geschreven op franchyn, hebbende onder aen of uythangende vyftien zegelen so grote als kleyne, waervan seven in rooth en aght in groen wasch. En buyte vomme? geteeckent F. Jeuchuzf? Lagerstont naer collatie hebbe ick ondergeschreven secretaris der stadt Rhenen desen met syn principaele gedateert en besegelt als boven accorderende bevonden den 28e februarii 1703 onderstont mij t’oirconde en was ondertekent C: Klerck 1703.
weder in mogen comen, wesen ende verkeren alsse te voeren ende voert een igelick sal mogen comen wesen ende verkeren in al onse lande, stat ende steden voirschreven gelyck off dese schelinge nyet verresen en ware. Alle dese punthen sonder argelist des tot oirconde hebben wy David bisscop voirschreven desen onsen brieff mit onsen zegel doen besegelen. Ende want wij ecclesie, ridderschap, stat ende steden des gestichts voirschreven alle punthen voirschreven ons aendraegende mede belieft ende beloeft hebben, soe hebben wy ecclesie, vyff Goitshuyse, als ten Doem, Oudemunster, t Sant Peter, t Sant Johan, ende t Sant Marien kercken t’Utrecht onser vyf Goitshuyse segelen ende wij Johan borghgreve van Montfoerde, heer tot Doirenweerde, Johan van Rynesse van Ryynouwe, Steven van Zulen van Nyvelt, ridders, Johan van Rynnesse, here Johans zoen van Rynnesse van Rynnouwen, ridders, ende Frederic wten Hame, knapen van wege der ridderschap voirschreven dair toe gebeden onse zegelen ende wy stat van Utrecht onser stat zegel ende stede van Amersfoert ende van Rhenen onser stede zegelen mede aen desen brieff doen hangen, welker brieve sess syn alleens ludens van woerde te woerde. Ende waert oic dat dese brieve mit allen zegelen nyet besegelt en waere ende eenige ontbraken des nyet tegenstaende souden sy nogtans van machte ende waerden wesen ofte sy al besegelt waere, sonder argelist. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vier hondert een ende tachtentich op ten negenden dach in meye. Was geschreven op franchyn, hebbende onder aen of uythangende vyftien zegelen so grote als kleyne, waervan seven in rooth en aght in groen wasch. En buyte vomme? geteeckent F. Jeuchuzf? Lagerstont naer collatie hebbe ick ondergeschreven secretaris der stadt Rhenen desen met syn principaele gedateert en besegelt als boven accorderende bevonden den 28e februarii 1703 onderstont mij t’oirconde en was ondertekent C: Klerck 1703.
Datering:
9-5-1481
laatste wijziging 24-11-2020
laatste wijziging 18-07-2023
3.607 beschreven archiefstukken
327 gedigitaliseerd
totaal 9.998 bestanden
Kenmerken
Datering:
1337-1813 (1840)
Plaatsnaam:
Rhenen
Omvang:
67,50
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van gemeentelijke organen
Herkomst:
Overheid_R
Auteur:
K. Heeringa, H. van der Heiden en H.J. Postema
Rechtsvoorgangers:
Gemeentebestuur Rhenen
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 152 Stadsbestuur Rhenen 1337-1813 (1840)
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 152
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 152 Stadsbestuur Rhenen 1337-1813 (1840)
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 152
Categorie:
laatste wijziging 18-07-2023
3.607 beschreven archiefstukken
327 gedigitaliseerd
totaal 9.998 bestanden