Archieven

Uw zoekacties: Stadsbestuur Rhenen

152 Stadsbestuur Rhenen

beacon
 
 
Inleiding
De inventaris van K. Heeringa uit 1927 is in 2022 door Herman Postema geheel herzien. Hierbij is de toegang hernummerd. Zie voor een vergelijking van de oude en de nieuwe nummers de bijgevoegde concordans.
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
Inventaris
1. Archief van het stedelijk bestuur
1.2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
1.2.5. Arbeid en bedrijven
284-288 Stukken betreffende het kleermakersgilde
285 Stukken betreffende de gildebrief
152 Stadsbestuur Rhenen
Inventaris
1. Archief van het stedelijk bestuur
1.2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
1.2.5. Arbeid en bedrijven

284-288 Stukken betreffende het kleermakersgilde
285
Stukken betreffende de gildebrief
Datering:
1514-1761
Opmerkingen:
Bevat een afschrift van de gildebrief van Wijk bij Duurstede uit 1514, een Rhenense gildebrief met aantekeningen, de oorspronkelijke gildebrief van 1604 en een kopie hiervan uit 1761. En een verzoekschrift aan de magistraat van Rhenen van 1640. Transcriptie door H.J. Postema, augustus 2017.
1604: Aende Edele regierders der steede Rheenen,
Gheeven zeer dienstelicken te kennen de kleermaeckers, droochscheerders, ende wandtsnijders alhier binnen Rhienen, dat alhier tot Rhenen daegelicx ende hoe langer hoe meerder groote misbruijcken ende disordre in haere voorschreven ambachten ende neeringen gebruijckt worden, door dijen vreemde ende vuijthemsche coomende van buyten in deeser steeden, voor off aleer zij eenige borgerschap off andere des stadts previlegien hebben gewonnen off vercregen, terstont off soe haest zij in deeser steede zijn comende ende voorschreven ambachten ende neeringen zijn exercerende ende gebruijckende, jae dat kleermaeckers vuijt andere provintien ende oock steeden alhier te werck gestelt worden. Alle twelck emmers alsoe niet en is behoerende, ende directelicken is strydende tegens der supplianten ende oock deeser steede welvaeren, te meer soe zij supplianten alle stadts lasten ende impositien, mitsgaders wachten ende andere beswaernissen in deeser steede geven te lasten ende draegen, welcke misbruijcken oock in egeene steeden off republycquen getolereert off geleeden behooren te werden, nochte oock geleeden en weeder daar alleenlicken in deeser steede ende repubycque. Ende can sulcx lichtelicken by u edele voorsien off geremedieert worden, mits den supplianten permitterende, gelyck als in andere naebuer steeden een broederschap off gilde te moogen oprichten. Soe zyn zy supplianten haer keerende tot u edele, ootmoedelicken versoeckende, dat u edele gelieven hemluijden, volgende dese bygevoechde geconcipieerde op u edele begeren ordonnantie, den selven gilde off broederschappe hemluijden te accordeeren. Dit doende, etc. ofte anders etc.
J. Bercheijck
2-2-1604: VERVOLG.
[3]
Daer alsoe veel lakens daer hij een middelbaer priesters langen tabbert off maken will, ende gaen ende overleggen dat alsoe dat daer nijet een halff vierdell lakens aen en ontbreect, off over en loopt, ende dat die pand ende die panden ende die mauwen ende die lassen gelijck met die woll meergaende. Item dat andere stuk zel wesen een middelber priesters tabbert tot zijn indonyt? Toe. In alle manijeren als hij die vorste proeve gedaen heeft. Item dat darde stuck sal wesen een middelder vrouwen tabbert mit tassen daer zall hij oock alsoe veel lakens toe nemen als hij will, ende die pand ende die mauwen ende die alssen mit die woll meergaende datter oock nijet een halff vierdel lakens aen ontbreken ofte over lopen en sel. Item dat vierde stuck sell wesen een middelber vrouwen dubbelde hueck daer slle hij oock alsoe veel lakens toe nemen als hij will, datter oock nijet een halff vierdell lakens aen ontbreken off over lopen en zel. Item die droochscheerders proeff sellen wesen vijff ellen onboort off onboort laken, die hij sceren zell op een manier van eenre vrouwen dubbelde hueck. Item die dese voorgenoempde proeven nijet doen en can ende hem tegens gewesen wierde vanden proeffmeisters, die en sell nijet verkuren? Dan hij sell noch een jaer voor knecht dienen ende dat bewijsen ende die oncosten betaelen die die proefmeijsters gedaen ende daer verteert hebben, hij zij wijff off man. Item soe wat vrouwen ofte meechden meijsterije binnen Wijck setten willen van des voirschreven gilde, die sellen eerst poorter moeten
2-2-1604: VERVOLG.
[4]
Werden ende dan dat gilde wijnnen ende voort in dat gilde gehouden wesen te doen in allen saken dat den gilde aengaet, gelijck een gildebroeder die meisterije hout ende haer proeve doen gelijck een gildebroeder des voirschreven staet. Item enich vreemt gesel buten onsen gerichte gebooren mach well onder ellich? Meijster van desen gilde in tendepscap? Wercken, ende dat ambacht doen om twee stuvers current, die hij den oudermans voirschreven geven selle ende daer mede zo is hij vrij alsoe veer als hij dat ambocht dat hij doen will well kan ende dattet geen leerkijnt en is. Item elck kijnt het zij meecht off knecht die van buten onsen gericht geboren is ende van desen voorschreven ambochten hier ijerst well? leeren will, die sellen geven totten gilde behoeff voorschreven vier pont nijes wass off zestien oude Vlaamse groot daer voor. Ende een onser borger kijnt voorschreven sell geven drie pont nijes wass tot behoeff der gilde voorschreven. Item zo wat gildebroeders wt desen gilde buten den gerichte van Wijck voir wonen met wijff ende kijnder off dat hij zijn wijff wel binnen desen gericht all liet blijven ende buten een ander wijff opsetten om zijn ambocht buten te doen als meisterije te houden een jaer ende zes weken lanck, die verliest sijn poorterscap ende dat gilde binnen den gericht van Wijck. Ende waert sake dat hij wederom quame teijnden deser voorschreven tijt om zijn ambocht te doen als hij te vooren dede, zo zall hij eerst porterschap ende dat gilde wijnnen weder om tegens den burgemeesters ende tegens den oudermans vanden voorschreven gilde, als off hij een vreemde van buten waer, maer hij mach well onder eenen anderen meijster in knaepschap wercken ende zijn ambocht doen
2-2-1604: VERVOLG.
[5]
sonder nijwe werck te snijden off aen te nemen buten sijnen meijster daer hij sijn ambocht ende doe om twee stuvers voirschreven. Item soe wie dit gilde nijet gewonnen heeft ende dit ambocht voorschreven heijmelick ofte openbaer woude doen, het waer man off wijff, alsoe dick ende menich werve die oudermans inder tijt vanden voorschreven gilde dat bevijnden, zo sullen zij die betalen op eenen halven gouden coervorster rijns gulden van voller gewichten, die een helft tot ons gerechts behoeff van Wijck, ende dat ander vierdel tot ons gilde behoeff, ende dat vierde vierdel tot der boden behoeff voor zijn loon dat hij die pande een ijgelick van stonden aen off halen zell, die dat gilde brieff ende dat nijemant te verdraghen, off die oudermans zullent zelff opleggen. Item des gelijcx enige die in desen gilde nijet en zijn, het zij man off wijff, ende dit gilde nijet gewonnen en hebben ende binnen onsen gericht desen voirschreven ambochten doen off dat zij nij laken snijden ende dat buten maken wt onsen gericht ende die oudermans vanden voirschreven gilde dat inder waerheijt bevijnden, die verbeurde tot elcker reijse als hem die kaerde? Eenen halven gouden rijns gulden voorschreven, ende daer sellen die oudermans voor besetten in onsen gericht tot wat tijden zij connen mitten gesworen? Bode. Item zo sullen dese gildebroeders gemeenlick hebben ende houden twee toertsen gelijck die ander gilden, ende brue[r]schappen hebben tot Wijck. Ende die omme laten dragen tot elcker tijt alsmen dat heijlige sacrament ende onser lieve vrouwe te capelle omdraghen zall, gelijck als die andere gilden ende bruerschappen doen. Ende geviel daer enich versuijm in dat zij des nijet en deden, dat waer op eenen halven gouden rijnsgulden voorschreven tot onsen gerechts behoeff van Wijck voorgenoemd. Item zoe en sell nijemant van buten hoer wollen laken vercopen dan opten drijen merct dach, ofte zij sullen po[or]terschap ende dat gilde gewannen hebben.
2-2-1604: Item tot allen tijden zalmen die gildebrueders den wete doen als zij bij een wesen moeten, het zij in begangenissen off in anderen zaken daert te doen is, ende die daer nijet en comen die verbueren twee oude Vlaamsen groot indijen zij binnen onsen gericht woenen, het waer gildebruer off suster vanden gilde. Item den oudermans mitt eenen gildebroeder mach eenen gildebroeder oorloff geven vuijt onsen gericht doen te reijsen ten zij dat hij nootsaken heeft binnen onsen gericht dat hij nijet comen en mach. Item zo wanneer een gildebrueder off suster wt desen voorschreven gilde sterft, zo sullen die oudermans den gildebrueders ende susteren vuijt den voorschreven gilde gemeenlijk een wete laten dat sij comen ende helpen horen gildebroeder off suster begraven, die daer dan nijet en quame die verbeurde twee oude Vlaamsen groot, alsoe veer hij binnen onsen gericht waer. Item alsmen enige gildebroeder bevijnt sijn ambocht doen op den? vierdagen, gelijck den heijligen sonnendach, vuijtgenomen heeren cledinge, brulofs cleder ende scutten cleder, die verbeurde tot elcker reijse een oort van eenen gouden rijns gulden voorschreven. Item waer daer enich gildebrueder off suster van desen gilde die den oudermans ongehoorsaem waer in enich punt van desen gilde voorschreven off in enige punten die desen voorschreven gilde aenginck ende dat se desen brieff mosten lesen voor tgerecht off ouderswaer? Die verbeurde eenen halven rijns gulden voorschreven, die een helft tot des gerechts behoeff ende die ander helft tot dat gilde behoeff voorschreven. Item zo sullen dese gildebroeders ende susteren alle jaer mit malcanderen eten op sinte Johans dach te midsomer in een herberge daer die oudermans haer bescaijt hebben, ende zoe wie daer dan nijet en coemt, die zal sijn maeltijt geven gelijck die gene die daer comen eten, ende daer toe te verbueren eenen ouden Vlaams groten, ende dat nijemant te verdraghen het zij wantsnijders off enige ander gildebroeders, ende als die maeltijt gedaen is, zoe
2-2-1604: VERVOLG.
[7]
sellen sij eendrachtelijck eenen ouderman kiesen, die zall ouderman altijt blijven twee jaer, ende de outsten ouderman zall dan des anderen daechs zijn rekeninge ende bewijs doen vanden gilde. Item des anderen dages nae sint Jans dach voorschreven zoe sullen alle de gildebroeders ende susteren te kercken comen ende begaen die gildebroeders ende susteren die inden voorschreven gilde gestorven zijn, ende offeren daer over den priester die hoer sielmisse doet als dat behoort, ende zo wat gildebroeder off suster die daer dan nijet en quame totter begangenisse die verbeurde twee oude Vlaamsen groot tot des gilden behoeff, ende als die sielmisse vuijt is, soe zel den outsten ouderman vanden voorschreven gilde doen sijn rekeninge doen van desen gilde wegen in die herberge daer zij geteert hebben, ende daer zullen die gildebroeders ende susteren bij comen ende hooren waer haer gelt gebleven is, ende die gildebrueder off suster die dan den gilde schuldich is off zijn, sullen den ouderman betalen binnen acht dagen off die oudermans zullen metter stadt boden pande haelen op een peen van een halven gouden rijns gulden voorschreven, die een helft tot des gerechts behoeff ende dander helft tot des gilden behoeff voorschreven, off zij met allen recht verwonnen waeren ende datse die burgermeijsters vander stede wegen te goede gescouden hadden. Item zoe en sell geenen gildebroeder off suster van desen voorschreven gilde den anderen zijn knechte onderhuren opt verbueren van eenen halven gouden rijnsgulden voorschreven, de een helft tot des gerechts behoeff ende dander helft tot des gilden behoeff. Item wat meer soet sullen ellick van desen oudermands jaerlix hebben voor haren arbeijt twee quarten wijns, een mingelen
1604: VERVOLG.
[6]
voor gehouden wesen te geven twaelff stuvers tot der gilde behoeff.
Item soe wie in zijn leeven deeser gilde begeeft, ende vuijt deeser stadt mitter woon compt te trecken zal tot deesen gilde behoeff betaelen een gulden.
Item oock en zal niemandt vanden gildtbroeders den eenen den kinderen zijn knecht ofte jongen onderhueren off te werck moogen stellen dan bij wille ende consent zijns meesters daer zij mede gevrocht heeft. Opte verbuerte van twee gulden tot elcke reijse ende soe menichmael hem zijn werck verbooden zal werden, halff totter stadt, ende dander helfte tot der gilden behoeve.
Ende off eenich meester zijn knecht ofte jongen oirloff gaeve buijten tijts, sonder behoorlicke redenen zal gehouden weesen den knecht te geeven zijn volle loon vanden halve jaere daer hij in is, ende van zijn jongen scheijden tot twee goeder mannen seggen.
Ende off den knecht ofte jongen scheijden van

[7]
Zijne meester buijten tijts, sonder behoorlicke redenen, die en zal alhier binnen Rhenen bij geenen gildtbroeder te werck gestelt moogen werden, dan bij wil ende consent zijns meesters opte verbuerte als booven verclaert.
Ende soe wat gildtbroeder daer sterfft in dit gilde noch werckende, salmen die broeders byden gilden boode een weete doen, omme meede te groeve te coomen, ende die alsdan niet en quaeme die verbuerde sess stuvers, ende zullen des overledens erffgenamen ten behoeve vanden gilde alsdan betaelen drie gulden.
Item off eenich twist off geschil geviel tusschen deese voorschreven gebroederen, dat zullen die gildtbroederen onder hemluyden moogen accordeeren ende vergelycken, behouden de heere ende stadt haere bemercken?
Item zullen alle jaeren opten I novembris vuyten gemeijnen gildtbroederen de bequaemste persoonen weesen geeligeert off gecooren worden
1604: VERVOLG.
[8]
Item indijen hem eenich vande oudermans die daer jaelicx vander gilde gestelt zullen werden, buerachtich? bevonden worden zullen telcke reijse verbueren onboelde? boeten, ende zullen geemploijeert worden als voiren.
Item zullen die gildtbroeders alle jaeren twe daegen alse opten I ende II septembris enilick? ende fruntlick mit malcanderen eerlicke maeltijden houden, ende wat tselve is costende zel bij eenen ijgelicken gelijckelick gedraegen worden, sonder dat daer van ijemandt vrij zal zijn, vuijtgesondert den gilden boode ende wie alsdan absenteerde zel evenwel gehouden zijn zijn maeltijden te betaelen sonder dat hij een ander oock in zijn plaetse zel moogen setten.
Item zullen opten selven II septembris vuijten gemeijnen gildebroeders alle jaeren gecozen werden twee proeffmeesters omme met de oudermans mitte proefmeesters alle proeven op te neemen, ende zulen bij de gemeen gildebroeders vier van haire bequaemste gilt broeders genomineert daer van twee tot oudermans bijden scholtis ende de rechte gestelt zullen worden.

[9]
Item soe zullen die gildtbroeders alle jaeren twee daegen bijden anderen vergaederen, ende alsdan mit den anderen eerlicken teeren, ende zel tselve geschieden opoten I septembris ende wie alsdan absenteerden zel evenwel gehouden zijn, zijn maeltijden betaelen, sonder dat hij een ander in zijn plaetse zal moogen setten.
Item zullen de oudermans alle jaeren voor haere moeijten ende arbeijt tot een vereeringe vuyten incoomen van deesen gilde hebben elcx twee kannen Rijnschen wijns.
Ende indijen hem ijemandt waerwillich off weijgerich bevonden worden, hij zij in off buyten deeser gilde zal datelicken alle producten off anderen hier inne verhaelt nae te coomen ende te voldoen, soe hebben u.
5-3-1604: Copye
Wy scholtis, borgemeesteren, schepenen ende regierders der steede Rhenen doen condt allen luijden dat wij voor ons en onsen nakomelingen geordonneert en gemaakt hebben, ordonneren ende maken bij deesen een gilde ofte broederschap van kleermakers, bontwerkers, borduijrwerkers, droogscheerders, wandsnijders ende voort allen den geene die wollenwerk ofte kleeren om geld werken binnen deeser steede Rhenen die welcke t’samen in dit gild weesen zullen ende gehouden zijn haar na de nabeschreven ordonnantien en poincten te reguleren. In den iersten zo en zal niemand tot deesen gilde geadmitteerd of toegelaaten werden ten zij hij voor al toone en doet blijken borger te weesen van deeser stad. Item off eenijge meester of meijstersches uijter stad mitter woon toogen, ende verjaart of en verdaagt waaren, ende daar na alhier wederom metter woon quaamen zullen gehouden zijn die borgerschap ende het gilde wederom op nieuws te winnen, gelijk ofte zij nooijt int gild geweest en waare, voorts of ijmandt dat gilde versogt te winnen weesende een uijtheemsche, zal gehouden weesen tot den gilde off broederschappe behoef terstond off aleer hij den gilde zal mogen genieten te betalen zes Carolus guldens van twijntigh stuijvers elken gulden en voor den armen eene gulden ende een gilde broeders zoon drie gulden ende een borgers zoon vier gulden, alles ten behoeve als voorschreven ende elck voor den armen een borgers kijnt tien stuijvers ende een giltbroeders kijnt vijf stuijvers. Item zoo en zal niemant tot desen gilde toegelaaten of geadmitteerd worden
5-3-1604: VERVOLG.
off hij zal ijerst zijn proeve doen, ende de kleermakers proeve aan vier stucken wercx, hier na volgende, te weeten een middelbaar mans nacht tabbert, een mans wambos, een vrouwe samaer off vlieger ende een jonge dogters off vrouwen tabbert, ende dit alles van wollen laken zijn behoorlike breete hebbende het geheele fatsoen met de woll neergaande dat aan elcke stuck wercx nijet een half vierde el lakens zal ontbreeken, of overschieten. Item een droogscheerders proeve sal weesen te scheeren drie ellen goet fijn swart lakens weesende een stuk laacken ende ’t selve wel te scheeren sonder kerven, off grontslagen. Item dat den geenen welcke deese voorschreven proeve in deel ofte geheel niet doen en kan, gehouden zal zijn noch een jaer voor knecht te dienen, sonder eenigsins te verbeuren dan alleenlijcken de oncosten welcke die proefmeesters en oudermans gedaan ende verteert zullen hebben, oock zullen alle gildtbroeders gehouden wesen te houden en te hebben een behoorlijck en goet halsgeweer en seijtgeweer die hem eijgen toebehooren omme daer meede ten tijde des noot zijnde, zijn lijf ende de stad te defenderen op te verbeurt tot elcke reijse van twee Karolus gulden, de eene helfte ten behoeve voor de stad ende d’andere helfte ten behoeve van den gilde. Item voorts en zullen geen van de giltbroeders eenige jongens ontfangen of aannemen om het ambacht te leeren of voor knecht te wercken off zij zullen eerst of voor al den gilde daar van consenteeren te weten een leer kint van buijten komende vijf en twintich stuvers, een borgers kijndt twijntich stuvers ende een gildt broeders kijndt vijftien stuvers, ende een knecht die zijn ambacht buijten heeft geleert komende alhier wercken zal den gilde betaelen vier stuivers waar van de meester bij de welcke hij zal komen
5-3-1604: VERVOLG.
te wercken zal betalen twee stuvers ende dit zo dickwils ende menigmaal hij hem aan aan een andere meester verandert hier van zullen exemoet weezen arme kijnderen die macht niet hebben, d’voorschreven gerechtigheijd te betalen. Item wie deze voorschreven gilde niet gecontenteerd of gewonnen en hadde gelijck voorschreven staet ende dit ambacht in ’t heijmelijck of in ’t openbaar doen woude hij zij hoe dat hij zij, uijtgesocht borgers ende inwoonders kijnderen ende brodige dienaars die binnen dezer stede in haer ouders ende meester
Huijssen voor de familie der selve ende anders niet ’t selve handwerk zullen mogen exerceren die zal verbeuren alzoo dikwils ende menigmaal hij daar op bevonden zal moegen of kunnen worden achtien Karolus gulden van twijntich gefalueerde stuvers elcke gulden het een derdendeel daar van tot behoefte deezer stad, het tweede derdendeel ten behoeve vanden gilde ende het leste derdendeel voor den rechten armen deezer steede ende bij gebreeke van insouficante vanden geene d’welke sulx gedaan zal moegen hebben zal men daar voor met den scholtis twee vanden gerechte ende secretaris moogen executeeren d’geene de welke hem te werk geset zal hebben ende dat met ter daat. Item zoe en zal nijemant van buyten alhier binnen Rhenen eenyge wolle laeckenen noch hoosen of wolle wanten moogen vercoopen dan alleenlicken in des stads vrije twee jaer marcten alse XII junij ende I novembris ende op donderdaechsche marckdagen, off hij zal als voorschreven den gilde gecontenteerd hebben. Item zoe en zal nijemants op ten donderdach moogen wercken op een poeyne van drie Karolus gulden, tot den gilden behoeft ten waere saecken dat eenige rouwkleederen of brulofts klederen te maecken waeren in welcken gevallen den kleermaecker, druechscheerder of wercker gehouden zal zijn ’t selve den oudermans vanden gilde te kennen gene ende aan hem oirloft vraegen, twelcke hem alsdan geaccordeert zal
5-3-1604: VERVOLG.
worden mits betalende twaalf stuvers die eene helfte daar van ten behoeve vanden gilde ende dander helfte voor den armen. Item dat geen vergaderinge bij de giltbroeders gehouden zullen mogen worden sonder den scholtis deezer stede alyoevens te kennen te geven op te verbeurte van telcke reijse drie Karolus gulden, het een derdendeel tot profijt vanden officier ende die twee deelen tot profijt dezer stede en of ter enige saken en geschille den gilde aengaende te tracteren, te dediceren ende ter neder te leggen waren zoe zla een vanden oudermans in der tijd gehouden wezen morgenspraak te legeren, ende hoe wie als dan vanden gildbroeders niet en quamen zal verbeuren thien stuivers gelijck den ouderman gelijcke thien stuivers zal verbeuren indien hij in zijn morgenspraeck te leggen negligent waren. Item ofter eenige waren die in dezen gilde niet en zijn ende vanden de gildbroeders morgenspraak begeerde die zullen daar voor gehouden wezen te geven twaelf stuvers tot den gilde behoeft. Item zo wie in zijne leven dezen gilde begeeft en uijt dezer stad mitter woon kwam te trekken zal tot deezen gilde behoeft betalen enen gulden. Item oek en zal nijemant vanden giltbroeders d’eene den anderen zijnen knecht ofte jonge onderhuyren of te werk mogen stellen dan by wille ende consenten zyns meesters daar hy meede gevrocht heeft op te verbeurte van twee gulden tot elke reijse ende zoe menigmaal hem zyn werk verbooden zal worden half tot er stad ende d’ander helfte tot den gilde behoeft ende of eenich meester zijn knecht ofte jonge oerlof gaeve buijten tijds sonder behoorlijcke redenen zal gehouden wezen den knecht te geven zijn volle loon vanden halve huere daar hij in is ende van zijn jonge scheijden tot twee goeder mannen seggen ende of den knecht ofte jonge scheijden van zijnen meester buijten tijds zonder behoorlijcke redenen die zal alhier binnen Rhenen bij genen gilt broeder te werck gesteld moegen worden dan bij wil
5-3-1604: VERVOLG.
ende consent zijns meesters op te verbeurte als boven verclaert en zoe wat giltbroeder daar sterft in dit gilde nog weezende zal men die broeders bij den gilde boode een weete doen omme mede te groeve te koomen ende die alsdan niet en quame die verbeuren ses stuvers ende zullen des overledes erfgenamen ten behoeve vanden gilde als dan betalen een gulden tie stuivers. Item indien hem eenich vanden de oudermans die daar jaarlix vanden gilde gesteld zullen worden breucagtig bevonden worden zullen telcke reijse verbeuren dubbelde boete ende zullen geemploijeerd worden als voyren. Item zullen die giltbroeders alle jare twee dagen als op ten 1e en 2e septembris minlick en vruntelick met malkanderen eerlicke maeltijden houden ende wat ’t selve is costende zal bij eene ijgelicke gelijckelijck gedragen worden zonder dat daar van ijmant vrij zal zijn, uijtgesondert den gilde boode ende wie als dan absenteerde zal even wel gehouden zijn maaltijden te betalen sonder dat hij een ander in zijn plaatse zal moegen setten. Item zullen opten zelven 2e septembris vuyte gemeyne giltbroeders alle jaar gecoiren worden twee proefmeesters omme met de oudermans alle proeve op te nemen ende zullen oeck by de gemeyne giltbroeders vier van hare bequamste giltbroeders genomineert worden daar van twee tot oudermans by den scholtis ende gerechte deezer stede gesteld zullen worden. Item zullen de oudermans alle jaar voort haire moeyten ende arbeyt tot een vereeringe vuyten incoomen van deezen gilde hebbe twee kannen Rijnsche wijn, ende want wy scholtis, borgemeesteren, scheepenen ende regierders willen ende begeeren, dat bij de giltbroeders ende eene ygelicken den inhouden deezes in allen poincten en artikelen naegekomen ende achtervolgt zal worden, zoe hebben wij ons stede grote segel voor ons ende onse nacomelinge onder aan dezen brief doen hangen. Gegeven in’t jaar onses Heeren XVIc ende vier op den V marti en was geteekend
Holl.

Kenmerken

Datering:
1337-1813 (1840)
Plaatsnaam:
Rhenen
Omvang:
67,50
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van gemeentelijke organen
Herkomst:
Overheid_R
Auteur:
K. Heeringa, H. van der Heiden en H.J. Postema
Rechtsvoorgangers:
Gemeentebestuur Rhenen
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 152 Stadsbestuur Rhenen 1337-1813 (1840)
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 152