Met aantekening dat ze 9 februari 1706 is overleden. Betreft de slaven: Scipio van Mallebaar, Pieter van de Cust, David en Sabina van Madagascar, Coridon van de Cust, Hercotta van Macasser, Hendrik en Antonij van de Cust, Dana van Timor, Jaija van Bima, Dorninga van Bengale met haar kinderen Grietje, Catrina, Lijsbet, Claas, Dirk en Andries (allen van Batavia), Susanna van de Cust. Betreft legaten aan: een aantal genoemde slaven, haar jongen Jochem van Nias, haar geadopteerde dochter Helena Jansz (waarvan de moeder is Rachel van Nias), Frederik en Christina van Batavia (kinderen van Rachel van Nias), broodbakker Marten Timmerman, de nagelaten kinderen van Joannes Hermes, Helena Pedel (vrouw van Andreas Lambertus), Maria Carelsz (dochter van Carel Carelsz), Cornelia Arentsze, Giman van Palenbang (weduwe ziekenbezoeker Boudewijns), Steven Holsteijn, Louis d’Avois, Lijsbeth Muddeveer (vrouw van Claas Pietersz, hopman tot Amsterdam), Anna Catharina Melman (weduwe van Wenemarus Malsder (?), predikant tot Spreukheuvel in Overijssel), Geertruijdt Melman (dochter van Jan Hendriksz Melman, predikant tot Dortmund), Aletta Bitter (vrouw van Andries Leendertsz), Aletta Trip (weduwe Trip), vrouw van predikant Hero Nicolai Crul, schoolmeester Daniel Boudewijns, Lambert Dudds (gehuwd met Margarita Heijman), Sara Antonica Diaz (dochter van Anna Willemsz), Maria Willemsz (gehuwd met Françisco de Soze), Adriana de Haen (dochter van Mattheus de Haan), Hester van de Waestijne (weduwe Pittavin)