Zoek online in de bibliotheek van het Regionaal Archief Zuid-Utrecht

1312 Akte voor Jans Boochmans Servaetsz en Jan Karel van Rees, schepenen van Woudrichem, waarbij Dirck Jacobsz, schout van Sleeuwijk, oud omtrent 60 jaar, Huich Mertensz, oud omtrent 54 jaar en Arien Melisz, oud omtrent 30 jaar, beiden heemraden van Sleeuwijk, verklaren, op verzoek van Cornelis Roomer, dat voor genoemde Dirck Jacobsz en Huich Mertensz op 25 juli 1611 is gekomen Reijbert Geeritsz Schrieck die heeft verklaard dat de zeven-honten zijn gelegen onder Sleeuwijk op de ‘Vicij’ behoren tot de tienden van de ‘Vicij’, welke tienden nu toebehoren aan Cornelis Roomer en niet aan Oud-Munster, welke laatste verklaring wordt gesteund door Floris Geeritsz Kant die bedoelde tienden op de ‘Vicij’ verscheidene jaren van Roomer heeft gepacht, 16 augustus 1611

1313 Akte voor Dirck Jacobsz, schout, Huijch Mertensz, Jores Jochomsz, Aert Jacobsz van der Lijnde, heemraden van Sleeuwijk, waarbij Nieclaes van der Velden, wonend te Gorkum, procuratie hebbend van Matthijs van Looszn Matijssen, wonend te Den Bosch, ingevolge akte dd. 25 oktober 1611 voor notaris G. Ruijs te Den Bosch, alsmede van procuratie hebbend van diens zoon Eimert van Loosz, ingevolge akte dd. 19 september 1611 voor notaris Frans Hors Manermis te Pesaru [Pesaro] in Italië, verklaart te transporteren aan Nieclaes Matijssen van Honcop, wonend te Gorkum, een stuk land van 5 morgen 0,5 hont met een huis in Sleeuwijk in de nieuwe ban, zijnde eigendom van genoemde Eimert van Loosz, met ten oosten Nieclaes van Honcop, ten noordoosten de erfgenamen van Gesteles Zuijt, ten (noord)westen de genoemde Claes Matijssen van Honcop en recht noordwaarts de gemene weg alsmede Diet Aellsz, 27 december 1611 i

1314 Akte waarbij de stadhouder van de lenen van Holland en West-Friesland verklaart, na opdracht van Dirck van Noordingen, wonend te Den Haag, procuratie hebbend van Guido de Gistelles en gelet op het willige decreet van het Hof van Holland, Willeboort Philipsz, burgemeester van Woudrichem, te hebben beleend met 13 morgen land in Sleeuwijk, genaamd De Roode Bouwinge, 30 oktober 1613 i

1315 Akte waarbij de stadhouder van de lenen van de Staten van Holland en West-Friesland verklaart Willeboort Willeboortsz van Nederveen, schepen van Woudrichem, te hebben beleend met 13 morgen land in Sleeuwijk, geheten De Roode Bouwinge, welk land hem was aangekomen bij de dood van zijn vader Willeboort Philipsz van Nederveen, ambachtsheer van Rijswijk, volgens testamentaire dispositie dd. 5 juli 1637 voor notaris ... [naam niet vermeld] te Woudrichem, 5 september 1647 i

1316 Afschrift van een akten uit 1620 en 1658 over een kamp weiland, genaamd De Kille, te Sleeuwijk, ongedateerd [1658]

1317 Akte waarbij Willem Jansz Kreijv, wonend op de Oude Dijk onder Woudrichem, en Hendrick Claessen, wonend op ’t Sant onder Gorkum, als voogden van de weeskinderen van de overleden Cornelis Willemsz Ottervanger, gewoond hebbend in het dorp Sleeuwijk, alsmede Dirck Cornelisz (gehuwd met Trijntie Cornelis Ottervangersdr), wonend te Bleskensgraaf, verklaren te hebben verkocht aan Alard van Rijn, een kamp leeg [laag] weiland, vanouds genaamd De Kille, te Sleeuwijk, met ten oosten het land van de erfgenamen van de overleden Peeter Willemsz Romeijn, ten zuiden de Legenwech, ten westen de Kagatschen uitweg en ten noorden de Sleeuwijksevliet, welk land toebehoorde aan Dirck Cornelisz en diens vrouw, 14 mei 1658

1318 Akte voor Hendrick Ruijmschotel, schout, Michiel Willemsz van Nes en Job Hermansz Schoor, schepenen van Sleeuwijk in het land van Altena, waarbij Hendrick Claessen en Willem Jansz Kreijv, als voogden van de vijf weeskinderen van de overleden Cornelis Willemsz Ottervanger, alsmede Dirck Cornelisz (gehuwd met Trijntie Cornelis Ottervangersdr), verklaren te transporteren aan Alard van Rijn een kamp leeg [laag] weiland, vanouds genaamd De Kille, te Sleeuwijk, met ten oosten de erfgenamen van de overleden Peeter Willemsz Romijn, ten zuiden de helft van de lage weg, ten westen de helft van de vliet en ten noorden de helft van de Sleeuwijksevliet, 4 juni 1658 i

1319 Akte voor de stadhouder van de lenen van Holland en West-Friesland alsmede voor Heijndrick Ruijmschotel, schout, Teunis Jansen Ottervanger en Cornelis Cornelisz, schepenen van Sleeuwijk, waarbij Willeboort van Nederveen, heer van Rijswijk in het land van Altena, verklaart 1000 gulden schuldig te zijn aan Johanna de Beijer, wonend te Den Haag, met als waarborg de ambachtsheerlijkheid van Rijswijk in het land van Altena, alsmede het huis Rijswijck, 6 morgen land (genaamd De Gertscamp), 2 morgen (genaamd De Almdijck), 5 morgen 1 hont land achter genoemd huis, 13 morgen land in Sleeuwijk (genaamd De Roode Bouwinge, waarmee hij 5 september 1647 en 7 augustus 1651 is beleend), zesdehalve morgen land gelegen over De Vliet (zijnde het middelste weer), 2 morgen land in Honswijk, alsmede 6 morgen land in Giezen, met ten oosten Aernt Heijnricksens-land en ten westen Jan Roelofsen, strekkend aan de Heerstraat, waarmee Maria van Oversteech 9 mei 1659 is beleend en door haar 7 mei 1660 is belast met een hypotheek van 2000 gulden ten behoeve van genoemde Willeboort van Nederveen, 6 februari 1681 i

386 Familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn

Inventaris

8. Goederen in Nederland

8.4. Noord-Brabant

8.4.2. Sleeuwijk

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Regionaal Archief Zuid-Utrecht

1319

Akte voor de stadhouder van de lenen van Holland en West-Friesland alsmede voor Heijndrick Ruijmschotel, schout, Teunis Jansen Ottervanger en Cornelis Cornelisz, schepenen van Sleeuwijk, waarbij Willeboort van Nederveen, heer van Rijswijk in het land van Altena, verklaart 1000 gulden schuldig te zijn aan Johanna de Beijer, wonend te Den Haag, met als waarborg de ambachtsheerlijkheid van Rijswijk in het land van Altena, alsmede het huis Rijswijck, 6 morgen land (genaamd De Gertscamp), 2 morgen (genaamd De Almdijck), 5 morgen 1 hont land achter genoemd huis, 13 morgen land in Sleeuwijk (genaamd De Roode Bouwinge, waarmee hij 5 september 1647 en 7 augustus 1651 is beleend), zesdehalve morgen land gelegen over De Vliet (zijnde het middelste weer), 2 morgen land in Honswijk, alsmede 6 morgen land in Giezen, met ten oosten Aernt Heijnricksens-land en ten westen Jan Roelofsen, strekkend aan de Heerstraat, waarmee Maria van Oversteech 9 mei 1659 is beleend en door haar 7 mei 1660 is belast met een hypotheek van 2000 gulden ten behoeve van genoemde Willeboort van Nederveen, 6 februari 1681

:

6 februari 1681

:

1 charter

Opmerkingen:

Met aan de andere zijde aantekening dd. 10 mei 1685 dat bovengenoemde 6 morgen land, voorheen van Maria van Oversteech, door Marinus Copmeijer uit dit schuldverband zijn gehaald, welk verband hem is aanbedeeld vanuit de [andere] kinderen van Andries Copmeijer en Johanna de Beijer alsmede aantekeningen van gedeeltelijk aflossing door Van Nederveen en dd. 6 december 1685 van eindaflossing door Johan van Rijn. Drie zegels beschadigd, twee zegels verloren

Reden geen uitleen:

Dit stuk is gedigitaliseerd

Vorige

Volgende

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga

laatste wijziging 16-01-2024

1 gedigitaliseerd

totaal 6 bestanden

1320 Akte voor Thielman Jansz, Cornelis de Reuver, schepenen van Woudrichem, waarbij Arnoldus van Diepenbrouck verklaart, krachtens procuratie dd. 29 december 1683, voor notaris C. den Haen te Den Haag, van zijn schoonvader Wil[le]bordt van Nederveen, heer van Rijswijk, 600 gulden schuldig te zijn aan Margareta Bartholemeus, met als onderpand diens hofstede De Roode Bouwinge met 22 morgen land te Sleeuwijk in het land van Altena, met ten oosten de kinderen van Hendrijck Ruijmschotel, ten westen en ten noorden de heer Van Rijn en ten zuiden de Oude Banschenvliet, 31 december 1683 i

1321 Akte, voor de stadhouder van de lenen van de Staten van Holland en West-Friesland, waarbij Willebord van Nederveen, heer van Rijswijk in het land van Altena, verklaart 1000 gulden schuldig te zijn aan Josua van Belle met als onderpand een brouwerij te Woudrichem, een hofstede met 13 morgen land te Sleeuwijk, geheten De Roode Bouwinge, waarmee hij 5 september 1647 is beleend, alsmede 6 morgen land in de Nieuwe Ban aldaar, 17 juli 1684 i

1322 Afschrift van de condities van de publieke verkoop, voor notaris A. Haenedoes te Woudrichem, door Maria van Nederveen, vrouwe van Rijswijk, erfgename van haar overleden vader Willebord van Nederveen, na inzet door predikant Petrus Hammius en burgemeester Lieve van Barnevelt, voor 4090 gulden aan Johan van Rijn van de hofstede De Roode Bouwinge met 24 morgen land waarvan 13 morgen gelegen zijn in Sleeuwijk in het land van Altena, gebruikt door Huijbert Maertense Rietvelt, 1 november 1685