Kranten

Uw zoekacties: Beeldbank Gerechtsbestuur Darthuizen

056 Gerechtsbestuur Darthuizen

beacon
 
 
Inleiding
Het kleine gerecht Darthuizen lag tussen de gerechten Leersum, Doorn, Overlangbroek en Nederlangbroek. Het wordt voor het eerst genoemd in 1253 *  . De schout van Darthuizen, Everhardus, zoon van Everhardus, oefende namens de domproost van Utrecht het bestuur uit. Het gerecht Darthuizen was een Gaasbeeks leen. In 1459 verviel het dan ook aan de bisschop van Utrecht en later via de Habsburgse landsheren aan de Staten van Utrecht *  . In 1714 verkochten de Staten de heerlijke rechten, waarbij de ambachtsheer de schout en schepenen mocht aanstellen, aan Jan van Beuningen (zie inv.nr.35). Na diens dood in 1720 kwam de heerlijkheid Darthuizen door middel van openbare verkoop op 20 augustus 1721 in handen van Frederick Verwout. Na diens overlijden ging de heerlijkheid op 17 mei 1728 over op Johan Verbeek. Toen deze in 1744 stierf verwierf Frederick van de Honert de heerlijke rechten. Vervolgens kwam het goed in bezit van Abraham Jacob van der Dussen die de heerlijkheid op 22 september 1760 kocht. Na het verscheiden van Van der Dussen in 1793 werd Cornelis Jan van Nellesteyn de laatste 18e-eeuwse ambachtsheer. Drie jaar later, werden onder het nieuwe Bataafse bewind, alle heerlijkheden opgeheven.
Ten tijde van de Bataafse republiek werd Darthuizen voor een korte periode (1798-1802) bij Leersum gevoegd. In archivistisch opzicht heeft deze periode weinig sporen nagelaten. In 1802 werd Darthuizen weer een zelfstandig gerecht om in 1811 wederom bij Leersum gevoegd te worden. Om vervolgens in 1816 weer een zelfstandige gemeente te worden. In 1857 kwam Darthuizen definitief bij de gemeente Leersum *  .
In het archief viel geen systematische ordening te bespeuren. Derhalve is er (in 1974) gekozen voor een zaaksgewijze ordening van de stukken. In de inventaris zijn ook een viertal stukken opgenomen die betrekking hebben op de ambachtsheren.
Het archiefje is 0,40 strekkende meter groot.
Inventarisnummer 15 is helaas zoek geraakt.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Inventaris
5. Waterstaat, verkeer en vervoer
31 Ordinantie op het schouwen van de openbare wegen gelegen onder Darthuizen, 1772
28-7-1772: Ordonnantie op het schouwen van de volgende gemeene weegen onder den geregte van Derthuijsen alsse

Van den Sandweg af voorbij den Duijve Vluchtse steeg, ende langs de soogenaamde Spijker van Oudt Broekhuijsen, noortoostwaards strekkende langs de Bunthoek van de Veeresijk, tot aan de Traaij, ende zuijdoostwaards voorbij de molen van Derthuijsen tot aan de limit, off scheidingspaal van Leersum zijnde een eijndtje weegs tusschen bij onder de ridderhofstad Broekhuijsen. Vervolgens rugwaarts agter gemelde moolen noortwestwaarts, dwars over de voornoemde Traaij tot aan het Poederwijkse Bosch van de ridderhofstad Broekhuijsen, ende voorts langs het schaaphok, off schaapskooij van de groote Ridt, zuijdwestwaarts over den Doodenweg, ende voorbij de Hoogstraat tot aan de limit, off jurisdictiescheijding tusschen Darthuijsen ende Doorn.

Nademaal schout en scheepenen van Darthuijsen verscheijde klagten over de weegen en dijken onder denzelven gerechte zijn voorgekomen, en daar van alleen de oorsaak is dat er tot nog toe geen schouwbrief is gemaakt, waar na de schouwen kan gevoert worden, zoo is ’t dat schout en schepenen voornoemd met voorkennisse van den edel geboore gestrenge heer en mr. Abraham Jacob van der Dussen, ambachtsheer van Darthuijsen, raad in de vroedschap en regeerend schepen der stad Utrecht, etc, etc. ende ondergeschreeve geconvoceerde heeren geërfdens en landgenooten hebben goedgevonden, op approbatie van d’ Edel Mogende heeren staten ‘s lands van Utrecht te arresteren ’t volgende reglement of schouwbrief waar na de voorschreven weegen en dijken voortaan zullen werden geschouwen.
Art: 1
De voorschreeve weegen zullen geschouwen worden door den schout en scheepenen beneffens den secretaris en bode, tweemaal in ieder jaar de eerste rijze in de maand maij of junij en de tweedemaal in september of october, en zal de schouwdag telken rijze bij affixie van billetten veertien dagen te voren werden bekend gemaakt.
28-7-1772: VERVOLG.
2
De weegen zullen moeten gemaakt worden door de bruiker van de landen in den voorschreven geregte geleegen.
3
Zullende de voorschreven bruijkers gehouden zijn, hunne weegen of dijken behoorlijk te maaken, ende de dellen of leegtens in de weegen wel op te hoogen, met drooge aarde, een halve voet hooger als d’onderweg, en wel met sooden te bezetten, ook de heulen, die door de dijken leggen mede aan te vullen dat ze gelijks de weegen zijn, ende dezelve benevens de slooten tot de waterlosing behoorlijk open te houden.
4
De bruijkers of maakers hunne slaagen op de weegen hebbende zullen verpligt weezen ten dage als die geschouwen worden op of bij hunne slagen te staan, om aan en af te wijzen op een boeten van zes stuijvers.
5
En zo daar iemand was, die zijn slag of slagen tegens den gestelden tijd niet maakten, of dezelve niet goed bevonden wierden, zal verbeuren een boete van twintig stuijvers van elk ongemaakte of niet goed gemaakte slag, en zal den schout en geregte agt dagen daar na op voorgaande vermaning ten kosten van zodanige nalatige of gebreekigen een naschouw voeren, en dezelve weegen als dan nog niet gemaakt of niet in goede order bevonden wordende, werd den schout geauthoriseerd, omme de slagen der gebrekigen op te schouwen en terstond in het geregtshuijs publicque bekentmakinge aan te […] op zijn gewin van den derden penning meer.
056 Gerechtsbestuur Darthuizen
Inventaris
5. Waterstaat, verkeer en vervoer
31 Ordinantie op het schouwen van de openbare wegen gelegen onder Darthuizen, 1772
28-7-1772: VERVOLG.
2
De weegen zullen moeten gemaakt worden door de bruiker van de landen in den voorschreven geregte geleegen.
3
Zullende de voorschreven bruijkers gehouden zijn, hunne weegen of dijken behoorlijk te maaken, ende de dellen of leegtens in de weegen wel op te hoogen, met drooge aarde, een halve voet hooger als d’onderweg, en wel met sooden te bezetten, ook de heulen, die door de dijken leggen mede aan te vullen dat ze gelijks de weegen zijn, ende dezelve benevens de slooten tot de waterlosing behoorlijk open te houden.
4
De bruijkers of maakers hunne slaagen op de weegen hebbende zullen verpligt weezen ten dage als die geschouwen worden op of bij hunne slagen te staan, om aan en af te wijzen op een boeten van zes stuijvers.
5
En zo daar iemand was, die zijn slag of slagen tegens den gestelden tijd niet maakten, of dezelve niet goed bevonden wierden, zal verbeuren een boete van twintig stuijvers van elk ongemaakte of niet goed gemaakte slag, en zal den schout en geregte agt dagen daar na op voorgaande vermaning ten kosten van zodanige nalatige of gebreekigen een naschouw voeren, en dezelve weegen als dan nog niet gemaakt of niet in goede order bevonden wordende, werd den schout geauthoriseerd, omme de slagen der gebrekigen op te schouwen en terstond in het geregtshuijs publicque bekentmakinge aan te […] op zijn gewin van den derden penning meer.
Datering:
28-7-1772

Kenmerken

Datering:
1666-1811
Plaatsnaam:
Darthuizen
Omvang:
0,24
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van gemeentelijke organen
Herkomst:
Overheid_U
Auteur:
T.M. Lisman-Schaap, H.J. Postema, D. Ruiter
Rechtsvoorgangers:
Gemeentebestuur Darthuizen
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 056 Gerechtsbestuur Darthuizen 1666-1811
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 056