Kranten

Uw zoekacties: Gerechtsbestuur Doorn

163 Gerechtsbestuur Doorn

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis van het dorp
2. Bestuur
3. Aanwijzingen voor de gebruiker
Inventaris
2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
2.4. Financiën
21 Dorpsrekeningen, 1688-1706, 1708-1720, 1722, 1724-1726 en 1733-1744. Bijlagen over: 1710, 1718, 1720, 1722, 1725, 1726 en 1733-1744,
163 Gerechtsbestuur Doorn
Inventaris
2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
2.4. Financiën
21
Dorpsrekeningen, 1688-1706, 1708-1720, 1722, 1724-1726 en 1733-1744. Bijlagen over: 1710, 1718, 1720, 1722, 1725, 1726 en 1733-1744,
Omvang:
1 deel
NB:
De rekeningen bevatten zowel originele exemplaren als kopie-exemplaren. De rekeningen over de jaren 1700-1701, 1704, 1719-1720 en 1725-1726 zijn in tweevoud aanwezig. In dit deel zitten eveneens de Buurlasten over 1705, het Klein Hoefgeld over 1745 en de conditiën en voorwaarden voor het maken van de Koterweg over 1729.
Transcriptie door H.J. Postema, november 2010.
1688: Reeckeninge, bewijs ende reliqua van soodanigen ontfanck ende uijtgeeff als Adriaen van Ossenberch Schout ende Gadermeester tot Doorn heeft gehadt ende gedaen, wegens de Gemeente aldaer over den Jare xvjc acht ende taghtigh.

Ontfanck
Eerstelijck brenght den rendant in ontfanck den impost vande wijnen ende bieren
verpacht over de weerden, ingegaen xvjc acht ende taghtigh, gedaen den 26 Jarij
1688 monterende de somme van vijff hondert en tien gulden, dus in ontfanck510-0-0
Jtem is op den 25 meert xvjc negen ende taghtigh uijtgeset tot betalinge vant defect
De somme van seven hondert acht en veertigh gulden vijftien stuijvers748-15-0
Jtem is op den 25e meert 1689 uijtgeset tot betalinge vande buerlasten de somme
Van drie hondert vier en twintigh gulden tien stuijvers324-10-0
Jtem noch ter saecke als vooren op de landen vande buijteluijden per mergen ses
Stuijvers, maekende over de drie en taghtigh mergen een hondert roeden de somme
Van vier en twintigh gulden negentien stuijvers24-19-0
Jtem is op den 25 Meert 1689 uijtgeset tot betalinge vant Cleijnhoeffgelt, per
Mergen vijff sts: makende over de ses hondert en veertien mergen de somme van
Een hondert drie ende vijftigh gulden tien sts153-10-0
Jtem op den 18e 7b 1681 uijtgeset tot betalinge vant huijsgelt verschenen Paesschen
xvjc acht ende taghtigh de somme van twee hondert drie en tsestigh gulden
tien sts: acht pen:263-10-0
Jtem brenght den rendant in ontfanck het dubbelt huijs gelt verschen[en] als vooren,
Bedragende twee hondert drie ende sestigh guldens tien sts: acht pen:263-10-8
Jtem brenght den rendant in ontfanck de tien sts: per mergen reël d’ao xvjc acht ende
Taghtigh, bedragende over de ses hondert en 36 mergen, de somme van drie
Hondert achtien gls: acht sts: tien pen:318-8-10
Jtem brenght den rendant in ontfanck de tien stuijvers per mergen personeel,
1688: In plaetse vande besaijde mergens d’ao xvjc acht ende taghtigh de somme van
Drie hondert en achtien guldens acht sts: tien pen:318-8-10
Jtem is op den 5e December 1688 bij haer Ed: Mog: ter saecke vant leckendijcks gelt,
Op ider mergen (drie voor een gerekent) uijtgeset over tien hoeven, de somme
Van twaelff stuijvers, ende dat gedreesseert, over ses hondert en veertien mergen,
Blijft op ider mergen drie stuijvers acht pen: dus alhier in ontfanck een hondert
Seve gulden nege sts:107-9-0
Jtem brenght den rendant in ontfanck ter saecke vande Leckendijcks renten per
Mergen vier sts: makende over de ses hondert veertien mergen de somme van
Een hondert twee ende twintigh gulden sestien stuijvers122-16-0
Jtem is uijtgeset tot betalinge vant Crommerijnen gelt op ider mergen (drie voor
Een gerekent) vijff sts; makende over de tien hoeven veertigh guldens, ende dat
Gedresseert over de ses hondert veertien mergen, op ider mergen eene sts:
Acht pen: met het gadergelt, het gadergelt daer affgetrocken, brenght den
Rendant over den Jare xvjc acht ende taghtigh alhier in ontfanck drie en veertigh
Gulden vijftien stuijvers43-15-0
Jtem is uijtgeset voor de volmolen aende vaert ofte hinderdamsgelt, over drie
Hondert twee en tnegentigh mergen, op ider mergen eene stuijver vier pen:
Belopende ter somme van vier ende twintigh gulden tien stuijvers, ende dat
Gedresseert over ses hondert en veertien mergen, ider mergen twaelff pen:
Brenght den rendant in ontfanck over den Jare xvjc acht ende taghtigh de somme
Van drie en twintigh gulden acht penningen23-0-8
Jtem brenght den rendant in ontfanck het heeregelt ingegaen meij xvjc acht ende
Taghtigh ter somme van ses ende tsestigh gulden66-0-0
1688: Uijtgeeff jegens den voorsz: Ontfanck.
Eerstelijck brenght den rendat in uijtgiff t’geene hij bij sijne laest gedane rekeninge
Geslooten op den 23e Januarij 1690 te boven is gekomen, de somme van een
Hondert vijff en tseventigh gulden seventien stuijvers acht penningen, alhier in
Uijtgeeff175-17-8
Jtem betaelt aenden Ontfanger vant Logijsgelt in voldoeninge vant selve,
Een duijsent een ende dertigh gulden vijftien stuijvers ses pen: verschenen
Den lesten Januarij xvjc negen ende taghtigh1031-15-6
Jtem voor de leges vanden Omslagh vant Logijsgelt voor Schout, Schepenen,
Secretaris, boode ende den secretaris van Haer Ed: Mog: de somme van acht ende
Twintigh gulden acht penn28-0-8
Den rendant aen hem selven voor dat te vooren te kort was uijtgeset op
Voorgaende settinge de somme van twintigh gulden sestien stuijvers vier pen:20-16-4
Jtem aen sijn selven wegens quade restanten van Jan Petersen alias Peter Meijndertsen,
Jan de Wael, Teunis Gerritsen ende de wed van Teunis Claessen ter somme van
Een hodnert seven ende tseventigh gulden vier sts: acht pen:177-4-8
Jtem betaelt in conformite vande setcedulle vande buerlasten aende Diaconije
Van Doorn, ter saecke van een Jaer renten de somme van veertigh gulden40-0-0
Jtem aen de Kerck tot doorn ter saecke als vooren de somme van twintigh gulden20-0-0
Jtem aen Alletta van Cleeff ter saeke als vooren de somme van sestien gl16—0-0
Jtem aen Willem van Bambrugh tot saecke als vooren de somme van vijftien gulden15-0-0
Jtem aen de Coster in plaets vande rogge veertigh gulden40-0—0
Jtem aen Abram vande Meulen voor het bestellen vande reijdingen drie gulden
En drie stuijvers3-3-0
Voort port vande selve reijdingen twaelff stuijvers0-12-0
Voor het broot der backeren te negen twee gulden2-0-0
1688: Aenden rendant voor buijtenreijsen extraordinaris vacatien etc: volgens accoort
Ende approbatie van haer Ed: Mog: vijftigh guldens50-0-0
Aenden Secrets: voor sijn extraordinaris diensten ende verschot twee gulden
Nege stuijvers2-9-0
Aen den Schout, Schepenen, Secretaris, boode ende den Secrets van haer Ed: Mog:
Voort doen vanden Ontfangh ende minuteren, grosseren ende dubleren
Vande setcedulle met het segelsamen de somme van twee en twintigh gl:
Ses sts acht pen:22-6-8
Aende Schepenen voor extraordinaris vacatien etc. de somme van vier gulden
En vier stuijvers4-4-0
Aenden rendant voor verschot vande buerlasten ende Cleijnhoeffgelt, promtelijck
Te betalen aende makers vande somerwegh, Crommerijn erffdijck etc: twintig
Gulden20-0-0
Aenden rendant voor vier openrecht dagen acht gulden acht sts8-8-0
Aenden Secretaris van uts: acht gulden acht stuijvers8-8-0
Aenden presente Schepenen acht en twintigh gulden seve sts:28-7-0
Aen den Gerechtsboode vier gulden en vier stuijvers4-4-0
Den rendant aen sijn selfs voor de Setcedulle aen de Camer van finantie te
Leveren etc: drie gld3-0-0
Den rendant aen hem selven voor quade restanten van Peter Meijndertsen,
Teunis Gerritsen, Jan Petersen alias, Jan de Wael, Maij Teunissen Claessen?
Ende Domini Sijpensteijn vermits sijn vertreck nae den uijthoorn de somma van
Twee en tachtigh gulden eene stuijver82-1-0
Jtem betaelt voor een sleutel aende Gerechts kist acht stuijvers0-8-0
Jtem in conformite vande setcedulle van t Cleijn hoeffgelt betaelt aen Lambert
Westenengh voor het maeken vanden Crommenrijn vijff ende twintigh gulden25-0-0
Aen den Schout voor het tweemael over wijsen vande schouwe vande Crommenrijn
vier gulden vier stuijvers4-4-0
1688: Aen Hendrick Cool voor het maeken vanden Erffdijck elf gulden11-0-0
Aenden selven voor extraordinaris rijswerck etc ses gulden6-0-0
Aende wed van Teunis Dircksen voor het maeken vande Somerwegh twintigh gulden20-0-0
Aen Jan Corn: Schijff voor het maeken vande nieuwe min Vier gulden vijff sts4-5-0
Den rendant aen hem selven voor het maeken vande lijste der geene die ten dijck
gaen twee gulden twee stuijvers2-2-0
Aen de twee Schepenen, Secretaris ende boode drie gulden ses stuijvers3-6-0
Aen den Schout, Schepenen, Secretaris, boode ende den Secrets: van haer Ed: Mog:
voort minuteren, grosseren ende tweemael doubleren vande setcedulle vant
hoefgelt, met segel ende het doen vanden omslagh de somme van twee en twintigh
gulden ses stuijvers acht penningen22-6-8
Aenden Gerechts boode voor Extraordinaris diensten, buijtereijsen ende verschot
nege gulden veertien stuijvers9-14-0
Aenden Secretaris voor de acte van nominatie met het segel twee gulden acht
stuijvers acht penn2-8-8
Aenden Schout voor de niuwe Schepenen inden eedt te brengen twee gulden twee
stuijvers2-2-0
Aen den boode voor de geeligeerde Schepen[en] te laden twaelff stuijvers0-12-0
Aenden Schout de presente Schepenen, Secretaris ende boode voor het Schouwen
vande exter ende Craijnesten nege gulden veertien stuijvers9-14-0
Den rendant aen hem selven wegens het Schilt en schellingelt betaelt vande
vermiste hoeve lants, volgens uijtsettinge twaelf gul[den] acht sts: vier penn:12-8-4
Jtem d'reële ende personele tien sts: per mergen vande selve hoeve lants
sestien gld16-0-0
Den rendant aen hem selve voor dat op voorgaende setting te kort was uijtgeset
vijff gulden vijftien sts: acht penn:5-15-8
Jtem betaelt aenden Ontfanger van het huijsgelt verschenen Paesschen xvjc acht
ende taghtigh de somme van twee hondert drie ende sestigh gulden tien stuijvers
acht penn 263-10-8
1688: Jtem aenden Ontfanger van het dubbelt Huijsgelt verschenen uts: de somme van
twee hondert drie ende twintigh gls: nege sts: drie pen:223-9-3
Jtem betaelt aenden Ontfanger Maus? Veltgau betaelinge vandde tien stuijvers
per mergen reëel over den Jare xvjc acht ende taghtigh de somme van drie hondert
achtien gulden acht stuijvers tien pen318-8-10
Jtem aen uts betaelt in voldoeninge vande tien sts per mergen personeel, in
plaets van t besaijde de somme van drie hondert achtien guldens acht sts: tien pen:
mede verschuldicht over den Jare xvjc acht ende taghtigh318-8-10
Jtem betaelt aenden Ontfanger de Goij vant Leckendijckengelt v[er]schuldicht
over den Jare xvjc acht ende taghtigh de somme van ses ende tnegentigh gls:96-0-0
Jtem betaelt aen Hendrick Cornelissen Blanckesteijn in betalinge van een Jaer
renten vanden Leckendijck van elf hondert gulden Capitael over den Jare
xvjc acht ende taghtigh de somme van vier en veertigh gulden44-0-0
Jtem aende Vrou van Sandenburgh ter saecke als vooren van acht hondert gulden
Capitael over den selven Jare de somme van twee ende dertigh gulden32-0-0
Jtem aen Cornelis Jansen van Velpen ter saecke als vooren van ses hondert
gulden Capitael over den selven Jare de somme van vier en twintigh gulden24-0-0
Jtem aen den Ontvanger Drakenburgh in voldoeninge vant Crommenrijnengelt
de a[nn]o xvjc acht ende taghtigh de somme van veertigh gulden40-0-0
Jtem betaelt wegens de Vulmolen aen de Vaert, ofte Hinderdamengelt over den Jare
xvjc acht ende taghtigh de somme van
Jtem betaelt aen den Ontfanger vant Famieliegelt over den Jare xvjc acht ende
taghtigh de somme van drie hondert vijff ende tseventigh gulden375-0-0
1689: Dubbelt
Reeckeninge, bewijs ende reliqua van soodanigen ontfanck ende uijtgeef als Adriaen van Ossenberg Schout ende Gadermeester tot Doorn, heeft gehadt ende gedaen wegens de Gemeente aldaer over den Jare xvjc negen ende taghtigh

Ontfanck
Eerstelijck brenght den rendant in Ontfanck den Jmpost vande wijnen ende bieren verpacht over de weerden jngegaen feb: xvjc negen ende taghtigh, gedaen den 24e Jary 1689 monterende de somme van vijff hondert en tien gls: dus in ontfanck510-0-0
Jtem is op den 23e Jary 1690 uijtgeset tot betalinge vant defect de somme van vijff hondert een ende tseventigh gulden vijftien stuijvers571-15-0
Jtem is op den 29e April 1690 uijtgeset tot betalinge vande buerlasten de somme van twee hondert vier ende tseventigh gulden274-0-0
Jtem nocht ter saecke als vooren op de landen van de buijte luijden per mergen ses sts: makende over de acht ende taghtigh mergen een hondert roeden de somme van ses en twintigh gls nege sts26-9-0
Jtem is op den 29e April 1690 uijtgeset tot betalinge vant Cleijnhoeffgelt, per mergen vijff sts: makende over de ses hondert veertien mergen de somme van een hondert drie en vijftigh gulden tien sts153-10-0
Noch brenght den Schout in ontfanck wegens boeten van exter ende Craijenesten tot den Jare 1690 incluijs, conform de uijtsettinge vant Cleijnhoeffgelt de somme van tien gulden 10-0-0
Jtem is op den 18e 9b 1691 uijtgeset, tot betalinge vant huijsgelt v[er]schenen Paesschen xvjc negen ende taghtigh de somme van twee hondert drie en sestigh guld ende tien sts acht penn263-10-8
Jtem brenght den rendant in Ontfanck het dubbelt huijsgelt verscheen als vooren, tot twee hondert drie ende tsestigh gulden tien sts acht penn263-10-8
Jtem brenght den rendant in ontfanck de tien sts: per mergen reël d'a[nn]o xvjc negen ende taghtigh, bedragende over de ses hondert en 36 mergen de somme van drie hondert guldens acht sts tien penn 318-8-10
1689: Jtem brenght den rendant in ontfanck de tien sts: per mergen personeel in plaets vande besaijde mergens d'a[nn]o xvjc negen ende taghtigh de somme van drie hondert achttien gulden acht sts: tien penn: 318-8-10
Jtem is op den 14e Jary 1690 bij Hun Ed: Mog: ter saecke vant Leckendijcks gelt, op ider mergen (drie voor een gerekent) uijtgeset over tien hoeven, de somme van twaelff sts:, ende dat gedresseert over ses hondert veertien mergen, blijft op ider mergen drie sts: acht pen: dus alhier in ontfanck een hondert seve gulden nege sts 107-9-0
Jtem brenght den rendant in ontfanck ter saecke vande Leckendijcken renten, per mergen vier sts makende over de ses hondert veertien mergen de somme van een hondert twee ende twintigh gulden ende sestien stuijvers122-16-0
Jtem is uijtgeset tot betalinge vant Crommenrijnengelt op ider mergen (drie voor een gerekent) vijf sts: makende over de tien hoeven veertigh gulden, ende dat gedresseert over ses hondert veertien mergen, op ider mergen eene sts: acht penn: met het gadergelt, het gadergelt daer aff getrocken, brenght den rendant over den Jare xvjc negen ende taghtigh alhier in ontfanck drie en veertigh guldens vijftien sts:43-15-0
Jtem brenght den rendant in ontfanck het heeregelt ingegaen meij xvjc negen ende taghtigh ter somme van een ende tsestigh gulden tien stuijvers61-10-0
Jtem is op den 22e April 1690 uijtgeset tot betalinge vant familiegelt d'a[nn]o xvjc negen ende taghtigh de somme van vier hondert een gulden tien stuijvers401-10-0
1689: Uijtgeeff Jegens den voorsz: Ontfanck
Eerstelijck brenght den rendant in uijtgift t'geene hij bij sijn laest gedane reeckeninge geslooten op den eersten April 1695 te boven is gekomen, de somme van seven en tnegentigh gulden achtien sts: eene penn:97-18-1
Jtem betaelt aenden Ontfanger vant Logijsgelt in voldoeninge vant selve, een duijsent een ende dertigh gulden vijftien sts: ses penn verschenen den lesten Jarij xvjc negentigh1031-15-6
Jtem voor de leges vanden Omslagh vant logijsgelt voor Schout, Schepenen, Secretaris, boode ende den Secretaris van haer Ed: Mog: de somme van drie ende dertigh gulden twaelf stuijvers acht pen:33-12-8
Jtem betaelt in conformite vande setcedulle vande buerlasten aen de Diaconie van Doorn ter saeke van een Jaer renten de somme van veertigh guldens40-0-0
Jtem aende Kerck van Doorn ter saeke als vooren de somme van twintigh gulden20-0-0
Jtem aen Aletta van Cleeff ter saecke als vooren de somme van sestien gulden16-0-0
Jtem aen Willem van Bambrugh ter saecke als vooren de somme van vijftien gulden15-0-0
Jtem aende Coster in plaets vanden rogge veertigh gulden40-0-0
Jtem aen Abram vander meulen voor het bestellen van de rijdinge vant broot drie gulden drie sts3-3-0
Voort port vande selve rijdingen eene gulden1-0-0
Voor het broot der backeren te wegen den rendant aen sijn selfs handen twee gulden2-0-0
Jtem aen den rendant voor buijtereijsen, extraoridinaris vacatien etc: volgens accoort ende approbatie van haer Ed: Mog: vijftigh guldens50-0-0
Aen den Secretaris voor sijn extraordinaris diensten ende verschot ses gulden veertien sts6-14-0
Aen den schout, schepenen secrets boode ende den Secretaris van haer Ed: Mog: voor het doen van den Omslagh ende minuteren grosseren ende Doubleren vande setcedulle met het segel, samen de somme van twee en twintigh gulden sestien stuijvers22-16-0
Aende Schepenen voor Extraordinaris vacatien etc: de somme van vijftien gulden15-0-0
1689: Aenden rendant voor verschot van de buerlasten ende Cleijn hoefgelt promptelijck te betalen aende makeren vande somerwegh, Crommenrijn, erffdijck etc. twintig gulden20-0-0
Aen den rendant voor vier open rechtdagen acht gulden acht sts:8-8-0
Aenden Secretaris van uts: acht gulden acht stuijvers8-8-0
Aende presente Schepenen acht en twintigh gulden seve sts:28-7-0
Aen den Gerechtsboode vier gulden vier stuijvers4-4-0
Den rendant aen sijn selfs voor de setcedulle aen de Camer van Finantie te leveren etc. drie gulden 3-0-0
Tot reparatie vant School ende Schoolhuijs tien gulden10-0-0
Jtem in conformite vande setcedulle vant Cleijnhoefgelt betaelt aen Lambert Westenengh de somme van vijff en twintigh gulden voor het maeken vanden Crommenrijn25-0-0
Aenden Schout voor tweemael het aenweijsen vande schouwe vande Crommenrijn vier gulden vier sts:4-4-0
Aen Hendrick Coot voor het maeken vanden erffdijck elf gulden11-0-0
Aen Hendrick Prinsen voor het maeken vande somerwegh twintigh gulden20-0-0
Aen Jan Corn: Schijff voor het maeken vande nieuwe min vier gulden vijff stuijvers4-5-0
Den rendant aen hem selven voor het maeken vande lijste der geene die ten dijck gaen twee gulden twee sts2-2-0
Aende twee Schepenen, Secretaris boode drie gulden ses stuijvers3-6-0
Aenden Schout, Schepenen, Secretaris, boode ende den Secretaris van haer Ed: Mog: voort minuteren, grosseren ende tweemael doubleren vande setcedulle vant Hoeffgelt met het segel ende het doen vanden Omslagh de somme van twee en twintigh gls: sestien stuijvers22-16-0
Aenden Gerechts boode voor extraordinaris diensten etc: twaelf gulden tien stuijvers12-10-0
Aenden Secrets voor de acte van nominatie met het segel twee gulden acht sts acht penn2-8-8
Aenden Schout voor de nieuwe schepenen inden eedt te brengen twee gulden twee stuijvers2-2-0
Aenden boode voor de geëligeerde Schepenen te laden twaelf sts:0-12-0
1689: Aenden schout, de presente schepenen, Secretaris ende boode voor het schouwe vande exters ende Craijenesten de somme van vijftien gulden veertien stuijvers15-14-0
Den rendant aen sijn selfs wegens het Schilt ende schellingelt betaelt vande vermiste hoeve lants volgens uijtsettinge twaelf gulden acht stuijvers vier pen12-8-4
Den rendant heeft hier voor in ontfanck gebraght de tien sts reël ende personeel van 636 mer[gen] daer nochtans bij hem deselve niet sijn ontfangen vande voorsz: hoeve lants dus alhier deselve tot16-0-0
Den rendant aen hem selven voor dat op voorgaende settinge te kort was uijtgeset drie gulden seve stuijvers twaelff penningen3-7-12 [deze post staat doorgestreept]
Jtem betaelt aenden Ontfanger vant huijsgelt verschenen Paesschen xvjc negen ende taghtigh de somme van twee hondert drie en tsestigh gulden tien stuijvers acht pen263-10-8
Jtem aenden Ontfanger van het dubbelt huijsgelt verschenen als vooren de somme van twee hondert vier en twintigh gulden achtien sts: elf pen:224-18-11
Jtem betaelt aenden Ontfanger Mansvelt in betalinge van de tien stuijvers per mergen reël over den Jare xvjc negen ende taghtigh de somme van drie hondert achtien gulden acht sts: tien pen:318-8-10
Jtem aen uts: betaelt in voldoeninge vande tien sts: per mergen personeel in plaetse vant besaijde over den Jare xvjc negen ende taghtigh de somme van drie hondert achtien gulden acht sts: tien penn318-8-10
Jtem betaelt in betalinge van het Leckendijcken gelt verschuldicht over den Jare xvjc negen ende taghtigh aen de Cameraer De Goij de somme van ses en tnegentigh gulden96-0-0
Jtem betael aen Hendrick Corn: Blanckesteijn in betalinge van een Jaer renten vanden Leckendijck van elf hondert gulden Capitael over den jare xvjc negen ende taghtigh de somme van vier ende veertigh gulden44-0-0
Jtem aende vrou van Sandenburgh ter saecke als vooren van acht hondert gulden Capitael over den selven Jare twee en dertigh gulden32-0-0
1689: Jtem aen Cornelis Jansen van Velpen ter saecke als vooren van ses hondert gulden Capitael over den selven Jare vier en twintigh gulden24-0-0
Jtem aenden Ontfanger Drakenburgh in voldoeninge vant Crommenrijnen gelt de a[nn]o xvjc negen ende taghtigh veertigh gulden40-0-0
Jtem betaelt aenden Ontfanger van het heeregelt ingegaen Meij 1689 de somme van een en sestigh gulden tien stuijvers61-10-0
Jtem betaelt aenden Ontfanger vant familiegelt over den Jare xvjc negen ende taghtigh de somme van drie hondert vijff ende tseventigh gulden375-0-0
Aen den Schout, Schepenen, Secretaris boode ende den Secretaris van haer Ed: Mog: voor het doen vanden Omslagh minuteren, grosseren ende doubleren vande setcedulle met de segels ende de setcedulle te leveren in de Camer van Finantie etc: de somme van seven en twintigh guldens 27-0-0
Jtem betaelt in conformite vande setcedulle vant Gemael ende Cleijn segel aen den Ontfanger van het Segel verschenen Julij xvjc ende tnegentigh de somme van twee hondert vier ende tsestigh gulden264-0-0
Jtem betaelt aen den Ontfanger van het Gemael verschenen Julij xvjc negentigh de somme van drie hondert een ende taghtigh gulden381-0-0
Jtem betaelt voor alle de leges op de settinge vant Gemael ende Cleijn segel gevallen aen den Schout, Schepenen, Secretaris boode ende Secretaris van haer Ed: Mog: etc: te samen de somme van een en veertigh gulden vijftien stuijvers41-15-0
Jtem betaelt aen den Ontfanger van het Schilt ende schellingelt verschenen Corsmis xvjc negen ende taghtigh de somme van negen hondert vier gulden904-0-0
Jtem koomt den rendant voort minuteren, grosseren ende tweemael doubleren deser reeckeninge vijff gls5-0-0
1690: Reeckeninge, bewijs ende reliqua van soodanigen ontfanck ende uijtgeeff als Adriaen van Ossenberch Schout ende Gadermeester van Doorn heeft gehadt, ende gedaen, wegens de gemeente aldaer over den Jare xvjc negentigh

Ontfanck
1. Eerstelijck brenght den rendant in Ontfanck den Jmpost vande wijnen ende bieren verpacht over de weerden jngegaen feb: xvjc negentigh, gedaen den 23e Jary 1690 monterende de somme van vier hondert ende dertigh gulden, dus in ontfanck430-0-0
2. Jtem is op den 26e Jary 1691 uijtgeset tot betalinge vant defect de somme van vijff hondert acht ende tnegentigh gulden tien stuijvers598-10-0
3. Jtem is op den 26e feb 1691 uijtgeset tot betalinge vande buerlasten de somme van twee hondert vier ende tseventigh gulden274-0-0
4. Jtem noch ter saecke als vooren op de landen van de buijte luijden per mergen ses sts: makende over de tnegentigh mergen een hondert roeden de somme van seven en twintigh gulden eene sts27-1-0
5. Jtem is op den 26e feb 1691 uijtgeset tot betalinge vant Cleijnhoeffgelt, per mergen vijff sts: makende over de ses hondert veertien mergen de somme van een hondert drie en vijftigh gulden tien sts153-10-0
6. Noch brenght den Schout in ontfanck wegens boeten van exter ende Craijenesten tot den Jare 1690 incluijs, conform de uijtsettinge vant Cleijnhoeffgelt de somme van tien gulden 10-0-0
7. Jtem is op den 18e 9b 1691 uijtgeset, tot betalinge vant huijsgelt v[er]schenen Paesschen xvjc negentigh de somme van twee hondert drie en sestigh guld ende tien sts acht penn263-10-8
8. Jtem brenght den rendant in Ontfanck het dubbelt huijsgelt verscheen als vooren, tot twee hondert drie ende tsestigh gulden tien sts acht penn 263-10-8
9. Jtem brenght den rendant in ontfanck de tien sts: per mergen reël d'a[nn]o xvjc negentigh, bedragende over de ses hondert 36 mergen de somme van drie hondert guldens acht sts tien penn 318-8-10
1690: 10. Jtem brenght den rendant in ontfanck de tien sts: per mergen personeel in plaets vande besaijde mergens d'a[nn]o xvjc negentigh de somme van drie hondert achttien gulden acht sts: tien penn: 318-8-10
11. Jtem is op den 7e January 1691 bij Hun Ed: Mog: ter saecke vant Leckendijcks gelt, op ider mergen (drie voor een gerekent) uijtgeset over tien hoeven, de somme van twaelff sts:, ende dat gedresseert over ses hondert veertien mergen, blijft op ider mergen drie sts: acht pen: dus alhier in ontfanck een hondert seve gulden nege sts 107-9-0
12. Jtem brenght den rendant in ontfanck ter saecke vande Leckendijcken renten, per mergen vier sts makende over de ses hondert veertien mergen de somme van een hondert twee ende twintigh gulden ende sestien stuijvers122-16-0
13. Jtem is uijtgeset tot betalinge vant Crommenrijnengelt op ider mergen (drie voor een gerekent) vijf sts: makende over de tien hoeven veertigh gulden, ende dat gedresseert over ses hondert veertien mergen, op ider mergen eene sts: acht penn: met het gadergelt, het gadergelt daer aff getrocken, brenght den rendant over den Jare xvjc negen ende taghtigh alhier in ontfanck drie en veertigh guldens vijftien sts:43-15-0
14. Jtem brenght den rendant in ontfanck het heeregelt ingegaen meij xvjc tnegentigh ter somme van een ende tseventigh guld[en]75-0-0
15. Jtem brenght den rendant in ontfanck wegens de toebacqslanden d'a[nn]o xvjc tnegentigh de somme van twee gulden ses sts twaelf penn:2-6-12
16. Jtem is op den 26e Jarij 1691 uijtgeset tot betalinge vant familiegelt d'a[nn]o xvjc tnegentigh de somme van drie hondert acht en tnegentigh gulden vijftien stuijvers398-15-0
17. Jtem is opden Augustus 1690 verpacht den impost vant gemael ende Cleijnsegel over de backers ter somme van ses en tsestigh guldens 66-0-0
1690: Uijtgeeff Jegens den voorsz: Ontfanck
1. Eerstelijck brenght den rendant in uijtgift t'geene hij bij sijn laest gedane reeckeninge geslooten op den eersten April 1695 te boven is gekomen, de somme van acht en veertigh gulden twaelff stuijvers twee penningen 48-12-2
2. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant Logijsgelt in voldoeninge vant selve, verschenen den lesten Januarij xvjc tnegentigh de somme van een duijsent een ende dertigh gulden vijftien sts: ses penn1031-15-6
3. Jtem voor de leges vanden Omslagh vant logijsgelt, quade restanten etc. alles volgens uijtsettinge soo aen den Schout, Schepenen, Secretaris ende boode als mede den Secrets van haer Ed: Mog: de somme van acht en dertigh gulden twaelf stuijvers acht pen:38-12-8
4. Jtem betaelt in conformite vande setcedulle vande buerlasten aen de Diaconie van Doorn ter saeke van een Jaer renten de somme van veertigh guldens40-0-0
5. Jtem aende Kerck van Doorn ter saeke als vooren de somme van twintigh gulden20-0-0
6. Jtem aen Aletta van Cleeff ter saecke als vooren de somme van sestien gulden16-0-0
7. Jtem aen Willem van Bambrugh ter saecke als vooren de somme van vijftien gulden15-0-0
8. Jtem aende Coster in plaets vanden rogge veertigh gulden40-0-0
9. Jtem aen Abram vander meulen voor het bestellen van de rijdinge vant broot drie gulden drie sts3-3-0
10. Voort port vande selve rijdingen ses stuijvers0-6-0
11. Voor het broot der backeren te wegen den rendant aen sijn selfs handen twee gulden2-0-0
12. Jtem aen den rendant voor buijtereijsen, extraordinaris vacatien etc: volgens accoort ende approbatie van haer Ed: Mog: vijftigh guldens50-0-0
13. Aen den Secretaris voor sijn extraordinaris diensten ende verschot eene gulden twaelf stuijvers acht penningen 1-12-8
1690: 14. Aen den schout, schepenen secrets boode ende den Secretaris van haer Ed: Mog: voor het doen van den Omslagh ende minuteren grosseren ende Doubleren vande setcedulle met het segel, samen de somme van vier en twintigh gulden en twee stuijvers24-2-0
15. Den rendant aen sijn selven voor quade restanten van Steven Jansen vier gulden en tien stuijvers4-10-0
16. De Schepenen voor Extraordinaris vacatien etc: vier gulden tien sts4-10-0
17. Aenden rendant voor verschot van de buerlasten ende Cleijn hoefgelt promptelijck te betalen aende makeren vande somerwegh, Crommenrijn, erffdijck etc. twintig gulden20-0-0
18. Aen den rendant voor drie open rechtdagen ses gulden ses sts:6-6-0
19. Aenden Secretaris van uts: ses gulden ses stuijvers6-6-0
20. Aende presente Schepenen een en twintigh gulden 21-0-0
21. Aen den Gerechtsboode drie gulden drie stuijvers3-3-0
22. Den rendant aen sijn selfs voor de setcedulle aen de Camer van Finantie te leveren etc. drie gulden 3-0-0
23. Tot reparatie vant School ende Schoolhuijs tien gulden10-0-0
24. Den rendant aen sijn selven voor een Oxhooff bier op de Croningh van den Coninck? Van Engelant ten besten gegeven seve gulden7-0-0
25. Jtem betaelt in conformite vande setcedulle vant Cleijnhoefgelt aen Jasper van Holten voor het maeken vanden Crommenrijn de somme van vijff en twintigh gulden 25-0-0
26. Aenden Schout voor tweemael het overwijsen vande schouwe vande Crommenrijn vier gls vier sts:4-4-0
27. Aen Hendrick Cool voor het maeken vanden erffdijck elf gulden11-0-0
28. Aen Hendrick Prinsen voor het maeken vande somerwegh twintigh gulden20-0-0
29. Aen Jan Cornelissen Schijff voor het maeken vande nieuwe min/mij? vier gulden vijff stuijvers4-5-0
30. Den rendant aen hem selven voor het maeken vande lijste der geene die ten dijck gaen twee gulden twee sts2-2-0
31. Aende twee Schepenen, Secretaris boode drie gulden ses stuijvers3-6-0
1690: 32. Aenden Schout, Schepenen, Secretaris, boode ende den Secretaris van haer Ed: Mog: voort minuteren, grosseren ende doubleren vande setcedulle vant Hoeffgelt met het segel ende het doen vanden Omslagh de somme van twee en twintigh gls: sestien stuijvers22-16-0
33. Aenden Gerechts boode voor extraordinaris diensten etc: tien gulden 10-0-0
34. Aenden Secrets voor de acte van nominatie met het segel twee gulden acht sts acht penn2-8-8
35. Aenden Schout voor de nieuwe schepenen inden eedt te brengen twee gulden twee stuijvers2-2-0
36. Aenden boode voor de geëligeerde Schepenen te laden twaelf sts:0-12-0
37. Aenden schout, de presente schepenen, Secretaris ende boode voor het schouwe vande exters ende Craijenesten de somme van vijftien gulden veertien stuijvers15-14-0
38. Den rendant aen sijn selfs wegens het Schilt ende schellingelt betaelt vande vermiste hoeve lants volgens uijtsettinge twaelf gulden acht stuijvers vier pen12-8-4
39. Den selven heeft hier voor in ontfanck gebraght de tien sts reël ende personeel van 636 mer[gen] daer nochtans bij hem deselve niet sijn ontfangen vande voorsz: hoeve lants dus alhier deselve tot16-0-0
40. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant huijsgelt verschenen Paesschen xvjc negentigh de somme van twee hondert drie en tsestigh gulden tien stuijvers acht pen263-10-8
41. Jtem aenden Ontfanger van het dubbelt huijsgelt verschenen als vooren de somme van twee hondert drie en twintigh gulden nege sts: vier pen:223-9-4
42. Jtem betaelt aenden Ontfanger Mansvelt in betalinge van de tien stuijvers per mergen reël over den Jare xvjc negentigh de somme van drie hondert achtien gulden acht sts: tien pen:318-8-10
43. Jtem aen uts: betaelt in betalingen vande personele tien sts: per mergen in plaetse vant besaijde over den Jare xvjc negentigh de somme van drie hondert achtien gulden acht sts: tien penn318-8-10
1690: 44. Jtem aenden Cameraer De Goij in betalinge van het Leckendijcken gelt over den Jare xvjc negentigh de somme van ses en tnegentigh gulden96-0-0
45. Jtem betaelt aen Hendrick Corn: Blanckesteijn in betalinge van een Jaer renten vanden Leckendijck van elf hondert gulden Capitael over den jare xvjc negentigh de somme van vier ende veertigh gulden44-0-0
46. Jtem aende vrou van Sandenburgh ter saecke als vooren van acht hondert gulden Capitael over den selven Jare twee en dertigh gulden32-0-0
47. Jtem aen Cornelis Jansen van Velpen ter saecke als vooren van ses hondert gulden Capitael over den selven Jare vier en twintigh gulden24-0-0
48. Jtem aenden Ontfanger Drakenburgh in voldoeninge vant Crommenrijnen gelt de a[nn]o xvjc negentigh veertigh gulden40-0-0
49. Jtem betaelt aenden Ontfanger van het heeregelt ingegaen Meij 1690 de somme van vijff en seventigh gulden 75-0-0
50. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant familiegelt over den Jare xvjc negentigh de somme van drie hondert vijff ende tseventigh gulden375-0-0
51. Jtem betaelt aen den Schout, Schepenen, Secretaris boode ende den Secretaris van haer Ed: Mog: voor het doen vanden Omslagh minuteren, grosseren ende doubleren vande setcedulle met de segels ende de setcedulle te leveren in de Camer van Finantie etc: de somme van seven en twintigh guldens 27-0-0
52. Den rendant aen hem selven ter saeke van quaede restanten van Steven Jansen ende Toon Jansen vier gulden tien stuijvers4-10-0
53. Jtem betaelt in conformite vande setcedulle vant Gemael ende Cleijn segel aen den Ontfanger van het Segel verschenen Julij xvjc een ende tnegentigh de somme van twee hondert vier ende tsestigh gulden264-0-0
54. Jtem betaelt aen den Ontfanger van het Gemael verschenen Julij xvjc een ende tnegentigh de somme van drie hondert veertien gulden veertien sts314-14-0
1690: 55. Jtem betaelt voor alle de leges op de settinge vant Gemael ende Cleijn segel gevallen aen den Schout, Schepenen, Secretaris boode ende Secretaris van haer Ed: Mog: etc: te samen de somme van acht en veertigh gulden seventien stuijvers acht penn: 48-17-8
56. Den rendant aen hem selven vioor het geene op voorgaende settinge te kort was uijtgeset tien gulden 10-0-0 [deze post staat doorgestreept]
57. Den rendant aen hem selven voor quade restanten van Steven Jansen en Toon Jansen ses gulden6-0--0
58. Jtem betaelt aen den Ontfanger van het Schilt ende schellingelt verschenen Corsmis xvjc negentigh de somme van negen hondert vier gulden904-0-0
59. Jtem koomt den rendant voort minuteren, grosseren ende tweemael doubleren deser reeckeninge vijff gls5-0-0
60. Jtem koomt den rendant voor het overstaen deser reeckeninge twee gulden twee stuijvers2-2-0
61. De seve Schepenen ider dertigh sts: makende te samen tien gulden tien sts10-10-0
62. Den Secretaris drie gulden3-0-0
63. Den Gerechts boode eene gulden vier sts:1-4-0
64. Jtem het segel tot dese reeckeninge ende het dubbelt ende copije vandien vijff gulden veertien stuijvers5-14-0
65. Jtem voort maeken vant bourdrel eene gulden vier stuijvers1-4-0
totalis vanden uijtgift bedraeght vier duijsent neegenhondert acht ende tseeventigh guld vijftien strs acht penn4978-15-8
Waer van getrocken den voorstaenden ontfangh bedraegende de somme van vier duijsent neegen hondert twaelff guld[en] vijftien sts twaelff penn: 4912-15-12
zoo wordt bevonden meer uijtgegeven als ontfangen te sijn, de somme van vijff ende tsestigh guld[en] negentien strs twaelff penn65-19-12
Die den rendant te booven komt ende jnde volgende reeck[ening]e jn uijtgift sullen worden gebracht
Aldus gehoort gereeckent, geverifieert ende gesloten jnde Gerechtskamer tot Doorn ten overstaen vand Hr Ambachtsheer ende t volle Gerecht, ende d'onderge[tekende] geerfdens opden j April 1695
1693: Ontfanck
0.Eerstelijck brenght den rendant in ontfanck het slot sijner voorgaende reeckeninge over den Jare 1692 geslooten den j. April 1695 ter somme van drie en dertigh gulden drie stuijvers 33-3-0
1.410-0-0
2.668-10-0
3.348-0-0
4.25-11-0
5.122-16-0
6.ontbreekt
11.92-2-0
14.144-0-0
15.ontbreekt
16.424-10-0
16b. Tweede familiegeld 421-5-0
17.84-0-0
18.542-10-0
Totaal 5550-16-0

Uitgaven:
1.ontbreekt
3.24-2-8
10.1-10-0
11.ontbreekt
12.70-0-0
13.ontbreekt
14.19-4-0
14b. Aen roeloff vanden hatert voor het schieten van drie vosschen de somme van nege gulden 9-0-0
15-16 ontbreken
17b. Jtem noch aen den selven vanden Jare xvj een ende tnegentigh, alsoo bij Haer Ed: Mog: was geroijeert, ter saecke per abuijs het contract niet was geannexeert, de somme van twintigh gulden20-0-0
18.ontbreekt
19.=15
20.=16 17-17-0
21-22 ontbreken
23b. Leges van het huisgeld7-10-0
23c. Secretaris voor het minuteren etc van de zetting7-16-0
23d. Jtem betaelt aen de seve schepenen ende den Secrets voor een extraordinaris vergaderinge wegens de heer Urck twee gulden twaelf stuijvers 2-12-0
23e. Aen Jacob Petersen voor sijn daggelt ende wagenvraght aen Schepen betaelt drie gulden3-0-0
23f. Jtem betaelt aen de Schepenen ende de Secretaris voor het opteijkenen vande heerd steden, ende voor het maeken vant Quohier etc: met de segelen te samen de somme van veertien gulden veertien stuijvers 14-14-0
23g. Jtem aende Schepenen ende Secrets voor een extraordinaris vergaderinge over het huijsgelt twee gullden en ses stuijvers 2-6-0
23h. Aen den Secretaris voor extraordinaris verdiensten twee gulden twaelff stuijvers2-12-0
23i. Aen den Gereghts boode voor een missive te brengen tot Derthuijsen tien stuijvers 0-10-0
23j. Jtem betaelt aen den Advocaet Laurens Vervoorn volgens specificatie een en vijftigh gulden achtien stuijvers 51-18-0
1694: Ontvangst
0.Het slot van de vorige rekening66-9-10
1.415-0-0
2.636-15-0
3.303-10-0
4.25-11-0
5.184-4-0
6.ontbreekt
9.Zijn 15 stuivers per morgen geworden477-13-0
10.idem477-13-0
11.92-2-0
14.138-0-0
15.ontbreekt
16.396-0-0
16.b. Tweede familiegeld395-0-0
17.84-0-0
18.533-0-0
18.b. Het haardstedegeld137-10-0
Totale ontvangst 5959-19-6

Uitgave:
1.ontbreekt
3.22-12-8
3b. kwade restanten28-0-0
10.1-8-0
11.ontbreekt
12.70-0-0
13.ontbreekt
14.28-18-0
15.Aen Hendrick van Doornick voor twee Jonge Vossen onder Doorn gegraven de somme van twee gulden2-0-0
16.Aen Cornelis Jansen voor een Jonge Vos de somme van eene gulden1-0-0
17.=21
18.ontbreekt
19.drie open rechtdagen6-6-0
22-23 ontbreken
24.Betaald aan de secretaris en schepenen voor het uitzetten van het dubbel huisgeld18-6-0
26.ontbreekt
27.betaald aan Jacob van Loenen, cameraer der Stadt Wijck
28.betaald aan Jan Claesen Langhaer 24-0-0
30.ontbreekt
31.2-14-0
32.19-10-0
32.b. Aende Schepenen, den Secretaris voor het Schouwen vande Exters ende Craijenesten de somme van twaelff gulden en twaelff stuijvers12-12-0
32.c.De Schout aan zichzelf voor het Schild- en Schellinggeld12-8-4
32.d.Idem voor de 15 stuivers per morgen reëel en personeel24-0-0
33.21-0-0
33.b. Jtem betaelt aen Gijsbert Verkroost Exploicteur van haer Ed: Mog: Domeijnen voor seve Jaren stroij gelt, alsse verschenen Martinij 1688, 1689, 1690, 1691, 1692, 1693 ende 1694 de somme van veertien gulden14-0-0
33.c. Jtem aen Hendrick Thomassen voor het onderhouden vande Wegh de somme van seve gulden tien stuijvers7-10-0
34-39 ontbreken
42.477-13-0
43.477-13-0
44.80-0-0
49.138-0-0
51.20-14-0-
1695: Reeckeninge, bewijs ende reliqua van sodanigen ontfanck ende uijtgeeff als Adriaen van Ossenberch Schout ende gadermeerster tot Doorn heeft gehadt ende gedaen wegen de gemeente aldaer over den Jare xvjc vijff ende tnegentigh.

Ontfanck
1. Eerstelijck brenght den rendant in ontfanck het slot sijner voorgaende reeckeninge over den Jare xvjc vier ende tnegentigh geslooten den j feb: xvjc seven ende tnegentigh, tot een hondert thien gulden seventien stuijvers110-17-0
2. Jtem den jmpost vande wijnen ende bieren verpacht over de weerden, ingegaen feb: xvjc vijf ende tnegentigh, gedaen den 22e Jarij: xvjc vijf ende tnegentigh, monterende de somme van vier hondert en tien gulden410-0-0
3. Jtem is op den 18 meert xvjc vijf en tnegentigh uijt geset tot betalinge vant defect de somme van ses hondert acht en veertigh gulden648-0-0
4. Jtem is op den 2e decemb: xvjc vijf en negentigh vande buerlasten de somme van twee hondert negen en tagthigh gulden vijf stuijvers289-5-0
5. Jtem noch ter saeke als vooren op de landen vande buijten luijden per mergen ses stuijvers, maeckende over de tnegentigh mergen vier hondert roeden de somme van seven en twintigh gulden vier stuijvers27-4-0
6. Jtem is op den 2e decemb: 16 hondert vijf entnegentigh uijtgeset, tot betalinge vant Cleijn Hoefgelt per mergen vijf stuijvers, makende over de ses hondert en veertien mergen de somme van een hondert drie en vijftigh gulden tien stuijvers153-10-0
7. Jtem is op den 22e Meij xvjc drie en tnegentig uijt geset tot betalinge vant Huijs gelt, verschenen Paesschen xvjc vijf ende tnegentigh, de somme van tweehondert drie en sestigh gulden tien stuijvers acht penningen263-10-8
8. Jtem brenght den rendant in ontfanc het dubbelt huijs gelt verschenen als vooren, tot twee hondert drie en sestigh gulden tien stuijvers acht penningen263-10-8
1695: 9. Jtem brenght den rendant in ontfanck de vijftien stuijvers per mergen reel de anno xvjc vijf ende tnegentigh bedragende over de ses hondert ses en dertigh mergen de somme van vier hondert seven ende seventigh gulden dertien stuijvers477-13-0
10. Jtem brenght den rendant in ontfanck de vijf tien sts per mergen personeel in plaets vant besaijde, d'a[nn]o xvjc vijf ende tnegentigh de somme van vier hondert seven en seventigh gulden dertien stuijvers477-13-0
11. Jtem is opden 6e Jarij: xvjc ses en tnegentigh uijt geset tot betalinge van het Leckendijcks gelt d'a[nn]o xvjc vijf entnegentigh op jder mergen vier stuijvers, maeckende over de ses hondert en veertien mergen de somme van een hondert twee en twintigh gulden sestien stuijvers122-16-0
12. Jtem brenght den rendant in ontfanck ter saecke vande Leckendycks renten per mergen vier sts: maeckende over de ses hondert en veertien mergen, de sommme van een hondert twee en twintigh gulden sestien stuijvers122-16-0
13. Jtem is uijtgeset tot betalinge vant Crommerijnsgelt op ider mergen (drie voor een gerekent) vijf stuijvers, maeckende over de tien hoeven veertigh gulden ende dat gedresseert over de ses hondert en veertien mergen, op jder mergen eene stuijver acht penningen, met het gadergelt, het gadergelt daer af getrocken brenght den rendant in ontfanck tnegentigh de somme van drie en veertigh gulden vijftien stuijvers43-15-0
14. Jtem brenght den rendant in ontfanck het heeregelt, in gegaen Meij xvjc vijf ende tnegentigh de somme van een hondert acht en sestigh gulden168-0-0
15. Jtem is op den 2e Septemb xvjc vijf en tnegentigh uijtgeset, tot betalinge vant eerste familiegelt d'a[nn]o xvjc vijf en tnegentigh, de somme van vier hondert negentien gulden tien stuijvers419-10-0
16. Jtem is op den 2e decemb xvjc vijf en tnegentigh uijtgeset, tot betalinge vant tweede familiegelt d'anno xvjc vijf en tnegentigh, de somme van drie hondert ses en tnegentigh gulden en vijf stuijvers396-5-0
1695: Uijtgeeff jegens den voorsz ontfanck
1. Eerstelijck heeft den rendant betaelt aen den Ontfanger vant Logijsgelt in voldoeninge vant selve, verschenen den lesten Jarij: xvjc ses en tnegentigh de somme van een duijsent een en dertigh gulden vijftien stuijvers ses penningen1031-15-6
2. Jtem betaelt voor de leges vanden omslagh vant Logijs gelt, volgens de settinge daer van gedaen, aen de Schepenen, Secrets ende den Secrets van haer Ed: Mo: de somme van vier en twintigh gulden veertien stuijvers acht penningen24-14-8
3. Den rendant aen sijn selfs handen volgens de uijtsettinge voor quade restanten betaelt de somme van seven gulden vijf stuijvers7-5-0
4. Jtem betaelt in conformite van de setcedulle van de buerlasten aen de Diaconij tot Doorn ter saeke van een jaer renten de somme van veertigh gul[den]40-0-0
5. Jtem aen de kerck tot Doorn ter saeke als vooren de somme van twintigh gulden20-0-0
6. Jtem aen Aletta van Cleef ter sake als vooren sestien gulden16-0-0
7. Jtem aen Willem bambrugh ter saeke als vooren vijftien gulden15-0-0
8. Jtem aen de Coster in plaets vanden rogge veertigh gulden40-0-0
9. Jtem aen Abram vander Meulen voor het bestellen vande rijdingen van het broot drie gulden en drie stuijvers3-3-0
10. Voort port vande selve rijdingen de somme van eene gul[den] vier stuijvers1-4-0
11. Jtem aen den rendant voor ordinaris ende extraordinaris vacatien, buijten reijsen &a: volgens accoort ende approbatie van haer Ed: Mog: de somme van seventigh gulden70-0-0
12. Jtem betaelt aen de Schepenen Secrets ende den Secrets van haer Ed: Mo: voor het doen van den Omslag, minuteren ende Grosseren vande settinge &a: de somme van twee en twintigh gulden22-0-0
13. Den rendant aen sijn selven betaelt volgens uijtsettinge wegens quade restanten ses gulden6-0-0
14. Jtem betaelt aen den Secrets voor vier openrechtdagen acht gulden acht stuijvers8-8-0
1695: 15. Aende presente Schepenen de somme van seven en twintigh gulden en ses stuijvers27-6-0
16. Den rendant aen sijn selfs handen voor verschot van de buerlasten hoefgelt &a de somme van twintigh gulden20-0-0
17. Jtem betaelt in conformite vande setcedulle vant Cleijn Hoefgelt aen gerrit Teunissen voor het maecken vanden Crommenreijn de somme van vijf en twintigh gulden25-0-0
18. Jtem aende Cameraer der Stadt Wijck voor het maeken vanden erfdijck de somme van elf gulden11-0-0
19. Jtem aen Jan Claesen Langhaer voor het maecken van de somerwegh vier en twintigh gulden24-0-0
20. Aen Jan Schijf voor het maeken vande ninuwe nun de somme van vier gulden vijf stuijvers4-5-0
21. Jtem aende twee Schepenen met den Secrets voor het maeken vande lijste der gene die ten dijck gaen twee gulden veertien stuijvers2-14-0
22. Jtem aende Schepenen Secrets ende den Secretaris van haer Ed: Mo: voor het doen vanden omslagh, schouwen van exters ende Craijenesten, extraordinaris v[er]gaderinge &a: de somme van vijf en dertigh gulden drie stuijvers35-3-0
23. Den rendant aen sijn selfs handen wegens het Schilt ende Schellingelt betaelt vande vermiste hoeve lants volgens uijt settinge de somme van twaelf gulden acht stuijvers vier penn12-8-4
24. Den selven heeft hier voor v[er]antwoort de vijftien sts: per mergen reel ende personeel van ses hondert ses en dertigh mergen, daer nochtans de selve niet sijn ontfangen vande voornoemde hoeve lants dus alhier de somme van vier en twintigh gulden24-0-0
25. Jtem betaelt aenden Gerechtsboode voor sijn ordinaris ende extraordinaris diensten volgens accoort een en twintigh gulden21-0-0
26. Aen haer Ed: Mo: Domeijnen voor een jaer stroij gelt twee gulden2-0-0
27. Aen Hendrick Thomassen voor het onderhouden van de wegh seve gulden en tien stuijvers7-10-0
1695: 28. Aen Hendrick vander Pijl voor een ton bier voor die gene, die de wegh nae Langbroeck hebben gemaeckt acht gulden8-0-0
29. Aen Cornelis van Ommeren voor het schieten van een Vos drie gulden3-0-0
30. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant Huijsgelt verschenen Paesschen xvjc vijf ende tnegentigh de somme van tweehondert drie en sestigh gulden tien stuijvers acht penningen263-10-8
31. Jtem betaelt aenden ontfanger vant dubbelt huijsgelt verschenen als vooren de somme van twee hondert drie en sestigh gulden tien stuijvers acht penn: 263-10-8
32. Jtem betaelt aenden Ontfanger Mansvelt, in betalinge vande reele vijftien stuijvers per mergen over den Jare xvjc vijf ende tnegentigh de somme van vier hondert seven en seventigh gulden dertien stuijvers477-13-0
33. Jtem betaelt aen uts in voldoeninge vande personele vijftien stuijvers per mergen, in plaets van het besaijde over den Jare xvjc vijf ende tnegentigh de somme vier hondert seven en seventigh gulden dertien stuijvers477-13-0
34. Jtem betaelt aenden Cameraer De Goij in betalinge van het Leckendijcks gelt over den Jare xvjc vijf ende tnegentigh de somme van ses en tnegentigh gulden96-0-0
35. Jtem betaelt in conformite van de setcedulle van het Leckendijcks gelt aen de Schepenen, Secretaris ende Secrets van haer Ed: Mo: voor de leges &a: de somme van achtien gulden en acht sts: 18-8-0
36. Jtem betaelt aen Hendrick Corn: Blanckestijn in betalinge van een jaer renten vanden Leckendijck van elf hondert gulden Capitael over den Jare xvjc vijf ende tnegentigh de somme van vier en veertigh gulden44-0-0
37. Jtem aende Vrouw van Sandenburgh ter saecke als vooren van acht hondert gulden Capitael over den selven Jare de somme van twee en dertigh gulden32-0-0
1695: 38. Jtem aen Cornelis Jansen van Velpen, ter saeke als vooren van ses hondert gulden Capitael over den selven Jare de somme van vier en twintigh gul[den]24-0-0
39. Jtem betaelt aenden Ontfanger Drakenburg in voldoeninge vant Crommerijnsgelt d'a[nn]o xvjc vijf ende tnegentigh de somme van veertigh gulden40-0-0
40. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant Heeregelt, ingegaen Meij xvjc vijf ende tnegentigh de somme van een hondert acht en sestigh gulden168-0-0
41. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant eerste familiegelt over den Jare xvjc vijf ende tnegentigh de somme van drie hondert vijf ende seventigh gulden375-0-0
42. Jtem betaelt aende Schepenen, Secrets ende den Secrets van haer Ed: Mo: voor het doen van den Omslagh &a: de somme van seventien gulden veertien stuijvers17-14-0
43. Den rendant aen sijn selfs handen wegens den Heer Johan Meerman ende quade restanten volgens den Omslagh de somme van vijf ende dertigh gulden35-0-0
44. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant tweede familie gelt de a[nn]o xvjc vijf ende tnegentigh de somme van drie hondert vijf ende seventigh gulden375-0-0
45. Jtem aende Schepenen, Secretaris ende den Secrets van haer Ed: mo: voor het doen vanden omslagh &a de somme van negentien gul[den] twaelff stuijvers19-12-0
46. Jtem betaelt in conformite van de setcedulle vant gemael ende Cleijn Zegel aenden ontfanger van het zegel verschenen Julij xvjc ses en tnegentigh de somme van twee hondert vier en sestigh gulden264-0-0
47. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant Gemael verschenen Julij xvjc ses en tnegentigh de somme van drie hondert veertien gulden en veertien stuijvers314-14-0
48. Jtem betaelt voor alle de leges op de settinge vant gemael ende Cleijn Zegel gevallen de somme van drie en twintigh gulden twaelff stuijvers acht penn23-12-8
1697: Ontvangst:
1.37-11-4
2.405-0-0
3.672-10-0
4.295-10-0
5.20-15-0
11.138-3-0
14.132-0-0
15.397-0-0
16.410-0-0
17.91-0-0
18.527-10-0
19.275-0-0
Totale ontvangst6108-7-4

Uitgaven
2.26-11—0
3.Den rendant aen sijn selfs handen betaelt vijf gul[den] die op voorgaende settinge abusivelijck te kort was gerekent5-0-0
10.1-10-0
11.80-0-0
12.19-18-0
12.b. Aenden Secretaris voor de segelt tot de verpachtinge der weerden 1-6-0
12.c. Aen denselven voor het schrijven vant accoort vanden Gerechtsboode met het Gerecht ende segel1-8-0
12.d. Aenden selven als Coster voor het luijden over de Victorie 3-12-0
12.e. Aende seve Schepenen voor extraordinaris vergaderingen 6-6-0
12.f. Aenden Secrets voor uts1-10-0
13.ontbreekt
14.=15 29-8-0
15.=14
15.b. Aen den selven voort publiceren en affigeren vande vier rechtdagen 2-10-0
16.b. Voor een ton bier, als men Victorie branden8-0-0
16.c. Jtem voor drie flambouwen 4-10-0
19.Nu maakt Jurriaen van Sparenbergh de Somerwegh voor 30-0-0
22.32-10-0
25.25-0-0
28.De schout aan zichzelf voor die morgen die hij teveel heeft betaald1-10-0
29.Aen Roeloff vanden Hatert voor het schieten van twee jonge Vosschen 2-0-0
29.b. Jtem aen Gerrit Teunissen voor een oude Vosch3-0-0
29.c. Jtem betaelt aenden Secrets ende vorder alle oncosten vande aenbestadinge vande somerwegh ende Crommenrijn wierden aenbestaijd met dagh gelt, wijncoop, Godts penninck etc16-12-0
34.104-0-0
35.19-18-0
40.132-0-0
42.19-10-0
43.Den rendant aen sijn selfs handen wegens dat Teunis Cool niet had gewoont volgens uijtsettinge4-0-0
45.19-10-0
48.32-4-0
49.ontbreekt
50.275-0-0
Totale uitgave6074-17-10
Dus meer ontvangen 33-9-10
1698: Ontvangen
1.33-9-10
2.400-0-0
3.651-10-0
4.302-10-0
5.20-15-0
11.138-3-0
14.165-0-0
15.367-0-0
16.403-15-0
17.85-2-0
18.463-5-0
19.275-0-0
Totale ontvangst6011-17-10

Uitgaven
2.26-7-0
3.Den rendant aen sijn selfs handen betaelt wegens Jan Jurriaensen die over t jaer 1697 was geset, en niet heeft gewoont 3-0-0-
4.Jtem betaelt in conformite vande setcedulle vande buerlasten aen Wulphert Claesen ter saecke van een Jaer renten van vier hondert gul[den] Capitael16-0-0
4.b. =4
10.1-14-0
11.80-0-0
12.19-11-0
13.Aende seve Schepenen voor extraordinaris vergaderingen 8-8-0
14.Aen den Secrets voor uts2-0-0
15.Aende seve Schepenen voor vier open rechtdagen 29-8-0
15.b. Aenden Secrets voor uts8-8-0
15.c. Aenden selve voort publiceren en affigeren vande billetten2-10-0
15.d. Aende selve voor de acte van nominatie van Schepenen met het segel2-9-0
16.b. Aenden Secrets voor vier jaren leveren van papier3-12-0
19.30-0-0
22.32-3-0
25.25-0-0
27.b. Die ene morgen die hij teveel heeft betaald1-10-0
28.Aen Jan Jansen voor een oude ende vier jonge vosschen onder Doorn gegraven7-0-0
29.Aenden Secretaris voort maeken van een request met segel aen haer Ed: Mog: wegens de gemene wegh0-17-0
35.19-11-0
36.Jtem betaelt aenden Cameraer vanden Leckendijck in betalinge vande Leckendijcks renten over den Jare xvjc acht ende tnegentigh100-0-0
37.Aende Schepenen Secretaris ende den Secrets van haer Ed: Mog: met den Commis voor het doen vanden Omslagh etc: 19-11-0
38.ontbreekt
39.165-0-0
42.19-11-0
43.ontbreekt
45.19-11-0
46.215-2-0
48.29-6—0
49.ontbreekt
50.275-0-0
Totale uitgaven6036-15-10
Dus meer uitgegeven 24-18-0
1699: Ontvangen
1.ontbreekt
2.395-0-0
3.681-0-0
4.318-0-0
5.24-1-0
6.230-5-0
11.92-2-0
14.156-0-0
15.399-0-0
16.270-0-0
17.63-0-0
18.486=15-0
19.275-0-0
Totale ontvangst5943-1-0

Uitgaven
0.Eerstelijck brenght den rendant in uijtgift het slot sijner voorgaende reeckeninge gedaen den 28e April 1701 ter somme van vier en twintigh gulden achtien stuijvers dus24-18-0
2.25-15-0
3.15-0-0
4.Wulfert Claesen16-0-0
4.b. Diakonie24-0-0
10.2-12-0
11.80-0-0
12.91-4-0
12.b. Den rendant aen sijn selfs handen voor verschot vant Cleijn Hoefgelt buerlasten etc:20-0-0
13.4-10-0
14.-16 ontbreken
19.30-0-0
21.Aende Schepenen Secretaris den Secretaris van haer Ed: Mog: met den Commis voor al het geene haer is uijtgeset inde setcedulle vant Cleijn Hoefgelt 63-2-0
22.ontbreekt
23.=25
26.b. Die ene morgen die de schout teveel betaald heeft1-10-0
27.Nu maakt Cornelis Gerritsen inde Stroet de Heerewegh voor 7-10-0
28.Den rendant aen sijn selfs handen wegens verteeringen tot Amerongen gevallen over de Ceurhengst7-4-0
29.Aen twintigh arbeijders die den Heerewegh hebben gemaeckt door ordre van haer Ed: Mog: betaelt32-16-0
29.b. Aenden boode volgens overgeleverde memorie betaelt5-4-0
29.c. Aen Cornelis Jansen van Velpen voor het vangen van een vos3-0-0
35.19-11-0
36.Jtem betaelt aenden Cameraer vanden Leckendijck in betalinge vande Leckendijcks renten over den Jare xvjc negen en tnegentigh100-0-0
37.Aende Schepenen, Secretaris ende den Secretaris van haer Ed: mog: met den Commis, voort doen vanden omslagh etc: 19-11-0
38.ontbreekt
40.156-0-0
42.19-11-0
43.4-0-0
44.250-0-0
45.19-11-0
47.248-0-0
48.Aende Schepepen, Secretaris ende den Secretaris van haer Ed: mog: met den Commis ende Gerecht boode voor alle leges vande settinge vant gemael en segel 29-6-0
49.8-2-0
50.275-0-0
Totaal6022-7-10
Dus meer uitgegeven 79-6-10
1700: Reeckeninge, bewijs ende reliqua van soodanigen ontfanck ende uijtgeeff als Adriaen van Ossenberch Schout ende Gadermeester van Doorn heeft gehadt ende gedaen wegens de gemeente aldaer over den Jare seventien hondert.

Ontfanck.
1. Eerstelijck brenght den rendant in ontfanck den impost vande wijnen ende bieren, verpacht over de weerden ingegaen feb: seventien hondert, gedaen den 25e Januarij 1700 monterende de somme van drie hondert acht en tnegentigh gulden en tien stuijvers
2. Jtem is op den 25e Januarij sevnetien hondert uijtgeset tot betalinge vant defect de somme van ses hondert vier gulden en tien stuijvers
3. Jtem is op den 17e Januarij 1701 uijtgeset tot betalinge vande buerlasten, de somme van twee hondert acht en seventigh gulden en vijftien stuijvers
4. Jtem noch ter saecke als vooren op de landen vande buijtenluijden per mergen ses stuijvers, maeckende over de seven en sestigh mergen een hondert roeden de somme van twintigh gulden en twee stuijvers
5. Jtem is op den 17e Jarij 1701 uijtgeset tot betalinge vant Cleijn hoeffgelt per mergen ses hondert en veertien mergen De somme van een hondert vier en taghtigh gulden en vier stuijvers
6. Jtem is op den 22e Meij xvjc drie en tnegentigh uijtgeset tot betalinge vant huijsgelt verschenen Paesschen seventien hondert de somme van twee hondert drie en sestigh gulden tien stuijvers acht penningen
7. Jtem brenght den rendant in ontfanck het dubbelt huijsgelt verschenen Paesschen seventien hondert tot twee hondert drie en sestigh gulden tien stuijvers acht penningen
8. Jtem brenght den rendant in ontfanck de vijftien stuijvers per mergen reël d’ao seventien hondert, bedragende over de ses hondert en ses en dertigh mergen de somme van vier hondert seven en seventigh gulden dertien stuijvers
9. Jtem brengt den rendant in ontfanck de vijtien stuijvers per mergen personeel in plaets van het besaijde d’ao seventien hondert ter somme van vier hondert seven en seventigh gulden en dertien stuijvers
1700: 10. Jtem brenght den rendant in ontfanck het Leckendijcks gelt en renten volgens het aenschrijvens van Dijckgraeff ende hooge heemraden vanden Leckendijck van dato den 5e Junij 1700 de somme van twee hondert vijff en sestigh gulden veertien stuijvers en vijftien penn: over den Jare seventien hondert
11. Jtem is uijtgeset tot betalinge van het Crommenrijnen gelt op ider mergen (drie voor een gerekent) vijff stuijvers, maeckende over de tien hoeven veertigh gulden, ende dat gedresseert over de ses hondert en veertien mergen, op ider mergen eene stuijvers acht penningen met het gadergelt, het gadergelt daer aff getrocken, brenght den rendant in ontfanck over den Jare seventien hondert de somme van drie en veertigh gulden en vijftien stuijvers
12. Jtem is op den 19e Aug: 1700 uijtgeset tot betalinge van het eerste Familiegelt over den Jare seventien hondert de somme van twee hondert een en sestigh gulden
13. Jtem is op den 17e Januarij 1701 uijtgeset tot betalinge van het tweede Familiegelt over den Jare seventien hondert de somme van twee hondert acht en sestigh gulden en tien stuijvers
14. Jtem is op den 5e Aug: 1700 verpacht den impost vant Gemael ende Cleijn Segel over de backers ingegaen Augustus seventien hondert voor de somme van sestigh guldens
15. Jtem is op den 19e Augustus 1700 uijtgeset tot betalinge vant defect vant Gemaell ende Cleijn segel ingegaen Augustus seventien hondert de somme van vier hondert en seventigh guldens
16. Jtem brenght den rendant in ontfanck het jaer heerdstedegelt verschenen Victorien seventien hondert ter somme van twee hondert vijff en seventigh gulden
17. Jtem brenght den rendant in ontfanck het Schilt en schellingh gelt sonder de verhonginge over den Jare seventien hondert de somme van negen hondert en vier gulden

Somma vanden gehelen Ontfangh bedraecht vijf duijsent vijf hondert vijf en twintigh gulden, seven stuijvers vijftien penn
1700: Uijtgeeff jegens den voorsz ontfanck
1. Eerstelijck brenght den rendant in uijtgift het slot sijner voorgaende reeckeninge, gedaen den 23e Januarij seventien hondert en twee, ter somme van negen en seventigh gulden ses stuijvers tien penneningen
2. Jtem betaelt aenden ontfanger vant Logijsgelt in voldoeninge vant selve verschenen den lesten Januarij seventien hondert en een de somme van een duijsent een en dertigh gulden vijftien stuijvers ses penningen
3. Jtem betaelt voor de leges vanden omslagh vant Logijsgelt volgende de uijtsettinge daer van gedaen, aende Schepenen, Secretaris ende de Secretarien van haer Ed Mog: met den Commien de somme van vijff en twintigh gulden vijftien stuijvers
4. Jtem betaelt in conformite van de setcedulle vande buerlasten aen e wed. van Wulphert Claesen ter saecke van een jaer renten van vier hondert gulden Capitael verschenen den 24e april seventien hondert de somme van sestien gulden
5. Jtem aende Diaconije ter saecke als vooren van ses hondert gulden Capitael verschenen den je Junij seventien hondert de somme van vier en twintigh gulden
6. Jtem aen de wed. van Wulphert Claesen ter saecke als vooren van vijff hondert gulden Capitael verschenen den lesten Junij seventien hondert de somme van twintigh gulden
7. Jtem aen Aletta van Cleeff ter saecke als vooren van vier hondert gulden Capitael verschenen den 16e Julij seventien hondert sestien gulden
8. Jtem aen Willem van Bambrugh ter saecke als vooren van drie hondert gulden Capitael verschenen den 15e december seventien hondert de somme van vijftien gulden
9. Jtem aende Coster in plaets vande rogge veertigh gulden
10. Aen Abram vandermeulen voort bestellen vande rijdingen vant broot drie gulden en drie stuijvers
11. Voort port vande selve rijdingen twee gulden
1700: 12. Aenden rendant voor ordinarien ende extraördinarien vacatien, buijten reijsen etc volgens accoort de somme van taghtigh gulden
13. Aenden Schepenen, Secretaris ende de Secretarien van haer Ed: Mog: met den Commien voor al het geene haer in de setcedulle vande buerlasten is uijtgeset, de somme van ses en taghtigh gulden en negen stuijvers
14. Den rendant aen sijn selfs handen voor verschot vant Cleijn hoeffgelt, buerlasten etc. de somme van twintigh gulden
15. Jtem betaelt in conformite vande setcedulle vant Cleijn hoeffgelt aen Gerrit Teunissen voor het maeken vanden Crommenrijn de somme van vijff en twintigh gulden
16. Aenden Cameraer der Stadt Wijck voort maeken vanden Erfdijck de somme van elf gulden
17. Aen Jurriaen van Sparenberch voort maeken vand somerwegh de somme van dertigh gulden
18. Aen Jan Schijff voort maeken vande nieuwe ruin vier gld en vijff stuijvers
19. Aende Schepenen, Secretaris ende den Secretarien van haer Ed: Mog: met den Commien voor al het geene haer is uijtgeset in de setcedulle vanhet Cleijn hoeffgelt de somme van acht en veertigh gulden acht sts
20. Den rendant aen sijn selfs handen wegens het Schilt en schellingelt betaelt vande vermiste hoeve lants volgens uijtsettinge de somme van twaelf gulden acht stuijvers en vier penningen
21. Aenden Gerechtsboode voor ordinaris ende extraördinaris diensten volgens accoort de somme van vijff en twintigh gulden
22. Den rendant heeft hier voor verantwoort de vijftien stuijvers per mergen personeel en reël van ses hondert ses en dertigh mergen, daer nochtans de selve niet sijn ontfangen vande voornoemde vermiste hoeve lants, dus alhier de somme van vier en twintigh gulden
23. Aenden rentmeester van haer Ed: Mog: Domeijnen voor een jaer strooij gelt d’ao seventien hondert twee gulden
1700: 24. Den rendant aen sijn selfs handen voor het geene hij meer betaelt van een mergen in de vijftien stuijvers pr mergen personeel en reël als hij ontfanct eene gulden tien sts
25. Aen Cornelis Gerritsen inde Stroet voor t’onderhouden vanden Heerenwegh seve gulden en tien stuijvers
26. Aen Jacobus roelofsen voor het schieten van een vos drie gulden
27. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant huijsgelt verschenen Paesschen seventien hondert de somme van twee hondert drie en sestigh gulden tien stuijvers acht penningen
28. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant dubbelt huijsgelt verschenen Paesschen seventien hondert de somme van twee hondert drie en sestigh gulden en tien stuijvers acht penningen
29. Jtem betaelt aenden Ontfanger Mansvelt in betalinge vande reële vijftien stuijvers per mergen verschuldicht over den Jare seventien hondert de somme van vier hondert seven en seventigh gulden dertien stuijvers
30. Jtem betaelt aenden selven in voldoeninge vande personele vijftien stuijvers per mergen in plaets vant besaijde over den Jare seventien hondert de somme van vier hondert seven en seventigh gulden dertien stuijvers
31. Jtem betaelt aenden Cameraer van den Leckendijck in betalinge van het Leckendijcks gelt, renten en ses stuijvers tot aflossinge der Capitalen verschuldicht over den Jare seventien hondert de somme van twee hondert vijff en sestigh gulden veertien stuijvers en vijftien penningen
32. Jtem betaelt aneden Ontfanger Drakenburgh in voldoeninge van het Crommenrijnen gelt d’ao seventien hondert de somme van veertigh gulden
33. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant eerste familiegelt over den Jare seventien hondert de somme van twee hondert en vijftigh gulden
1700: 34. Aende Schepenen, Secretaris ende den Secretarien van haer Ed: mog: met de Commien voort doen vanden omslagh etc. de somme van negentien gulden en elf stuijvers
35. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant tweede familiegelt over den Jare seventien hondert de somme van twee hondert en vijftigh gulden
36. Aende Schepenen, Secretaris ende den Secretairen van haer Ed: Mog: met den Commien voort doen van den omslagh etc: de somme van negentien gulden en elf stuijvers
37. Den rendant aen sijn selfs handen voor quaede restanten de somme van vier guldenn tien stuijvers
38. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant Cleijn segel verschenen Julij seventien hondert en een de somme van twee hondert vier en sestigh gulden
39. Jtem betaelt aen den Ontfanger vant Gemael verschenen Julij seventien hondert en een de somme van twee hondert acht en veertigh gulden
40. Aende Schepenen, Secretaris ende den Secretarien van haer Ed: Mog: met de Commien en Gerechtsboode voor alle hare leges in de setcedulle vant Gemael uijtgeset de somme van vijff en twintigh gulden en vier stuijvers
41. Den rendant aen sijn selfs handen wegens Jan Jansen haerman die van voor een jaer uijtgeset, ende maer een half jaer gewoont volgens uijtsettinge de somme van negen gulden en tien stuijvers
42. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant heerdstedegelt verschenen Victoris seventien hondert de somme van twee hondert vijff en seventigh gulden
43. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant Schilt en schellingelt verschene Corsmis seventien hondert de somme van negen hondert en vier gulden
44. Jtem koomt den rendant voor het minuteren, grosseen ende doubleren deser reeckeninge vijff gulden
45. voor het overstaen deser reeckeninge twee gulden en twee stuijvers
46. De seve Schepenen ider dertich stuijvers, bedraeght te samen tien gulden en tien stuijvers
47. Den Secretaris drie gulden
1703: Ontvangen
1.331-0-0
2.759-0—0
2.b. Noch van Cornelis van Holten dat v[er]geten was 14-0-0
3.293-0-0
4.28-3-12
5.138-3-0
8.796-1-9
9.796-1-9
10.236-9-11½
12.423-15-0
13.396-5-0
14.78-0-0
15.598-10-0
16.312-10-0
Totaal6675-15-9½

Uitgaven:
1.331-12-14
3.31-9-0
3.b. Jtem den rendant aen sijn selfs handen wegens quade restanten van Thomas Hendricksen4-0-0
3.c. Van Mees Jacobsen van uts6-0-0
3.d. Van Pieter Bus van uts20-13-0
3.e. Van Breunis Geurtsen2-10-0
8.ontbreekt
10.Aende Gildeboode vande backers voor het bestellen van de rijdinge vant broodt3-3-0
11.1-0-0
12.Aen Cornelis Gerritsen voor het maeken ende onderhouden vanden Heerenwegh6-0-0
12.b. Aen Hendrick Evertsen voor tweemaal de waght te logeren van Pallandt en vuer en licht etc:4-6-0
13.=16
14.b. Den Rendant aen sijn selfs handen wegens quade restanten vande kinderen van Jannichje Geurten3-0-0
14.c. Van Hendrick Evertsen1-0-0
15.23-0-0
17.Aen Anthoni Pauwelse Schijff voor het maeken vande somerwegh over den Jare seventien hondert en drie18-0-0
19.=2735-3-0
22.=26
24.2-10-0
25.=12
26.ontbreekt
27.Jtem betaelt aen den Heer van Reijnesteijn ontfanger vant huijsgelt verschenen Paesschen seventien hondert en drie263-10-8
29.796-1-9
30.796-1-9
31.236-9-11½
33.375-0-0
33.b. Den rendant aen sijn self handen voor quade restant van Evert vande Laer27-0-4
34.19-17-0
35.375-0-0
36.19-17-0
37.352-0-0
38.274-14-0
38.b. Den rendant aen sijn selfs handen wegens restant van Evert vande Laer6-0-0
39.ontbreekt
40.43-8-0
41.ontbreekt
42.312-10-0
44.=51 6-19-0
49.=52
Totaal7072-17-13½
Dus tekort397-2-4
1705: Reeckeninge, bewijs ende reliqua van sodanigen Ontfanck en uijtgift als Adriaen van Ossenberch, Schout ende Gadermeester van Doorn heeft gehadt ende gedaen wegens de Gemeente aldaer over den Jare seventien hondert en vijf.
Ontfanck
1. Eerstelijck brengh den rendant in ontfanck den Jmpost vande wijnen en bieren over de weerden gepacht voor de somme van vier hondert negen en dertigh gulden verschenen den xj februarij seventien hondert en ses439-0-0
2. Jtem is op den 18e Meij 1705 uijtgeset tot betalinge van defect vant Logijgelt verschenen den xj februarij 1706 de somme van ses hondert twee en dertigh gulden tien stuijvers632-10-0
3. Jtem is op den 4e Januarij 1706 uijtgeset tot betalinge van de buerlasten de somme van drie hondert dertigh gulden vijf stuijvers330-5-0
4. Jtem noch ter saecke als vooren op de buijten luyden vande buijten luijden per mergen seve stuijvers acht penningen, maekende over de vijf en seventigh mergen en een hont de somme van acht en twintigh gulden drie stuijvers twaelf penningen dus28-3-12
5. Jtem is opden 4e Januarij 1706 uijtgeset tot betalinge vant Cleijn Hoefgelt per mergen vier stuijvers acht penningen, bedragende over de ses hondert en veertien mergen de somme van een hondert acht en dertigh gulden drie stuijvers138-3-0
6. Jtem is op den 22e Meij 1693 uijt geset tot betalinge vant Huijs gelt verschenen Paesschen seventien hondert en vijf, de somme van twee hondert drie en sestigh gulden tien stuijvers acht penningen263-10-8
7. Jtem brenght den Rendant in ontfanck het dubbelt huijsgelt verschenen Paesschen seventien hondert en vijf tot twee hondert drie en sestigh gulden tien stuijvers acht penningen263-10-8
1705: 8. Jtem brenght den Rendant in ontfanck de vijf en twintigh stuijvers per mergen reel de anno seventien hondert en vijf, bedragende over de ses hondert ses en dertigh mergen de somme van seven hondert ses en tnegentigh gulden eene stuijver nege penningen796-1-9
9. Jtem brenght den Rendant in Ontfanck de vijf en twintigh stuijvers per mergen personeel in plaets van het besaijde d'anno seventien hondert en vijf ter somme van sevenhondert ses en tnegentigh gulden eene stuijver nege penn796-1-9
10. Jtem brenght den Rendant in ontfanck het Leckendijcks gelt en Renten volgens aenschrijvens van Dijck Graeff en Hooge Heemraden van den Leckendijck van dato den 22e April 1705 de somme van twee hondert ses en dertigh gulden nege stuijvers elf en een halve penninck over den Jare seventien hondert en vijf236-9-11½
11. Jtem is uijtgeset tot betalinge vant Crommenrijnsgelt op ider mergen (drie voor een gerekent) vijf stuijvers maekende over de tien hoeven veertigh guldens, ende dat gedresseert over ses hondert en veertigh mergen op ider mergen eene stuijver acht penningen met het gadergelt het gadergelt daer af getrocken, brenght den Rendant in ontfanck over den Jare seventien hondert en vijf de somme van drie en veertigh gulden vijftien stuijvers43-15-0
12. Jtem is op den eerste October seventien hondert en vijf uijtgeset tot betalinge vant eerste familiegelt over den Jare seventien hondert en vijf de somme van drie hondert en tnegentigh gulden390-0-0
13. Jtem is op den 4e Januarij seventien hondert en ses uijtgeset tot betalinge van het tweede fsamiliegelt over den Jare seventien hondert en vijf de somme van vier hondert en tien gulden410-0-0
14. Jtem is op den 13e Augustus seventien hondert en vijf verpacht den Jmpost van het Gemael en Cleijn Segel over de Backers ingegaen den 12e Augustus seventien hondert en vijf voor de somme van vijf en sestigh gulden65-0-0
1705: Uitgeeff Jegens den voorsz Ontfanck
1. Jn den eersten brenght den Rendant in uijtgift, ';t geene hij in de laeste gedane reeckeninge bij hem gedaen op den 8e Aug: seventien hondert en sevewn te boven is gekomen, dus alhier in uijtgift de somme van seventigh gulden negentien stuijvers ses pen70-19-6
2. Jtem betaelt aenden Ontfanger Schade, de somme van een Duijsent een en dertigh gulden vijftien stuijvers tien penningen in voldoeninge vant Logijs gelt verschenen den xj feb seventien hondert en ses1031-15-10
3. Jtem betaelt de Leges vanden Omslagh vant Logijs gelt volgens de uijtsettinge daer van gedaen, aende Schepenen, Secretaris den Secretaris van Haer Ed: Mog: met den Commis de somme van dertigh gulden dertien stuijvers30-13-0
4. Jtem den Rendant aen sijn selfs handen wegens quade restanten van Jelis van Dulken, de kinderen van Jannichgje Geurten ende breunis Geurtsen6-3-0
5. Jtem betaelt in conformite vande setcedulle van de Buerlasten, aende wed van Wulphert Claesen ter saeke van een Jaer renten van vier hondert gulden Capitael dat verschenen is den 24e April seventien hondert en vijf de somme van sestien gulden16-0-0
6. Jtem aende Diaconij ter saeke als vooren van ses hondert gul[den] Capitael, verschenen den j Junij seventien hondert en vijf, de somme van vier en twintigh gulden24-0-0
7. Jtem aende wed van Wulphert Claesen ter saeke als vooren van vijf hondert gulden Capitael verschenen den lesten Junij seventien hondert en vijf, de somme van twintigh gulden20-0-0
8. Jtem aen Aletta van Cleef, ter saeke als vooren van vier hondert gulden Capitael verschenen den 16e Junij seventien hondert en vijf, de somme van sestien gulden16-0-0
9. Voor anderhalf Jaer renten aen Bambrugh van drie hondert gul[den] Capitael afgelost22-10-0
10. Jtem aende Coster in plaets vanden rogge veertigh gulden40-0-0
11. Jtem aen Abram Vermeulen voor het bestellen van de rijdingen vant broodt drie gulden en drie stuijvers3-3-0
1705: 12. Voort port vande selve rijdingen betaelt twee gul[den] twee strs2-2-0
13. Den rendant aen sijn selfs handen voor Ordinaris en extraordinaris vacatie &a volgens accoort de somme van tachtigh gulden80-0-0
14. Aen Cornelis Gerritsen voor het maken en onderhouden van den Heerewegh ses gul[den]6-0-0
15. Den Rendant aen sijn selfs handen voor verschot vant Cleijn Hoefgelt en buerlasten &a de somme van twintigh gulden20-0-0
16. Aende Schepenen, Secretaris den Secretaris van Haer Ed: Mog: met den Commis voor al het geene haer inde setcedulle vande buerlasten is uijtgeset de somme van een hondert en ses gulden achtien stuijvers106-18-0
17. Den Rendant aen sijn selfs handen wegens quade restanten van Hendrick Evertsen ende de kinderen van Jannigje Geurten te samen 3-17-0
18. Jtem betaelt in conformite vande setcedulle van het Cleijn Hoefgelt aen Gerrit Teunissen voor het maeken vanden Crommen rijn over den Jare seventien hondert en vijf de somme van drie en twintigh gulden23-0-0
19. Aen den Cameraer vande Stadt Wijck voor het maeken vanden Erfdijck over den Jare seventien hondert en vijf de somme van elf gulden11-0-0
20. Aen Willem van Mees voor het maeken vande Somerweg over den Jare seventien hondert en vijf de somme van vier en twintigh gulden24-0-0
21. Aen Jan Schijf voort maeken vande niuwe min over den Jare seventien hondert en vijf, vier gulden en vijf stuijvers4-5-0
22. Den Rendant aen sijn selfs handen wegens het Schilt en schellinggelt, vande vermiste hoeve lants volgens uijtsettinge twaelf gulden acht sts: vier penningen12-8-4
23. Aende Gerechtsboode voor Ordinaris en extraordinaris diensten volgens accoort over den Jare seventien hondert en vijf, de somme van vijf en twintigh gul[den]25-0-0
24. Aen den rentmeester vande Domeijnen voor stroijgelt over den Jare seventien hondert en vijf twee gulden2-0-0
1705: 25. Den Rendant aen sijn selfs handen voor het geene meer betaelt van een mergen inde vijf en twintigh stuijvers per mergen soo Reel als Personeel als bij hem wert ontfangen volgens de uijtsettinge twee gulden en tien stuijvers2-10-0
26. Aen den Schepenen, Secretaris, den Secretaris van Haer Ed: mog: met den Commis voor al het geene haer is uijtgeset inde Setcedulle van het Cleijn hoefgelt te samen veertigh gulden negentien stuijvers40-19-0
27. Den Rendant heeft hier voor verantwoort de vijf en twintigh stuijvers per mergen soo reel als personeel van ses hondert ses en dertigh mergen, daer nochtans de selve niet sijn ontfangen vande vermiste hoeve Lants, dus alhier de somme van veertigh gulden40-0-0
28. Jtem betaelt aenden Ontfanger vant Huijsgelt in betalinge vant selve verschenen Paesschen seventien hondert en vijf de somme van twee hondert drie en sestigh gulden tien stuijvers acht penningen263-10-8
29. Jtem betaelt aenden selven in betalinge van het dubbelt Huijsgelt verschenen Paesschen seventien hondert en vijf de somme van twee hondert drie en sestigh gulden tien stuijvers acht penningen263-10-8.
30. Jtem betaelt aenden Ontfanger Schade in betalinge vande reele vijf en twintigh stuijvers per mergen, over den Jare seventien hondert en vijf de somme van seven hondert ses en tnegentigh gulden eene stuijvers negen pen796-1-9
31. Jtem betaelt aenden selve in voldoeninge vande pesonele vijf en twintigh stuijvers per mergen in plaets van het besaijde over den Jare seventien hondert en vijf de somme van seven hondert ses en tnegentigh gulden eene stuijver nege penningen796-1-9
1705: 32. Jtem betaelt aenden Cameraer vanden Leckendijck in betalinge vant Leckendijcks gelt en Renten en ses stuijvers tot aflossinge der Capitalen verschult over den Jare seventien hondert en vijf, de somme van twee hondert ses en dertigh gulden nege stuijvers elf en een halve penninck236-9-11½
33. Jtem betael aenden Ontfanger Drakenburgh in voldoeninge van het Crommenrijns gelt over den Jare seventien hondert en vijf, de somme van veertigh gulden40-0-0
34. Jtem aen den Ontfanger Schade, in betalinge van het eerste familiegelt over den Jare seventien hondert en vijf, de somme van drie hondert vijf en seventigh gulden375-0-0
35. Aende Schepenen, Secretaris den Secretaris van haer Ed: Mog: met den Commis voor het doen vanden Omslagh &a de somme van negentien gulden dertien stuijvers19-13-0
36. Jtem betaelt aenden Ontfanger Schade in betalinge van het tweede familiegelt over den Jare seventien hondert en vijf, de somme van drie hondert vijf en seventigh gulden375-0-0
37. Den Rendant aen sijn selfs handen wegens quade restanten van Hendrick Evertsen ende kinderen van Jannichje Geurten2-0-0
38. Aende Schepenen, Secretaris den Secretaris van Haer Ed: mog: met den Commis voor het doen van den Omslagh &a de somme van negentien gulden dertien stuijvers19-13-0
39. Jtem betaelt aenden Ontfanger Pauw in betalinge van het Cleijn Segel verschenen den xj Augustus seventien hondert en ses, de somme van drie hondert twee en vijftigh gul[den]352-0-0
40. Jtem betaelt aenden Ontfanger Schade, in betalinge van het Gemael verschenen den xj Aug: seventien hondert en ses de somme van twee hondert vijf en sestigh gulden twee stuijvers265-2-0
41. Den Rendant aen sijn selfs handen wegens quade restanten van Meerten Cornelissen de Wael volgens uijtsettinge de somme van vijf gulden5-0-0
1710: Ontvangsten
1.410-0-0
2.700-0-0
3.303-10-0
5.161-3-8
10.187-11-12
13.390-10-0
14.47-0-0
15.382-10-0
15.b. Jtem is op dato als boven uijtgeset voor het kleijn zegel156-10-0
17.b. Bij vorige Reeckeninge is men schuldigh gebleven24-12-6
Totaal6561-10-0

Uitgaven
1.ontbreekt
3.36-2-0
4.Quaet Restant van Jacobus Antonissen xvij vijf2-0-0
4.b. Uts xvij ses2-0-0
4.c. Uts xvij seven2-0-0
4.d. Uts xvij agt2-0-0
4.e. Quaet Restant van Jan Cornelissen van Maren Logijs geld met zegel xvij ses13-8-0
4.f. Uts xvij seven13-8-0
4.g. Uts xvij agt12-8-0
12.2-16-0
13.95-0-0
15.b. Betaeld de Coster voor het luijden over de Victorie3-12-0
16.92-4-0
17.ontbreekt
18.24-0-0
20.32-0-0
22.8-11-2
26.41-7-0
27.=23
27.b. Aenden Jager van den Heer van Hardenbroeck voor het vangen van een Vos betaeld 3-0-0
32.ontbreekt
37.ontbreekt
38.b. Betaeld het Leckendijx geld xvij tien187-11-2
39.133-2-0
39.b. Aende Schepenen, Secretaris, den Secretaris van Haer Ed: Mog: met den Commis voro het doen van den omslach etc de some van 19-13-0
40.414-17-0
41.ontbreekt
42.29-6-0
44.b. Den Rendant aen sijn selfs handen de Navolgende Quade Restanten volgens Geregtelijcke Resolutie vanden 29 Meij xvij Dertien
Tijmen Gerritsz resteerd personele Ongelden xvij agt6-17-6
uts xvij negen tot 7-7-14
Gemael etc. ingegaen Augustj xvij neegen4-4-0
Eerste en tweede Familiegeld xvij Negen1-0-0
Billet0-1-0
Buerlasten xvij tien1-6-4
Logiesgeld ingegaen Feb xvij tien4-14-8
Goijerwetering xvij tien0-6-6
Billet en Zegel0-5-0
Gemael etcs. Ingegaen Augustj xvij tien4-9-4
Eerste en twede Familiegeld xvij tien1-0-0
Billet0-1-0
Meerten Cornelissen Resteerd Logijsgeld xvij ses met Billet2-3-0
1713: Gerard Cocq is nu schout
Ontvangsten
1.328-0-0
2.742-0-0
3.348-18-0
4.37-7-0
5.214-18-0
8.ontbreekt
9.idem
10.idem
12.=6 eerste familiegeld399-0-0
13.=7 tweede familiegeld392-5-0
14.=8 impost gemael etc67-0-0
15.=9596-0-0
16.287-0-0
Totaal4887-4-0

Uitgaven
1.ontbreekt
3.32-14-0
4.ontbreekt
9.b. Jtem aen Hendrick Blanckesteijn ter sake als voren van twee hondert gulden Capl verschenen den lesten xb 17c dertien8-0-0
12.ontbreekt
13.75-8-0
15.b. Betaeld aende Coster voor het Luijen over de Victorie3-12-0
16.b. Jtem betaeld aen[den] schout Lagerweij, voor al 't gene sijn E:, als den vice schout inde setced[ulle] van[den] Buerlasten is uijtgeset de somme van 48-14-0
17.ontbreekt
22.8-11-2
23.b. Jtem aende schout Lagerweij voor 't gene hij meer betaeldt heeft van een mergen inde xxv st: p[er] mergen reeel, en p[er]soneel, als bij hem is ontfangen volgens uijtsett[inge]2-10-0
23.c. Nogh aende schout Lagerweij betaeldt wegens 't gene den Vice schout voor sijn Leges op het aenbesteden vande somerwegh, inde setcedulle van het Cleijnhoefgeld is uijtgeset2-2-0
25.ontbreekt
26.63-7-0
27.=23
28.enkel en dubbel huisgeld527-1-0
29.ontbreekt
30.ontbreekt
31.ontbreekt
32.ontbreekt
35.22-19-0
37.ontbreekt
38.19-19-0
39.133-2-0
40.484-0-0
41.Aende schout Lagerweij het quaed restant van Salomon de Joodt gemael 17122-0-0
42.31-3-0
43.=47287-0-0
44.b. Den rendant aen sijn selfs handen wegens 't gene hem minder is uijtgeset, als in Ontfangh brengt op de resp settingen45-1-14
44.c. Voor 't verschot derselve4-10-0
45.b. Den secretrs ter sake als voren2-2-0
51.8-11-8
Totaal4951-5-14
Dus tekort64-1-14
1714: Ontvangsten
1.394-0-0
2.672-0-0
3.513-2-0
4.41-10-0
5.199-11-0
6.=16
7.=17
8.=18
9.=19
10.163-1-14
12.394-10-0
13.394-10-0
14.60-0-0
15.606-6-0
16.325-0-0
17.b. Jtem brengt den rendant in Ontfangh het haertstedegelt 't gene te weijnigh gedebiteert was, over den Jaere, ingegaen Victoris 17c dertien165-0-0
17.c Nogh brengt den rendant in Ontfangh een halfjaer haertstedegelt verschenen paes[schen] 1715195-0-0
Totaal7190-1-0

Uitgaven
1.Bedrag staat niet ingevuld
4.ontbreekt
12.0-4-0
13.95-0-0
13.b. Jtem betaeld aende Hr Procur[eur] Ossenbergh als gem[agtig]de van[den] Hr Cornet Ossenbergh als erfgen[aem] van[den] overleden schout Ossenbergh, als rest en in voldo[eninge] van het sloth der Dorps reeck[eninge] d'a[nn]o 1710 en gedaen op den 7e Meij 1714 ter so[mm]e van een hondert een en sestigh gul[den] seventien st: en twee p[enningen] dus161-17-2
13.c. Voor 't verschot derselver p[enningen]16-4-0
14.Cornelis Geurtsz maakt de Heereweg voor 1-4-0
15.b. Aen Jan Overvest voor 't vangen van een Vos met verschot1-2-0
15.c. Aen Jacobus Teunisz van Hamersveldt bet: voor uts met v[er]schot3-6-0
15.d. Jtem aende schout Lagerweij het quaed restant van Jelis Meertensz Buerlasten 17110-15-12
16.148-4-0
17.ontbreekt
18.26-0-0
20.30-13-8
22.8-11-2
26.30-12-0
27.=23
28.527-1-0
29.ontbreekt
30.=45
31.=46
32.163-1-14
32.b. Voor het v[er]schot derselver penningen8-3-0
33.=30
34.=31
34.b. Aende schout Lagerweij quade restanten van
Jelis Meertensz de Wael j familigeld 17110-10-0
De wed Dirck Spijkhoven0-15-0
35.19-19-0
37.Aende schout Lagerweij quade restanten
De wed Dirck Spijkhoven 2e familiegelt 1711 met billet0-16-0
uts 17121-11-0
Jelis Meertensz uts met billet0-11-0
38.19-19-0
39.166-7-0
40.484-0-0
1716: Ontvangsten
1.425-0-0
2.693-13-0
3.382-4-0
4.40-7-0
5.214-18-0
6.=16
7.=17
8.=18
9.=19
10.130-9-8
12.403-15-0
13.403-15-0
14.64-0-0
15.709-18-0
16.390-0-0
Totaal6924-18-10

Uitgaven
1.143-18-0
3.ontbreekt
4.Quade restanten
Passier Jacobsz Logiesgeld ingegaen den 12e feb 1713 met billet1-2-0
Uts ingegaen 17140-16-12
De wed Mees Jacobs uts ingegaen 17140-16-12
uts ingegaen 17150-16-12
Maerten Cornelisz uts ingegaen 17140-16-12
Jan Westenengh utsz ingegaen0-16-12
De Cornet Ossenberg uts ingegaen 17147-12-4
4.b. Den rendant aen sijn selfs handen, de schepenen, secretaris, den secretaris van Haer Ed: Mog: met den Commis voor alle 't gene haer inde setcedulle vant Logiesgelt is uijtgeset ter somme van vier en dartigh gul[den] dartien st:34-13-0
12.1-10-0
13.95-0-0
15.b. Jan van Spijckhorst voor een waegenvracht3-0-0
15.c. Aen Barent van Hout voort vangen van een vos met verschot3-6-0
15.d. Aen Jacobus Roelofsen van Achterbergh ter saecke als voren3-6-0
15.e. Uts aen Willem Clomp3-6-0
15.f. Den rendant aen sijn selfs handen voor twee dubbelden vanden Blaffert te schrijven, als een inde state Camer, ende een tot Doorn, de somme van twaelf gul[den] sestien st:12-16-0
15.g. Aen Jan van Spijckhorst voor twee waegenvrachten, met de voerman en voeder voorde paerden betaelt8-14-0
16.=18119-11-0
17.Quade restanten
Jan Westenengh Buerlasten 17140-10-8
Maerten Cornelisz uts0-15-12
18.26-0-0
20.30-13-8
22.8-11-2
26.56-7-0
27.=23
30.=45
31.=46
32.=47130-8-8
32.b. Voor 't v[er]schot derselve p[enningen]6-10-8
33.=30
37.=35Quade restant
Passier Jacobsz j familiegelt 17c dertien0-10-8
38.19-19-0
39.166-7-0
40.484-0-0
41.Quade restanten
1718: Ontvangsten
0.2-4-8
1.411-0-0
2.689-17-0
3.438-7-0
4.47-0-8
5.276-6-0
6.=16
7.=17
8.=18
9.=19
10.=20
11.=21
12.403-15-0
13.403-15-0
14.47-10-0
15.668-5-0
Totaal7008-1-0

Uitgaven
1.ontbreekt
2.1031-15-4
4.ontbreekt
12.1-14-0
13.95-0-0
15.b. Jtem aenden Procur[eur] Doorslagh, wegens salaris en verschot volgens sp[ecificatie] betaeld11-18-0
15.c. Jtem aende Heeren Goes, van Cleef, en Procur[eur] Doorslagh, wegens zal[aris] en verschoth, voorde helft in 213 gulden volgens overgeleverde sp[ecificatie], tot laste van desen Dorpe, ingevolge app[oi]nte[mente] vande Ed: Mog: Heeren Staten s'Lants van Utr[echt] Jn dato den 21e xb 1717 betaelt 106-10-0
16.104-10-0
17.ontbreekt
25.b. Jtem aen Tijmen Gerritsz betaelt, voort maken vande Koterwegh, van outs genaemt den Domproostenwegh, volgens publiecque aenbestadinge in dato den 30e Julij 171840-0-0
25.c. Jtem aenden Expl[oicteur] van Tiel betaelt volgens sp[ecificatie], en quitantie1-16-0
25.d. Jtem aenden Expl van Wijck betaelt als voren9-0-0
26.65-11-0
28.527-1-0
29.ontbreekt
30.=45
31.=46
32.=47
32.b. Voort verschot derselver p[enningen]8-3-0
37.ontbreekt
39.166-7-0
40.484-0-0
41.Quade restanten
Jan Westenengh, gemael en segel, v[er]schenen den xj aug: 17172-3-0
Maerten Cornelisz uts v[er]schenen uts 2-3-0
42.39-10-0
47.b. Quade restanten
Jan Cornelisz van Maren gemael, en segel ingegaen Aug: 17181-12-8
uts jngegaen Aug: 17192-3-0
Jtem comt alhier 't gene te weijnigh is uijtgeset voor een Ord[inan]tie vande Stadt Utr[echt] door Ordre, en dienst vant Geregt4-4-0
Totaal6964-4-14
Dus meer ontvangen43-16-2
1720: Ontvangen
0.38-7-0
1.370-0-0
2.703-19-0
3.405-15-0
4.44-0-0
5.276-6-0
6.=16
7.=17
8.=18
9.=19
10.=20
11.87-10-0
12.410-0-0
13.ontbreekt
14.60-0-0
15.646-15-0
16.260-0-0
Totaal6170-6-14

Uitgaven
1.ontbreekt
4.Quade Restandt
Judicq de Kraemster Logiesgeldt in gegaen feb 17181-2-0
9.c. Den Hoogh Wel Geb: Heer van Diest ter saacke als vooren van twee hondert gulden capitael verschenen den Lesten decemb: 17208-0-0
14.De Heerenweg wordt onderhouden door Arien Aertsen van Leersum voor 1-8-0
16.153-13-8
17.Quade Restanten
Judicq de Kraemster buerlasten 17170-10-8
Elis Willemsen met billet uts0-11-8
17.b. Aen Huijbert Voscuijl voor de lijsten om d Ord[onan]tie van haer Ed: mog: bet3-10-0
26.106-10-0
26.b. Betaeldt aen Wijnand Vierhoudt wegens Zalaris en verschot ten behoeve vande gerechte van Doorn gedaen5-6-0
27.ontbreekt
28.527-1-0
29.ontbreekt
30.=45
31.=46
32.=47
33.80-0-0
36.ontbreekt
37.Quade Restandt
Jan Gerritsen Haerman 1 en 2 familigelt 1718 met billet1-2-0
38.ontbreekt
40.484-0-0
41.Aert van Someren op de voorgaende settinge vand gemael te veel geset1-10-0
42.b. Quade Restanten
Jan Gerritsen Haerman gemael en Zegel ingegaen Aug 17181-1-0
Jan Cornelissen van Maren uts met billet1-12-8
uts Aug 1719 met billet2-3-0
Passchier Jacobsen uts Aug 1718 met billet1-2-0
43.260-0-0
44.b. Teunis Robbersen qualijk geset
Buerlasten 17200-15-12
Logiesgeldt ingegaen feb 17201-11-8
billet0-1-0
gemael en segel 17202-2-0
familgeld 17200-10-8
Logiesgeld 17211-11-8
billet0-1-0
gemael en segel 17212-12-8
familigeld 17210-10-8
billet0-1-0
Logiesgeld 17221-11-8
billet0-1-0
gemael en segel 17223-3-0
familigeldt 17220-10-8
billet0-1-0

Totaal6118-8-2
Dusmeer ontvangen51-18-12
1722: Ontvangen
0.13-2-0
1.390-0-0
2.669-17-0
3.360-10-0
4.36-0-0
5.214-18-0
6.=16
7.=17
8.=18
9.=19
10.=20
11.87-10-0
12.431-10-0
13.ontbreekt
14.50-0-0
15.710-15-0
Totaal6102-3-0

Uitgaven
1.ontbreekt
4.Quade restanten
Aert van Someren Logies gelt ingegaen februarij 1719 met billet0-11-8
uts 17200-11-8
uts 17210-11-8
Willem Davidt Logiesgelt ingegaen februarij 1720 met billet0-11-8
uts 17210-11-8
Passchier Jacobsen Logies geldt ingegaan februarij 1720 met billet0-11-8
Peter Barten Logiesgeld in gegaan februarij 1720 met billet0-11-8
uts 17210-11-8
5.De post en volgende zijn overgegaan aan Claas Wulphertsen
16.105-19-0
17.Quade restanten
Peter Barten Buerlasten 17200-10-8
Aert van Someren uts 17200-10-8
Willem Davidt uts 17200-10-8
Passier Jacobsen uts 17200-10-8
25.b. Jtem aen Wouter van dommelen betaaldt voort vangen van ses vossen 18-0-0
37.Quade restanten
Passier Jacobsen familigeldt 17200-10-8
Peter Barten uts 17200-10-8
uts 17210-10-8
Aert van Someren uts 17200-10-8
Willem Davidt uts 17200-10-8
uts 17210-10-8
41.Quade restanten
Passier Jacobsz gemaal 1720 met billet1-2-0
Peter Barten uts 17201-2-0
uts 17211-2-0
Willem Davidt 17201-2-0
Uts 17211-2-0
Aert van Zomeren 17201-12-8
44.b. Jtem betaeldt aen den ontfanger de Leuw de xx stuijvers reëel, en personeel 17c twee en twintig 1273-12-0
45.b. Jtem Betaald aen Hendrik Verij wegens het resumeren van den Blaffaart van doorn met de heer Monck ter Kamer van Haar Ed: Mog: binnen Utregt verscheijde malen, voort gecollationeert en vergelijken van den selven, alsmede met den rendant tot doorn verscheijde malen geweest dus voor alles 25-0-0
Totaal6068-7-8
Dus meer ontvangen 33-15-8
1729: Conditien en voorwaarden waar naar schout en geregte van Doorn door haar gecommitterdens publijcq aanden minstbiedende sullen aanbesteden het maken vande Koterwegh van ouds: genaamt den Domproostenweg, beginnende bij den Agter off Kruijswegh tot aande Goijerdijck

Eerstelijck sullen de aannemers de grote dellen en slencken moeten maken op de brete vande gehele weg, en op de midden een voet hoger als de gemene weg
Gelijk d'Aennemers ook gehouden sullen sijn vorder alle andere off kleijnder leegtens op deselve weg op te halen, en hogen een halve voet hoger als de gemene wegh
Vervolgens sullen d'aennemers doorgaans aan d'eene off d'andere sijde ant spoor deselve wegh soo verre moeten effenen, en maken dat twee wagens malkanderen gemackelijck konnen passeren
Tot 't maken van welke weg d'aennemers d'aarde sullen mogen graven en halen vande sijde en kanten vande wegh daar deselve te hoog is, en missen kan
Het werk sal gedaan moeten sijn ten langsten binnen ses weken naa dato deses, op pene van ijder dagh daar naa te verbeuren eene gulden ten behoeve vanden Armen van doorn
Het werk gedaan sijnde sal door de aannemers deser van kennis aanden schout moeten gegeven worden, als wanneer 't selve sal worden gevisiteerd en op genomen, en goed bevonden wordende sullen d'aannemers hare beloofde penn: Ontfangen uijt handen vande heer Cocq als schout van Doorn
Oock sullen d'Aennemers gehouden sijn voor 't welmaken aanstons bij den slag te stellen twee goede en suffisante borgen, diehun neffens den principalen, aannemer off aannemers sullen verbinden onder renuntiatie van[den] exceptie van Excussie en Divisie de kragten vandien hun beduijd sijnde
1734: Dorps Reekening over Doorn van A 1733
Debet
1. Eerstelijk brengt den Rendant in Ontfangh den impost over de waierden volgens verpaght cedul van den 11e feb 1733181:0:0
2. Van de opgeseetenen volgens setcedul van het Logiesgeld op den 2 september 1733953:15:0
3. Van den impost van de bakkerij volgens verpaght cedul van den 12 Aug 173323:-:-
4. Van de opgeseetenen volgens setcedul van het Gemaal en kleijn Zegel van den 2 7ber 1733727:5:-
5. Van de Geerfdens volgens set-cedul van het kleijn hoefgeld op den 7e Jannw 1734 a 8 sts p merge245:12:-
6. Van de Opgeseetenen volgens set-cedul van de buurlasten op den 7 Jannw 1734412:15:-
7. Van de buijteluijden volgens deselve setting van 80 merge a 8 sts p merge over 173332:-:-
8. Van Aert van Domselaar op de stetting van het Gemaal en kleijn Zegel vergeeten waar voor ontfangen hebbe10:-:-
[Totaal]2585:7:-
Soo dan blijkt bij den Rendant meer uijtgegeven als ontfangen te sijn, de somma van 34:6:-
[Totaal]2619:13:-

Credit
1. Eerstelijk brengt den rendant in uijtgaaf het slot van sijn voorgaande Reek: gedaan over den Jaare 1732 ter somme van 172:19:-
2. Aen verschot van Lekkendijksgeld en renten over den Jaare 17344:9:10
3. Aan den Ontfanger De Wilde de quota van het Logiesgeld verscheene 12 feb 17341031:15:6
4. Aan Leges en Onkosten van de setting van het logiesgeld31:19:-
5. Aan den Ontfanger Nellesteijn de quota van het kleijn Zegel verscheene 12 Aug: 1734166:7:-
6. Aan den Ontfanger de Wilde de quota van het gemaal verscheene 12 Aug: 1734484:-:-
7. Aan leges en onkosten deeser setting29:-:-
8. Aan deverse volgens de setting van de buurlasten over 1733373:9:-
9. Aan deverse volgens desetting van het kleijn hoefgeld over 1733200:14:-
10. Aan Hermen Willemse gerestitueert3:10:-
11. Aan schout Cocq voor d'h: Orroick13:-:-
1744: Eerstelijk brengt den Rendant in Uytgave het slot van vorige Rekening waar bij blijkt dat hij meerder betaaldt als ontfangen hadde de somme 298:-:-
voor verschot dier penningen 4 pC11:18:-
verschot van Lekkendijkgeldt ter somma 163 a A 1744 3 Pcte9:15:-
Aan diverse betaalt volgens omslag van buurlasten 1744323:2:-
Aan idem volgens omslag van het hoeffgeldt A 1744213:9:2
Aan Leges en Zegels deser Rekening volgens Bourdrel31:18:-
Facit888:2:2

Ontfangen volgens uytsettinge der buurlaste Anno 1744 de somma 365:15:-
Jtem volgens den omslag van het hoeffgeldt A 1744 de somma van214:18:-
Bij slot van dese Reek: blijkt dat door den Rendant meer is betaaldt als ontfange over desen Jaare Anno 1744 Eene somma van 307:9:2
Facit888:2:2

[Tussen de kwitanties zit een uitzetting van het Klein Hoefgeld over 1745:
Uytsettinge van het Klijn hoefgeldt, over den dorpe doorn, over den Jaare 1745
eerstelyk voor het maken van het kromme Rijnslag Jacobus van Leersum en Huijg van Hamersveldt aannemers van de beijde slagen voor de tijdt van ses Jaar waar van dit Jaar 1745 het eerste is s Jaarlijks 31:-:-
den secretaris voor t schrijven van de Conditie van aanbesteding1:4:-
trek geldt–:12
de schepenen voor t doen vande aanbesteding2:2:
den secretaris 1:10
voort maken van de Erfdijk aan de Cameraer der stadt Wyk, volgens Accoord11:-
voor het maken van de somer wegh 2d jaar18:13
het maken der Lijsten der gener die ten dijk gaan de schepenen–:12
den secretaris met schrijven en twee maal dubblere van de selve2:2
voor 't doen van desen omslag komt de schepenen ider 1:1010:10
de secretaris1:10
den selven voor t maken minuteren en grosseren van dese setcedul5:-
voor de segels met verschot1:16
1744: Het schouwen van Exter en Krajen nesten, gelijk voor desen altijd gedaan is, bij den schout en alle de schepenen, die vermits de menigvuldige bossen en geboomte haar moeten verdeele ander het selve niet bequamentlij en op enen dag souden konnen geschieden10:10
de secretaris2:2
de gerechtsbode voor ordinaires als Extra ordinaires dienst25:-
stro geldt specterende aan de domeine van haar Ed: mog:2:-
den schout en Gadermeester bet: alle Jaare in de twintig stuijvers Per mergen twee mergen meer, als hij volgens den blaffard ontfangt so wert alhier weder uytgeset over desen Jaare4:-
de secretaris voor t overleveren van de dijk Cedul3:-
voor t maken van de Niewe min4:5
Leges voor den secretaris van Haar Ed: Mog:1:4
den Commis–:6
den schout voor sijn verschot vant klijn Hoefgeldt promptelijk te betalen10:-
also den Rendmeester van den Convente van St Catharina te Utrecht de Reeele ongelde van 16 Morgen staande op de naam van denselve Convente, voor dese altijdt betaalt heeft, ende dat den jegenwoordige Rendmeester wijgerig is te voldoen so is goedgevonde, datmen sulks aan haar Ed: Mog: sal Remonstreren ende inmiddels, ten eijnde de comptoire werden voldaan, alhier het schild en schelling geldt bij provisie sal uytsetten, over desen Jaare 17458:11:2
item de 20 stuyv: so Reëel als personeel32:-:-
Premie van vijff Jonge vossen5:-:-
aan Jsbrand van Maanen voor twee palen aan den Cromme Rijn4:12
den schout wegens het maken van den Niewe Blaffard25:10
de somme van de voors: Lasten bedragen tweehondert vijfentwintig gulden elf stuyvers en twee penn:
Concordans
Concordans

oud nr.

114
217
318
419
51-2
64
75
812
920
1013
1115
1245
1347
1448
1550
1657
1773
1856
1954
2053
2134
2272
2376
2474
2575
2616
2752
2822
2942
3041
3151
3236
3341
3443
3537
3638
3739
3840
3926
4032
4133
4231
4328
44-
4529
4635
4759
4862
4964
5068
5165
5266
5361
5458
5563
5660
5767
5844
5925
6027
6124
62-
6371
6455
65 70
nieuw nr.oud nr.
15
25
3-
46
57
6-
7-
8-
9-
10-
11-
--
128
1310
141
1511
1626
172
183
194
209
2162
--
2228
2333
2461
2559
2639
2760
2843
2945
30-
3142
3240
3341
3421
3546
3632
3735
3836
3937
4038
4130
--
4334
4438
4512
46-
4713
4814
49-
5015
5131
5227
5320
5419
5564
5618
5716
5847
5947
6056
6153
6248
6355
6449
6551
6652
6757
6850
69-
7065
7163
7222
7317
7424
7525
7623

Kenmerken

Datering:
1649-1811
Plaatsnaam:
Doorn, Darthuizen, Langbroek, Maarn, Maarsbergen, Leersum, Putten, Echteld
Omvang:
2,00
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van gemeentelijke organen
Herkomst:
Overheid_U
Auteur:
N.N., H.J. Postema
Rechtsvoorgangers:
Gemeentebestuur Doorn
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 163 Gerechtsbestuur Doorn 1649-1811
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 163